[D66] 'Onze beschaving is een nachtmerrie'
R.O.
jugg at ziggo.nl
Thu Sep 10 19:27:14 CEST 2020
Uit: Ravage #245 van 31 oktober 1997
*'Onze beschaving is een nachtmerrie'*
/Een gesprek met John Zerzan/
*,,Mijn zus dacht dat ik de Unabomber was'', zegt een glimlachende John
Zerzan. Hij zit voor het raam van zijn kleine, helder verlichte woning
in Eugene, Oregon. Met zijn donkere brilmontuur, omringd door grijze
haren en een baard, lijkt hij nog het meest op een uil. Zijn bureau
bestaat uit een oude deur, horizontaal gelegen op twee houten schagen,
en volgepakt met stapels subversieve pamfletten, tijdschriften en
boeken. Uit gestapelde melkkratten tegen de muren is een enorme
boekenkast opgetrokken. Als je deze 52-jarige ziet fietsen verwacht je
niet dat hij het correspondentievriendje is van Ted Kaczynski - de
Unabomber. Als je hem tegen komt in de universiteitsbibliotheek denk je
eerder dat hij hoogleraar in de geschiedenis is dan een anarchistische
auteur. *
,,Ik ben geen type die brieven schrijft naar politici of iemand die
bommen legt'', vervolgt Zerzan. Hij is een veelschrijver en zijn
artikelen verschijnen in tijdschriften als /Anarchy. A Journal Of Desire
Armed/, /Fifth Estate/ en /Green Anarchist/. Zerzan dankt zijn faam
vooral aan twee essaybundels, /Elements of Refusal/ (1988) en /Future
Primitive/ (1994) - door de /New York Times/ onlangs nog als
"underground classics" getypeerd. Wat doet hij buiten het schrijven nog
meer? "Niet veel, ik ben vrijwilliger bij de plaatselijke YMCA, doe wat
aan tuinieren en verdien wat bij door op kinderen te passen".
Zerzan noemt zichzelf anarchist; het betekent voor hem een houding
tegenover alle vormen van disciplinering en overheersing - of in zijn
eigen woorden, tegen domesticatie. Zerzan wil de samenleving en de mens
dekoloniseren. Zijn schrijfstijl is weliswaar doorwrocht en schier
academisch, maar hij behoudt steeds een emotionele toon. De posities die
hij inneemt zijn compromisloos: de beschaving zoals wij die vandaag de
dag kennen is een ramp voor de mensheid en bedreigt de natuurlijke wereld.
De mensheid staat er slecht voor en technologische innovaties
voorspoedigen de ellende alleen maar. In zijn essays kritiseert hij
landbouw, technologie, kunst, wiskunde en zelfs de taal ontkomt niet aan
zijn toorn. Tegenover de armoede en schaarste van de 'beschaafde' wereld
plaatst hij - net als de Nederlandse cultuurfilosoof Ton Lemaire - de
rijkdom en overvloed van de 'primitieve' samenleving, die van jagers en
verzamelaars: "Voordat het proces van domesticatie werd ingezet
kenmerkte het leven zich grotendeels door rust, intimiteit met de
natuur, zintuiglijke wijsheid, sexuele gelijkheid en gezondheid. Dit was
onze menselijke natuur, miljoenen jaren lang, voordat de slavernij werd
ingevoerd door priesters, koningen en bazen", schrijft hij in /Future
Primitive/.
Zijn anarchisme neemt geen halt bij de afschaffing van de staat, maar
wordt doorgetrokken naar de wortels daarvan: de beschaving zelve. Het
lijkt vooral een filosofische optie, een handreiking tot bewustwording,
want het denken over alternatieven speelt in zijn werk nauwelijks een rol.
*Werkvloer*
Hoe kon een voormalig academicus uitgroeien tot spreekbuis van een
technologie- en civilisatiekritisch milieu?
Zerzan: ,,Ik kwam uit Salem, Oregon, en studeerde geschiedenis aan de
Stanford Universiteit bij San Francisco waar ik later ook ging werken.
Daar kwam ik tot de conclusie dat ik geen academische carrière beoogde -
ik kon me niet voorstellen de rest van mijn leven te moeten slijten met
de professoren die ik er ontmoette. Ik gebruikte mijn aanstelling om
onderzoek te doen naar allerlei ontwikkelingen die me bezig hielden.''
