[D66] De Elegante Chaos van de Nieuwe Deugd: Een Stijlvergelijking tussen FvD en D66

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Wed Nov 12 08:52:15 CET 2025


De Elegante Chaos van de Nieuwe Deugd: Een Stijlvergelijking tussen FvD 
en D66

Er zijn partijen die regeren met een glimlach, en er zijn partijen die 
glimlachen alsof ze regeren. D66 behoort tot de eerste categorie — of 
liever gezegd: tot de sekte van de glimlach. Alles is er glad, rond en 
duurzaam. Men spreekt er in beleidszinnen die lijken te zijn ontworpen 
door een algoritme dat allergisch is voor emotie. De komma’s zijn 
duurzaam, de standpunten circulair.

FvD daarentegen bedient zich van een stijl die eerder lijkt op een 
sonnet dat in brand is gestoken. Het is barok, romantisch, overdadig. 
Waar D66 een powerpoint opent, ontkurkt FvD een fles rode wijn. Waar D66 
spreekt over ‘dialoog en verbinding’, spreekt FvD over ‘beschaving en 
verval’. De één draagt een nette coltrui van ethiek, de ander een 
fluwelen cape van decadentie.

Het verschil tussen de twee is niet enkel politiek, maar esthetisch. D66 
wil de wereld verbeteren met een beleidsnota van tachtig pagina’s. FvD 
wil de wereld redden met een voordracht bij kaarslicht. De één gelooft 
in procedures, de ander in pathos. De één spreekt in bulletpoints, de 
ander in Byzantijnse volzinnen die ergens tussen Plato en pamflet 
balanceren.

Maar laat ons eerlijk zijn: stijl is macht. De D66’er komt binnen als 
een consultant van de ziel, gewapend met grafieken, een kalme stem en 
een onwankelbaar geloof in de ratio. De FvD’er daarentegen komt binnen 
als een dichter die weigert de microfoon los te laten. Men hoort hem nog 
lang nadat de vergadering is gesloten. De één laat geen sporen na, de 
ander geen stilte.

D66 spreekt tot het verstand — en doet dat op toonhoogte van een 
beleidsmedewerker die net een subsidie heeft binnengehaald. FvD spreekt 
tot de verbeelding — soms tot vervelens toe, maar altijd met een gevoel 
van grootse urgentie, alsof elk debat de laatste scène van een verloren 
beschaving is.

Het mooiste aan dit contrast is dat beiden elkaar verachten om precies 
wat ze zelf missen. D66 ziet in FvD het theater dat zij ooit heeft 
ingeruild voor Excel. FvD ziet in D66 de degelijkheid die het zelf al 
lang niet meer kan veinzen. Het is een wederzijdse jaloezie vermomd als 
morele afkeer.

En zo dansen ze, de technocraat en de romanticus, de spreadsheet en het 
sonnet. D66 zal altijd zeggen dat stijl er niet toe doet — dat het om de 
inhoud gaat, om de feiten, de modellen, de consensus. Maar juist daarin 
verraadt ze haar zwakte: ze begrijpt niet dat in politiek, zoals in 
literatuur, de stijl de inhoud is. FvD weet dat, en misbruikt het met flair.

In de politiek van vandaag, waarin elk woord wordt gewogen, 
gecontroleerd en herverpakt, is flamboyante stijl haast revolutionair. 
D66 praat om te overtuigen. FvD praat om te betoveren. De één wil gelijk 
krijgen; de ander wil gelijk hebben. Dat is een subtiel, maar fataal 
verschil.

Of men nu houdt van de ene of de andere stijl — men kan niet ontkennen 
dat het contrast verhelderend werkt. D66 is het kalme water waarin de 
democratie zichzelf bewondert. FvD is de storm die dat water opspat, 
zodat men tenminste even voelt dat het leeft.


More information about the D66 mailing list