[D66] Terugkijken: Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Sun Dec 29 14:43:17 CET 2024


Bron:   NRC Handelsblad
Datum:  28 december 2024
Auteur: Bas Blokker en Mark Lievisse Adriaanse
URL:    
https://www.nrc.nl/nieuws/2024/12/28/hoe-amsterdam-even-strijdtoneel-werd-van-de-gaza-oorlog-a4877883


Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog
-------------------------------------------------------
Reconstructie

Wat gebeurde er in Amsterdam voor en na de wedstrijd tussen Ajax en 
Maccabi Tel Aviv op 7 november? Een onderzoeksteam van NRC 
reconstrueerde het geweld door groepjes jonge mannen die op Joden gingen 
'jagen', de agressie van Maccabi-fans en hoe Israel vervolgens de 
beeldvorming kaapte. En waarom belde niemand premier Schoof wakker?

Een fietser scheurt over de Amsterdamse grachten. Als hij doortrapt, 
tikt z'n geleasede e-bike al gauw de 25 kilometer per uur aan. En 
doortrappen doet hij, bij elke trap op de pedalen schudt zijn lichaam 
van links naar rechts.

Hij moet wel. Direct achter hem rijden twee scooters en een fatbike. 
Daarachter rijden nog meer scooters, vaak met een jongen achterop. Ze 
jagen hem op.

Voor hem rijden ook scooters. Vlak voor de brug waar de Spiegelgracht de 
Prinsengracht kruist, remmen zij af. Ze blokkeren de doorgang over de 
Prinsengracht en dwingen de fietser links af te slaan. Als hij die bocht 
heeft gemaakt, draaien de blokkade-scooters om en sluiten zich aan bij 
de achtervolgers, de Spiegelgracht op.

Wat de fietser niet weet, maar wat camerabeelden vastleggen, is dat een 
stuk verder op die gracht een groepje jongens staat. Ze zijn daar een 
paar minuten eerder aangekomen, op scooters, op een fatbike, met een 
taxi. Een jongen trekt, nadat hij op z'n telefoon heeft gekeken, zijn 
capuchon over zijn hoofd. Ze dralen wat op het bruggetje.

Ze wachten. Op hem, de fietser. Zoals er die avond in Amsterdam op meer 
mensen wordt gejaagd.

Op 7 en 8 november worden supporters van de Israelische voetbalclub 
Maccabi Tel Aviv op verschillende plaatsen in Amsterdam belaagd en 
mishandeld. Filmpjes van het geweld leiden wereldwijd tot afgrijzen en 
verontwaardiging - het woord 'Jodenjacht' valt. Maar dat is niet het 
hele verhaal.

Wat is er die dagen precies gebeurd in Amsterdam? Waren de aanvallen op 
Maccabi-fans georganiseerd? Hoe ontstond internationaal het beeld dat in 
Amsterdam een 'pogrom' had plaatsgevonden? Hoe gedroegen de Maccabi-fans 
zich zelf in de stad? En hoe liep het af met de jongen op de 
Spiegelgracht?

-------------------------------------------------------------------------------
I. Wat er vooraf ging.

Monaco, zomer 2024.
De loting

Op vrijdag 30 augustus 2024 schudden Tomer Shmuel en Menno Geelen elkaar 
in Monaco de hand. De financieel directeur van Maccabi Tel Aviv en de 
algemeen directeur van Ajax zijn in het Grimaldi Forum, een 
congrescentrum aan zee, voor de loting van de Europa League, het 
een-na-grootste toernooi in het Europese clubvoetbal.

Wat zou het leuk zijn als we elkaar in Amsterdam treffen, zegt de 
Israelier. Als de computer bepaalt dat Maccabi inderdaad naar Amsterdam 
gaat afreizen voor een uitwedstrijd tegen Ajax, reageren de aanwezige 
Maccabi-bestuurders enthousiast. Ze weten dat hun team vaak ongewenst is 
bij Europese uitwedstrijden - dat thuissupporters dan met Palestijnse 
vlaggen naar het stadion komen. Maar in Amsterdam, de stad waar 
voetbalsupporters zelf roepen dat ze 'superjoden' zijn, is dat vast 
anders. Mokum is onder Israeliers een geliefde bestemming.

We treffen het niet, denken Amsterdamse gemeenteambtenaren van de 
directie Openbare Orde en Veiligheid daarentegen als ze de loting zien. 
Samen met Ajax en de politie bereiden zij de Europese voetbalwedstrijden 
in de stad voor. Bij die wedstrijden komen duizenden fans naar de stad, 
die zich op de wedstrijddag vaak massaal verzamelen op de Dam. In amper 
een half jaar tijd krijgt Amsterdam ook al drie andere clubs op bezoek: 
de Turkse clubs Besiktas en Galatasaray - clubs met een grote 
supportersschare - en het Italiaanse Lazio, berucht om zijn 
extreemrechtse en gewelddadige hooligans. En een club uit Israel, een 
land waar in Amsterdam vaak tegen wordt gedemonstreerd wegens de oorlog 
in Gaza.

Na de aanval van Hamas op Israel, op 7 oktober 2023 (1.200 doden) zijn 
de spanningen in de stad opgelopen. De oorlog die Israel daarna begon 
(meer dan 45.000 doden) beroert zowel Joodse als islamitische 
Amsterdammers en leidt tot een groeiende pro-Palestijnse beweging.

Joodse Amsterdammers voelden zich al jaren onveilig. Ze staken hun 
keppeltje of davidster al weg voordat ze naar buiten gingen, de scholen 
van hun kinderen hadden al een extra omheining gekregen en werden al 
bewaakt door gewapende marechaussees. Na het uitbreken van de oorlog in 
Gaza werd de Amsterdamse zaalvoetbalclub Maccabi, die vooral Joodse 
leden heeft, nog vaker tijdens of na wedstrijden met geweld 
geconfronteerd. Zeker in wijken waar overwegend mensen met een 
niet-westerse migratieachtergrond wonen. Voor veel spelers hoefde het 
niet meer; van de acht teams van een jaar geleden zijn er nog twee over.

In appgroepen houden Joodse Amsterdammers elkaar sinds het begin van de 
oorlog op de hoogte, bijvoorbeeld als een auto met Palestijnse vlag 
langzaam door een straat rijdt waar Joden wonen. Of als iemand mezoeza's 
(kokertjes met Thora-verzen) bij voordeuren fotografeert, of als ergens 
in de stad een pro-Palestijnse demonstratie is. Sommige Amsterdamse 
Joden overwegen te emigreren.

Islamitische Amsterdammers zijn ook dag en nacht bezig met de oorlog, 
maar dan met het aanhoudende geweld tegen Palestijnen in Gaza. Het 
verdriet is groot. Mensen hangen Palestijnse vlaggen aan gevels en 
balkons, studenten demonstreren en hulpacties voor de slachtoffers 
volgen elkaar op. De verhitte discussie over de oorlog voedt bij moslims 
de gedachte dat zij nooit helemaal bij de Nederlandse maatschappij 
horen. Sommigen van hen overwegen ook te emigreren.

In appgroepen waar ook taxichauffeurs en koeriers aan deelnemen, blijven 
de berichten over Gaza maar doorkomen. Ping, ping, ping, soms duizenden 
per dag. Tussen de waarschuwingen voor verkeerscontroles door worden 
eindeloos filmpjes over de oorlog gedeeld: beelden van ontheemden, van 
dode kinderen en platgebombardeerde ziekenhuizen. Op Snapchat kijken 
mensen soms live mee. Oorlog. Oorlog. Oorlog. Dag in, dag uit.

Veel mensen voelen zich machteloos. Soms worden Israelische vlaggen of 
posters van de muren getrokken. Soms wordt in appgroepen opgeschept over 
het aanvallen van Joodse Amsterdammers, volgens de politie blijft het 
vaak bij 'stoerdoenerij'.


Stopera, najaar 2024.
Draaiboek Vrede

De gemeente probeert te voorkomen dat het echt uit de hand loopt. Kort 
na 7 oktober 2023 is daartoe het Draaiboek Vrede in werking gesteld. Dat 
is opgesteld na de moord op Theo van Gogh in 2004, door toenmalig 
burgemeester Job Cohen, en is al meermaals tevoorschijn gehaald als 
bestuurders aanvoelden dat de temperatuur in de stad opliep.

Het draaiboek drijft op jongerenwerkers, straatcoaches, 
stadsdeelambtenaren, politieagenten, sleutelfiguren in gemeenschappen. 
Wat zien zij? Wat horen ze? Wat leeft er in hun buurten? 
Veiligheidsambtenaren verwerken al die informatie tot een verhaal dat op 
het bureau van burgemeester en wethouders belandt: zo gaat het in de 
stad.

Maar er valt na de loting in Monaco niets te rapporteren aan spanning 
over de komst van Maccabi Tel Aviv naar Amsterdam. Uit de wijken komen 
geen signalen dat mensen er boos over zijn, of er een gelegenheid in 
zien om hun woede en verdriet te uiten over de oorlog in Gaza.

De enige melding die de veiligheidsafdeling krijgt, gaat over het 
Leonardo-hotel in Nieuw-West, waar veel Amsterdammers met een 
migratieachtergrond wonen. In dat hotel, met een Israelische eigenaar, 
zouden veel Maccabi-fans een kamer hebben geboekt. Weet de gemeente dat? 
Ja, de gemeente weet dat. De politie belooft het hotel mee te nemen in 
haar surveillancerondjes.

Over de sportieve rivaliteit maakt niemand zich zorgen. Tijdens 
overleggen met de driehoek van burgemeester, politiechef en 
hoofdofficier van justitie benadrukt Ajax dat er goede, 
vriendschappelijke banden bestaan tussen beide supportersgroepen. De 
keren dat Israelische supporters betrokken raakten bij opstootjes, zoals 
rond een uitwedstrijd tegen Olympiakos in Athene in maart, ging het 
veelal om wederzijdse provocaties en geweldpleging. In Griekenland 
mishandelden Maccabi-supporters een man die met een Palestijnse vlag 
zwaaide. Wat onbesproken blijft: de ultranationalistische en racistische 
liederen die de harde kern zingt, varianten op 'dood aan de Arabieren'.

En toch. Als eind oktober de driehoek bijeenkomt om de wedstrijd voor te 
bespreken - de ambtelijke en bestuurlijke voorbereidingen duren dan al 
weken - voelen alle aanwezigen zich ongemakkelijk. De spanningen in de 
stad, pro-Palestijnse demonstraties die af en toe uit de hand lopen en 
dan ook nog eens duizenden Israeliers die naar Amsterdam komen - het 
lijkt een gevaarlijke mix.

Bovendien: op de avond van de wedstrijd wordt in de Portugese synagoge 
in het centrum van de stad de Kristallnacht van 1938 herdacht. Daar 
zullen honderden Joden naartoe komen, onder wie de Israelische 
ambassadeur Modi Ephraim. Bij de opening van het Holocaust-museum in 
maart, toen de Israelische president Isaac Herzog kwam spreken, 
schreeuwden demonstranten bezoekers toe dat ze medeplichtig waren aan 
genocide. Dat is het schrikbeeld.