Zerzan brak zijn loopbaan af en koos voor een betrekking als
maatschappelijk werker bij de sociale dienst van San Francisco. ,,In de
jaren zestig hadden we het gevoel dat de dingen wel eens heel anders
zouden kunnen zijn. Niet dat ik die tijd wil idealiseren, maar er
heerste een zeker optimisme.''
Toen een collega werd ontslagen en hem zijn pensioen werd onthouden
kwamen de maatschappelijk werkers in opstand. Zij braken met de door
marxisten gedomineerde vakbond en richtten een eigen bedrijfsorganisatie
op. Zerzan, nog geen vijfentwintig, werd gekozen tot voorzitter. Dat was
echter geen rol waarin hij zich thuisvoelde. Hij was nerveus bij
spreekbeurten en had borrels nodig om zichzelf de nodige moed in te
spreken. Zerzan: ,,Onze club schoot zijn doel voorbij. Mensen kwamen op
me af en vroegen: wat gaat de bond aan dit doen en wat gaat de bond aan
dat doen? Wij stelden: wij zijn verdomme de bond, jij bent de bond. Kom
met je dingen en laten we aan de slag gaan. Uiteindelijk besloten we
alle officials af te schaffen. Hoe minder bemiddeling hoe beter. Hoe
minder organisaties hoe sterker je bent. Die dingen verzwakken je alleen
maar.''
Achteraf kijkt hij met gemengde gevoelens terug op de jaren zestig. ,,In
die dagen geloofden we nog in een lange mars door de instituties - we
geloofden in een soort alternatieve arbeidersbeweging. Later realiseerde
ik me dat alle vormen die we kozen (geen vertegenwoordigers, geen
bezoldigden, geen CAO's enzovoorts) gewoon reformistisch waren omdat de
jaren 1971-1972 in de VS vooral in het teken stonden van een afkeer van
werk en de werkvloer. Geleidelijk dreef ik daardoor weg van het idee dat
je de samenleving dient te veranderen vanaf de werkvloer. We dienden
ruimte te maken voor de opvatting dat de institutie werk in zichzelf al
onderdrukkend is. Rond 1976 begon ik dan ook historisch onderzoek te
doen met als doel een kritiek te formuleren op fenomenen als werk,
produktivisme, industrialisme en technologie.''
*Links*
De universiteit keerde hij de rug toe, maar zo nu en dan houdt hij nog
voordrachten. Begin dit jaar keerde hij naar Stanford terug voor een
lezing over technologie - voor een gehoor van software-producenten en
andere high-tech-liefhebbers. ,,Ik wil ze er flink van langs geven'',
zegt hij terwijl hij op de aankondigingsfolder wijst. De titel van zijn
referaat spreekt boekdelen: "Tegen technologie".
Zijn eerste belangrijke essay /Organized Labor versus The Revolt Against
Work/ (1974) maakte wereldwijd veel indruk, ook in Nederland - een
vertaling verscheen in het tijdschrift /Internationale Korrespondentie/.
Zerzan: ,,De positieve respons uit Nederland kwam vooral door mijn
positieve beoordeling van het radencommunisme van Antonie Pannekoek. In
de jaren zeventig schoof ik geleidelijk op in een anarchistische
richting, dat wil zeggen, op praktisch gebied: ik had sympathie voor
autonome, niet-hiërarchische strijdvormen, maar was niet geïnteresseerd
in de anarchistische theorie. Theoretisch baseerde ik me meer op het
situationisme - dat bood een uitstekende kritiek op links en stond
sympathiek ten opzichte van een radencommunisme. Links heeft helaas
nooit veel sympathie gehad voor spontaan en autonoom verzet.''
Zijn kritiek op werk en op links verscheen aanvankelijk in tijdschriften
als /Telos/ en /Fifth Estate/. Artikelen vanuit een anti-werk-standpunt
lagen echter niet goed in de linkse beweging, maar /Telos/ publiceerde
ze desondanks. Enerzijds omdat de kritiek op werk nu eenmaal actueel
was, en anderzijds om via kritische commentaren dergelijke gedachten als
irrelevant te verwerpen.
