[D66] Het volksmandaat als democratisch misverstand | Groene
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Sat Nov 1 14:42:50 CET 2025
groene.nl
Een hybride bouwsel
16–22 minutes
Rechtse regeringen beroepen zich tegenwoordig graag op hun
‘volksmandaat’. Dat mag niet belemmerd worden door ongekozen
bureaucraten, neprechters, de ambtelijke deep state of andere
‘rechtsstaatfetisjisten’. In dit frame is het verkiezingsresultaat de
democratie. Rechtsstatelijkheid is iets van een linkse elite.
Geven verkiezingen een ‘volksmandaat’, zelfs om staat en recht te
verbouwen? Het lijkt er niet op. Trumps decretenbestuur en Netanyahu’s
rechtse coalitie vertegenwoordigen niet meer dan een derde van het
electoraat. Dat geldt ook voor de Duitse ‘grote coalitie’. In Frankrijk
berusten de pretenties van Emmanuel Macron en Marine Le Pen maar op een
vijfde van de kiesgerechtigden. Door de kiesstelsels in
Groot-Brittannië, Italië en Polen krijgen regeringen een comfortabele
parlementaire meerderheid op basis van een kwart van de kiesgerechtigde
bevolking. De grote broek van de PVV wordt maar door negentien procent
van het electoraat omhooggehouden.
Natuurlijk zijn dat best veel stemmen en een electorale verschuiving
betekent iets, maar in geen enkele hedendaagse democratie berust het
regeermandaat op ‘de wil van het volk’. Het is alleen in zeer afgeleide
zin de uitkomst van de kiezersopkomst, de manier waarop het kiesstelsel
geregeld is en de praktijk van regeringsvorming. Regeringscoalities zijn
doorgaans het resultaat van een moeizaam onderhandelingscompromis dat
nog maar nauwelijks de bedoelingen van de kiezers van de afzonderlijke
partijen representeert. ‘De wil van de kiezer’ als autoriteit is een
schepping van de politieke taal, een retorische machtspreuk.
Het ‘electorale moment’ is belangrijk als barometer en als periodieke
bepaling van de parlementaire vertegenwoordiging en de mogelijkheden tot
regeringsvorming. Maar verkiezingen zijn feitelijk een procedureel
instrument binnen een constitutionele rechtsorde die tegelijk uit andere
instituties, functies en procedures bestaat.
Een natie, volk en democratie gaan namelijk nooit vooraf aan de
constitutionele orde. Zij worden zélf daardoor gedefinieerd. Er bestaat
geen etnisch oervolk dat fundamentele rechten heeft vóór de rechtsorde.
‘We the people’ was in 1787 een verbale, performatieve machtsgreep van
grondwetsmakers die daarmee een politieke natie schiepen. Dit soort
stichtingsdocumenten poneren het bestaan en de rechten van staten en hun
volken.
De staatsorde geeft vorm aan de natie als politiek lichaam en
rechtsgemeenschap. Want wie behoren er tot die ‘natie’? Welke grenzen
heeft de natiestaat? Onder welke voorwaarden hebben inwoners
Nederlanderschap en burgerlijke en politieke rechten? Welke regels
bepalen de kiesbevoegdheid en hoe worden verkiezingen vertaald in zetels
en regeringsvorming? Dat is allemaal het resultaat van een historisch
wetgevingsproces. De kieswet verleent bijvoorbeeld geen stemrecht aan
vierenhalf miljoen mensen die hier leven en werken, omdat ze de
Nederlandse nationaliteit niet hebben of jonger dan achttien zijn. Dat
is een kwart van de bevolking van dit land.
Het concept ‘soevereiniteit’ is ooit in de zestiende eeuw gemunt om in
een periode van chaotische godsdienstoorlogen een hoogste gezag aan te
wijzen met de bevoegdheid om recht te scheppen. Dat gezag is theoretisch
eerst bij de vorst gelegd, toen bij de staat en sinds de achttiende eeuw
bij ‘het volk’. In de praktijk heeft het nooit bestaan, want ook de
‘absolute’ vorsten waren aan allerlei beperkingen gebonden. Het principe
van machtenscheiding, machtsdeling en rechtsstatelijkheid heeft al sinds
de achttiende eeuw het soevereiniteitsconcept tot een fictie
gereduceerd. Dat volkssoevereiniteit niettemin in grondwetten voorkomt,
laat vooral zien dat haar normatief gezag een constitutioneel principe
is, dus onderdeel van een rechtsorde.
De ‘soevereiniteit’ van het electoraat is ook in de praktijk nogal
betrekkelijk. In een rechtsorde is het electoraat altijd gebonden aan de
legitieme structuren die door eerdere electoraten gevormd zijn. Het
bestel ontleent zijn stabiliteit aan continuïteit. Er zijn
verplichtingen jegens volgende generaties. Er zijn beperkingen door
supranationale verdragen en verbanden. Die verbanden en het hogere recht
dat ervan uitgaat, zijn zeker voor kleine landen van levensbelang. En
mocht men zich daaraan willen onttrekken, dan zijn er altijd nog de
grote zakelijke belangen en het dictaat van de financiële markten. Die
ontnamen de Grieken hun referendum tijdens de financiële crisis, kostten
Liz Truss haar Britse premierschap en disciplineren zelfs Donald Trump.
Wat doorgaat voor de ‘wil van de kiezer’ is geagendeerd, vormgegeven en
gepresenteerd door politieke entrepreneurs of partijen. Burgers
herkennen zich daar in mindere of meerdere mate in en maken uit die
opties een keuze, die vervolgens in het verkiezingsproces scherp
gearticuleerd wordt en een mobiliserend effect heeft. ‘Wat hij zegt dat
vind ik ook.’
[knip]
https://www.groene.nl/artikel/een-hybride-bouwsel
Remieg Aerts is emeritus hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de
Universiteit van Amsterdam. Hij schreef onder meer Thorbecke wil het:
Biografie van een staatsman(2018).
More information about the D66
mailing list