Meermalen komt de vraag op tafel of de wedstrijd kan worden gespeeld 
zonder uit-supporters. Maar als hun gedrag in het verleden geen 
aanleiding vormt om Maccabi-fans te weren, moet je dat dan doen omdat je 
vreest voor de reactie op hun komst? De driehoek wil niet zwichten voor 
politieke of maatschappelijke druk. Het feit dat deze bezoekers uit 
Israel komen, mag geen reden zijn om hen buiten Amsterdam te houden.

Op het stadhuis heerst het adagium: alleen handelen op basis van feiten, 
niet op basis van een voorgevoel. En aanwijzingen dat het uit de hand 
zal lopen ontbreken. De politie heeft ze niet en de Nationaal 
Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ook niet. Die 
ontvangt ook geen signalen van buiten - ook niet vanuit Israel, zoals 
het land later claimt. De NCTV let wel op de Kristallnacht-herdenking, 
waar mensen komen die worden beveiligd.

Op 29 oktober belt burgemeester Femke Halsema voor de zekerheid met 
NCTV-directeur Pieter-Jaap Aalbersberg en vraagt of zijn dienst 
informatie heeft waardoor de gemeente haar maatregelen zou moeten 
bijstellen. De NCTV laat Amsterdam weten dat de maatregelen rond de 
Kristallnacht-herdenking afdoende zijn.

Ondanks geruststellende signalen van voetbalbond UEFA en de 
voetbal-liaisons van de politie heeft de driehoek dan al besloten: wij 
behandelen dit duel alsof het een hoogrisicowedstrijd is.


Johan Cruijff Arena, najaar 2024.
Iron Lion Zion

Naarmate de wedstrijd dichterbij komt, loopt de spanning op. Bij de 
Arena worden posters opgehangen met de oproep Israel uit de UEFA te 
gooien. Een pro-Palestijnse actiegroep kondigt aan op de dag van de 
wedstrijd bij de Arena te zullen demonstreren. In reactie zegt een 
fanatieke groep Ajax-supporters op zijn website dat 'politiek niet 
welkom is in het stadion': 'Zowel binnen als buiten het stadion zullen 
wij dit niet tolereren en waar nodig zullen wij ingrijpen.' Na overleg 
tussen burgemeester en de actiegroep wordt de demonstratie verplaatst 
naar het Anton de Komplein, aan de andere kant van station 
Bijlmer-Arena.

Ambtenaren en bestuurders oordelen nu dat het grootste risico ligt op de 
plekken waar demonstranten en voetbalsupporters elkaar kunnen treffen. 
Politie en Mobiele Eenheid (ME) moeten hen uit elkaar houden.

Ajax en de Johan Cruijff Arena nemen eigen maatregelen. Al twee weken 
voor de wedstrijd hebben medewerkers te horen gekregen dat ze op de 
wedstrijddag geen afspraken met 'externen' in het stadion mogen hebben. 
Op de dag zelf zullen alle auto's die het parkeerdek van het stadion 
oprijden, met spiegels en honden worden gecontroleerd. Ook gaat het dak 
van de Arena uit voorzorg dicht, om drones en vuurwerk tegen te houden. 
Fans hebben een mail gekregen van de club waarin hun 'met klem' wordt 
verzocht 'om geen uitingen die verband houden met conflictgebieden in de 
wereld mee te nemen naar het stadion'.

Een meterslang spandoek van Maccabi-fans wordt om die reden verboden. 
Aan het uitvak wilden ze de tekst 'Iron, Lion, Zion' ophangen - naar een 
liedje van de onder Ajax-fans populaire Bob Marley. Vanwege de laatste 
term keuren Ajax en de UEFA de actie af. Er gaat ook een streep door de 
wens om met zevenhonderd Israelische vlaggetjes voor een 'sfeermoment' 
te zorgen in het uitvak.

De animo vanuit Tel Aviv voor de wedstrijd is groot. Reisden er naar de 
uitwedstrijd tegen Sporting Braga in september zo'n honderd fans mee, 
naar Amsterdam zijn het er ruim tweeenhalfduizend. Als er meer reguliere 
lijnvluchten vanuit Israel waren geweest, denken ze bij de club, dan 
waren het er vast nog meer geweest.


II. De nacht voor de wedstrijd.

Rokin, woensdagnacht.
Mannen in donkere kleding

Twee mannen in donkere kleding rennen over het Rokin. Eentje kijkt 
achterom, een groep van zeker tien mannen rent hen achterna. Dan 
splitsen de twee zich plotseling op: de een rent rechtdoor en slaat de 
smalle Kalfsvelsteeg in; de ander sprint de straat over en springt in 
een witte taxi. Hij lijkt veilig. Tot de achtervolgers de deur 
opentrekken.

Het is de nacht van woensdag op donderdag. Veel fans van Maccabi Tel 
Aviv zijn al in de stad. Tegen middernacht zijn zo'n tweehonderd van hen 
vanaf het Leidseplein door de stad gaan lopen. Via het Koningsplein, het 
Spui en het Rokin zijn ze naar de Dam gegaan.

Daar is de groep blijven staan. Er zijn fanatieke supporters in het 
zwart, maar ook 'gewone' fans in gele clubkleding. Clubliederen zingen, 
dansen, springen, vuurwerk - dat maakt Europese uitwedstrijden voor fans 
zo mooi: het gevoel dat je een buitenlandse stad overneemt.

Plotseling slaat de sfeer om. Taxichauffeurs die langsrijden roepen 
'free Palestine!' De precieze aanleiding is onduidelijk, maar daarna 
rennen ineens die twee mannen vanaf de Dam over het Rokin, achtervolgd 
door Maccabi-fans.

Als de ene man de witte taxi in is gesprongen, probeert een Maccabi-fan 
het achterportier open te trekken. In zijn andere hand heeft hij een 
riem. Na een paar seconden krijgt hij de deur open. Tsjak, haalt de 
Israelier uit met zijn riem. Tsjak. Tsjak. Andere Maccabi-fans proberen 
de inzittende eruit te trekken. Veertien seconden duurt de mishandeling, 
de man kan geen kant op.

Zodra over de trambaan een politieauto komt aanrijden, rennen de 
Maccabi-fans weg. Ze voegen zich bij een grotere groep die vanaf de Dam 
is komen aanlopen. Vrijwel allemaal dragen ze zwarte kleding - de 
'gewone' fans zijn afgehaakt. De groep loopt verder zuidwaarts over het 
Rokin, richting een kraakpand met de Palestijnse vlag aan de gevel.

Rond de taxi wordt het snel drukker. De chauffeur van de taxi die 
erachter staat, is direct uitgestapt om te helpen. Er is een politieauto 
komen aanrijden, de agenten staan bij de mishandelde man. Meer taxi's 
komen poolshoogte nemen. Sommige chauffeurs rijden stapvoets voorbij, 
andere parkeren hun auto op de stoep en stappen uit.

Ook een 26-jarige Amsterdamse taxichauffeur stuurt zijn auto richting 
het Rokin. Hij houdt van zijn werk - lekker in zijn grijze Mercedes door 
de stad rijden, ondertussen met vrienden en andere chauffeurs 
ouwehoeren. Hij ziet in appgroepen ook onophoudelijk filmpjes uit Gaza 
voorbijkomen, al bekijkt hij ze lang niet allemaal.

In de dagen ervoor is in de appgroepen rondgegaan dat er Israelische 
fans naar Amsterdam komen. En dat de mannen, vanwege de dienstplicht, 
ongetwijfeld oud-militairen van het gehate Israelische leger zullen 
zijn.

Op dinsdag meldde De Telegraaf dat agenten van geheime dienst Mossad 
zullen meereizen om de supporters te 'beschermen'. Woensdagavond zijn in 
de appgroepen foto's geplaatst van Maccabi-fans die door Amsterdam 
lopen, met verwensingen erbij. Het blijft bij digitale scheldpartijen, 
tot het begin van de nacht. De 26-jarige chauffeur leest dat de 
supporters door de stad lopen. Hij gaat kijken.

Als de Maccabi-fans bij het kraakpand zijn aangekomen, klimt er al gauw 
iemand op de gevel. De chauffeur zet zijn Mercedes stil. Hij ziet hoe 
een Maccabi-fan de Palestijnse vlag van de gevel trekt. Het raakt hem, 
zeker als de Israeliers beginnen te zingen: 'Fuck you, fuck you, fuck 
you Palestine'. Een man in zwarte kleding loopt dreigend richting zijn 
taxi. De chauffeur doet z'n raam een stukje open en roept: 'You are a 
gangster!' De Israelier probeert het portier open te trekken, maar die 
zit op slot. Vervolgens probeert hij uit alle macht het openstaande 
raampje naar beneden te duwen. Andere hooligans beginnen tegen de auto 
te schoppen en hangen aan de dakrails.

Over de trambaan komt een andere Maccabi-fan aanlopen. Het is een van 
degenen die ook op het Rokin achter de twee mannen aan had gerend, vlak 
voordat een van hen werd mishandeld in de andere taxi. De hooligan, die 
opvallend lichte kleding draagt en zijn gezicht niet heeft bedekt, slaat 
met iets wat lijkt op een kettingslot twee sterren in de voorruit van de 
Mercedes.

'Bro, ze hebben m'n waggi geraakt!', roept de chauffeur tegen de 
vrienden met wie hij al die tijd aan de lijn heeft gehangen. 'Ik ga ze 
doodmaken.' Hij rijdt hard weg, over de trambaan, en stopt bij twee 
politieauto's die nog bezig zijn de mishandelde man die de taxi in 
vluchtte te helpen.

De beelden die de chauffeur met zijn dashcam heeft gemaakt, gaan al gauw 
rond op sociale media. Het wordt nog drukker op het Rokin. Tot 1.14 uur, 
een half uur na de mishandeling van de man in de taxi. Dan rennen 
taxichauffeurs ineens naar hun auto's. Ze springen achter het stuur en 
rijden weg. Een paar minuten trekt een lange stoet taxi's over het 
Rokin. Dan wordt het rustig - omdat het elders in de stad drukker wordt.


Holland Casino, woensdagnacht.
Tip van een beveiliger

In het Holland Casino op het Max Euweplein houdt een Israelische vrouw 
uit Amsterdam haar telefoon voor het gezicht van Maccabi-fan Shachar 
Bitton. Het is kwart voor twee 's nachts. Op haar scherm leest Bitton 
over ongeregeldheden in de stad. Hij ziet ook een filmpje van de 
Maccabi-supporters die de Palestijnse vlag van het kraakpand op het 
Rokin trekken.

De dertigjarige Bitton is woensdagavond in Amsterdam geland. Hij is een 
trouwe fan: in maart was hij mee naar Athene toen zijn team tegen 
Olympiakos Piraeus speelde. De meeste fans verblijven in hotels, maar 
Bitton logeert bij zijn broer die een kruidenierszaakje heeft in 
Buitenveldert. Een wijk waar veel Joden wonen. Het is de zesde of 
zevende keer dat hij in Amsterdam is, hij is dol op de stad. Die avond 
is hij al met vrienden over de Dam gelopen en langs andere toeristische 
plekjes. Tussen tien en half elf zijn ze naar het Holland Casino gegaan.

Twintig minuten nadat Bitton de onheilspellende berichten heeft gelezen, 
stormen twee bebloede Maccabi-fans het casino binnen. Ze hebben 
verwondingen op hun gezicht en aan hun handen. Bitton krijgt geen helder 
beeld van wat er met hen is gebeurd.