Zerzan: ,,In de jaren zeventig en tachtig was het bijna onmogelijk die
opvattingen te ventileren binnen de linkse beweging. Pas tegen het einde
van de jaren tachtig wonnen deze denkbeelden aan populariteit - vooral
in het anarchistische milieu. De anarchist Bob Black heeft deze
verschuiving uitstekend beschreven in zijn laatste boek /Anarchy After
Leftism/ (1997). Ik ben het met hem eens dat Murray Bookchin's /Social
Anarchism or Lifestyle Anarchism/ (1995) de zwanenzang is van een ooit
dominant links dat pro-werk, pro-industrie en pro-civilisatie was.''
*Absenteïsme*
Een van de weinige Nederlandse auteurs die de opvattingen van de jonge
Zerzan serieus nam was Cajo Brendel, uitgever van het nog altijd
bestaande tijdschrift /Daad & Gedachte/ dat is gewijd aan de
onafhankelijke arbeidersstrijd. Zowel in zijn eigen blad als in het
eveneens met het radencommunisme sympathiserende tijdschrift
/Internationale Korrespondentie/ bracht hij de opvattingen van Zerzan in
de jaren zeventig uitvoerig naar voren. Volgens Brendel verwoordde de
Amerikaan een visie die ook de zijne was: ,,Al jarenlang was ik de
mening toegedaan dat de vakbeweging allerminst een instituut van de
kapitalistische samenleving is geworden, maar dat zij dat van het begin
af aan is geweest.''
Kwam Brendel tot zijn oordeel vanuit het marxisme en de filosofie van
Pannekoek, Zerzan baseerde zijn bevindingen op historisch onderzoek.
Vooral Zerzans studie van de luddieten - de achttiende eeuwse
machinevernietigers - maakte Brendel enthousiast. Zerzan liet zien op
welke wijze het spontaan en autonoom verzet van arbeiders tegen de
industrie de kop in werd gedrukt. Ook /De As/ ging in 1988 op deze
denkbeelden in en Bas Moreel vertaalde daarvoor Zerzan's
/Industrialization & Domestication/ - opnieuw een essay waarin Zerzan
het autonoom verzet van arbeiders tegen de industrie en de vakbeweging
in het Engeland van de achttiende en negentiende eeuw schetste.
Brendel had jaren eerder al kennis gemaakt met de Amerikaan. ,,Deze
publicaties van Zerzan hebben ertoe geleid dat ik in de herfst van 1979
met twee vrienden naar San Francisco ben gereisd om met hem kennis te
maken en te discussiëren. Wat me bij is gebleven is, dat ik hem een
betrekkelijk jonge en bijzonder intelligente man vond en uit het gesprek
van die avond is ook tijdelijk een nauwer contact overgebleven.''
Een van Zerzans prikkelende stellingen was dat werkverzuim, het
absenteïsme, in de context van de klassestrijd moest worden geplaatst.
Ziekteverzuim, arbeidsverzuim, fraude, sabotage en dergelijke waren
vormen van protest; niet alleen tegen de werkvloer, maar ook tegen alle
vormen van vakorganisatie. Brendel deelde dat standpunt, maar het bracht
hem terug in Europa in conflict met zijn medestanders.
Brendel ,,Die gedachte heeft in de groepen waarmee ik contact onderhoud,
en in het bijzonder bij mijn Franse vrienden, hevig protest uitgelokt.
Die vonden het 'onzin' om iets dergelijks te beweren. Ik heb het nooit
onzin gevonden. Integendeel. Als het werkelijk onzin was, dan zou mijns
inziens het absenteïsme door de ondernemers nooit zo serieus zijn
genomen en zouden er geen beraadslagingen zijn geweest hoe men er paal
en perk aan kon stellen.''
In 1988 heeft Brendel die opvattingen nog verdedigd tijdens een congres
te Parijs en opnieuw barstte de kritiek los. ,,De kritiek kwam erop neer
dat absenteïsme een volstrekt individuele houding was. Omdat het iets
was dat gedaan werd door een individu, had het met de strijd van een
klasse niets te maken. Maar uit een rapport dat destijds uitvoerig in
/NRC-Handelsblad/ en /De Volkskrant/ werd besproken, viel af te leiden,
dat ondernemers absenteïsme bepaald niet als een individuele daad zagen,
maar wel degelijk - net als Zerzan en wij - als een sociaal
verschijnsel, dat wil zeggen als een klasse-actie, ofschoon ze dat woord
uiteraard niet gebruikten.''
