[D66] Mevrouw de Jager is overal

R.O. jugg at ziggo.nl
Sat Nov 14 18:50:02 CET 2020


  * 14 Nov 2020
  * NRC Handelsblad
  * Door onze redacteur Hendrik Spiering


  Mevrouw de Jager is overal


    De man jaagt, de vrouw zorgt – is dat de universele rolverdeling?
    Dat beeld staat op zijn kop na een recente vondst in Peru. „Er is
    veel meer flexibiliteit en wisseling tussen de genders. En dat ga je
    zien als je anders denkt.”

 From page W1 DDit was nog nooit vertoond: een prehistorische 
vrouwelijke jager op groot wild, in een 9.000 jaar oud graf in Peru. Zo 
verrast waren de betrokken onderzoekers, schrijven ze in Science 
Advances (4 november), dat ze andere graven opnieuw gingen onderzoeken 
om te zien of deze vrouw, ‘Wikamaya Oatja 6 ’genoemd, echt een 
uitzondering was.

Nee dus. ze ontdekten dat er eigenlijk nóg eens tien Amerikaanse graven 
van vrouwelijke jagers uit ongeveer dezelfde tijd bekend waren. Maar 
daar was niet veel aandacht voor geweest.

Al sinds het onder antropologen beroemde congres Man the Hunter uit 1966 
geldt dat overal ter wereld, vroeger en nu, de traditionele 
arbeidsverdeling bestaat: mannen jagen (en vechten) en vrouwen 
verzamelen en zorgen. Mannen zijn in beweging, vrouwen blijven bij de 
kinderen, dat leek de natuurlijke toestand.

Niettemin komt de ontdekking in Peru niet uit de lucht vallen. Er worden 
al decennia lang vragen gesteld bij dit nog altijd algemene beeld. Want 
wat is het bewijs? Die arbeidsverdeling is geen regel, betogen drie 
antropologen die onlangs over dit onderwerp publiceerden.

„Gaaf hoor, deze vondst”, zegt Pamela L. Geller. „Maar dat die 
standaardarbeidsverdeling een verzinsel is dat teruggaat op de 
achttiende eeuw wisten we dertig jaar geleden ook al.” Antropoloog 
Geller, verbonden aan de Universiteit van Miami, publiceerde er in 2017 
een lijvig boek over: The Bioarchaeology of Socio-sexual Lives. „Het 
wetenschappelijke denken tijdens de Verlichting ging steeds sterker de 
nadruk leggen op de huiselijkheid van vrouwen. Ik denk weleens dat de 
uitvinding van het concept ‘zoogdier’ door de bioloog Lineaus in de 
achttiende eeuw ook een belangrijke factor was. Ineens was toen het 
zogen van kinderen een soort kerneigenschap van vrouwen geworden.”

In de patriarchale culturen van de Middeleeuwen en eerder bestonden ook 
allerlei vooroordelen tegen vrouwen, maar „in het rommelige en moeilijke 
leven van alledag gingen vrouwen natuurlijk wel gewoon buitenshuis 
werken, overleven stond voorop”, zegt Geller over een videoverbinding 
vanuit Miami. Er is geen biologische vanzelfsprekendheid, de 
arbeidsverdeling is bovenal cultureel bepaald. „Natuurlijk is het een 
biologisch feit dat alleen vrouwen zwanger kunnen worden, maar hoe 
vervolgens de zorg voor de kinderen wordt vormgegeven is een cultureel 
feit. Dat gebeurt in werkelijkheid op allerlei verschillende manieren. 
En trouwens: het is ook echt een fout om te denken dat iedere vrouw 
zwanger wordt.”

Graven van echte krijgers

In haar boek beschrijft Geller haar eigen analyse van negentiende-eeuwse 
indiaanse botten. Uit drie graven van echte krijgers kwamen schedels van 
vrouwen – iets wat in de negentiende eeuw helemaal niet werd opgemerkt. 
„Voor Samuel G. Morton [1799-1851, de arts die de indiaanse 
bottencollectie ooit samenstelde] zou het moeilijk, zo niet onmogelijk, 
zijn geweest om dit soort gendervariatie te begrijpen, omdat daar in 
zijn tijd helemaal geen plaats voor was”, schrijft ze. De 
maatschappelijke genderverhoudingen en arbeidsverdeling waren zo 
vanzelfsprekend dat afwijkingen niet eens werden opgemerkt.

En vanuit Korea reageert antropoloog Sang-hee Lee, die verbonden is aan 
de Universiteit van Californië in Riverside. „Ik waardeer echt wat die 
onderzoekers in Peru hebben gevonden, want dat tast aan wat nog altijd 
veel mensen als een onaantastbaar feit van de menselijke evolutie 
beschouwen: dat vrouwen verzamelden en mannen de jacht deden. Alsof dat 
in het dna is vastgelegd!”

Lee voerde vorig jaar de redactie over de bundel Evaluating Evidence in 
Biological Anthropology. Zelf nam zij daarin, met co-auteur Danae G. 
Khorasani het hoofdstuk over de terugkeer van de vrouw in de menselijke 
evolutie voor haar rekening. Lee en Khorasani gaan daarin de 
geschiedenis na van de Man the Hunter-hypothese, die ze „waarschijnlijk 
een van de meest invloedrijke modellen in het debat over menselijke 
evolutie” noemt. Ze citeren een stuk van een Amerikaanse sportjager uit 
1948, in het blad Outdoor Life, die onbekommerd schrijft: „Ik houd er 
gewoon van om dieren dood te schieten.” Het opvallende is dat deze jager 
een vrouw is, en dat gender in haar stuk geen rol speelt. Pas later, in 
de jaren vijftig, wordt de sfeer in de VS masculiener, waarschijnlijk 
als reactie op de grotere rol van vrouwen in de fabrieken in de Tweede 
Wereldoorlog, schrijven ze.

Afhankelijke kinderen

In de wetenschap bestond een vergelijkbare ontwikkeling. Voortbouwend op 
negentiende-eeuwse woorden van Charles Darwin („de man is moediger, 
strijdlustiger en energieker dan de vrouw”) en de 
vroeg-twintigste-eeuwse theorie van Raymond Dart van de moderne mens als 
killer ape, ontstond dus eind jaren zestig het invloedrijke beeld van 
Man the Hunter. De motor van de menselijke evolutie was de jagende man 
die zijn vrouw in ruil voor seks voorzag van eiwitrijk voedsel om de 
groeiende hersenen van de lang afhankelijk blijvende kinderen mee te 
voeden.


-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20201114/c6f1e096/attachment-0001.html>


More information about the D66 mailing list