[D66] Nederland: De Afvoerput van Europa

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Wed Nov 12 14:04:46 CET 2025


Nederland: De Afvoerput van Europa

Er is een bepaalde geur die Nederland nooit helemaal van zich af weet te 
wassen. Niet de geur van stroopwafels of tulpen, maar die van 
doorspoelwater — het residu van alles wat Europa liever kwijt dan rijk 
is. Nederland, dat dappere deltaland, is niet slechts het laagste land 
van Europa in geografische zin; het is ook moreel, cultureel en 
economisch het laagste punt waar alles uiteindelijk naartoe sijpelt.

Een land gebouwd op slib en zelfgenoegzaamheid

De Nederlander prijst zichzelf graag om zijn waterbeheer, maar vergeet 
dat hij leeft op een bodem van modder — letterlijk én figuurlijk. 
Eeuwenlang heeft men hier geleerd dat alles wat van boven komt, 
uiteindelijk wel ergens onder kan worden gepompt. Die houding is tot een 
nationale levenshouding verworden: importeer de rommel van de wereld, 
maak er een logistieke prestatie van, en noem het daarna handel.

De haven van Rotterdam is zogenaamd de "poort van Europa", maar wie goed 
kijkt, ziet een gootsteen. Hier komt alles binnen wat elders ongewenst 
is: de chemicaliën van Duitsland, de afvalstromen van België, de 
dieselwagens van Oost-Europa. Nederland glimlacht, telt de containers, 
en spoelt alles netjes door naar de volgende bestemming. Ondertussen 
speelt men polderpolitiek — een eufemisme voor het eindeloos verdunnen 
van verantwoordelijkheid.

Cultureel grijswater

Ook cultureel is Nederland een afvoerput. Waar Frankrijk nog een laatste 
restje grandeur probeert te bewaren en Duitsland zich verliest in 
schuldige zelfreflectie, heeft Nederland zijn identiteit al lang 
opgelost in lauw consensuswater. Wat resteert is een kleurloos mengsel 
van Netflix-Engels, festivalhedonisme en moreel pragmatisme. De 
Nederlandse cultuur is als een sloot: oppervlakkig, troebel, maar 
verrassend vol leven — vooral muggen.

Men noemt het hier “tolerantie”, maar het is eerder indigestie. Alles 
wordt geslikt zolang het niet te sterk smaakt. Elke scherpe mening wordt 
gladgestreken, elke afwijking ingekapseld in beleidsnota’s en 
inspraakrondes. Nederland verdraagt alles — maar alleen op afstand, in 
keurige containers met label “duurzaam”.

Economisch rioolwatermanagement

Het land is trots op zijn “open economie”, maar dat is een ander woord 
voor “lek”. Multinationals gebruiken Nederland als fiscale 
doorvoerhaven; brievenbusmaatschappijen spoelen miljarden door 
Amsterdam-Zuidas alsof het afvalwater is. De rest van Europa ziet 
Nederland terecht als een belastingput — een glanzend, schoongeboend 
riool dat vriendelijk glimlacht terwijl het winst wegspoelt uit Italië 
en Griekenland.

En toch is de Nederlander trots. Op zijn dijken, zijn 
koopkrachtplaatjes, zijn degelijke luiheid. Het is een trots die ruikt 
naar nat beton en regen op asfalt — functioneel, maar zonder glans. Een 
land dat ooit de zee bedwong, is nu druk bezig zichzelf langzaam te 
laten vollopen met lauw water van middelmatigheid.

Epiloog: De pomp draait door

Nederland zal nooit verzuipen. Daarvoor zijn de pompen te goed en de 
rekenmodellen te betrouwbaar. Maar het zal ook nooit stijgen. Het blijft 
wat het is: de goot van Europa, waar het water gorgelt, het schuim 
glinstert, en men trots is op de efficiëntie van het doorspoelen.

Het is geen tragedie. Het is typisch Nederlands pragmatisme: zolang het 
stinkt, maar blijft stromen, is er geen probleem.


More information about the D66 mailing list