[D66] Terlouw over corona-tijd (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #185)

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Sat May 16 12:38:03 CEST 2020


Bron:  Volkskrant
Datum: 15 mei 2020
URL:   Nathalie Huigsloot
URL:   
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/jan-terlouw-jongens-pik-het-niet-meer-want-het-is-jullie-toekomst~b39cc0fc/


Jan Terlouw: 'Jongens, pik het niet meer, want het is jullie toekomst’
----------------------------------------------------------------------

Ook natuurkundige, oud-politicus en schrijver Jan Terlouw (88) zit veel 
alleen thuis, maar hij voelt een grote verbondenheid met de 
buitenwereld. Alles wat er nu nog nodig is, is de moed om na de crisis 
veranderingen door te voeren.

'Mijn koeien moeten binnenkort kalveren, en ik zorg voor de schapen en 
de lammeren’, skypet Jan Terlouw vanaf zijn landgoed in Twello, omringd 
door enkele hectaren grond. De man die we vooral kennen als politicus en 
als schrijver van succesvolle jeugdboeken als Oorlogswinter en Koning 
van Katoren blijkt dezer dagen vooral te boeren.


Begeleidt u dat kalveren zelf?

'De lammetjes kan ik over het algemeen zelf. Vorig jaar had ik een heel 
slecht lammeren-jaar, maar dit jaar is er niet een doodgegaan. Ik heb nu 
negen lammetjes, en ik hoefde maar een schaap te helpen. Bij de koeien 
kan het helpen bevallen soms zwaar zijn, maar ik heb een geweldige 
tuinman die meteen komt helpen.’


Wat moet u doen als u ze moet helpen? Trekken?

'Ja, als het strak zit, moet ik voorzichtig een beetje ruimte om het 
koppie maken, of de pootjes naar voren duwen en hem er dan een beetje 
uittrekken. Soms wil de tweede dan ook niet komen, maar omdat er ruimte 
is gemaakt, heb ik die er zo uit.’


Gaat u dan met uw hele arm erin?

'Ja. Zo heb ik al veel nieuw leven mogen meemaken, dat zijn leuke 
dingen. Ik vind het ook ontzettend leuk om die negen lammetjes in de wei 
te zien lopen.’

Sinds zijn pleidooi in De wereld draait door, waarin Jan Terlouw de 
kijkers toesprak weer van het goede van de mens uit te gaan, kwam er 
geen einde aan zijn touwtje-uit-de-brievenbus-tour. De voormalige 
kernfysicus, D66-leider, vicepremier, minister van Economische Zaken, 
Commissaris van de Koningin in Gelderland, Eerste Kamerlid en bekroond 
kinderboekenschrijver, kreeg zeven minuten van het tv-programma om het 
Nederlandse volk toe te spreken, als cadeautje voor zijn 85ste 
verjaardag.

Terlouw sprak over vertrouwen. Over zijn kindertijd, toen de touwtjes 
nog uit onze brievenbussen hingen. 'Die hangen er niet meer’, zei hij 
zichtbaar geemotioneerd. 'We vertrouwen elkaar niet meer.’ We moeten 
terug naar die tijd, betoogde hij. Want het gebrek aan vertrouwen is de 
oorzaak van de winst van Trump, de Brexit en het populisme dat 
wereldwijd toeslaat. Zijn verhaal raakte bij velen een gevoelige snaar. 
De uitnodigingen om te komen spreken vliegen hem sindsdien om de oren.

Tot het coronavirus.

Nu verblijft hij ineens de hele dag op zijn bosrijke landgoed. Alleen. 
Zijn vrouw Alexandra, met wie hij vier kinderen kreeg, meer dan zestig 
jaar getrouwd was en naar eigen zeggen helemaal mee vergroeid was, 
overleed bijna drie jaar geleden.


Hoe gaat het met u?

