[D66] [Æterna] #7 - Het Schaduwspel van de Vrijheid

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Sun Jun 8 09:42:45 CEST 2025


Æterna #7

--
Het Schaduwspel van de Vrijheid
Door onze Æterna redactie

Democratie — het woord glanst in elke toespraak, als een gouden munt die 
steeds wordt doorgegeven, maar zelden echt bezeten. Geen begrip is zo 
bemind, zo misbruikt, zo vormloos en tegelijk zo dwingend. Democratie: 
de regering van het volk, door het volk, voor het volk — en soms tegen 
het volk. Een systeem dat zijn legitimiteit ontleent aan het getal, maar 
zijn waarde pas bewijst in de gratie van beperking. Wat gebeurt er als 
die beperking wegvalt? Als democratie haar schaduwzijden laat zien: 
autocratisch, aristocratisch, fascistoïde — maar nog steeds, ten dele, 
‘democratisch’ genoemd?

Thomas Mann, in zijn tijd getuige van de Weimar-seances en nazistische 
bezweringen, schreef met scherpzinnige huiver over de broosheid van de 
liberale geest. In zijn Betrachtungen eines Unpolitischen klinkt het al: 
de burger is moe van vrijheid, dorstig naar richting, naar vorm. En vorm 
komt vaak als masker, als vermomde dictatuur in het kostuum van de 
representatie.

I. De Autocratische Democratie – Het Volk als Dekmantel

In de autocratische democratie heeft de macht geleerd zich te verstoppen 
in het volk zelf. Verkiezingen vinden plaats, maar hun uitslag is reeds 
ingekaderd door manipulatie, mediahervormingen en het fijnmazige net van 
vriendjeskapitalisme. De leider is “gekozen”, maar wie anders was er te 
kiezen? Wat anders dan een echo?

Deze vorm is slinks, want zij presenteert zich als modernisering, als 
rationalisering. Zij belooft efficiëntie. In werkelijkheid vermorzelt ze 
pluraliteit tot besturingssoftware. Zoals Carl Schmitt al wist: 
soeverein is hij die over de uitzondering beslist. In de autocratische 
democratie bepaalt één hand, vanuit een fluwelen binnenzak, wanneer het 
volk genoeg gezegd heeft.

De burgers worden toeschouwers. Niet gedwongen, maar verleid. Niet 
gekneveld, maar vermoeid. Ze stemmen nog, zoals men routines uitvoert: 
gedachteloos, symbolisch, ritueel.

II. De Aristocratische Democratie – De Elite als Orakel

In een andere variant, de aristocratische democratie, regeert het volk 
op papier, maar spreken de ingewijden in koor. De technocraat, de 
rechter, de beleidsadviseur — zij weten wat goed is. Het volk kiest, 
maar de keuzes worden gefilterd, gemodereerd, hervertaald door een 
klasse die zich niet verkozen acht, maar geroepen.

Dit is de democratie van de salon, niet van het plein. De democratie van 
de universiteitsstad, niet van de voorstad. Hier spreekt Jürgen Habermas 
over ‘communicatief handelen’, maar zwijgt de stem van hen die geen 
toegang hebben tot dat gesprek. Hier heerst de zachte dictatuur van het 
weten.

Men bedoelt het goed — dat maakt het gevaarlijker. Want niets is 
ondoordringbaarder dan morele zekerheid zonder electorale 
aansprakelijkheid. Deze democratie is een labyrint van commissies, 
rapporten en kaders, waar het volk niet langer regeert, maar gereguleerd 
wordt.

III. De Fascistische Democratie – De Massa als Machine

De meest sinistere vorm, en helaas de meest verleidelijke, is de 
fascistische democratie zonder checks and balances. Ze komt met vlaggen, 
trommels, en een leider die niet boven maar in het volk lijkt te staan. 
Hij spreekt de taal van ressentiment, van herwonnen grootsheid, van de 
wraak op de elites. Maar achter het retorische vuurwerk schuilt een 
koude logica: de uitschakeling van tegenmacht, de opheffing van het 
conflict, de stilte als straf.

In deze configuratie worden verkiezingen referenda op persoonlijkheid. 
De leider is de democratie. Wie tegen hem is, is tegen het volk. Dit is 
geen dictator in de klassieke zin — hij heeft een mandaat, soms 
overweldigend. Maar dat mandaat wordt omgesmeed tot absolute macht, en 
macht zonder rem is per definitie antidemocratisch.
De parlementen blijven bestaan, maar worden applausmachines. De media 
mogen bestaan, zolang ze meedoen. En het volk, dat stemde uit onvrede, 
merkt te laat dat het zijn soevereiniteit heeft ingewisseld voor spektakel.

Thomas Mann zag in de opkomst van Hitler niet alleen politieke waanzin, 
maar een esthetische catastrofe. De kunst van het redelijke debat werd 
ingeruild voor de dramaturgie van de massa. De mens als medespeler in 
zijn eigen ondergang.

Epiloog: De Verloren Grondtoon

Democratie is geen zekerheid, geen vast systeem. Het is een proces van 
oneindig uitgestelde perfectie. Ze gedijt bij conflict, tegenspraak, 
traagheid. Haar grootheid ligt juist in het ongemak — in het feit dat 
niemand de macht volledig heeft, en dat elke stem niet alles, maar iets 
telt.

Maar we leven in een tijd die hunkert naar snelheid, naar helderheid, 
naar actie. En in die hunkering komt de democratie onder druk te staan. 
Ze wordt herleid tot haar uiterlijke vorm, uitgehold van binnenuit, en 
tenslotte gedragen als masker door krachten die haar in wezen verachten.
De ware tragedie is dat dit niet per se met geweld gebeurt. Vaak gebeurt 
het met instemming. Met gejuich. Met stemmen. En dus blijft het masker 
intact — het heet nog steeds democratie.
Maar in het hart ervan groeit iets anders. Iets dat kijkt, zwijgt, telt.
En beslist.
Zonder dat wij het nog merken.


More information about the D66 mailing list