Een beveiliger van het Holland Casino heeft intussen in een appgroep van 
onder anderen honderden taxichauffeurs laten weten dat er een grote 
groep Maccabi-fans binnen is. In een mum van tijd staan tientallen 
taxi's en scooters voor het gebouw aan de Stadhouderskade te toeteren. 
Een groep van vijftien, twintig jonge mannen rent over een bruggetje 
richting het casino - bange Israeliers die een veilig heenkomen zoeken.

Tegen drieen gaat het casino bijna sluiten. Binnen zitten zo'n 
tweehonderd Maccabi-supporters, schat Bitton. Als hij naar de lobby 
loopt, ziet hij door de glazen pui een politielinie die de brug naar de 
Stadhouderskade afgegrendeld heeft. Daarachter ziet hij tientallen 
auto's en een grote groep mensen eromheen. Sommigen houden stokken of 
riemen in de hand - of een Palestijnse vlag.

Shachar Bitton vraagt de politieagent bij de deur waar ze heen moeten. 
Zij antwoordt dat ze in groepjes van drie tot vijf mensen naar buiten 
moeten gaan en vooral geen taxi moeten nemen. Ga lopen, zegt ze.

No way, denkt Bitton. Hij gaat met zijn vrienden en andere aangekleefde 
supporters naar buiten, in een groep van 40 a 45 mensen. De meesten 
hebben hun hotel in de buurt van de Dam. Dat is normaal gesproken een 
minuut of twintig lopen, maar de groep doet er een uur over. Op elke 
straathoek stoppen ze om te zien of iemand hen staat op te wachten. Ze 
worden voortdurend gefilmd door mannen - 'migrants', zeggen de 
Israeliers - die in auto's of op scooters langs rijden. Tot aan de Dam 
worden ze uitgescholden en horen ze 'free Palestine' roepen. Kijk niet 
op, zeg niets terug, blijf bij elkaar, is het devies in de groep. Ren 
niet weg.


Dam, woensdagnacht.
Chauffeur met blonde haren

Als ze op de Dam zijn, bestelt Bitton een taxi via de app Bolt. De 
eerste chauffeur die accepteert, heeft een Arabisch klinkende naam. 
Bitton cancelt de rit. De volgende die accepteert, heeft een profielfoto 
van een blonde man die Steven heet. Binnen een paar minuten stopt een 
auto met een chauffeur die geen blonde haren heeft en er niet uitziet 
alsof hij Steven heet. Bitton stapt toch in, stuurt zijn locatiegegevens 
naar vrienden en zegt dat ze wakker moeten blijven tot hij bij zijn neef 
is. Binnen een half uur wordt hij daar veilig afgezet.

Andere Maccabi-fans worden die nacht opgejaagd door jongens en mannen in 
taxi's en op scooters. Een kwartier na sluiting van het casino raakt een 
Israelier te water in de Keizersgracht - een kwartier lopen van het 
casino. Onduidelijk is of hij is geduwd. Filmende mannen op de kade 
willen dat hij 'free Palestine' roept, dan pas zullen ze weggaan. Een 
paar minuten later stopt zeker een taxi langs de Amstel, tegenover de 
Stopera. Een groepje mannen springt eruit, begint twee Israelische 
mannen te slaan en te schoppen, en pakt een paspoort en telefoon af. 
'Palestine!', roept een van de daders. 'Kleine opstootjes', noemt de 
gemeente ze later in een feitenrelaas.

Tegen vieren is het rustig in de stad. 'Shokran', Arabisch voor 
dankjewel, 'voor vanavond bro', appt een man rond die tijd naar de 
casinobeveiliger die eerder in de nacht een tip in de appgroep had 
geplaatst over de Israelische fans. 'Je seintje was goud waard.' De 
beveiliger antwoordt: 'Sowieso als ze weer komen tekst ik jullie weer.'

Een andere deelnemer aan de chat schrijft: 'MORGEN NA WEDSTRIJD IN DE 
NACHT DEEL 2 JODEN JACHT.'


Stopera, donderagochtend.
Groep tegen groep

Donderdagochtend elf uur komt de Amsterdamse driehoek bijeen op het 
stadhuis. De algemeen commandant van de politie vertelt wat er de avond 
ervoor is gebeurd. Het is ze eigenlijk meegevallen, tot het moment met 
de vlag en daarna bij Holland Casino. De filmpjes van die incidenten 
werden meteen breed gedeeld en zijn de lont in het kruitvat geweest, 
analyseren de leden van de driehoek.

Ze vragen de clubs hun fans tot rust te manen en de politiek erbuiten te 
houden. Eenzelfde verzoek gaat naar taxibedrijven. Halsema belt met 
minister David van Weel van Justitie en Veiligheid om verslag te doen.

Op dat moment zit een politieman al meer dan een uur mee te lezen in een 
appgroep die dan nog 'FreePalstine' heet, en uiteindelijk 'Buurthuis 2' 
zal worden genoemd. Daarin regent het berichten over wat de 
Maccabi-supporters woensdagnacht hebben gedaan en beelden van de ellende 
in Gaza. De sfeer in de groep wordt in de loop van de dag steeds 
grimmiger, ziet de politie. Maar die informatie bereikt de driehoek 
niet. Dat zal pas de volgende nacht gebeuren.

De agressie van sommige Maccabi-supporters en het massale oprukken van 
taxi's in hun richting - wat betekent dat voor de scenario's van de 
politie? Moeten ze die aanpassen? Nee, besluit de driehoek. De politie 
herkent er de dynamiek in van internationale voetbalduels. Het is groep 
tegen groep. Alleen bestaat de groep die zich tegen de 
Maccabi-supporters richt niet uit Amsterdamse Ajax-hooligans, maar uit 
Amsterdamse taxichauffeurs. Zij worden simpelweg ingepast in de 
bestaande scenario's.

Het aantal agenten wordt wel naar boven afgerond; de eenheden die anders 
piketdienst zouden hebben, worden op standby gezet. Veel meer politie 
valt er haast niet op de been te brengen.

Nog een laatste maal wordt in de driehoek de vraag opgeworpen of de 
uit-supporters kunnen worden geweerd uit het stadion. Daar hoeven ze 
niet lang over te discussieren; nu de supporters al in de stad zijn, 
heeft het geen zin hun de toegang tot het stadion te ontzeggen. 
Integendeel.

In de loop van de middag gaat korpschef Peter Holla even de sfeer 
proeven op de Dam. Hier staan honderden Maccabi-supporters met brandende 
fakkels te zingen. Ze laten zich goed aanspreken. Als een paar 
supporters Maccabi-stickers op het Nationaal Monument plakken en de 
politie hen wijst op de betekenis van het monument, halen ze die er 
direct - sorry, sorry - vanaf. Als agenten een supporter met een zwarte 
doos zien, stappen ze erop af; wie weet zijn het Cobra's, zwaar 
vuurwerk. De supporter tilt bereidwillig de deksel van de doos: 
Maccabi-shirtjes, die verkoopt hij voor 50 euro per stuk.

Conclusie van de politie: dit is de sfeer die we kennen van een Europese 
wedstrijd. Inclusief de Amsterdamse jongens die op scootertjes of te 
voet om de supportersgroep heen cirkelen en loeren op een kans om de 
bezoekers uit te dagen. Er staat zoveel politie dat het nooit echt uit 
de hand loopt.

Na een paar minuten is een deel van de groep vertrokken, naar hun 
hotels. Anderen twijfelen: gaan ze nog de stad in?


Dam, donderdagmiddag.
'Houd groepen uit elkaar'

Aan het einde van de middag begint de politie de groep zachtjes van de 
Dam richting Centraal Station te duwen. Allemaal onderdeel van het 
scenario 'houd groepen uit elkaar'. In het Centraal Station worden rond 
zeven uur pro-Palestina demonstranten verwacht. Als ze de Israelische 
supporters ruim voor die tijd in de metro kunnen krijgen, is er weer een 
mogelijke confrontatie voorkomen. Een uur eerder dan gebruikelijk zijn 
de poorten van de Arena geopend. Vanaf half zeven kunnen de 
Maccabi-supporters het stadion in. Het werkt. 'Als het de hele avond zo 
gaat, ben ik best tevreden', zegt een politiecommandant tegen zijn 
collega's.

De harde kern van supporters, de Maccabi Fanatics, wil per se een 
'fanwalk' van de Dam naar het Centraal Station. De politie vraagt de 
club dit achterwege te laten. Niet zo diplomatiek, dat luidruchtige 
vertoon van Israelische trots in een stad waar de boosheid en machteloze 
wanhoop over Gaza zich al een jaar heeft opgebouwd. Maar de meegereisde 
begeleiders zeggen dat ze de fans niet aan een lijntje hebben. Zoals een 
medewerker van Maccabi tijdens een vergadering op donderdagochtend een 
verzoek van de politie om de fans zich neutraal te laten kleden van de 
hand had gewezen - zij waren de avond ervoor juist geprovoceerd. En zo 
legt de geel-blauwe menigte langzaam en onder veel vuurwerkgeknal en 
gezang - refrein: Fuck the Arabs - de zevenhonderd meter tot het 
metrostation af.

Behoorlijk klassiek hooliganisme, concludeert burgemeester Halsema als 
ze de beelden ziet. Ze weet dan nog niet welke teksten er zijn gezongen, 
dat hoort ze pas de volgende ochtend. Toch houdt ze een onrustig gevoel. 
Een uur voordat de Kristallnacht-herdenking begint, belt ze met de 
organisatie om te zeggen dat ze niet kan komen. Dan gaat ze naar de 
ambtswoning op de Herengracht. Ze zal er een slapeloze nacht beleven.


III. De nacht na de wedstrijd.

Anton de Komplein, donderdagmiddag.
Mannen met gezichtsbedekking

In de Portugese Synagoge in het centrum van de stad luistert de 
Israelische ambassadeur Modi Ephraim met zo'n zevenhonderd aanwezigen 
naar minister Van Weel. Die spreekt over toenemend antisemitisme, over 
de vraag of het ooit zal ophouden. 'Alle signalen', zegt hij, 'staan 
overal op rood'.

Terwijl de herdenking gaande is en de Arena langzaam volloopt, is het 
onrustig op het Anton de Komplein. Hier, ongeveer een kilometer van de 
Arena, wordt gedemonstreerd tegen de komst van de Israelische 
voetbalclub. Politie en burgemeester hebben de pro-Palestijnse 
demonstranten laten weten dat ze niet te dicht bij het stadion mogen 
komen. En dat hun demonstratie kan worden gekaapt door activisten die 
het lastig vinden zich te beperken tot 'ik-laat-een-ander-geluid-horen', 
zoals de politie het uitdrukt.

Na verloop van tijd beginnen in het zwart geklede mannen met 
gezichtsbedekking op het plein vuurwerkbommen te gooien. Ze proberen 
zich richting de Arena te bewegen. Van de andere kant proberen 
Ajax-hooligans de demonstranten te bereiken. De ME voert naar beide 
kanten charges uit, soms met honden. 'Free Palestine', wordt er 
geroepen, 'No justice, no peace, fuck the police', 'Allahu akbar'. En: 
'Kankerzionist, kankerjoden!' Al voordat de wedstrijd wordt afgetrapt, 
zijn de meeste jongens weggeveegd.