Voor Zerzan zijn bedrijfsfenomenen als ondernemingsraden, fusies,
reorganisaties, management-cursussen, motivatie-trainingen en wat al
niet meer de uitdrukking van een werkvloer in crisis - het zijn reacties
van ondernemingen het lijdzame verzet op de werkvloer verder te
disciplineren.
*Beschaving*
Op zijn beurt bewaart ook Zerzan goede herinneringen aan het Nederlandse
bezoek. ,,Ik kan me Cajo's bezoek nog levendig voor de geest halen - we
hadden die avond een bijzonder warme ontmoeting. Het is spijtig dat mijn
contacten met Nederlandse of Europese vrienden momenteel op een laag
pitje staan. Ik werk wel samen met /Green Anarchist/ (Londen) en
onderhoud nog contacten met het Echanges-netwerk. Henri Simon, lid van
het netwerk, heeft me enkele jaren geleden aangespoord eindelijk eens
een synthese te formuleren van mijn klassestrijd en
anti-civilisatie-opvattingen. Ik vind die aansporing zeer plausibel en
betreur het dat ik of iemand anders daartoe nog geen aanzet heeft
gemaakt. Maar er is een belangrijke ontwikkeling gaande: groepen als
Green Anarchist (Engeland) of Wildcat (Californië) verbinden beide
opties al in hun bladen en activiteiten - de laatste restanten van links
behouden echter een scheiding tussen beide terreinen.''
Het zijn vandaag juist deze groepen en tijdschriften die door justitie
nauwlettend in de gaten worden gehouden. Van het tijdschrift waaraan
Zerzan regelmatig meewerkt, /Green Anarchist/, werden januari 1996 zes
redacteuren gearresteerd in het kader van het "lidmaatschap van een
criminele organisatie" - een steeds populairder wordend fenomeen in de
Verenigde Staten van Europa. Publiceren over acties is ook al een
criminele activiteit geworden. Libertaire juristen als John Moore en Bob
Black bezinnen zich momenteel op de wijze hoe de 'Gandalf Six' kan
worden gesteund.
Zerzans eerste, door Left Bank (Seattle) uitgebrachte bundel /Elements
of Refusal/, presenteerde beide opties - klassestrijd en
anti-civilisatie - nog als gescheiden onderwerpen. Het boek opent met
vijf 'origins essays' waarin de bouwstenen van de beschaving worden
uiteengerafeld: tijd, taal, cijfers, kunst en landbouw. Alhoewel ieder
hoofdstuk een eigen boek verdient (het gaat allemaal wel heel erg snel)
was het toch wel even schrikken. Bedoelt Zerzan dat we moeten ophouden
met klokkijken, praten, rekenen, werken en het beoefenen van kunst?
Zerzan: ,,Ik denk dat je gelijk hebt dat velen mijn boek zien als een
deprimerende schets van onze beschaving. Ook denk ik dat velen moeite
hebben met die benadering omdat ze denken dat er geen ontsnappen meer
mogelijk is - ze vinden het fatalistisch. Toch denk ik dat de wortels
van overheersing en domesticatie zeer diep liggen. Het zien en begrijpen
van de wijze waarop de hedendaagse nachtmerrie zich meer en meer
ontvouwt maakt je soms pessimistisch. Maar door het bewustzijn daarvan
te bevorderen wil ik laten zien dat we een visioen nodig hebben dat zo
ver gaat dat het mensen inspireert het virus van overheersing en
uitbuiting te vernietigen.''
*Antropologie*
Het tweede deel van /Elements of Refusal/ centreert zich rond het 'The
Revolt Against Work'-thema en kreeg in Nederland de meeste aandacht.
Toch hebben Nederlandse anarchisten weinig aandacht besteed aan de
opvattingen van Zerzan, behalve wellicht hen die actief waren rondom
/Internationale Korrespondentie/. Er bestond in anarchistische bladen
weliswaar een kritiek op het arbeidsethos, maar in die kritiek werd nog
alle heil verwacht van werkvermindering dankzij technologische vooruitgang.
