[D66] Waarom politiek bedrijven geen zin meer heeft

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Mon Nov 24 10:05:37 CET 2025


Waarom politiek bedrijven geen zin meer heeft

Politiek bedrijven in onze tijd is een tragikomedie waar de tragedie 
vanaf druipt en de komedie onbedoeld is. Het is een vorm van 
maatschappelijk toneelspel waarin iedereen doet alsof er nog iets bewoog 
in de onderlagen van de democratie, terwijl die onderlagen al lang zijn 
vervangen door betonplaten van cynisme en inertie. Wie zich vandaag in 
de politiek stort, springt niet in een arena, maar in een centrifuge: 
alles draait razendsnel, maar niets komt van zijn plaats.

De hedendaagse politiek is niet simpelweg inefficiënt — inefficiëntie 
zou nog charmant zijn, menselijk, bij momenten zelfs eerlijk. Nee, ze is 
structureel, methodisch en bijna liefdeloos zinloos geworden. Politiek 
is management geworden, en management is statistiek geworden, en 
statistiek is marketing geworden. Zo is de keten rond: politiek is 
marketing, maar marketing van leegte. Het product dat verkocht wordt is 
een gevoel van betrokkenheid dat langer dan een etmaal zelden meegaat.

Simone Weil — die een bijna ascetische afkeer had van collectieve 
illusies — wist al dat politieke partijen de ziel van de mens 
corrumperen. Ze noemde ze machines die niet op waarheid uit zijn, maar 
op de productie van collectieve hysterie. Als ze vandaag weer tot leven 
kwam en een mobiele telefoon in handen kreeg, zou ze waarschijnlijk 
binnen een minuut weer sterven: niet van ouderdom, maar van de totale 
bevestiging dat haar ergste vermoedens nog niet erg genoeg waren geweest.

Want wat zij bezag als gevaar, hebben wij geperfectioneerd. De moderne 
politieke cultuur is een perpetuum mobile van aandacht, woede en 
digitale prikkels. Het is niet eens meer theater — theater veronderstelt 
nog een script. Het is een algoritmische stoofpot, een smeltkroes van 
geïndividualiseerde opwinding, waarin inhoud pas later wordt toegevoegd, 
als iemand eraan denkt, of als het toevallig trending is.

En wanneer een politicus dan wél een inhoudelijk voorstel lanceert, 
wordt het onmiddellijk door drie dynamieken vermalen:

Het mediacarnaval: waar iedere nuance wordt platgewalst omdat nuance 
niet verkoopt.

Het partijapparaat: dat ieder idee moet stroomlijnen tot een 
sloganeerbare morsigheid.

Het publiek: dat is opgeleid tot consument van gevoelens, niet van 
argumenten.

Het gevolg is dat politiek vandaag een zombie-instituut is: het loopt 
nog rond, het maakt geluiden, het schudt met zijn armen. Maar het 
bewustzijn is eruit verdwenen. Het is activiteit zonder doel, beweging 
zonder visie, haast zonder richting.

Wie gelooft dat politiek bedrijven tegenwoordig effectief is, moet óf 
een buitengewoon optimistische geest hebben, óf een carrièrebelang dat 
in stand moet worden gehouden. De rest ziet hoe de democratie afglijdt 
tot een voortdurende realityshow, waarin elke politicus wordt beoordeeld 
op een cocktail van charisma, mediavaardigheid en de mate waarin hun 
verontwaardiging authentiek lijkt.

Een land besturen is gedegradeerd tot een vorm van crisis-PR; besluiten 
worden genomen als damage control, niet als richtinggevende daden. 
Visionair leiderschap is vervangen door reactief leiderschap: men wacht 
tot iets fout gaat, verklaart dat het fout is gegaan, en lanceert daarna 
een taskforce die het foutgaan onderzoekt — waarna alles rustig verder 
foutgaat.

En in dit decor zouden wij nog geloof moeten hechten aan het ambacht van 
de politicus? Aan het idee dat één mens, of zelfs een kabinet, in staat 
zou zijn om uit deze complexe kluwen van belangen, data-explosies, 
marktlogica’s, mediabonuspunten en identitaire gevoeligheden een 
consistente visie te destilleren?

Nee. De illusie is transparant.

Simone Weil hield, midden in de politieke woestenij van haar tijd, vast 
aan het idee dat echte aandacht — stille, morele, niet-instrumentele 
aandacht — het enige was dat een samenleving kon redden. Wat we nu zien, 
is het tegenovergestelde: een wereld waarin aandacht versnipperd, 
gemonetariseerd en gejaagd is. Een wereld waarin oppervlakkigheid een 
grondrecht lijkt, en verdieping een luxeartikel.

Politiek bedrijven heeft in deze omgeving ongeveer dezelfde zin als het 
fluisteren van poëzie in een orkaan. De wind hoort het niet, en de 
dichter verliest zijn stem.

Misschien is het enige radicale politieke gebaar dat nog overblijft 
hetzelfde gebaar dat Weil maakte: bewust afstand nemen. Niet als 
terugtrekking uit de wereld, maar als weigering om verder deel te nemen 
aan een systeem dat niet meer functioneert als democratische praktijk, 
maar als een permanente kakofonie. Aandacht weigeren waar aandacht 
misbruikt wordt, en stilte cultiveren waar lawaai regeert.

Want uiteindelijk is dat de meest vileine waarheid van allemaal:
Politiek is niet langer de plek waar beslissingen worden gemaakt. Het is 
de plek waar men doet alsof.


More information about the D66 mailing list