'Het is natuurlijk een vreemd leven. Een leven waarin optredens, 
gastcolleges en toespraken allemaal zijn weggevallen. Ik lees en 
beantwoord nu vooral mailtjes overdag. Maar ik heb het prima, ik zit op 
een prachtige plek in de natuur, dus met mij is er niks aan de hand. 
Voor veel mensen is dat anders.’


Hoe zijn uw contacten met uw kinderen en kleinkinderen in deze 
corona-tijd?

'Heel voorzichtig, he. Ze komen op bezoek, maar we blijven op afstand 
van elkaar. En we spreken niet af in grote groepen. Mijn twaalf 
kleinkinderen zijn allemaal volwassen, die kan ik nog wel zien, maar de 
achterkleinkinderen niet. Voor hen is het lastiger om zich te beheersen. 
En er mag niet geknuffeld worden, dus die komen niet. Dat vinden ze niet 
veilig voor een oude man.’


U heeft net een longontsteking achter de rug waarmee u zelfs in het 
ziekenhuis was beland. Dat maakt u misschien nog extra kwetsbaar.

'Een zware longontsteking vergt veel van je krachten. Maar daar ben ik 
goed van genezen, hoor. Ik weet, theoretisch, dat ik tot de kwetsbare 
groepen hoor, maar zo voel ik me niet. Natuurlijk, ik ben 88, maar ik 
heb nog best kracht. Al ben ik gestopt met al die heerlijke sporten die 
ik beoefende. Schaatsenrijden, fietsen, hollen, tennissen, het is 
verstandiger om dat niet meer te doen. Ik moet beter op mijn gezondheid 
passen. Maar het feit dat ik nog bijna alles kan, is natuurlijk 
geweldig. Dat ik nog een samenhangende toespraak uit mijn hoofd kan 
houden, vind ik verrukkelijk.’


Wat valt u op aan deze tijd?

'Het is een tijd die niemand ooit heeft meegemaakt. Dit is splinternieuw 
voor iedereen. Dus niemand weet hoe het verder zal gaan. Maar wat me 
opvalt, is dat de rolverdeling in de samenleving weer duidelijker wordt. 
Het kabinet neemt maatregelen en de burgerij vindt die leidende rol 
prettig. En ook het parlement weet weer wat het moet doen, namelijk die 
maatregelen controleren. Je ziet ook dat de wetenschap weer meer op 
waarde wordt geschat. Gelukkig, want dat was een zeer zorgelijke 
ontwikkeling, dat Parlementsleden zeiden: ik geloof de wetenschap niet. 
Terwijl politici moeten beseffen dat ze geen wetenschappelijk debat 
kunnen voeren, daar hebben ze eenvoudig de deskundigheid niet voor. Ze 
moeten de resultaten van de wetenschap politiek en maatschappelijk 
interpreteren. En ik vind dat het kabinet dat momenteel verstandig doet. 
De regering regeert. En dat is wat mensen bij een crisis prettig vinden. 
Ik heb dat zelf gemerkt in de tijd van hoog water, in 1995. Ik was toen 
Commissaris van de Koningin in Gelderland en wij moesten mensen 
evacueren. Dat is de enige periode in mijn politieke loopbaan geweest 
dat ik brieven kreeg met: 'Wat fijn dat er een overheid is die een 
beslissing neemt. Want dan weten we wat we moeten doen.’ En dat zie je 
nu ook weer. Maar natuurlijk zijn er ook tal van problemen, vooral omdat 
we zo weinig weten over hoe het verder zou kunnen gaan en hoe het verder 
zou moeten gaan. We moeten stap voor stap, tastenderwijs, door deze tijd 
heen. Of, zoals Rutte zei: 'Varen in de mist.’


Sommige mensen denken dat het kabinet zaken achterhoudt. Dat ze 
bijvoorbeeld roepen dat mondkapjes geen zin hebben omdat we die niet 
hebben. Heeft u door uw jarenlange achtergrond als politicus het idee 
dat er achter de schermen dingen spelen die ons niet worden verteld?

