[D66] Vilém Flusser: Is er een toekomst voor het schrijven

R.O. jugg at ziggo.nl
Fri May 22 09:29:47 CEST 2020


  Vilém Flusser: Does Writing Have a Future? (1987/2011)
  <https://monoskop.org/log/?p=2590>

28 August 2011, dusan

Filed under book <https://monoskop.org/log/?cat=17> | Tags: · artificial 
intelligence <https://monoskop.org/log/?tag=artificial-intelligence>, 
language <https://monoskop.org/log/?tag=language>, philosophy 
<https://monoskop.org/log/?tag=philosophy>, print 
<https://monoskop.org/log/?tag=print>, reading 
<https://monoskop.org/log/?tag=reading>, text 
<https://monoskop.org/log/?tag=text>, textuality 
<https://monoskop.org/log/?tag=textuality>, writing 
<https://monoskop.org/log/?tag=writing>

“In /Does Writing Have a Future?/, a remarkably perceptive work first 
published in German in 1987, Vilém Flusser asks what will happen to 
thought and communication as written communication gives way, 
inevitably, to digital expression. In his introduction, Flusser proposes 
that writing does not, in fact, have a future because everything that is 
now conveyed in writing—and much that cannot be—can be recorded and 
transmitted by other means.

Confirming Flusser’s status as a theorist of new media in the same rank 
as Marshall McLuhan, Jean Baudrillard, Paul Virilio, and Friedrich 
Kittler, the balance of this book teases out the nuances of these 
developments. To find a common denominator among texts and practices 
that span millennia, Flusser looks back to the earliest forms of writing 
and forward to the digitization of texts now under way. For Flusser, 
writing—despite its limitations when compared to digital media—underpins 
historical consciousness, the concept of progress, and the nature of 
critical inquiry. While the text as a cultural form may ultimately 
become superfluous, he argues, the art of writing will not so much 
disappear but rather evolve into new kinds of thought and expression.”

Originally published in German in 1987 as /Die Schrift. Hat Schreiben 
Zukunft?/, Göttingen.
Translated by Nancy Ann Roth
Introduction by Mark Poster
Publisher University of Minnesota Press, 2011
Volume 33 of Electronic Mediations
ISBN 0816670234, 9780816670239
208 pages

Review: Bob Hanke 
<http://ijoc.org/ojs/index.php/ijoc/article/view/1458/676> (Int’l J of 
Communication)

Publisher 
<http://www.upress.umn.edu/book-division/books/does-writing-have-a-future>

PDF 
<http://slowrotation.memoryoftheworld.org/Vilem%20Flusser/Does%20Writing%20Have%20a%20Future_%20(22919)/Does%20Writing%20Have%20a%20Future_%20-%20Vilem%20Flusser.pdf> 
(updated on 2020-2-29)