In /De Vrije Socialist/ bereikte de discussie over werk in 1979 een
voorlopig hoogtepunt. Jan Bervoets meende dat "teveel arbeid wordt
verspild. Niet het werk zelf is misdadig, maar de verspilling daarvan".
Hij stelde, in navolging van Jan Romein en de anarcho-syndicalisten, dat
een verdere rationalisatie van de productie tot werkvermindering zal
leiden. De post-situationist René Sanders propageerde het recht op
luiheid omdat ieder alternatief voor arbeid wordt verstikt door "de
kolonisatie van het leven".
Ook hij meende dat een verdere rationalisatie wenselijk was - weliswaar
ontdaan van "objektieve voorwaarden" en vervangen door "subjektieve
wensen": "Men moet streven naar een volledig geautomatiseerde
productie". De Belg Eric Sobrie deed in deze discussie een pleidooi voor
totale werkloosheid en steunde de "beweging voor het recht op luiheid".
Maar ook hij hoopte op verlossing dankzij technologie: "Ik geloof dat
het na 2400 jaar hoog tijd wordt om van dit barbarisme af te stappen en
de slaven (arbeiders) grotendeels te vervangen door machines".
Een eenzame uitzondering op deze pro-tech-verhalen vormde de
anarcho-primitivist Han Kuijsten, zo laten de discussies in /De Vrije/
zien. Kuijsten zocht steun in de antropologische studies van Marshall
Sahlins (waaronder /Stone Age Economics/) om te laten zien dat
"zogenaamde primitieve volken" dankzij low-tech "niet in een permanente
staat van schaarste leven".
Het gaat daarom niet om een vermindering van arbeidsuren door meer
rationalisatie, vervolgt Kuijsten, maar om "de kwaliteit van ons
bestaan" en om "ekologische vraagstukken". Met betrekking tot de
Nederlandse discussies over de toekomst van werk vinden we in het werk
van Zerzan een combinatie van de opties van Sanders en Kuijsten: een
situationisme, maar ontdaan van haar technologisch fetisjisme, en een
primitivisme, maar ontdaan van iedere romantiek.
*Unabomber*
De hernieuwde belangstelling voor Zerzan's denken komt dan ook niet
alleen voort uit zijn anti-werk-essays, maar veel meer uit zijn recente,
cultuurpessimistische essays. Bladen als /De Nar/ en /Buiten de Orde/
hebben vertalingen gepubliceerd en tonen een belangstelling voor zijn
civilisatie- en technologie-kritiek. Zijn tweede bundel, /Future
Primitive/, kon in deze kringen dan ook op meer belangstelling rekenen
dan zijn eerste.
Ook in de discussies omtrent de Unabomber duikt Zerzan steeds weer op.
De toon van het Unabomber-Manifest lijkt soms op die van Zerzan, al
reduceert de Unabomber de problematiek van onze beschaving tot het
vraagstuk van technologie en industrie. Zerzan's benadering is veel
complexer - zie zijn 'origins essays' - maar desondanks vindt hij dat de
Unabomber een overtuigende kritiek van de industriële samenleving heeft
geschreven.
In Eugene heeft Zerzan samen met andere leden van Pro-Active (een
plaatselijke info-shop voor anarchisten, punks en hippies) een forum
opgericht om steun te verlenen aan de gearresteerde Ted Kaczynski. Zo
deden ze enkele benefietshows om geld in te zamelen en media-aandacht te
krijgen.
Zerzan: ,,Ik denk dat je me wel een 'primitivist' kunt noemen, want ik
ben geïnteresseerd in de wortels van onze civilisatie en heb veel
inspirerende aspecten gevonden in de wijze waarop de mensheid leefde in
de twee miljoen jaren die aan onze beschaving vooraf gingen. Maar ook
allerlei hedendaagse ontwikkelingen hebben mijn aandacht: van
postmodernisme tot anti-werk fenomenen, van buurtactivisme tot steun aan
Kaczynski.''
Inderdaad, /Future Primitive/ getuigt van een brede belangstelling: het
leven van de pre-geciviliseerde mensheid; de bedreiging van onze
psychische gesteldheid in een moderne samenleving; en een vernietigende
kritiek op het postmodernisme.