'Nee, ik denk dat het allemaal, hooguit met een beetje vertraging, wel 
duidelijk wordt. Ik ben tevreden over ons kabinet. Ook over Mark Rutte. 
Het feit dat er iemand van de Partij van de Arbeid benoemd is tot 
minister van Medische Zorg, omdat we nu een groter gezamenlijk belang te 
dienen hebben, vind ik een mooi teken dat de politiek haar verstand toch 
niet verloren heeft.

'Ik hoop vooral dat er snel een medicijn komt waarmee je mensen geneest 
of in ieder geval niet laat sterven. En dat verwacht ik ook wel. Ik denk 
dat er volgend jaar een vaccin is, waardoor het niet terugkomt, en dat 
er over een of twee maanden een medicijn is.’


Waarom verwacht u dat zo snel?

'Omdat er enorm naar gezocht wordt. En we zijn goed hoor, we kunnen 
veel. Als wetenschappers zich er echt op storten, kunnen we toch alles, 
zeg. Dus dat gaat er over enkele maanden komen.’


Wat denkt u dat het slechtst denkbare scenario is?

'Een heel ernstige economische terugval, die heel veel schade gaat 
veroorzaken en heel veel mensen in grote moeilijkheden gaat brengen.’


Hoe ziet u dat concreet voor zich in Nederland?

'Misschien wordt het zoals in de dertiger jaren. Na de beurskrach in 
1929 hebben we wereldwijd een vreselijke werkloosheid gehad, met enorme 
armoede. Dat is pas hersteld toe we inzagen dat bezuinigingen het alleen 
maar erger maakten. Je moet juist stimuleren en uitgeven als het zo 
slecht gaat. Daar hebben we wel iets van geleerd, denk ik. Dus ik hoop 
erop dat de economische crisis dankzij die wetenschap meevalt, maar dat 
moeten we afwachten.’


Wat is het ergste dat er bij een ernstige economische crisis zou kunnen 
gebeuren? Dat iedereen moet proberen in leven te blijven met 
zelfgekweekte tomaten en eieren van eigen kippen?

'Dat gaat niet gebeuren in Nederland. We kunnen wel een klein poosje 
aanzienlijk teruggaan in welvaart, maar niet zo ernstig als u nu zegt. 
Wereldwijd is dat een heel ander verhaal, maar onze samenleving kan dat 
als geheel wel aan.’


U bent altijd erg begaan met jongeren, wat denkt u dat deze periode voor 
hen betekent?

'Ze kunnen ernstig lijden onder werkloosheid, ze kunnen achterstanden 
oplopen in opleiding, in kennis. Ik twijfel of het tijdelijk binnen 
zitten en niet naar school gaan heel vormend voor ze zal zijn.’


U weet door de oorlog als geen ander hoe het is om een tijd lang niet 
naar school te kunnen gaan. Heeft dat u gevormd?

'Ja, zeker. Ik was 8 jaar toen de oorlog uitbrak en 13 tijdens de 
laatste oorlogswinter. Kinderen kunnen nu een paar maanden niet naar 
school, ik zat in de tweede klas van het lyceum en ik kon een heel jaar 
niet naar school. Elke dag zag ik in dat laatste jaar honderden 
hongerlijders voorbijkomen over de Zuiderzeestraat in Wezep. Wanhopig op 
zoek naar eten, op gymnastiekschoenen, ploeterend door de sneeuw. Oudere 
mensen die ongelukken kregen met hun karretje, die niet wisten waar ze 
moesten slapen. Ik werd versneld volwassen door de oorlog. Ik kreeg 
allerlei verantwoordelijkheden die niet horen bij een kind van 13. Ik 
moest geheimen leren bewaren, ik zag hoe iemand in zijn buik werd 
geschoten. Er waren ieder ogenblik beschietingen, steeds moest ik 
wegduiken voor jagers die op auto’s schoten. De oorlog bepaalde mijn 
eerste wereld- en mensbeeld, en dat raak je niet meer kwijt. In tijden 
van crisis zie je menselijke eigenschappen, waarvan je soms geen weet 
had, groeien. Mijn tante Henny, een acht jaar oudere zuster van mijn 
vader, was een heel bangige vrouw. Bang op een veerboot, bang voor een 
elektriciteitsstekker. Maar ze bleek heel moedig. Gedurende de hele 
oorlog heeft ze steeds vier joden in huis gehad. Na de oorlog vroeg ik: 
'Tante, hoe heb je dat gedurfd?’ 'Het waren medemensen’, zei ze, 'dat 
moesten we doen.’ En daarna was ze weer bang voor stekkers en voor 
veerboten.