Comments (6) <https://monoskop.org/log/?p=2590#comments>
On 22-05-2020 09:25, R.O. wrote:
>
>
>   Vilém Flusser: Is er een toekomst voor het schrijven
>
> By
> Pieter de Nijs
> instituutvoorbeeldtaal.nl
> 8 min
> View Original 
> <https://getpocket.com/redirect?url=http%3A%2F%2Fwww.instituutvoorbeeldtaal.nl%2Fartikelen%2Fvilem-flusser-is-er-een-toekomst-voor-het-schrijven%2F>
>
> Op 17 december jl. spraken Kiene Brillenburg-Wurth en Dirk Vis over 
> ‘de toekomst van het schrijven’ in Pakhuis De Zwijger. Op deze avond 
> kwam ook het werk van de filosoof Vilem Flusser aan de orde, met name 
> de ideeën die hij verwoordde in zijn essay /Die Schrift. Hat Schreiben 
> Zukunft/?
>
> In het onderstaande een poging tot verduidelijking van de gedachten 
> die Flusser in zijn boek naar voren bracht.
>
> De titel van het boek van Vilém Flusser (voor het eerst in 1987 in het 
> Duits gepubliceerd als Die Schrift, Hat Schreiben Zukunft?) suggereert 
> veel. Flusser (1920-1991) schreef zijn boek ongeveer 30 jaar geleden – 
> dus ruim vóór de opkomst van internet en nieuwe media, maar de 
> gedachten die hij in zijn ‘essay’ naar voren brengt blijken anno 2013 
> onverholen profetisch.
>
> Flusser vraagt zich af wat er zal gebeuren met het denken en in de 
> communicatie wanneer geschreven taal overstemd raakt door digitale 
> expressiemiddelen. ‘Schrijven, in de vorm van het plaatsen van letters 
> en andere schrifttekens achter elkaar, heeft weinig of geen toekomst. 
> Informatie wordt tegenwoordig effectiever doorgegeven met andere codes 
> dan met geschreven tekens.’ Zo opent Flusser zijn essay, want het gaat 
> hier om een gedachte-experiment. ‘Ik schrijf over het schrijven als 
> communicatiemiddel’ – een paradoxale activiteit, zo geeft Flusser toe, 
> maar is denken in ándere vormen dan in letters achter elkaar wel mogelijk?
>
> De mens las al voor hij schreef. De interpretatie van de natuur en van 
> de seizoenen, van de menselijke arbeid en sociale relaties werd uit de 
> ervaringen ervan afgelezen, maar niet neergeschreven. Het vormen van 
> tekst was een volgende stap in het leesbaar maken van onze ervaring en 
> kennis. De werkelijkheid werd pas schrijfbaar toen de mens ging 
> schrijven. Daarmee werd de leesbaarheid een nieuw object geboden: het 
> schrift. Met het schrift ontstond pas de schrijver, terwijl de mens al 
> lang kon lezen. De komst van het schrift vormde een nieuwe 
> werkelijkheid, waarvan de leesbaarheid in het lezen wordt opgevolgd. 
> Het lezen van een schrijfbare en geschreven werkelijkheid vormt met 
> het schrijven van een leesbare werkelijkheid de unieke tweespaltige 
> geschiedenis van onze moderne kennis, van onze esthetische faculteiten 
> en van onze communicatie.
>
> Schrijven, stelt Flusser – van het Latijnse /scribere/ – betekende 
> ooit letterlijk /inkrassen/. Oorspronkelijk was schrijven dus een 
> activiteit waarbij een boodschap in een object werd ingekrast. 
>  In-formatie betekende ook letterlijk een /vorm/ /inbrengen/ op of in 
> een object of oppervlak, met als doel het ingebrachte te bewaren voor 
> later. Schrijven als zodanig maakte een ontsnapping mogelijk uit het 
> aloude mythische en in wezen circulaire (prehistorische) denken: 
> schrijven hield in dat het denken in een lineaire – en dus historische 
> –  gedachtegang kon worden gevangen. ‘Schrijven is een vertaling van 
> de tweedimensionale oppervlak van beelden naar de eendimensionale 
> lineaire code (…); vanuit het beeldende naar het conceptuele; vanuit 
> scènes naar processen, vanuit context naar tekst.’
>
> Feitelijk is schrijven een iconoclastisch proces: het schrijven 
> probeert beelden te verklaren door deze te analyseren. En dat betekent 
> letterlijk: door de beelden uit elkaar te halen, door deze te 
> demonteren. Met de intrede van het schrijven maakte beeldend (of 
> verbeeldend) denken plaats voor conceptueel en kritisch denken. Het 
> alfabetisch schrift verving het beeldschrift: tekens vervingen 
> ideogrammen en de mythische wijze van spreken week ten gunste van het 
> ‘logisch’ (letterlijk: logos = woord[1] 
> <http://www.instituutvoorbeeldtaal.nl/artikelen/vilem-flusser-is-er-een-toekomst-voor-het-schrijven/#_ftn1>) 
> spreken.
>
> Schrijven staat gelijk aan het noteren van gedachten in tekens, in een 
> opeenvolging van regels. Met schrijven breng je een markering aan in 
> het verloop van de tijd. En schrijven verloopt niet in een vloeiend en 
> continu, maar in een (vanuit menselijk standpunt noodzakelijk) 
> staccato proces. Het vereist een beweging met ingebouwde rust. Die 