De gevreesde confrontatie tussen voetbalsupporters en demonstranten is 
uitgebleven. Een confrontatie met taxichauffeurs, die samen naar de 
Arena hadden willen rijden, was er evenmin. Ook de herdenking van de 
Kristallnacht in de binnenstad is ongestoord verlopen. Alles wat de 
politie heeft voorzien, is tot nog toe gebeurd en waar nodig effectief 
bestreden.

Voorafgaand aan de wedstrijd is er in het stadion een moment stilte voor 
de slachtoffers van een dodelijke overstroming in en rond Valencia. Een 
deel van de supporters van Maccabi verstoort die stilte, ondanks 
duidelijke aankondigingen in het stadion.

Ajax heeft een makkelijke avond. Al voor rust voetbalt de Amsterdamse 
ploeg naar 3-0, in de tweede helft breiden ze de voorsprong uit tot 5-0. 
Het is de grootste Europese thuisoverwinning in vijftien jaar. Met mooie 
combinaties en dominant spel lijkt het zowaar weer een beetje op het 
'oude' Ajax waar supporters zo naar snakken. In de volle Arena heerst 
een feestelijke sfeer. Dat twee supporters met duidelijk zichtbare 
Palestijnse uitingen het stadion uit worden gezet, ontgaat vrijwel 
iedereen.

Als de Ajax-fans beginnen te zingen dat ze 'superjoden' zijn, juichen en 
zingen de Maccabi-fans mee. Eindelijk worden ze een keer niet 
uitgejoeld. Ambassadeur Modi Ephraim geniet van de sfeer in het stadion. 
Naast hem zit Rene Zegerius, de man van VVD-leider Dilan Yesilgoz en lid 
van de bestuursraad van Ajax.


Bureau IJ-tunnel, donderdag.
Massief aanwezig

In het Command en Control Center van de politie, in bureau IJ-tunnel op 
de hoek van de Anne Frankstraat, zien informatie-analisten ondertussen 
op sociale media dat over de Maccabi-supporters wordt geschreven 'we 
willen ze opzoeken' en 'ze zijn voor ons' - alsof ze prooien zijn. Ook 
de namen van hotels waar supporters verblijven worden genoemd: Vossius, 
Eden, Catalonia, Leonardo. Oke dankjewel, denkt de politie: nu weten we 
naar welke hotels we extra bewaking moeten sturen.

Ze besluiten ook ME'ers op te stellen in de metrostations tussen de 
Arena en het Centraal Station. In de binnenstad zal de politie 'massief' 
aanwezig zijn. Alles vanuit het idee dat zo veel politie eventuele 
relschoppers zal ontmoedigen. En als die toch iets proberen uit te 
halen, zit de politie er bovenop. Om tien uur 's avonds, als in de Arena 
de tweede helft begint, horen eenheden buiten Amsterdam dat zij hun 
dienst niet mogen afsluiten en op hun bureaus moeten afwachten of ze 
worden ingezet.

In de rust wordt ook besloten dat Maccabi-fans na de wedstrijd vrijwel 
direct het stadion mogen verlaten. Meestal worden supporters van de 
bezoekende club na wedstrijden even vastgehouden in het uitvak, om 
confrontaties tussen voetbalrivalen te voorkomen. Maar de Maccabi-fans 
kunnen het beste op eigen houtje van het stadion naar hun hotels gaan, 
denken ze in de commandokamer van de Arena. Zo zullen ze opgaan in de 
menigte, is het idee.

Als de twee groepen inderdaad zonder al te grote problemen dezelfde 
metrostellen in stappen, halen betrokkenen in de veiligheidsorganisatie 
opgelucht adem. Als het zo blijft, zeggen ze tegen elkaar, dan tekenen 
we ervoor. Dan verloopt alles volgens het scenario.

Wat de politie zich niet realiseert, is dat zij de individuele 
supporters nu juist heeft overgeleverd aan mensen die een heel ander 
plan hebben.


Sociale media, donderdag.
De sensatie opzoeken

Rachid O. is met drie vrienden naar Amsterdam gereden. De 26-jarige 
Utrechter, eigenaar van een uitzendbureau en mbo-student marketing, 
heeft zijn grijze trainingspak van Under Armour aangetrokken en een 
zwarte pet op z'n hoofd gezet. Ze gaan wat eten en daarna naar de 
coffeeshop. En de sensatie opzoeken.

Eerder op de dag is hij lid geworden van 'Buurthuis 2', de appgroep 
waarin Amsterdamse agenten de hele donderdag meelezen. Op sociale media 
had hij een linkje gevonden waarmee hij in de groep kon komen. Zo doet 
Rachid dat wel vaker, hij is lid van zoveel appgroepen.

De honderden jongemannen in de appgroepen kennen elkaar niet. Een leider 
is er niet. Wat hen bindt: ze zijn geemotioneerd over de oorlog in Gaza. 
En nu er duizenden Israeliers in Amsterdam zijn, stoken ze elkaar op, 
proberen elkaar te overtreffen.

In deze appgroepen informeren ze elkaar: daar gaat het gebeuren, daar 
wil je heen, die mensen moet je pakken. Sommigen zullen later zeggen dat 
ze vooral nieuwsgierig waren, dat ze alleen kwamen kijken. Anderen zien 
een gelegenheid om hun opgekropte woede over de oorlog te uiten. Wanneer 
lopen er nou duizenden Israeliers door de stad? 'Deze kans krijg ik miss 
nooit meer', appt Rachid O. in Buurthuis 2. 'Om kk joden te slaan 
jerusalem.'

Aan het einde van de avond trekken jongemannen richting Amsterdam 
Centraal, waar de metro's met Maccabi-fans aankomen. Ze komen vaak van 
buiten Amsterdam. Leiden, Alphen aan den Rijn, Utrecht - hoort een agent 
als hij ernaar vraagt. Het is spannend. Chaotisch. Sensationeel. 's 
Middags heeft iemand al geappt wat de bedoeling is: 'Na de wedstrijd 
groeperen in de stad en omgeving en losse groepen aanvallen. Zionisten 
overal waar je ze ziet aanvallen.'


Centraal Station, donderdagavond.
Opgezwollen ogen

Raz Magenzi (25) stapt met zijn broertje en neef de metro uit op 
Amsterdam Centraal. Ondanks de ruime nederlaag van zijn Maccabi heeft 
hij in de Arena genoten. De Ajax-fans zongen: 'Ajax-joden, superjoden, 
hee, hee!' Toen ook de Maccabi-fans het liedje inzetten, deed de rest 
van het stadion mee. Het leek wel een droom. Na de wedstrijd, op het 
station naast de Arena, waren de Ajacieden ook al zo aardig.

Als ze met hun Maccabi-kleuren aankomen over de roltrap van het 
metrostation op het Centraal Station merken ze dat de sfeer is 
omgeslagen. Intimiderend. Jongens - immigranten, denkt Magenzi - roepen 
naar ze: 'Fuck you', en 'free Palestine'. Een man steekt de straat over, 
stopt op een paar meter afstand en zegt: 'Ik zou willen dat jullie 
allemaal dood waren.'

Magenzi en zijn broertje en neef lopen door, gehaast. Ze hebben ook 
honger. Op Google Maps hebben ze een pizzeria gevonden die nog open is, 
maar als ze voor de deur staan ziet de zaak er ranzig uit. Ze besluiten 
door te lopen, Magenzi voorop.

Acht jongemannen, in zwarte kleding met capuchons op, komen hen 
tegemoet. Als ze Magenzi net zijn gepasseerd, hoort die een schreeuw. 
Hij draait zich om en ziet zijn broertje op de grond liggen. Magenzi wil 
hem te hulp schieten, maar wordt dan ook geschopt en geslagen. Wanneer 
hij probeert op te staan, duwen en slaan ze hem terug. Zijn neef wordt 
achtervolgd. Alles bij elkaar duurt het anderhalve minuut, op z'n 
hoogst.

Raz Magenzi heeft zoals de meeste Israelische mannen gediend in het 
leger, de Israel Defense Forces (IDF). Hij was soldaat in Gaza en in 
Libanon. Zonder geweer, zonder uniform en zonder kameraden voelt hij 
zich naakt, kwetsbaar. Hij ziet dat zijn broertje op de grond ligt met 
opgezwollen ogen, terwijl die jongens op hem inslaan. De vernedering, 
dat hij niets kan doen - dat vindt hij het ergste.

Magenzi, zijn broertje en hun neef rennen weg, terwijl de daders te voet 
en op scooters wegkomen. Een van de jongens houdt de telefoon en 
Maccabi-sjaal van Magenzi omhoog. Alsof het trofeeen zijn.

Voor het Centraal Station loopt het groepje van Magenzi de 'fanatics' 
tegen het lijf, de harde kern van Maccabi. Die is net uit het station 
komen lopen. 'Er is iets gebeurd', zegt Magenzi tegen een van hen. 'Ik 
weet het', antwoordt die. 'Balagan', een grote bende.

Tussen tien voor twaalf en half twee die nacht is iedereen die met een 
geel shirt of gele sjaal door Amsterdam loopt een potentieel doelwit - 
of ze nou dertien zijn of in de zeventig. Vluchtende fans worden tegen 
de grond getrapt, waarna mannen, jongens soms, losgaan. Een vader die 
samen met zijn zoon is, een kind, krijgt een klap in zijn gezicht. Een 
man wordt tegen een bouwhek geduwd en krijgt van zeker drie mannen 
klappen. Een man wordt tegen een voorbijrijdende tram aan getrapt en 
daarna tegen zijn hoofd geschopt.

Sommigen trappen met de behendigheid van een kickbokser; anderen raken 
wat ze raken kunnen. Vaak filmen ze hun daden, die daarna trots in 
appgroepen worden gedeeld. Voor Maccabi-fans voelt het alsof ze moeten 
rennen voor hun leven. In de Warmoesstraat vragen jongens al filmend op 
agressieve toon aan een man: 'Where are you from?' Ze willen hem dwingen 
'free Palestine' te zeggen. De man komt uit Oekraine, zegt hij, en laat 
een identiteitsbewijs zien.

Agenten die ervaring hebben met voetbalrellen in Amsterdam, zien dat dit 
van een andere orde is. Geen massale vechtpartijen, geen terrasstoelen 
die door de lucht vliegen, geen gewonde agenten, zoals toen Manchester 
United in 2014 tegen Ajax speelde. Vanavond zijn het allemaal kleine 
groepjes die helemaal niet uit zijn op een confrontatie met de politie 
en ook geen serieuze pogingen doen om de grote groep Maccabi Fanatics 
aan te vallen, de harde kern, om wie een ring van ME'ers staat.

Deze groepjes zijn op zoek naar loslopende fans, naar Israeliers, naar 
'Joden', en als de politie die beschermt, worden de agenten 
uitgescholden voor 'kankerzionisten'. In de appgroepen lopen de termen 
door elkaar: Maccabi-fan, Zio, Israelier, IDF. Op straat hoort de 
politie dat de belagers zelf vinden dat ze op 'Joden jagen'.