'Je maakt zoveel mee in zo’n oorlog. En toen werd het vrede en moest ik 
weer kind zijn. Moest ik ineens weer op tijd thuiskomen en mijn ouders 
vertellen wat ik deed. Dat was best lastig hoor. Ik moest ook weer naar 
school en dat jaar inhalen. Mijn vriend, die altijd naast mij in de klas 
zat, bleek in Auschwitz te zijn afgemaakt.’


Waaraan ligt het of je meer of minder moed krijgt in een crisissituatie?

'Aan je karakter, aan de omstandigheden, aan je omgeving, aan mensen die 
je beinvloeden, aan van alles en nog wat. Het hangt van zoveel dingen af 
of het de mens lukt om goed te zijn of niet. Dat gold ook voor de 
Duitsers. Ik heb zoveel Duitse soldaten gesproken in de oorlog. Dat 
waren over het algemeen jongens die dolgraag weer naar huis wilden. 
Alleraardigste jongens. En die moest je dan als de vijand zien. Mijn 
vader was dominee en twee maanden na de capitulatie kregen we in de 
pastorie twee officieren ingekwartierd. Aan een van hen was het heerlijk 
om een hekel te hebben; een strenge man met een vervelend strak gezicht. 
De ander was een aardige, dikke Beijer met vlekken op zijn uniform, die 
foto’s van zijn kinderen liet zien en ons snoep gaf. Dat was ook de 
vijand. In de oorlog is alles zo anders, he.’


Daarmee vergeleken is deze tijd peanuts.

'Peanuts, ja. Want nogmaals, een aantal weken geen onderwijs, ik had een 
jaar geen onderwijs. En ook dat is te overkomen. Misschien is het ook 
wel eens goed en interessant om dit mee te maken, he. Je ziet mensen 
toch ook weer solidair worden. Ik alleen al, ik krijg zoveel briefjes, 
mailtjes, en lieve kaartjes van mensen. Hoe gaat het met jou als oude 
man? Die maken zich zorgen over me. Dat is heel schattig. Het doet me 
goed dat de mensen weer denken aan elkaar.’


Denkt u dat het pleidooi dat u hield over meer vertrouwen in elkaar, met 
als symbool het touwtje uit de brievenbus, zal groeien door deze tijd of 
worden mensen juist angstiger en competitiever naar elkaar?

'Ik denk dat de solidariteit groeit. Ik heb het vroeger ook vaak gezien, 
zelfs bij kleine problemen. Als het hard sneeuwde, gingen mensen elkaars 
stoep vegen. Dan gingen ze elkaar meteen even een beetje bijstaan. Ik 
geloof dat het veel meer die kant opgaat dan omgekeerd. Ik denk dat het 
de verbondenheid bevordert.’


U heeft het er vaak over dat kapitalisme de baas is. Dat het alleen nog 
maar gaat over geld en economische groei in de wereld. Denkt u dat 
hebzucht af te leren is?