> rust wordt weerspiegeld in de spaties tussen de afzonderlijke tekens 
> en in het wit tussen de regels.
>
> Mensen hebben dergelijke rustpunten nodig. Machines niet. Die noteren 
> sneller – steeds sneller – en hebben geen rust nodig. We kunnen, aldus 
> Flusser, dat noteren dan ook eigenlijk beter overlaten aan machines. 
> Als we dat doen, krijgen we ruimte voor iets anders, iets nieuws. ‘Het 
> alfabet werd ontwikkeld als de code van het historisch bewustzijn. Als 
> we het alfabet zouden opgeven , is dat omdat we proberen om dat 
> historisch bewustzijn te overstijgen.’
>
> Je kunt, aldus Flusser, de intrede in ‘het digitale tijdperk’, zoals 
> we dat de laatste decennia hebben beleefd, met twee kernwoorden 
> karakteriseren: met /relativiteit/ en met /quanta/. Het eerste 
> kernwoord betekent dat ruimte, ooit als absoluut gezien, en tijd, ooit 
> duidelijk als verlopend bezien, niets meer bleken te zijn dan relaties 
> tussen waarnemers. Het tweede kernwoord betekent dat de materiële 
> wereld, ooit als solide gegeven bezien, niets meer is dan een zwerm 
> van deeltjes die toevallig rondzweven.
>
> Duidelijk is ook dat ons denken een proces is van elektronen en 
> protonen. ‘Wat we een idee noemen, of een gevoel of wens of beslissing 
> blijkt in werkelijkheid een statistische optelsom van quantumsprongen; 
> wat we waarneming noemen is niets meer dan een samenvatting van 
> quantumsprongen in een representatie.’ In veel opzichten is het 
> eenzelfde proces als dat van ‘denkende machines’. Dit inzicht is 
> revolutionair en dwingt ons tot nieuwe inzichten. We moeten leren dat 
> we denken in beelden, want alles wat we percepties noemen zijn niets 
> meer dan beelden die in het brein worden geproduceerd. En we moeten 
> leren dat denken geen continu discursief proces is: denken ‘quantizes’.
>
> ‘Apparaten’ zijn gebaseerd op de 1-0 structuur omdat ze de structuur 
> van ons brein imiteren. Digitale codes vormen een methode om betekenis 
> te geven aan de quantumsprongen in het brein. En wat we zien op 
> beeldschermen zijn representaties die vergelijkbaar zijn met de 
> representaties die ons brein produceert. Zo bezien is het moeilijk uit 
> te maken of de geproduceerde beelden werkelijke of imaginaire dingen 
> representeren. Dat houdt tevens in dat het mogelijk wordt om de 
> processen in ons brein te bevrijden van psychologische, filosofische 
> en ideologieën.
>
> ‘Zoals het alfabet oorspronkelijk ageerde tegen pictogrammen, zo 
> ageren digitale codes tegen de letters om die te overwinnen. Zoals 
> eens het denken dat berustte op het alfabet ageerde tegen magie en 
> mythe (beelddenken), zo ageert het denken gebaseerd op digitale codes 
> nu tegen proces-georiënteerde, ‘progressieve’ ideologieën en vervangt 
> die door een structurele, systeem-analytische, cybernetische manier 
> van denken’.
>
> We moeten, aldus Flusser, daarom verschillende dingen afleren en 
> nieuwe aanleren. ‘Het eerste wat we moeten afleren is het 
> proces-georiënteerde, progressieve lineaire denken, de manier van 
> denken die wordt uitgedrukt in het lineaire schrijven. ‘We will have 
> to erase the alphabet from memory to be able to store the new codes 
> there.’ ‘We will have to learn to write digitally, should writ/i/ng 
> still be a suitable designation for such a means of notation (…)’. […] 
> We will have to recode everything still to be written, all those 
> unfinished thought processes set out in texts, into digital codes.
>
> De nieuwe lezer zit niet vast aan het verloop van de tijd en is qua 
> ruimte ook vrij. Hij is vrij om Aristoteles te lezen en daarná Newton, 
> maar kan er ook voor kiezen Newton vóór Aristoteles te lezen. De 
> toekomstige lezer komt met andere woorden boven het historisch 
> bewustzijn te staan.’He doesn’t read along a line but rather spins his 
> own nets.’
>
> In het digitale tijdperk verandert lineair denken in 
> ‘oppervlakte-denken’, in het denken in (tweedimenionale) ‘surfaces’. 
> Schrijven dwingt ons onze aandacht te bewegen van punt naar punt over 
> de pagina, wat correspondeert met ‘lijndenken’ en met denken in 
> historische opeenvolging ‘ergens naartoe’. ‘Surface thought’ verschilt 
> daarvan in die mate dat beelden informatie niet in een lineaire 
> volgorde zetten, maar die over twee dimensies verspreidt, waardoor de 
> tijd van kijken geen orde afdwingt. Waar beelden zich nog lineair 
> ontvouwen, als in een film of televisieprogramma, houdt dat nog steeds 
> een duidelijke temporaliteit in van ‘surfaces’.
>
> Voor Flusser, ‘it becomes obvious that ‘history’ as embodied in 
> reading written texts means something quite different from what it 