Een beuk, een paar klappen, soms harde schoppen - als de politie links 
optreedt, wordt rechts weer wat anders uitgehaald. Hit and run, noemt de 
politie het. Ze zijn telkens net te laat. Een groepje ME'ers in zware 
uitrusting probeert zich uit hun busje te haasten als ze een incident 
zien, maar dat gaat veel te traag voor wat hier gebeurt.

Door de politielinies gaat het devies: jaag ze op, sla ze uit elkaar. 
Zolang de groepjes in beweging blijven, kunnen ze geen rottigheid 
uithalen. Zo rent een politieman anderhalf uur door het centrum en slaat 
zichzelf een lamme linkerarm met zijn wapenstok.

Maar verderop in de stad, waar het niet wemelt van de politie, gaat het 
ook mis.


SpiegelgrachT, donderdagnacht.
Jacht op de fietser

Als de fietser op de Spiegelgracht omkijkt, ziet hij dat een jongen met 
een scooterhelm op nog maar een paar meter van hem verwijderd is. Aan de 
andere kant van de struikjes die het fietspad scheiden van de weg, heeft 
een andere scooter hem bijna ingehaald. De bijrijder achterop wijst, 
naar hem. De fietser kijkt naar voren en ziet hoe zes man het fietspad 
op stappen.

Een jongeman duwt hem van zijn fiets. Hij rolt een paar meter door, de 
straat op, probeert op te staan, maar krijgt trappen in zijn zij. Hij 
strompelt een paar stappen, maar dan komt iemand uit een taxi gerend die 
hem weer neertrapt. Meer jongens zijn van hun scooters gestapt en mengen 
zich erin. Bam. Bam. Bam. Over de Spiegelgracht komen nog meer scooters 
aangereden. Alsof ze precies weten waar ze moeten zijn.

Minder dan een minuut duurt het. Dan stapt iedereen op z'n fatbike of 
scooter en scheurt weg. Als een omstander de fietser overeind heeft 
geholpen en een arm om zijn schouder heeft gelegd, geeft een jongen met 
een zwarte capuchon hem nog een laatste tik, vol in het gezicht. De 
politieagenten die een paar minuten later arriveren, treffen aan wat ze 
die nacht steeds aantreffen: een slachtoffer dat weet dat ze het op hem 
gemunt hadden, om zijn identiteit - maar geen spoor van de daders.

Het geweld tegen de fietser is een van de geweldsincidenten rondom de 
Prinsengracht en de Spiegelgracht. Kort na afloop van de wedstrijd 
hebben zich op Brug 69, waar de Prinsengracht de Nieuwe Spiegelstraat 
kruist, jongens op scooters en fatbikes en taxi's verzameld. Sommigen 
hebben hun nummerborden verwijderd of er zakken overheen geplakt - een 
gewoonte die de politie herkent van Oudjaarsnacht. Als er politie in de 
buurt komt, steken ze vuurwerk af. Terwijl knallen en vonken over de 
gracht galmen, stuiven ze uiteen. Zien ze Maccabi-fans, dan gaan ze er 
juist op af.

Onder anderen twee Israelische jongens en een meisje worden belaagd. Ze 
vluchten een cafe in, kleden zich met hulp van cafebezoekers om en 
ontkomen onopgemerkt. Honderd meter verder op de Prinsengracht wordt een 
Maccabi-fan door vier mannen op de grond getrapt. Ze willen het 
Maccabi-shirt zien dat hij onder z'n jas draagt.

In de Kerkstraat, zo'n tweehonderd meter verderop, wordt een man met een 
Maccabi-shirt onder zijn jas door drie andere mannen in elkaar geschopt 
en geslagen. Om de hoek op de Keizersgracht wordt een man omsingeld, 
zijn belagers willen zijn paspoort zien en eisen dat hij 'free 
Palestine' zegt. Hij krijgt zeker een klap. Op het Leidseplein en in de 
Hobbemastraat worden mensen gevraagd naar hun nationaliteit en of ze 
Joods zijn - een klap krijgen ze sowieso.

Zo ontstaan in de uren na de wedstrijd twee 'clusters' van geweld. Bij 
het ene, rond het Damrak, is het chaos: Maccabi-fans worden opgejaagd 
door groepjes jongemannen. Deze belagers komen niet zelden van buiten de 
stad. Zo loopt er een Palestijnse vluchteling uit een Brabants 
asielzoekerscentrum tussen.

In het andere cluster, tussen de Keizersgracht en het Vondelpark, lopen 
groepen rond die bewust lijken te hebben gekozen voor een omgeving waar 
minder politie aanwezig is. Daar lijkt meer onderlinge afstemming plaats 
te vinden tussen jongemannen op scooters, fatbikes en taxichauffeurs.


Damrak, donderdagnacht.
Niet bang voor de confrontatie

Maccabi-fans beginnen elkaar te waarschuwen. 'Kom niet in de buurt van 
de Dam!', schrijft een fanorganisatie in een WhatsApp-kanaal. 'Veel 
Arabieren achtervolgen fans en blazen ze op.' Ondertussen worden de 
beelden van mishandelingen ook gretig verspreid door hun tegenstanders. 
Zoals de Amsterdamse voetballer die vanuit huis filmpjes op Instagram 
deelt - alsof hij er zelf bij is. In zijn profiel staat dat hij speelt 
bij de club Zeeburgia.

Op het Damrak staat een grote groep Israeliers. Zij zijn juist wel bij 
elkaar gebleven. Het is de groep die Raz Magenzi tegen het lijf loopt. 
Fanatieke jongens, in het zwart gekleed, niet bang voor de confrontatie. 
Voor het Victoria Hotel, direct aan het Stationsplein, pakken zij stalen 
buizen van een bouwplaats en rennen achter wat jongens aan die 
Israeliers willen aanvallen.

Van een afstandje filmt de jonge YouTuber Bender de groep. Zijn beelden 
van Israeliers die zich bewapenen en het Damrak oprennen zullen later 
door sommigen aangehaald worden als bewijs dat het de Israeliers waren 
die het geweld aanjoegen. Maar het is dan al ruim twintig minuten nadat 
op het Damrak Maccabi-fans zijn mishandeld.

'Het lijkt erop dat de politie eigenlijk niks doet', zegt Bender 
verbaasd, als de groep de Nieuwezijds Voorburgwal oploopt. Maar agenten 
begeleiden de groep Israeliers doelbewust naar het Spui, anderhalve 
kilometer van het stationsplein. Onderweg zijn een paar kleine 
incidenten, met groepjes die de fans proberen aan te vallen, en geweld 
over en weer. Sommige Maccabi-fans lopen met houten stokken rond.

Op het Spui wordt de groep ingesloten door de politie: niemand kan 
eruit, niemand mag in de buurt komen. Er worden stadsbussen gevorderd. 
Voor de deur van het kraakpand waar het een nacht eerder misging, worden 
de supporters rond half twee in de bussen geladen en naar hun hotels 
gebracht. Er rijdt een cordon politie omheen, daarachter rijden tal van 
toeterende scootertjes.

De politie krijgt ondertussen ook meldingen dat er hotels worden 
aangevallen. Maar steeds als de politie daar verschijnt, zien ze niets. 
Het heeft voor sommige agenten iets ongrijpbaars wat er in de stad 
gebeurt. Kansloos, voelen ze zich in de periferie, als ze weer ergens te 
laat aankomen om verdachten op te pakken. Agenten in het centrum krijgen 
langzamerhand wel het gevoel alles onder controle te hebben.

En dan, rond kwart voor twee, is het ineens rustig in de stad. Alsof het 
een gewone donderdagnacht is.

Agenten blijven door de stad rijden, maar het aantal meldingen van hit 
and runs valt stil. Nu, denken ze in de driehoek, is het echt voorbij. 
De piketambtenaar van de gemeente belt om half twee nog een laatste keer 
met de politie. Die vertelt dat de grote groep Maccabi-supporters 
ingesloten is en weldra per bus in veiligheid zal worden gebracht. Het 
is achter de rug, denkt de ambtenaar, ze kunnen naar bed.


IV Wat volgde.

Victor Loonstein zit rechtop in bed. Ik ben Remi, denkt hij, de 
hoofdpersoon van Alleen op de wereld. Ziet dan werkelijk niemand wat ik 
zie?

Loonstein, bestuurslid van de Amsterdamse zaalvoetbalclub Maccabi, was 
naar Ajax gegaan, rond half twaalf thuis in bed gaan liggen maar niet 
gaan slapen. Op stadszender AT5 ziet hij berichten van de Amsterdamse 
driehoek: het is rustig op de Dam, rustig op het Leidseplein - 
normaliter de slagvelden van voetbalgeweld. Hij denkt: dat ziet er 
redelijk goed uit.

Maar op zijn telefoon ziet hij op X het ene na het andere alarmerende 
filmpje rondgaan van eerder die nacht. Maccabi-fans die worden 
aangevallen. Een jongen die wordt aangereden door een Biro, zo'n 
minuscuul stadsautootje. Een jongen met beige schoenen die op de grond 
ligt en tegen zijn hoofd wordt geschopt. Twee jongens, van wie een 
gewond, die elkaar vasthouden en over tramrails strompelen.

Totaal niet rustig.


Ambtswoning, donderdagnacht.
Joodse gemeenschap zoekt burgemeester

Vanuit bed belt Loonstein tussen een en twee uur zo'n tien mensen op. 
Hij probeert iemand te vinden die hem in contact kan brengen met 
burgemeester Halsema. Intussen spreekt hij een reeks invloedrijke 
bekenden die allemaal nog wakker zijn, al is het midden in de nacht. De 
driehoek denkt dat het afgelopen is, maar voor hen begint het pas.

De Joodse gemeenschap is hecht. Op momenten dat hulp nodig is, zetten ze 
alles opzij en gaan aan de slag. Zo zijn die nacht behalve Loonstein ook 
Chanan Hertzberger, voorzitter van het Centraal Joods Overleg (CJO) en 
Akiva Camissar, rabbijn en leider van Chabad of Central Amsterdam, 
koortsachtig aan het bellen en appen.

Chabad is een organisatie met afdelingen over de hele wereld, die Joodse 
reizigers bijstaan in elke denkbare situatie. Van Kaapstad tot 
Sint-Petersburg en van Seoul tot Guadalajara hoeven Joodse toeristen 
maar een telefoontje te plegen, of ze krijgen toegang tot de diensten 
van de medewerkers. Ook Maccabi-fans die naar Amsterdam kwamen, hadden 
tevoren het nummer van Akiva Camissar in hun telefoon gezet.

Om half twee 's nachts krijgt Camissar, die nog zit te werken aan zijn 
droshe, de preek voor de sabbatviering, een eerste appje uit Amerika. 
Akiva, if you need any help, let me know. Hulp, denkt Camissar? Waarmee?

Vanaf dat moment staat zijn telefoon niet meer stil. Hij krijgt vanuit 
de Joodse gemeenschap in New York - daar is het pas avond - foto's 
toegestuurd van geweldsincidenten. Hij krijgt bezorgde berichten van 
ouders in Israel. Ik heb al twee uur niks van mijn zoon gehoord. Hij 
krijgt telefoontjes van fluisterende hotelgasten. Akiva, wat moeten we 
doen? Waarom fluister je, vraagt Camissar, ligt er soms iemand naast je 
te slapen? Nee, maar misschien staan ze buiten onze hotelkamer. Een 
ander stuurt hem een filmpje met beelden van een groepje mannen buiten 
een hotel. Ze schieten op ons!