'Ik zit nou net dat dikke boek van Piketty te lezen, Kapitaal en 
ideologie, dat gaat over de ongelijkheid die er altijd is geweest in de 
wereld, en die de laatste twintig jaar werkelijk de pan uitrijst. Het 
aantal miljardairs is enorm toegenomen, terwijl het vermogen van het 
minder betaalde deel van de bevolking nauwelijks groeit of zelfs 
achteruitgaat. Daaraan moet nodig wat gebeuren, want geld is macht. En 
die macht wordt gebruikt om deze beweging te blijven bevorderen. Die 
macht moet worden afgenomen, dus het geld moet ze worden afgenomen. Dat 
gaat niet vanzelf. In de Bijbel staat het al: 'Eerder gaat een kameel 
door het oog van de naald, dan dat een rijke het koninkrijk der hemelen 
in gaat.’ Dus dat moet de politiek doen, dat is zo belangrijk. En dat is 
zo makkelijk als wat.’


Hoe dan?

'Veel hogere belastingen in die richting. Rutte begint dat in te zien, 
hoor.

'Bij de liberalen, de conservatieven, was de filosofie altijd dat we zo 
min mogelijk overheid moesten hebben en zo veel mogelijk vrije markt. 
Maar als een markt helemaal vrij is, dan geldt daar de wet van de 
jungle, de sterkste wint. Het zijn meteen oligarchieen waarin de macht 
in handen is van een kleine groep mensen, dat is geen vrije markt. En 
als de overheid ingrijpt, is het ook geen vrije markt. Dus een vrije 
markt bestaat helemaal niet, en de hele wereldeconomie berust erop. Gek 
he? De enige manier om dat te veranderen is door het af te dwingen. Ik 
heb meerdere boeken voor de jeugd geschreven, met als conclusie: 
jongens, pik het niet meer, want het is jullie toekomst. Ga staken. In 
geen van mijn jeugdboeken zeg ik: jongens, jullie zijn heel ondeugend, 
pas nou maar goed op, dan word je net zo goed als wij. Nee, ik zeg het 
omgekeerde: denk eraan, je bent op weg naar volwassenheid en die 
volwassenen doen heel veel dingen verkeerd. Dus wapen je. Dat is 
uiteindelijk de onderliggende boodschap in bijna al mijn boeken.’


Maar is het wel realistisch om te denken dat het huidige systeem om te 
draaien valt?

'Het is ontzettend moeilijk. Piketty zegt ook dat we dat 
ongelijkheidssysteem nooit helemaal oplossen. Maar je kunt het wel 
dempen. Kort na de oorlog was die ongelijkheid bijvoorbeeld heel mild. 
Dat heb ik zelf meegemaakt, die periode van wederopbouw was een 
prachtige tijd. Je zag dat de overheid en ondernemingen onderhandelden 
met een sterke vakbond, waardoor een behoorlijk redelijk deel van de 
stijgende welvaart bij de factor arbeid terechtkwam. Die jaren na de 
oorlog waren veel eerlijker, daar moeten we naar terug.’


Historicus Maarten van Rossem zei dat de coronacrisis over 75 jaar 
slechts een kleine rimpeling in onze geschiedenis zal blijken te zijn. 
Bent u het daar mee eens?

'Dat denk ik ook. Maar het zou mooi zijn als we er een paar goede dingen 
aan overhouden. Ik hoop bijvoorbeeld dat deze tijd ervoor zorgt dat we 
beseffen dat we internationaler moeten gaan kijken. De problemen worden 
mondialer, terwijl de politiek daar helemaal niet in meegaat. Het 
coronaprobleem is er ook een goed voorbeeld van. Verder ben ik het 
helemaal eens met Frans Timmermans, die pleitte voor een circulaire 
economie, een duurzame economie. We moeten deze tijd aangrijpen om op 
een andere manier met de natuur om te gaan. Om ervoor te zorgen dat het 
voor de Shells en Esso’s van deze wereld niet meer rendeert om olie te 
winnen, en wij wel over moeten gaan naar duurzame energie. Maar of ons 
dat gaat lukken? Den Uyl zei bij de oliecrisis dat het nooit meer zo zou 
worden als vroeger. Een jaar later was het weer precies als vroeger.’


