[D66] Column: Woke en anti-woke
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Mon Mar 11 10:50:55 CET 2024
['Woke' is politiek-correct fascisme]
Bron: NRC Handelsblad
Datum: 7 maart 2024
Auteur: Bas Heije
URL:
https://www.nrc.nl/nieuws/2024/03/07/hoe-woke-de-wereld-wel-de-goede-kant-op-kan-stuwen-a4192369
Hoe 'woke' de wereld wel de goede kant op kan stuwen
----------------------------------------------------
Aan kritische geluiden over alles wat 'woke' zou zijn bestaat geen
gebrek. Maar veel van die scherpe kritiek schiet volledig aan het doel
voorbij. Voor wie op zoek is naar volwaardige erkenning, staat er wel
degelijk veel op het spel.
Het was even absurd als veelzeggend: het spontane gejuich tijdens de
VVD-verkiezingsbijeenkomst afgelopen november bij het nieuws dat de
partij Bij1 van Sylvana Simons haar enige zetel in de Kamer verloor. De
grootste regeringspartij had even daarvoor zelf een enorme dreun te
verwerken gekregen en was bovendien ook nog schokkend overtroefd door
Geert Wilders, maar leedvermaak over de teloorgang van de enige
Nederlandse woke-partij maakte veel, zo niet alles, goed.
Vanwaar die verbetenheid? Op rechts is woke allang een containerbegrip
geworden, dat aan kracht lijkt te winnen naarmate het aan betekenis
verliest. Niemand die zichzelf nog woke noemt, maar zoek even op de site
van De Telegraaf op 'woke' en je krijgt een waslijst van
verontwaardiging over doorgeschoten progressiviteit, steeds dezelfde
hoofdschuddende stukjes over voornaamwoorden, regenboogpaden en
woke-gekte.
Soms is de toon grimmiger. In haar H.J.Schoo-lezing van september 2022
noemde VVD-leider en minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgoz
het 'wokisme' een regelrechte bedreiging van de rechtstaat: 'Mensen die
vinden dat zij mogen bepalen welke informatie of mening juist is en wat
niet juist is. Of wat kwetsend en wat niet kwetsend is. Wie wel deugt en
wie niet deugt. Die onder het mom van inclusie alleen maar bezig zijn
met uitsluiten.' Vooral aan de universiteiten legde het afwijzen van
open debat volgens haar 'een enorme druk op de vrijheid van
meningsuiting.' Progressieve critici hoonden Yesilgoz in koor - ze
konden ernstiger bedreigingen van de rechtstaat bedenken dan het
'wokisme'.
Niettemin kun je inmiddels een kleine boekenplank vullen met linkse
kritiek op hetzelfde fenomeen. Zichzelf als liberaal-progressief
beschouwende academici zoals Mark Lilla (The Once and Future Liberal),
Susan Neiman (Left is not Woke) en de Franse socioloog Nathalie Heinich
(Le Wokisme serait-il un totalitarisme?) keerden zich onverbloemd tegen
bepaalde radicale tendensen op links, vooral op de universiteiten, die,
hoewel goedbedoeld, onverdraagzame trekken hadden gekregen.
Aan dat gestaag aanzwellende koor worden nog eens twee kritische
geluiden toegevoegd: De identiteitsval van de Amerikaanse hoogleraar
Internationale Betrekkingen Yascha Mounk en Woketheater van de
Nederlandse filosoof Cees Zweistra. Beide mannen zijn uiterst kritisch
op wat zich als radicaal progressief presenteert. De aard van hun
kritiek verschilt echter hemelsbreed.
Ingeruild universalisme
Yasha Mounk pakt het grondig aan. De identiteitsval is ruim 450 pagina's
dik, met een notenapparaat van maar liefst 100 pagina's. Hij wil zijn
analyse en pleidooi de gemakzuchtige polemiek laten ontstijgen.
Niettemin komt zijn stellingname grotendeels overeen met die van Susan
Neiman in Links is niet woke, haar veel kortere pamflet uit 2023.
Samengevat: academisch links heeft onder invloed van denkers als Michel
Foucault, Gayatri Chakravorty Spivak, Edward Said, Derrick Bell en
Kimberle Crenshaw en hun navolgers het universalisme gaandeweg ingeruild
voor de identiteitspolitiek. Dat universalisme en het bijbehorende
liberalisme zijn ontmaskerd als teleurstellend en leugenachtig. Ze
worden niet langer als emancipatoir, bevrijdend, maar als onderdrukkend
gezien. Het liberalisme is zijn beloften niet nagekomen, dus zit er
niets anders op dan je terugtrekken in een 'strategisch essentialisme'
(Spivak), waarbij je een veilig onderkomen zoekt bij de mensen die jouw
ervaringen van discriminatie en onderdrukking delen. 'Objectiviteit' is
een illusie en een machtsmiddel, de wereld kan enkel zinvol tegemoet
worden getreden vanuit de geleefde ervaring. Specifieke ervaringen van
ongeziene of onderdrukte minderheden laten zich niet begrijpen door
geprivilegieerden, daarom is het enige dat erop zit 'luisteren'. Dus
zonder morren je witte huiswerk maken.