> means in reading films.’ Maar, ‘[t]his radical change in the meaning 
> of the word /history/ has not yet become obvious, for a simple reason: 
> we have not yet learned how to read films and TV programs’. We weten 
> niet hoe we deze moeten ‘lezen’ omdat we blijven denken over 
> ‘surfaces’ zoals het schrijven ons heeft geleerd, als representaties 
> van objecten.
>
> Flusser suggereert dat er maar twee wegen mogelijk zijn om los te 
> komen van het lineair-historiserende schrift: terug naar het beeld of 
> vooruit naar cijfers, ofwel: terug naar de verbeelding of vooruit naar 
> berekening. Maar wellicht ligt de ‘bevrijding’ eerder in de combinatie 
> van die twee: cijfers vertaald naar beelden, zo suggereert Flusser in 
> zijn nawoord bij de tweede Engelse editie van /Does writing have a 
> future/ (1989): ‘One could try to break out of textual, writing-based 
> thought into intuitive calculations. If this were to succeed, it would 
> lift both calculating and imaginative thinking into the textual. 
> Writers would then have swallowed mathematicians and image makers, 
> digested them, and in so doing raised themselves to a new level.’ 
> Helaas, zo constateert Flusser, is dat niet gebeurd. De verklaring? 
> Het gebrek aan (mathematisch) inzicht bij de schrijvers. ‘One might 
> think one could have known that beforehand. But in fact, those whose 
> mathematical competence is sufficient don’t try to break out of 
> writing, for they have already set it aside in contempt. So the 
> attempt must be made despite being aware of one’s own incompetence (of 
> inevitable failure). That is just what is dramatic about essayistic 
> thinking: it knows its own incompetence and turns to those with 
> greater competence to try.’
>
> Flusser schreef zijn essays op de grens van een doorbraak naar het 
> digitale tijdperk. Ze spiegelen de belofte van een andere 
> schrijfbaarheid, met de daaraan gekoppelde ‘bevrijding’ van het 
> ideologische. Dat laat onverlet dat de geschiedenis zich in de 
> afgelopen decennia al weer heeft bewogen in de richting van een 
> politiek beheersbaar en eenduidige industrieel gebruik van de digitale 
> media en de netwerken waarin deze opereren. De vraag is dus of hij 
> gelijk had over de ‘bevrijdende werking’ die er van de radicale 
> veranderingen binnen het digitale tijdperk zou uitgaan. De vraag is 
> hoe ingrijpend het ‘nieuwe schrijven’ onze waarneming, ervaring en 
> communicatie in de nabije toekomst zullen veranderen. En de  vraag 
> blijft in hoeverre het internet de verwachtingen waar maakt dat het 
> omstreden inhoud om mogelijke censuur heenleidt.
>
> In ieder geval vraagt het ‘nieuwe schrijven’ waar Flusser op doelt om 
> nieuwe generaties schrijvers en lezers. Het is aan beeldenmakers en 
> wiskundigen en aan om het even welke andere markerende geesten om 
> nieuwe patronen in ons denken schrijfbaar en leesbaar te maken.
>
> In /Does writing have a future?/ voert Flusser de lezer van het 
> oorspronkelijke lezen – het erkennen en bestendigen van patronen in 
> onze ervaring van de natuur – en uit het oorspronkelijke in-formeren – 
> het krassen in een bewerkbaar oppervlak – naar schriftvormen die 
> minder voorschriften produceren. De patronen die in netwerkschriften 
> optreden, nodigen uit tot het loslaten van oude vaststellingen. 
> Flusser spreekt de hoop uit dat een nieuw schrift tot nieuwe in tekst, 
> beeld en geluid genoteerde werken leiden en doet in zijn boek een 
> oproep aan ‘nieuwe schrijvers’. Mensen die tegen wil en dank blijven 
> schrijven: ‘Er zijn mensen die schrijven omdat ze denken dat dat nog 
> zin heeft en er zijn mensen die niet meer schrijven maar teruggaan 
> naar de kleuterschool. En er zijn mensen die schrijven ook al weten ze 
> dat dat geen zin heeft.’
>
> Pieter de Nijs
>
> [1] 
> <http://www.instituutvoorbeeldtaal.nl/artikelen/vilem-flusser-is-er-een-toekomst-voor-het-schrijven/#_ftnref1> 
> /Logos/ werd door Heraclites gebruikt om de menselijke kennis en 
> inherente orde van het universum te kenschetsen, een wetmatigheid die 
> in het gehele universum aanwezig, of door de goden ingesteld, is. Dit 
> ziet hij achter de veranderlijke dagelijkse werkelijkheid, die hij met 
> zijn /πάντα //ῥ//ε//ῖ/ (panta rhei; vert.: /alles stroomt/) verwoordt. 
> (Wikipedia)
>
> _______________________________________________
> D66 mailing list
> D66 at tuxtown.net
> http://www.tuxtown.net/mailman/listinfo/d66
-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20200522/853c1714/attachment-0001.html>


More information about the D66 mailing list