[D66] De leegte achter de pretentie: D66 en de systematische uitholling van het onderwijs

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Thu Dec 18 17:02:22 CET 2025


[xtra]

De leegte achter de pretentie: D66 en de systematische uitholling van 
het onderwijs

De onderwijspolitiek van D66 presenteert zich al decennialang als 
rationeel, modern en wetenschappelijk onderbouwd. Maar wie door die 
glanzende façade heen kijkt, ziet geen visie, geen vakmanschap en al 
helemaal geen liefde voor onderwijs. Wat zichtbaar wordt, is een partij 
die vooral gelooft in haar eigen morele superioriteit, terwijl zij 
ondertussen een van de belangrijkste publieke instituties van Nederland 
methodisch heeft verzwakt.

Het is inmiddels een bekend refrein: dalende basisvaardigheden, 
lerarentekorten, opgeblazen bureaucratie, leerlingen die excelleren in 
zelfreflectie maar struikelen over begrijpend lezen. D66 erkent die 
problemen doorgaans wel, maar reageert erop met precies de 
beleidsinstrumenten die het onderwijs juist verder doen afglijden: nog 
meer sturing, nog meer abstracte competenties, nog meer 
vergaderdocumenten waarin “het leerproces van de leerling” centraal 
staat, terwijl kennis, discipline en overdracht systematisch worden 
gemarginaliseerd.

Wat zelden hardop wordt gezegd, is dat D66 het simpelweg ook niet weet. 
De partij heeft geen antwoord op de fundamentele vraag wat goed 
onderwijs is. In plaats daarvan leunt zij zwaar op haar wetenschappelijk 
bureau, dat grossiert in modieuze theorieën, internationale buzzwords en 
pedagogische experimenten die vooral aantrekkelijk zijn voor 
beleidsmakers, niet voor klaslokalen. Onderwijs wordt daar benaderd als 
een sociaal laboratorium, niet als een ambacht.

Die ideologische verblinding heeft iets ironisch. Een partij die zich 
graag afficheert als kritisch en verlicht, blijkt zelf diep 
geïndoctrineerd: door een technocratisch wereldbeeld waarin onderwijs 
maakbaar is, mits je het maar voldoende “innoveert”. Traditionele 
didactiek wordt weggezet als achterhaald, ervaring van leraren als 
anekdotisch, en kritiek als conservatief gemopper. Dat deze 
“vernieuwingen” zelden bewezen effectief zijn, lijkt nauwelijks een 
bezwaar. Het geloof in vooruitgang volstaat.

Misschien is dat wel de kern van het probleem: D66 verwart onderwijs met 
beleid. Leren wordt gereduceerd tot meetbare processen, scholen tot 
uitvoeringsorganisaties, leraren tot verandercoaches. Het resultaat is 
een systeem waarin niemand meer echt verantwoordelijk is voor 
kennisoverdracht, maar iedereen druk is met het managen van 
verwachtingen, gevoelens en formats.

In dat licht is het misschien tijd om heilige huisjes omver te schoppen. 
De vrijheid van onderwijs, ooit bedoeld om pluraliteit en kwaliteit te 
bevorderen, functioneert steeds meer als een dekmantel voor inhoudelijke 
leegte, zolang men maar voldoet aan de door de overheid opgelegde 
ideologische randvoorwaarden. En de onderwijsplicht? Die dwingt 
miljoenen kinderen tot deelname aan een systeem dat steeds minder durft 
te zeggen wát zij eigenlijk moeten leren en waarom.

Dat is geen pleidooi voor chaos, maar voor eerlijkheid. Als de staat 
niet langer weet wat goed onderwijs is, moet zij misschien ook stoppen 
met doen alsof zij dat wel weet. En als een partij als D66 niet verder 
komt dan abstracte hervormingsdrang en moreel gelijk, dan is het 
wellicht beter dat zij het onderwijs met rust laat.

Onderwijs vraagt om bescheidenheid, vakkennis en continuïteit. Precies 
die eigenschappen ontbreken in de onderwijspolitiek van D66. Wat 
resteert is een hardnekkig geloof in modellen en een schrijnend gebrek 
aan begrip voor de klas. Dat is geen vooruitgang. Dat is bestuurlijk 
falen, verpakt als idealisme.


More information about the D66 mailing list