John Zerzan houdt niet van schijnbewegingen en ziet niets in een
ascetische houding. Hij scheidt zijn afval niet ("dat leidt alleen maar
af van wezenlijke issues"), kijkt vaak naar zijn oude zwart-wit TV ("net
als iedereen word ook ik gehypnotiseerd") en weigert een auto of
computer aan te schaffen.
Zijn leven kent weinig kosten, met babysitten en tuinieren verdient hij
een zakcentje en periodiek verkoopt hij zijn plasma aan de bloedbank.
Ook levert zijn schrijfwerk niets op want het zijn
nonprofit-collectieven die zijn werk uitbrengen. Zerzan is een
onverbeterlijke raddraaier. Met anarchistische vrienden als Paul Z.
Simons en Jason McQuinn heeft hij zijn laatste centen zojuist gestoken
in de nieuwe uitgeverij CAL Press. De eerste uitgave was Bob Black's
/Anarchy After Leftism/ - dit jaar nog volgt een herziene uitgave van
/Elements of Refusal/ - sinds 1990 uitverkocht. ,,Ja, we gaan gekke,
radicale boeken uitbrengen'' en hij wijst op zijn T-shirt: "Return to
wild nature - Destroy the worldwide industrial system", staat erop.
*Media*
Zijn steun voor Kaczynski bracht Zerzan plotseling prominent in het
nieuws. Hij verscheen in talloze radio-shows en zelfs de /New York
Times/ deed een interview met hem. Alhoewel hij weigerde in tv-shows als
Good Morning America en Dateline te verschijnen bracht het hem in
conflict met radicale anti-tech-anarchisten die vonden dat hij de Grote
Media had moeten mijden. In /Anarchy. A Journal Of Desire Armed/ #43
verdedigt Zerzan zich door op te merken dat het niet willen verschijnen
in de Grote Media slechts zal leiden tot isolement en tot het ontstaan
van gespecialiseerde sub-elites.
"Als onze beweging ergens naar toe wil, dan is het zinloos de Grote
Media te negeren. Zelf-marginalisering betekent het stopzetten van een
dialoog - en ik denk dat het zinvol is de dialoog voort te zetten met
iedereen die wil meedenken. Bovendien verschijnen veel van onze bladen
maar een of twee keer per jaar - zij bieden onvoldoende mogelijkheden
tot snelle interventies. Ik bepleit geen overgang naar de
mainstream-media, maar het is zinvol dat we ons dit soort dingen afvragen".
Momenteel heeft Kaczynski's advocaat de alternatieve media verzocht alle
steunbetuigingen met onmiddellijke ingang te beëindigen. Niemand weet
nog waarom, maar Zerzan neemt aan dat de krachten dienen te worden
gespaard: men verwacht dat de Unabomber de "death penalty" zal krijgen
en dat een campagne tegen de doodstraf nog alle energie zal gaan vergen.
Voor Zerzan gaat de Una-campagne verder dan het verdedigen van een
bommenlegger - en bovendien een bommenlegger die zich liet inspireren
door Al Gore's zweverige bestseller /Earth in the Balance/.
,,Ik wilde de kwestie gebruiken om de grondslagen van onze industriële
beschaving ter discussie te stellen. Daarbij kon ik gebruik maken van
voorbeelden uit de antropologie, maar ook van allerlei hedendaagse
verschijnselen. Ook werd ik gedwongen na te denken over anarchisme; je
moet niet vergeten dat niet alle anarchisten zich tegen de industriële
beschaving keren. Vooral de radio-talkshows vond ik over het algemeen
levendig en stimulerend, vooral omdat bijna niemand van de bellers zich
verloor in speculaties over de Unabomber. Ik vond het verheugend te
constateren dat veel bellers werkelijk begaan zijn met het lot van onze
technologische, industriële samenleving. Veel meer mensen dan ik dacht
wegen vandaag de dag wel degelijk de voors en tegens van onze
technologische cultuur tegen elkaar af. Het is deze dialoog die ik wil
stimuleren.''
/Jesse Harington & Siebe Thissen/
Dit artikel is gebaseerd op ongepubliceerde interviews van Jesse
Harrington (27-2-1997) en Siebe Thissen (23-6-1997) met John Zerzan. In
1998 zal BAAL-produkties te Sittard een Nederlandstalige bundel van zijn
hand uitbrengen.
-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20200910/93b8a21d/attachment-0001.html>
More information about the D66
mailing list