Camissar bekijkt het filmpje. Het is vuurwerk. De Israeliers zijn 
doodsbang, merkt hij. Ze sturen die nacht om het even welke informatie 
de wereld in (Iran zit hier achter!) en zijn elk gevoel van proportie 
kwijt. Een man die de aanval van Hamas op het Nova-muziekfestival heeft 
overleefd, waar op 7 oktober 2023 honderden Israeliers werden vermoord, 
vergeleek de nacht in Amsterdam daarmee. Zou het heus, denkt Camissar. 
Kennelijk bracht de ervaring van te worden opgejaagd door mensen met 
haat in hun ogen, het bloedbad terug in zijn herinnering.

Veel hotelgasten willen naar Schiphol, maar durven niet in een 
Amsterdamse taxi te stappen. Langzaam maar zeker bouwt Camissar die 
nacht een netwerk op van Joodse chauffeurs die bange hotelgasten in 
veiligheid kunnen brengen.


Nieuw-west, donderdagnacht.
Doodsbang

CJO-voorzitter Chanan Hertzberger rijdt met een neef de stad in. De 
eersten die ze oppikken zijn een grootvader, een vader en drie zoons. Ze 
zijn nagejaagd, gevallen en staan doodsbang op het Leidseplein. Ze 
willen per se naar Schiphol. Als Hertzberger aan zijn neef vraagt hem 
onderweg thuis af te zetten, raken de passagiers in paniek: waarom 
rijden ze van die kleine straatjes in? Worden ze ontvoerd?

Victor Loonstein is uiteindelijk ook gaan rijden. Hij krijgt vaders, 
moeders en kinderen in zijn auto. Een jongeman met een flinke verwonding 
aan zijn hand, die beslist niet naar het Amsterdamse stadsziekenhuis 
OLVG wil. Hij wil weg, het land uit. Anderen die weg willen uit hun 
hotel in het centrum. Een jongen die zelf zijn koffer niet uit zijn 
hotel durft te halen, tenzij Loonstein meegaat. Voor zijn hotel ziet 
Loonstein groepjes jongeren. Ze hangen, ze loeren. Hij ziet die nacht 
zelf geen enkel gewelddadig incident.

Via een kennis die haar heeft gesproken hoort hij dat burgemeester 
Halsema ook de hele nacht in touw is. Ze weet wel dat er iets gaande is 
- gelukkig, denkt Loonstein. Ik ben niet alleen op de wereld.

Iets voor een uur krijgt Halsema een appje van de Israelische 
ambassadeur Modi Ephraim. Hij is na de voetbalwedstrijd rond middernacht 
thuisgekomen in Den Haag en zijn telefoon is volgestroomd met appjes en 
telefoontjes - van Maccabi-fans die zich onveilig voelen en hun 
familieleden in Israel, die bezorgd zijn.

'Sorry dat ik je zo laat stoor', schrijft hij aan Halsema. 'We krijgen 
telefoontjes over incidenten. Op verschillende locaties, voornamelijk 
dicht bij het Leonardo Hotel. Hopelijk kan de politie het tegengaan. 
Dankjewel en fijne avond, Modi.'

De politie zit er bovenop, antwoordt Halsema, en ze verwijst onder meer 
naar de bussen waarmee Maccabi-fans veilig naar hun hotel worden 
gebracht. 'Met relschoppers die overal opduiken kan het nog wel even 
onrustig blijven. Je kunt me op elk moment bellen of appen.' Ze begrijpt 
de berichten van Ephraim. Het is de intense aandacht van een ambassadeur 
die zich zorgen maakt over zijn landgenoten.

Vanaf dat moment krijgt Halsema een stroom telefoontjes, spraakberichten 
en appjes van zowel Ephraim als verscheidene Joodse Amsterdammers die 
het privenummer van de burgemeester hebben. Het zijn evenzoveel 
alarmsignalen over straatgevechten, belegering van hotels, vermissingen, 
zelfs gijzelingen. In een Maccabi-appkanaal wordt om tien voor half twee 
gesproken van een 'geplande antisemitische hinderlaag'. En: 'Het zou op 
een ramp kunnen uitlopen.'

Als het stof is neergedaald, zal blijken dat de zwaarste tijdingen geen 
feitelijke basis hadden. Halsema zegt tegen iedereen die ze aan de lijn 
krijgt dat die 112 moeten bellen als ze een melding willen doorgeven. De 
politie gaat achter elke melding aan. Bij geen enkel hotel treft ze een 
dreigende situatie aan - wat niet wil zeggen dat de melding onterecht 
was. Bij het NH-hotel aan de Vijzelgracht is een steen door de ruit 
gegooid.


Jeruzalem, donderdagnacht.
Pogrom

Ambassadeur Ephraim belt ook met Israel - met de 'operation room' van 
het ministerie van Buitenlandse Zaken en met het kantoor van premier 
Benjamin Netanyahu. Die is rond twee uur in de nacht op de hoogte.

Israelische politici schilderen het geweld in Amsterdam direct in de 
schrilste kleuren af. Oud-premier Naftali Bennett twittert om 2.03 uur 
in de vroege vrijdagochtend dat 'op dit moment Arabische relschoppers 
bruut geweld gebruiken tegen Israelische toeristen op een manier die 
schijnbaar levensgevaarlijk is'.

Danny Danon, Israels ambassadeur bij de VN, twittert vanuit New York dat 
hij berichten heeft ontvangen over 'vervolging en ernstig geweld tegen 
Israeliers en Joden in de straten van Holland. Dit is een pogrom die op 
dit moment plaatsvindt in Europa in 2024. Dit is het ware gezicht van de 
collaborateurs met het radicale terrorisme dat wij bevechten. De 
Westerse wereld moet nu wakker worden!'

Om kwart voor drie belt ambassadeur Ephraim opnieuw met Halsema. Nu 
staan niet zijn zorgen om burgers centraal, maar de boodschap die hij 
overbrengt uit Jeruzalem: zijn regering is zeer verontrust over wat er 
in Amsterdam gebeurt en zal vliegtuigen naar Nederland sturen om 
Israelische burgers op te halen. Hij zegt dat premier Netanyahu binnen 
enkele ogenblikken een verklaring naar buiten zal brengen.

Als de ambassadeur heeft opgehangen, realiseert Halsema zich dat de 
dreiging in de stad misschien wel voorbij is, maar dat zich nu een 
internationale storm aandient.


Ambtswoning, vrijdagochtend vroeg.
Cijfers over 112-meldingen

Halsema belt haar piketambtenaar uit bed. Het is tien voor drie en ze 
zien de berichten vanuit de Amsterdamse Joodse gemeenschap en vanuit de 
hele wereld op X.

Om drie uur melden politiechef Peter Holla en hoofdofficier Rene de 
Beukelaer zich via Teams om te bespreken wat er vannacht is gebeurd. Ze 
hebben cijfers over 112-meldingen: dat zijn er zeventien, waarvan twaalf 
gerelateerd aan Maccabi-supporters. Ze hebben de ziekenhuizen gebeld: 
twee ambulanceritten, zes Israeliers behandeld, de zwaarste verwonding 
is een gebroken been. De stad is rustig, een half uur later zullen de 
politiemensen worden bedankt en mogen de meesten naar huis.

Tegelijkertijd zijn ze zich ervan bewust dat in Amsterdam iets 
'historisch' is gebeurd. In een stad waaruit in de Tweede Wereldoorlog 
driekwart van de Joodse bevolking is gedeporteerd, is Joden gevraagd 
naar hun paspoort, hun nationaliteit en hun ras. Dit is geen Amsterdamse 
crisis meer, dit is een diplomatieke rel. Halsema moet de Nederlandse 
regering informeren.

Even na drieen probeert Halsema premier Dick Schoof te bellen. Hij is in 
Boedapest voor een vergadering van de Europese Raad. Ze belt niet naar 
zijn werktelefoon, maar naar zijn privetelefoon - het enige nummer dat 
ze heeft. Die staat op stil.

Dan belt ze justitieminister Van Weel, tevens coordinerend minister 
crisisbeheersing. Die neemt wel op. Van Weel is laat thuisgekomen van de 
Kristallnacht-herdenking. Hij was onder de indruk van de synagoge met al 
die brandende kaarsjes en van de verhalen van bezorgde Joodse burgers. 
Over de voetbalwedstrijd had hij niks meer gehoord, het zal wel rustig 
zijn gebleven. Als hij met Halsema heeft gesproken, stuurt hij Schoof 
een appje. Hij ziet geen reden om de premier wakker te maken. Dan belt 
hij zijn mensen bij de NCTV uit bed.

Het is dan ongeveer half vier in de nacht - het nieuws is de grens al 
over. Pieter-Jaap Aalbersberg, het hoofd van de NCTV, belt een ambtenaar 
met piketdienst wakker. De vraag is simpel: wat is er aan de hand?

Vanuit een speciale ruimte vol beeldschermen houdt de NCTV 24 uur per 
dag de veiligheid in Nederland en de rest van de wereld in de gaten. Als 
er plots onrust is, of iets wat de veiligheid van Nederland in gevaar 
kan brengen, waarschuwen zij de top van de nationale crisisorganisatie. 
Die top zit ook samen in een beveiligde appgroep. Natuurlijk hadden 
NCTV-medewerkers wel rond een uur een bericht zien langskomen van de 
Amsterdamse nieuwszender AT5, over ME-ingrijpen bij vechtpartijen met 
Maccabi-supporters. Maar dat kon ook de categorie 'baggerzooi bij een 
voetbalwedstrijd' zijn.

Half vier dus en de Nederlandse regering ligt zo'n anderhalf uur achter 
op de Israelische. Het eerste beeld van wat die nacht is gebeurd in 
Amsterdam, is neergezet door Israel, inclusief termen als 'Jodenjacht' 
en 'pogrom'.

De ambtenaren van de NCTV beginnen een inhaalrace om hun eigen 
informatie bij elkaar te harken. Minister van Weel belt met de 
Israelische ambassadeur om te horen of diens beeld strookt met wat 
hijzelf heeft gehoord. Dat is het geval.


Jeruzalem, vrijdagochtend vroeg.
Reddingsvluchten

Rond vier uur Nederlandse tijd kondigt premier Netanyahu aan 
'reddingsvluchten' voor de Maccabi-fans naar Amsterdam te sturen. Dat 
wordt de kop in nieuwsberichten over de hele wereld.

Oef, denken ze in Den Haag. Wat betekent dat? Komen er 
burgervliegtuigen? Vliegen er hoogwaardigheidsbekleders mee? Zijn het 
militaire toestellen? Kan dat zomaar? Is daar ruimte voor op Schiphol? 
'Ik hoop echt dat het civiele toestellen zijn', zegt een hoge 
NCTV-medewerker tegen een collega.

Er wordt heen en weer gebeld tussen Den Haag en Jeruzalem. De Israeliers 
stellen vragen als: hoeveel Maccabi-supporters zijn nog in Amsterdam? 
Kunnen ze veilig weg? Weten jullie waar ze zitten? In welke hotels?