Denkt u dat de mens in staat is om te veranderen?

'Als wetenschapper zeg ik: het is prima mogelijk en ook broodnodig dat 
we het anders gaan doen. Als politicus zeg ik dat we nog maar even 
moeten afwachten of de politiek de moed zal hebben om de gelegenheid aan 
te grijpen.’


Waarom is daar moed voor nodig?

'De eerste neiging van mensen is om nu veilig te zijn, om nu te eten, om 
je nu te kunnen voortplanten. Mensen verlangen niet direct naar dingen 
die pas over dertig jaar nuttig zijn. We hebben geen langetermijn-gen. 
En dus is dit lastig om te veranderen. Zoals Nietzsche al schreef: 'Uw 
vruchten zijn wel rijp, maar gij zijt niet rijp voor uw vruchten.’ De 
nood moet eerst zichtbaar zijn. En het punt van het klimaatprobleem is 
dat mensen niet weten hoe ernstig het is. Als het echt tot iedereen zou 
doordringen dat als de temperatuur deze eeuw twee graden stijgt, er een 
kans van 1 op 4 is dat die temperatuurstijging doorzet, zelfs al 
verbrand je geen liter olie meer, dan zal de meerderheid wel zeggen dat 
we dat onze kinderen niet kunnen aandoen. Maar de meesten van ons weten 
het niet echt. Daarom hebben we allemaal de taak te laten weten dat we 
het als mensheid zo niet gaan redden. Tegelijkertijd moeten we zeggen 
dat het mogelijk is het probleem op te lossen, zonder dat de welvaart er 
wezenlijk op achteruit gaat. Wel een beetje misschien, maar niet echt.’


Is het uzelf gelukt om te veranderen in alle jaren dat u nu leeft?

'Ben ik veranderd? ... Als kind was ik heel driftig. Ik heb me van 
lieverlee beheerst. Ik veroordeel mensen niet meer zo gauw om hun 
opvattingen of om wat ze doen. Ik denk dat je milder wordt als je ouder 
wordt. En door mijn vrouw Alexandra ben ik liefde belangrijker gaan 
vinden. Zij was een ontzettend liefdevolle vrouw en heeft dat enorm 
ingebracht. W. Somerset Maugham vroeg zich in zijn boek The Summing Up 
af wat de moeite van het leven waard was en zijn antwoord was ook: 
loving kindness.’


Door alle lezingen had u nog steeds een heel gevuld leven nadat uw vrouw 
was overleden. Vliegt de leegte u nu meer aan?

'Ik vind dat wel jammer, ik mis het geven van lezingen en colleges als 
activiteit. Het zijn kleinigheden in vergelijking met de echte grote 
problemen, maar leuk is het niet. Verder heb ik een zeer bevoorrecht 
leven. Ik heb veel te weinig problemen. Dat is misschien ook omdat ik de 
oorlog heb meegemaakt of omdat ik er al zo lang ben, mijn problemen 
voelen verwaarloosbaar. Ik woon hartstikke mooi, en ik heb vier lieve 
kinderen die ontzettend zorgzaam zijn en die zich enorm voor elkaar 
interesseren. We hebben een familie-app waarin alles wat er in de 
familie gebeurt eventjes met elkaar wordt gedeeld. En er wordt enorm 
meegeleefd als er iemand ziek is. Dat begaan zijn met elkaar zie ik in 
de kleinkinderen ook terug. Ze zijn ontzettend hecht.’


Hoe heeft u het voor elkaar gekregen om zo’n hechte familie te krijgen?

'In de opvoeding is respect het allerbelangrijkste. En dat is 
wederzijds: respect geven en vragen. Dus neem je kinderen serieus, 
luister naar wat ze zeggen. Behandel je kind zoals je de buurman ook zou 
behandelen, die roep je bijvoorbeeld ook niet in een vol gezelschap ter 
verantwoording, die neem je even apart.

