[D66] Trotski: Het parlement als illusie van democratie

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Sat Sep 6 22:48:00 CEST 2025


Trotski en het parlementarisme
Continuïteit met Marx en Lenin

Leon Trotski beschouwde het parlementarisme, in lijn met Marx en Lenin, 
als een instrument van de burgerlijke klassenheerschappij. Het parlement 
bood volgens hem geen neutraal forum voor de uitdrukking van de 
volkswil, maar een toneel waarop de heersende klasse haar dominantie 
verhulde met democratische rituelen. Het parlement kanaliseert de 
sociale strijd in formele procedures, waardoor de revolutionaire energie 
van de massa’s wordt geneutraliseerd.

Het parlement als illusie van democratie

Trotski benadrukte dat het parlementarisme de indruk wekt van gelijkheid 
en volkssoevereiniteit, terwijl feitelijk economische macht, mediabeleid 
en bureaucratische structuren bepalen wat politiek mogelijk is. Voor de 
arbeidersklasse is parlementaire democratie dus een “schijnvertoning” 
die hen aan banden legt, een democratie die formeel inclusief maar in 
wezen exclusief is.

Sovjets versus parlement

In tegenstelling tot het parlement stelde Trotski de sovjets 
(arbeidersraden) centraal. Deze belichamen volgens hem een hogere vorm 
van democratie: niet gebaseerd op atomistische kiesdistricten, maar op 
werkplaatsen, fabrieken en kazernes. Daarin lag voor Trotski de directe 
verbinding tussen producent en politieke macht. Het parlement is in zijn 
ogen een instelling van burgerlijke representatie; de sovjet een 
instelling van proletarische zelfregering.

Het parlement in de overgangsfase

Trotski erkende, net als Lenin, dat communisten tactisch gebruik konden 
maken van parlementaire structuren. Tijdens de opbouw van de Derde 
Internationale bepleitte hij dat revolutionaire partijen het parlement 
konden benutten om de grenzen van de burgerlijke democratie te 
ontmaskeren en om de massa’s te mobiliseren. Maar de horizon bleef: de 
vernietiging van het parlementarisme als staatsvorm en de vestiging van 
een sovjetmacht.

Parlementarisme en de crisis van de burgerlijke staat

In de jaren twintig en dertig bekritiseerde Trotski bovendien hoe het 
parlementarisme steeds vaker in crisis raakte en plaats maakte voor 
autoritaire en fascistische regimes. Voor hem toonde dit de fragiliteit 
van de burgerlijke democratie: zodra de kapitalistische orde werkelijk 
bedreigd werd, liet de bourgeoisie het parlementarisme vallen als een 
versleten masker. Deze analyse gebruikte hij om te betogen dat alleen 
een socialistische revolutie de democratische idealen werkelijk kon 
redden en verdiepen.


More information about the D66 mailing list