Als rond vier uur 's nachts twee vliegtuigen opstijgen, is het beeld dat 
Israel er alles aan doet om zijn burgers te redden. Dat het gaat om een 
lijnvlucht en een geplande supportersvlucht blijkt pas uren later. Als 
die twee vliegtuigen ongeveer een uur onderweg zijn, laat Israel aan de 
Nederlandse defensieattache weten dat het land ook militaire vliegtuigen 
wil sturen.

Niet goed voor de beeldvorming, denken de NCTV-medewerkers. Een 
evacuatie met militaire toestellen! Wat zeggen de Israeliers hier 
eigenlijk mee? Dat hun landgenoten niet veilig zijn in Nederland? Als 
burgemeester Halsema die nacht hoort dat Israelische vluchten, militair 
of niet, naar Amsterdam komen, denkt ze aan haar Joodse stadgenoten. 
Straks worden de Israeliers onder escorte naar Schiphol geleid en 
blijven de Amsterdammers achter.

Hoofdofficier De Beukelaer ziet een voordeel: hoe eerder de 
Maccabi-supporters weg zijn, hoe eerder de stad weer rustig is. De 
gemeente begeleidt de supporters die dat willen naar Schiphol.


Boedapest, vrijdagochtend.
Gedoucht en bijgepraat

Premier Schoof slaapt. Nog steeds.

De ambtenaren en adviseurs die met hem in Boedapest zijn, hebben hun 
wekkers vrijdagochtend laat gezet. Schoof zal om zeven uur gaan 
hardlopen, tegen negenen is er een ontbijt met de Nederlandse 
ambassadeur. Pas daarna begint de vergadering van de Europese Raad. Zo'n 
relaxte ochtend hebben ze zelden.

Protocollen voor het wakker bellen van de premier zijn er niet. Halsema 
en Van Weel spreken af dat hij Schoof zal informeren. Hij appt. De 
premier, denkt Van Weel, bel je pas als duidelijk is wat er aan de hand 
is. Dat is niet zo.

Zo wordt de premier buiten beeld gehouden in de beslissende uren van een 
crisis met wereldwijde gevolgen voor het aanzien van Nederland. Het is 
geen landelijke crisis, denken betrokkenen in de top van de nationale 
crisisorganisatie eerst, het is Amsterdams. Als later in de nacht iets 
duidelijker wordt wat er is gebeurd, worden ambtenaren van Algemene 
Zaken alsnog ingelicht. Later zullen sommigen denken: had ons, en 
Schoof, toch meteen gebeld.

Een ambtenaar van Algemene Zaken belt Schoof wakker om kwart over vijf. 
Aalbersberg en Van Weel willen namelijk een overleg met hem en Halsema 
erbij. Als Van Weel en Schoof drie kwartier later via app contact 
hebben, is de premier gedoucht, aangekleed en bijgepraat.

De Israelische ambassadeur appt rond vijf uur ook met Geert Wilders. Die 
is al wakker. Ze hebben vaker contact, zoals de ambassadeur wel vaker 
met Nederlandse politici spreekt. Actie eisen, druk zetten: dat ziet hij 
als taak. Twintig minuten na het appcontact twittert Wilders, in het 
Engels, dat er in Amsterdam een 'Jew Hunt' heeft plaatsgevonden. Het 
'multiculturele uitschot' moet volgens hem worden 'gearresteerd en 
uitgezet'.

Met de feiten uit Amsterdam op zak voegt Halsema zich om zeven uur 's 
ochtends bij een call met minister Van Weel, premier Schoof en 
NCTV-directeur Pieter Jaap Aalbersberg. Ze hoopt hiermee te voorkomen 
dat er een 'fluisterspel' ontstaat, waarin informatie van de een aan de 
ander wordt doorverteld. Ze wil Schoof goed informeren voordat hij met 
premier Netanyahu spreekt.

Wat Halsema zich niet realiseert, is dat Schoof al met Netanyahu heeft 
gesproken. De Israelische premier belde om half zeven, heel kort, alleen 
om zijn afschuw uit te spreken over de gewelddadigheden en dat Israel 
alles aan het doen was om zijn burgers veilig terug te halen. Schoof 
sprak op zijn beurt ook zijn afschuw uit en zegde toe dat Nederland 
Israel zou helpen.

In de call van zeven uur vertelt Halsema dat het beeld dat Netanyahu 
heeft neergezet, sterk contrasteert met wat zij heeft gehoord. Maar de 
deelnemers komen tot de conclusie dat het niet verstandig en niet zinvol 
is om het frame van Netanyahu - het is antisemitisme, het zijn 
'Arabieren', het is de global intifada - tegen te spreken. De feiten 
liggen daarvoor te dicht tegen het frame aan.


Den Haag, vrijdagochtend.
Verzoek om militaire vluchten

Niet lang daarna ontwaakt politiek Den Haag. De eerste berichten die ze 
lezen, gaan over pogroms en Netanyahu die reddingsvluchten naar 
Nederland stuurt. Caroline van der Plas schrikt als ze het leest in de 
BBB-groepsapp. Wat is hier aan de hand? Ze denkt: dit is heel groot.

Om zeven uur en negen uur 's ochtends komen er twee officiele verzoeken 
uit Israel voor militaire vluchten. Nederlandse ambtenaren zien dat met 
vlucht IAF400 een Hercules ingezet zal worden, een groot toestel waarmee 
legers militairen en materieel verplaatsen. Het toestel zal iets na 
elven 's ochtends opstijgen van luchtmachtbasis Tel Nof, over de 
Middellandse Zee vliegen, langs de Italiaanse kust, dwars over Frankrijk 
en Belgie. Om elf over half zes 's middags moet het op Schiphol landen.

Ambtenaren van Buitenlandse Zaken geven toestemming voor de vlucht. De 
politiek eindverantwoordelijken zijn bij dat besluit niet betrokken. 
Maar zij delen ook niet echt de zorgen van sommige van hun ambtenaren 
over de schadelijke beeldvorming van een Israelisch militair vliegtuig 
op Schiphol. Een Hercules, redeneren sommigen, kun je ook voor civiele 
doelen inzetten.

Daarnaast komen er extra passagiersvluchten, om de duizenden 
Maccabi-supporters op te halen - velen van hen willen niet wachten op 
hun geboekte vluchten later dat weekend. El Al vraagt daarvoor 
toestemming aan de opperrabbijnen, omdat er op sabbat eigenlijk niet 
gevlogen mag worden. Zij twijfelen geen moment, trouw aan 'pikuach 
nefesh', het principe dat het redden van een leven boven elk religieus 
voorschrift gaat.

Als Nederland na uren een definitieve lijst krijgt met alle Israelische 
vluchten, halen betrokkenen opgelucht adem. Vlucht IAF400 staat er niet 
op. Wel een privevliegtuigje. Daarmee zullen de voorzitter van de 
Knesset en de minister van Buitenlandse Zaken naar Nederland komen.


Amstelveen, vrijdagochtend.
Opvang voor supporters

In een kantoorgebouw in Amstelveen hebben Joodse vrijwilligers, 
gemobiliseerd door voorzitter David Beesemer van 
vrijwilligersorganisatie Maccabi Nederland, in allerijl een opvang voor 
Israelische supporters ingericht. Mensen die niet langer in hun hotel 
durven te blijven, worden hierheen gereden. Gewonden worden verzorgd 
door medisch personeel uit het netwerk van Maccabi. Vrijwilligers helpen 
bij het omboeken van vluchten. Joods Maatschappelijk Werk biedt een 
luisterend oor.

In de vroege ochtend botst Femke Halsema in het stadhuis bijna tegen een 
medewerker op. Zijn eerste taak: de tekst voor de persconferentie 
schrijven. De burgemeester zegt hem alvast hoe ze wil beginnen: 'Het was 
een gitzwarte nacht.' Ze is al meer dan 24 uur wakker, maar hoe hoger de 
druk, hoe scherper ze wordt, weten haar medewerkers. Zelf hebben ze het 
gevoel dat ze door een orkaan worden meegesleurd. Dit is te groot voor 
ons, denken sommigen. Zul je zien dat Trump straks ook nog iets gaat 
roepen, zegt Halsema tegen hen. Het is president Biden die uiteindelijk 
op X schrijft dat de 'antisemitische aanvallen' in Amsterdam 
'weerzinwekkend zijn, en een echo uit de donkere momenten in de 
geschiedenis, toen de Joden werden vervolgd.'

De medewerker hoort van Halsema wat zij met haar verklaring wil 
uitdrukken. Wat dit doet met de stad, met name met de Joodse bewoners. 
Door het geweld tegen de Israelische supporters en het gebruik van het 
woord 'Jodenjacht' hebben ook zij zich onveilig gevoeld. Ze moet 
empathie uitstralen. Maar niet te emotioneel, want ze moet laten zien 
dat het gemeentebestuur weer controle over de stad heeft. Ze moet 
erkennen dat mensen zich onveilig voelen, maar onderstrepen dat er geen 
reden is tot paniek.

Heel kort spreken de burgemeester en haar medewerker ook over het woord 
'pogrom'. Halsema heeft dan al voor zichzelf besloten dat het 
onvermijdelijk is het in haar verklaring te noemen. Het beeld is al zo 
zwaar aangezet in het buitenland, dat het de olifant in de kamer wordt 
als je het niet benoemt. Dan zal een of andere journalist er toch wel 
naar vragen en wordt zij in het defensief gedrongen.

Uiteindelijk zegt ze het in de indirecte rede: 'Ik snap heel goed dat 
dit de herinnering aan pogroms terugbrengt.'


V. Epiloog

De taxichauffeur wiens grijze Mercedes in de nacht van woensdag op 
donderdag zwaar werd beschadigd door Maccabi-supporters, heeft van de 
gemeente Amsterdam de schade volledig vergoed gekregen. In een gesprek 
met de chauffeur had burgemeester Halsema gevraagd hoe het met hem ging, 
en hoe groot de materiele schade aan zijn auto was. Zo'n 3.500 euro, 
aldus de chauffeur. Kon hij dat aantonen, vroeg Halsema, die wilde 
overwegen of hij in aanmerking kwam voor een gedeeltelijke vergoeding 
uit het 'burgemeesterspotje' - dat is gereserveerd 'voor uitzonderlijke 
gevallen', in 'schrijnende situaties', aldus de gemeente. 'Daarbij is 
geen enkele belofte gedaan over de vergoeding', zegt een woordvoerder.

Desondanks kreeg de chauffeur op 19 december 3.526 euro van de gemeente 
op zijn bankrekening bijgeschreven, de totale kosten van de reparatie. 
'Dit had niet mogen gebeuren', aldus de woordvoerder. 'Ambtelijk heeft 
men in de hectiek van de afgelopen weken onterecht de conclusie 
getrokken dat de ingezonden factuur betaald diende te worden. Dit is 
buiten medeweten van de burgemeester gedaan, die hiervan pas heel recent 
op de hoogte is gebracht.'

Het Openbaar Ministerie doet onderzoek naar aanleiding van aangifte door 
de chauffeur en verdenkt nog niet geidentificeerde Israeliers van 
vernieling, belediging, openlijk geweld, poging tot doodslag / zware 
mishandeling, groepsbelediging en aanzetten tot haat of discriminatie. 
'De benodigde inspanningen moeten wel in een redelijke verhouding staan 
tot het belang van het misdrijf dat onderzocht wordt', laat een 
woordvoerder weten. In de aanloop naar de wedstrijd had de politie tien 
Israeliers opgepakt, maar zij zijn niet vastgehouden.