'Maar als je kind 'trut’ zegt tegen zijn moeder, mag je dat niet pikken. 
Want dan respecteer je noch het kind, noch de moeder. Kind, jij bent het 
waard dat ik jou corrigeer. Zo heb ik het gedaan. Maar ik heb de 
kinderen nooit gestraft, nooit. Als ze iets deden wat me niet zinde, zei 
ik: kom, verhaal. En dan begon ik een verhaal te vertellen waarin dat 
gedrag een rol speelde. En als het klaar was, zei ik: oke, nu even terug 
naar wat jij deed, wat vind je daar nu van? En dan kom je tot een 
gesprek. Dus ik heb de kinderen altijd alleen maar gestraft met verhalen 
en met de eis dat ze probeerden te zeggen waarom ze iets deden.

'Ik zie af en toe Netflix, en bijna altijd is de verhouding tussen die 
ouderen en de teenagers zodanig dat je denkt: mijn hemel, hoe durf je? 
Maar ook: waarom accepteer je dat gedrag? Een ouder zegt iets tegen een 
kind, en die draait de rug toe. Never pik dat! Zeg: he, wat zullen we 
nou hebben zeg, zo gaan we toch niet met elkaar om? Dat is zo 
belangrijk. Zo belangrijk.’


Stel dat u, om maar even een vrolijk onderwerp aan te snijden, op uw 
sterfbed ligt, bent u dan het dankbaarst voor de hechtheid van uw 
familie?

'Ik denk het wel ja. De Amerikaanse socioloog Robert Putnam, die het 
boek Bowling Alone heeft geschreven, komt op grond van onderzoek tot de 
conclusie dat mensen die niet ergens bij horen, bij een gemeenschap, een 
vakbond, familie, een twee keer zo grote kans hebben om volgend jaar 
dood te gaan dan mensen die wel ergens bij horen.’


The sense of belonging.

'Ja, dat is toch wat he, dat blijkt gewoon uit onderzoek: Belong, zorg 
dat je ergens bij hoort. Ik ben politiek heel erg opgevoed met de Franse 
Revolutie, vrijheid van meningsuiting, individualiteit, ontwikkeling van 
mensen, en daar geloof ik nog steeds heel erg in. Maar toch nuanceer ik 
het de laatste tijd ook wel. Want individualisme leidt ook tot 
vrijblijvendheid, tot eenzaamheid. Uiteindelijk gaat het om die sense of 
belonging, dat zorgt voor liefde en een enorme kracht. En dat geldt ook 
voor de samenleving. Dus laten we deze tijd gebruiken om dat gevoel te 
verstevigen. Want hoe meer mensen zich erbij voelen horen, hoe groter de 
kracht om er gezamenlijk iets moois van te maken.’


Jan Terlouw
1931 Geboren in Kamperveen
1956 Doctoraal wis- en natuurkunde, Utrecht
1964 Gepromoveerd op onderzoek naar kernfusie
1970 Lid gemeenteraad Utrecht
1970 Zijn eerste kinderboek, Pjotr. Daarna volgen onder meer Koning van 
Katoren (Gouden Griffel), Oorlogswinter (Gouden Griffel), Briefgeheim, 
en Oosterschelde Windkracht 10, waarvan er meerdere werden verfilmd. 
Daarnaast schrijft hij boeken voor volwassenen, ondermeer met zijn 
dochter Sanne.
1971-1981 Lid Tweede Kamer voor D66
1981-1982 Vicepremier en minister van Economische Zaken in tweede 
kabinet-Van Agt
1983-1991 Secretaris-generaal Conferentie Europese transportministers, 
Parijs
1991-1996 Commissaris van de koningin in Gelderland
1999-2003 Lid Eerste Kamer

--------
(c) 2020 DPG Media B.V.


More information about the D66 mailing list