Deze dwingende manieren van denken hebben zich volgens Mounk vooral in
de Angelsaksische wereld razendsnel verspreid - hij noemt het 'de korte
mars door de instituties' - in grote bedrijven en maatschappelijke
instituties. Dat zou komen omdat werknemers in de hogere echelons
allemaal aan universiteiten hebben gestudeerd waar de zogenaamde
'indentiteitssynthese' (de term is van Mounk) de boventoon voert. Mounk:
'Fundamentele opvattingen over gerechtigheid, het belang van gelijkheid
en de betekenis van identiteit zijn op zeer fundamentele wijze
veranderd. En hoewel het te vroeg is om te concluderen dat deze
ideologie een definitieve overwinning heeft behaald, geeft ze nu al vorm
aan het beleid van belangrijke instellingen [...].'
Het resultaat, volgens De identiteitsval? Mensen worden aangesproken en
beoordeeld op wat ze zijn, niet op wie ze zijn. De vrijheid van
meningsuiting wordt onderschikt gemaakt aan de gevoeligheden van
gekwetsten. Werknemers worden opgezadeld met lucratieve
diversiteitscursussen, geinspireerd op het werk van populaire
antiracismegoeroes als Ibram X. Kendi en Robin DiAngelo. Het resultaat,
volgens Mounk, is juist groeiende ongelijkheid en polarisatie in naam
van gelijkheid, een steeds groter wordende kloof tussen mensen die zich
niet langer kunnen vinden in hun gedeelde menselijkheid.
Desillusie
Niets hiervan is nieuw. Net als Neiman positioneert Mounk zich als een
progressieve liberaal, die in principe veel begrip heeft voor de
oorsprong van het succes van de 'identiteitssynthese'. Het gevoel van
desillusie van minderheden is zeker terecht, zegt hij keer op keer,
racisme in de Verenigde Staten is allesbehalve verdwenen na de successen
van burgerrechtenbewegingen. Ook is het waar dat heel wat mensen vandaag
nog de gevolgen ondergaan van historisch onrecht. En hoewel er een hoop
theatrale aanstellerij zit in de ophef over culturele toe-eigening (een
blonde zanger met dreads!) zijn er ook volgens hem genoeg ernstige
voorbeelden van culturele roofbouw - kijk bijvoorbeeld hoe witte zangers
zwarte muziek hebben geexploiteerd. Ook herstelbetalingen wijst Mounk
niet af, mits het gericht gebeurt.
Tijdens het lezen van het docerende proza van De identiteitsval dwaalden
mijn gedachten regelmatig af. Op die momenten dacht ik na over waar
Mounk niet over schrijft. Zoals: heeft het door hem bekritiseerde
identiteitsdenken geen positieve effecten? Hij komt met veel citaten van
tweederangs academici die hun heil zoeken in volautomatisch jargon, maar
is hun invloed grosso modo echt zo bedreigend als hij doet voorkomen?
Het is niet zo moeilijk, lijkt me, om met voorbeelden te komen van een
maatschappij die, ondanks de groeiende polarisatie, almaar diverser
wordt, steeds meer oog krijgt voor verhalen en ervaringen die in de tijd
dat het 'universalisme' zogenaamd de toon aangaf, ongezien bleven.
Een paar voorbeelden uit de populaire cultuur. Een meesterlijke film als
All of Us Strangers van de Brit Andrew Haigh, tegelijk specifiek queer
en universeel, had tien jaar geleden niet gemaakt kunnen worden. Niet
zo, in ieder geval. Een kleine zeemeermin van kleur was tot voor kort
ook ondenkbaar, evenals de incarnatie van de mythisch Franse
meesterinbreker Arsene Lupin door Frankrijks meest geliefde acteur Omar
Sy. Het is allemaal gerieflijk mainstream - maar zonder radicale kritiek
vooraf was het niet gebeurd.
Het lijkt mij ook gewoon een staaltje geschiedvervalsing om te stellen
dat progressieven voorheen unaniem 'universalistisch' waren. Wat was er
zo universalistisch aan het radicale feminisme van de jaren zestig en
zeventig? Het is echt niet moeilijk om tenenkrommende uitzinnigheid in
geschriften uit die tijd te vinden. Maar betekent het dat de invloed van
die radicaliteit uiteindelijk alleen maar negatief is geweest?
Door zich vast te bijten in de radicale onverzoenlijkheid van de door
hem aangehaalde academici lijkt Mounk ook niet beseffen hoezeer hijzelf
beinvloed is door hun kritiek. Want op vrijwel alle punten geeft hij hun
in principe gelijk - maar grijpt hij toch telkens weer terug op
'universalisme', gelijke behandeling voor iedereen. Alleen als speciale
omstandigheden erom vragen is beleid op basis van identiteit volgens hem
gerechtvaardigd. Wat Mounk, net als Neiman voor hem, ook vrijwel
volledig buiten beschouwing laat is de aard van het anti-wokesentiment,
zoals de uitbarsting tijdens de verkiezingsbijeenkomst van de VVD. Heel
wat mensen die klagen over doorgeschoten progressiviteit, hebben in
werkelijkheid moeite met welke vorm van progressiviteit dan ook. Alles
wat wordt 'opgelegd' of 'afgedwongen' maakt recalcitrant.