Wat de supporters betreft die mogelijk strafbare leuzen zongen in 
Amsterdam: de politie doet daar onderzoek naar. Ze heeft nog niet kunnen 
vaststellen of de veelbesproken frase 'Er zijn geen scholen in Gaza 
omdat er geen kinderen meer zijn' daadwerkelijk in Amsterdam is 
gezongen. Dit werd op sociale media gesuggereerd aan de hand van 
filmpjes, maar de politie weet niet of die in Amsterdam zijn opgenomen. 
Hoofdofficier van justitie Rene de Beukelaer betwijfelt of het OM deze 
Israelische verdachten kan vervolgen. 'Dat denk ik niet, eerlijk 
gezegd.'
De recherche onderzoekt nog steeds wat er donderdagnacht precies is 
gebeurd en wie wat heeft gedaan. De mishandeling van de fietser op de 
Spiegelgracht maakt deel uit van dat onderzoek.

Duidelijk is wel, zegt politiechef Peter Holla van de Amsterdamse 
eenheid, dat op straat niet werd gevraagd of mensen Maccabi-fan waren. 
'Er is echt aan mensen gevraagd of ze Joods of Israelisch waren, om 
potentiele slachtoffers uit te zoeken. Daarna was het toeslaan, en weg 
waren de daders.' Als die avond Amsterdamse Joden met keppeltjes of 
davidsterren over het Damrak hadden gelopen, zegt hij, dan waren die 
waarschijnlijk ook gepakt.

De Beukelaer spreekt niet van terreur zaaien, het oogmerk was niet het 
aanjagen van angst. Maar, zegt hij, dat was wel het effect. Duidelijk 
is, benadrukken betrokkenen bij politie en justitie, dat de emoties over 
de oorlog in Gaza de directe aanleiding vormden voor het geweld.
De politie kijkt met gemengde gevoelens terug op die ene nacht. Ze 
hebben erger kunnen voorkomen, denken ze. Maar ze zijn ook 
tekortgeschoten; ze hebben niet iedereen kunnen beschermen.


Rechtbank Parnassusweg, 24 december.
Rachid zit nog vast

Op de dag voor Kerst zijn vijf Nederlandse mannen tussen de 19 en 32 
jaar veroordeeld wegens hun aandeel in de gewelddadigheden. Een maand na 
de gebeurtenissen in Amsterdam kwamen ze voor de rechter. Een van hen 
was door een terreureenheid van zijn bed gelicht. Een ander had huilend 
zijn moeder gebeld toen hij zijn eigen gezicht had gezien in Opsporing 
Verzocht, daarna had hij zich bij het politiebureau gemeld.
Rachid O., een van de vijf veroordeelden, zit nog altijd vast. Drie 
dagen na het duel Ajax-Maccabi haalde de politie hem thuis in Utrecht op 
en deed dat zo ruw, dat hij met een schouder uit de kom naar het 
ziekenhuis moest voordat hij in voorarrest kon worden geplaatst. De 
politie kwalificeerde de berichten die Rachid in appgroep Buurthuis 2 
had geplaatst als opruiend. En hij werd verdacht van mishandeling van 
een Israelier en diefstal van diens telefoon - dat had hij immers zelf 
beschreven in de appgroep. Stoerdoenerij, verklaarde hij op zitting, het 
was allemaal niet echt gebeurd. De rechter veroordeelde hem tot tien 
weken cel.

Deze verdachten konden vooral worden opgespoord dankzij de vele filmpjes 
van mishandelingen die triomfantelijk gedeeld werden op sociale media. 
Zonder die beelden, zegt hoofdofficier De Beukelaer, was het 'heel 
ingewikkeld' geworden om verdachten aan incidenten te koppelen.

Een andere veroordeelde is de 19-jarige Lucas D. uit Monnickendam. In 
het proces-verbaal is hij omschreven als 'iemand met een Arabisch 
uiterlijk van circa 1,80 meter' - dat signalement bleek in de rechtszaal 
niet te kloppen. Anders dan Haagse politici direct na de 
gewelddadigheden hadden gezegd, bleken tijdens de rechtszaak niet alle 
verdachten moslim te zijn. Ze hadden niet allemaal een Arabische 
achtergrond en het was onduidelijk of ze allemaal daadwerkelijk geweld 
hadden gebruikt. Wel hadden vier van de vijf een niet-westerse 
achtergrond. Ze werden alle vijf schuldig bevonden en kregen straffen 
varierend van honderd uur werkstraf tot zes maanden cel.

De advocaten vroegen zich in de rechtszaal hardop af: waar zijn de 
Maccabi-fans die geweld hebben gepleegd?


Den Haag, 11 november.
Schuldigen aanwijzen

Nog voordat de Amsterdamse driehoek een brief over de feiten aan de 
gemeenteraad had gestuurd, en zonder dat ook maar een Haagse politicus 
bij burgemeester Halsema navraag had gedaan, had vice-premier Mona 
Keijzer (BBB) al gezegd dat 'delen van de islamitische gemeenschap in 
Amsterdam' de schuldigen waren.

Staatssecretaris Jurgen Nobel (VVD) had al gezegd dat het om 'jongeren 
met een islamitische of Arabische achtergrond' ging, die 'voor een groot 
deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven'. Premier 
Dick Schoof had in een persconferentie al geconcludeerd dat Nederland 
een 'integratieprobleem' heeft, waarna minister David van Weel (VVD) bij 
WNL op zondag zei: 'Uiteindelijk denk ik dat een heel groot deel van de 
Nederlanders wel snapt dat dit Marokkanen waren die dit gedaan hebben.' 
Daarmee wil het kabinet volgens hem niet de hele Marokkaanse gemeenschap 
in een hoek zetten. 'Maar we willen wel kijken waarom deze groep 
Marokkanen daar zo in staat en denkt dat je ongestraft op Jodenjacht 
kunt in Amsterdam. Als je dat niet benoemt, kun je verbinding zoeken wat 
je wilt, maar dan los je helemaal niks op.'

Zo gebruikten Haagse politici 'Amsterdam' om al langer bestaande 
politieke strijdpunten te beslechten, zegt burgemeester Femke Halsema. 
Anderhalve week na haar persconferentie zei ze in een interview bij 
Nieuwsuur dat ze het woord 'pogrom' niet meer in de mond zou nemen als 
ze het kon overdoen. 'Als ik had geweten dat het op deze manier politiek 
gebruikt zou worden, ook als propaganda. Daar wil ik niets mee te maken 
hebben.'

De rechtbank Amsterdam wees in een van de vonnissen inzake de rellen 
expliciet politici terecht die zich mengden in de lopende strafzaken. 
'Het zou politici en met name Kamerleden, die onderdeel zijn van een 
andere staatsmacht dan de rechtbank en het Openbaar Ministerie, passen 
om zich niet uit te laten over de door hen gewenste wijze van 
rechterlijke afdoening van individuele strafzaken terwijl de rechtbank 
nog geen uitspraak heeft gedaan.'


Paradiso, 12 november.
Rapper vraagt om applaus

Maar het is al gebeurd, ziet Halsema. De scheidslijnen tussen 
bevolkingsgroepen zijn door de gebeurtenissen en de reacties verscherpt 
en verdiept. In zowel de Joodse als de islamitische gemeenschap is de 
'neiging tot isolement' groter geworden, zegt ze. Joodse Amsterdammers 
hoorden hoe de Palestijnse rapper Saint Levant (bijna 1,5 miljoen 
volgers op Instagram) bij een optreden in Paradiso, de dinsdag na de 
rellen, applaus vroeg voor zijn 'Marokkaanse broeders die orde op zaken 
hebben gesteld'. Paradiso nam uitdrukkelijk afstand van die uitspraak, 
maar ze was gedaan en bejubeld.

De harde uitspraken van politici voedden het gevoel van moslims dat ze 
er nooit helemaal bij horen of mogen horen in Nederland, zoals koning 
Willem-Alexander het in zijn toespraak formuleerde. Een 
Marokkaans-Nederlandse taxichauffeur had altijd een gebedskleedje in 
zijn kofferbak liggen, om onderweg op een parkeerplaats te kunnen 
bidden. Dat durft hij nu niet meer.

De Amsterdamse driehoek had dit al voorzien toen zij op maandag 11 
november een eerste feitenrelaas publiceerde. Ze schreef dat de precieze 
identiteit van de daders nog niet was vastgesteld. En dat antisemitisme 
niet met ander racisme mag worden beantwoord. 'De veiligheid van de ene 
groep mag niet ten koste gaan van de veiligheid van de andere. Joodse 
Amsterdammers worden niet veiliger als Marokkaanse en islamitische 
Amsterdammers onveiliger en onvrijer worden.'

Voetbalclub Zeeburgia in Amsterdam-Oost ontving vanaf de nacht van 
donderdag 7 november duizenden intimiderende berichten, voornamelijk uit 
Israelische hoek. De posts van die ene voetballer die filmpjes had 
gedeeld op zijn Instagram-account, werden overal gelezen. De voetballer 
in kwestie bleek niet meer bij Zeeburgia te spelen. Een van de 
bestuursleden van de club heeft Marokkaanse wortels en een Arabische 
naam. Zij werd getagd door een Israelische influencer met tienduizenden 
volgers op sociale media. Daarna volgden doodsbedreigingen en hield de 
politie de vereniging extra in de gaten. Het bestuurslid deed aangifte. 
Terugblikkend zegt ze: 'Het was heftig, maar toch is hoe de Haagse 
politiek met de situatie omgaat pijnlijker dan al die bedreigingen bij 
elkaar.'

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Over dit artikel

NRC reconstrueerde met een onderzoeksteam de gebeurtenissen rond de 
voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv op 7 november dit jaar in 
Amsterdam. Redacteuren voerden gesprekken met zestig betrokkenen in 
binnen- en buitenland. Van (politiek) bestuurders tot fans en 
demonstranten, en van relschoppers tot taxichauffeurs. Daarnaast 
verkregen we inzage in tal van (vertrouwelijke) documenten, beelden, 
mails en (groeps)berichten in onder meer Whatsapp en Telegram. 
Verschillende gesprekspartners uit de app-groepen en de taxiwereld 
wilden niet bij naam worden genoemd.


Colofon

Tekst: Bas Blokker en Mark Lievisse Adriaanse

Onderzoek: Bas Blokker, Pim van den Dool, Lian Hof, Mark Lievisse 
Adriaanse, Hugo Logtenberg, Jan Meeus, Lineke Nieber, Georgia Oost, 
Danielle Pinedo, Romy van der Poel en Natalia Toret.

Met medewerking van Steven Derix, Nina Stefanovski en Derk Stokmans

Vormgeving: Anne-Marije Vendeville, Tom Wientjes en Marike Knaapen

Infographics: Dirma Janse

Eindredactie: Teri van der Heijden, Joke Mat en Simone van Driel

Projectleiding: Hugo Logtenberg en Wubby Luyendijk

--------
(c) 2024 Mediahuis


More information about the D66 mailing list