De Nederlandse filosoof Cees Zweistra, die eerder in Waarheidszoekers
(2021) het hedendaagse complotdenken van diepgravende duiding voorzag,
heeft wel oog voor wat anti-woke beweegt. Terecht zet hij beide
fenomenen in het licht van een tijd waarin de vrijheid van het individu
als maatgevend wordt gezien.
Woketheater lijkt geschreven uit ergernis over de onophoudelijke
stammenstrijd in Nederland tussen woke en anti-woke, die zich vooral
afspeelt in de sociale media, in de al genoemde Telegraafcolumns en in
de cabaretpolitiek van splinterpartijen als JA21.
Hij kraakt een paar harde noten. Woke is helemaal niet radicaal.
Tenminste, wat echt radicaal wil zijn, is in Nederland marginaal - kijk
naar Bij1. 'Woke is niet radicaal, maar gearriveerd. Ze is eerder
oubollig dan avant-garde.' Hij doelt op een liberale welvarende klasse,
die het progressieve denken heeft omarmd, net als de havermelk, als
lifestyle. Zo is er wat hij de 'comfort-liberaal' noemt: 'Ze is
post-levensbeschouwelijk en kent de strijd niet tegen onderdrukkend
religieuze structuren; het begaan zijn met individuele emancipatie is
simpelweg hoe we de dingen nu doen, hoe het hoort te zijn.' Dan heb je
nog de 'anything-goes-liberaal', die 'leeft zonder ernst, zonder
fundamenteel engagement, behalve met zichzelf, met haar verworven
vrijheid, die wil ze aan iedereen laten zien'.
Dan onderscheidt hij nog een dogmatische variant, die 'geharnast is in
de rationaliteit van het vooruitgangsdenken' zoals een 'evangelical in
zijn versie van de verlossing'. Wat hen bindt is 'de sacralisering van
het individu en de rechten van het indivdu.' Van een schuld- of
slachtoffercultuur, zoals op rechts wordt beweerd, is dan ook volgens
Zweistra helemaal geen sprake.
Hun zogenaamde radicaliteit, zoals die door Mounk zo hoofdschuddend
wordt beschreven, is niet anders dan arrive-liberalisme, stelt Zweistra.
Maar dat spook van de onverzoenlijke dwingelandij vormt een dankbaar
doelwit van de anti-wokisten. Antiwoke pakt 'voor zichzelf de aangename
rol van degene die pal staat voor vrijheid, en die als een steunpilaar
van het normaal zijn de wereld op z'n schouders draagt'.
Sarcastisch
Zowel woke als anti-woke zijn volgens de sarcastische auteur van
Woketheater loten aan dezelfde stam: het geloof in de verabsolutering
van de vrijheid van het individu. Beide gaat het om volledig jezelf te
kunnen zijn. Anti-woke heeft geen verhaal om die vrijheid vorm te geven,
behalve het ongeremd uitleven van het eigen ego, en kan niets anders dan
eindeloos waarschuwen voor woke. Zweistra: 'Er is geen wezenlijk
verschil tussen de wokist die zijn recht op genderneutrale
aanspreekvormen opeist en wil dat de instituties omgevormd worden, en de
antiwokist die het recht opeist zichzelf te kunnen zijn als boer of
zonvakantievlieger en ook wil dat de instituties naar zijn pijpen
dansen: we moeten de depositiewaarden van stikstof omhoog bijstellen en
het aantal Natura 2000-gebieden halveren, want dan kunnen wij gewoon
onszelf blijven.'
Zweistra heeft een scherp oog voor de cynische leegte van anti-woke en
het nogal narcistische sektarisme dat voor progressief wil doorgaan,
maar hij staart zich er ook blind op. Om aan het woketheater te
ontsnappen, moeten we volgens hem minder geobsedeerd zijn door onze
persoonlijke vrijheid en weer banden aangaan met onze omgeving, niet
alleen met mensen maar ook met de dingen om ons heen. Zelfzorg moeten we
niet langer zoeken in het opeisen van onze identiteit in de publieke
(virtuele) ruimte, maar dicht bij onszelf, liefst in ons eigen huis.
Allemaal goed en wel, maar daarmee verlaat hij het sociale domein,
waarin het wel degelijk uitmaakt hoe je gezien en behandeld wordt. Door
zijn afkeer van het woke-theater als een vorm van modieuze
zelfbetrokkenheid van beide kanten, lijkt hij het kind met het badwater
weg te gooien. Voor mensen aan wie volwaardige erkenning in de
samenleving onthouden wordt, staat er namelijk wel degelijk iets op het
spel.
--------
(c) 2024 Mediahuis
More information about the D66
mailing list