[D66] Boris Dittrich kiest voor zichzelf

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Mon Jun 1 13:16:03 CEST 2020


Bron:   Volkskrant
Datum:  29 mei 2020
Auteur: Evelien van Veen
URL:    
https://www.volkskrant.nl/de-gids/onze-gids-pas-op-mijn-26ste-wist-ik-het-zeker-ik-kies-voor-mezelf~b2dc13bb/


'Pas op mijn 26ste wist ik het zeker: ik kies voor mezelf'
----------------------------------------------------------

Van Tel Aviv naar Suriname en van Etta James naar Dvoraks grote 
trom: een tochtje door het culturele sterrenstelsel van Eerste Kamerlid 
Boris Dittrich.
Evelien van Veen29 mei 2020, 13:17

Er gaat wat heen-en-weer-gemail vooraf aan het gesprek, want Boris 
Dittrich wil een schoolsysteem (Montessori) en een woonzorgcentrum in 
Zeist op zijn favorietenlijstje zetten, toch niet de culturele aanraders 
waar deze pagina's doorgaans aan zijn gewijd. Maar we komen er toch over 
te spreken, bij hem thuis in Amsterdam. Zijn oude school en zijn moeder 
in het zorgcentrum leiden namelijk naar een belangrijk thema in zijn 
leven, dat ook een rol speelt in zijn nieuwe boek, Terug naar Tarvod: 
wanneer erken je dat je homoseksueel bent? Vanaf welk moment durf je te 
zijn wie je bent?

'Nog niet op de middelbare school', zegt Dittrich. 'Ik had altijd gewoon 
vriendinnetjes. Er knaagde wel een onbestemd gevoel aan me en ik voelde 
me wel altijd anders dan anderen, maar ik had daar nog helemaal geen 
label voor. Ik kende ook geen homo's, en als er bij ons thuis over 
gesproken werd, was dat in negatieve zin, alsof het criminelen waren. Ik 
weet nog dat mijn moeder hardop uit de krant voorlas dat er een jongen 
in homokringen was vermoord.'

'Toen ik een jaar of 16 was, heb ik eens naar het COC in Utrecht gebeld. 
Toen er werd opgenomen, viel ik stil, ik wist niet wat te zeggen. Zei 
een aardige stem: 'Het is moeilijk, he?' Ik legde meteen de telefoon 
neer, moest huilen om zoveel begrip. En dacht tegelijkertijd: jezus, wat 
reageer ik hier heftig op, wat is er met me aan de hand?

'Toen ik 18 was ging ik een jaar in Amerika studeren. Ik nam me voor: 
daar zoek ik uit of ik homo ben. Maar in Ohio kreeg ik mijn brief van 
mijn ouders die me jaren op achterstand zette. 'Er is iets vreselijks 
gebeurd in ons gezin', schreven ze. 'Je zus heeft verteld dat ze 
lesbisch is. We willen dat ze naar een psychiater gaat, we zijn ten 
einde raad.' Ik zie me nog staan bij de postvakjes met die brief in mijn 
hand. Ik kan geen homo zijn, besloot ik. Ik mocht mijn ouders niet 
teleurstellen, ze schreven immers: 'Gelukkig hebben we jou nog, en 
krijgen we kleinkinderen van jou.'

'In Leiden, waar ik na dat jaar rechten ging studeren, had ik vijf jaar 
lang een vriendin. Pas op mijn 26ste wist ik het zeker: ik kies voor 
mezelf. Een heel zware, moeilijke coming-out was het: mijn moeder 
huilde, mijn vader stak een sigaret op en zei: 'Nu hebben we twee 
kruisen te dragen' - zo werd ik weggestuurd.

'Het is later allemaal goed gekomen tussen ons, maar die eerste jaren 
was mijn moeder alleen maar bezig met wat anderen ervan zouden vinden. 
Toen ik Tweede Kamerlid was en me uitsprak voor het homohuwelijk, zei 
ze: waarom loop je er zo mee te koop? Pas toen een caissiere bij Albert 
Heijn zei: 'Boris Dittrich, dat is toch uw zoon? Ik vind dat zo goed van 
hem, het homohuwelijk, ik wil heel graag trouwen met mijn vriendin' - 
pas toen werd ze trots en kon ze van mij en mijn zus houden zoals we 
zijn. En, zoals het leven vol verrassingen zit: mijn zus heeft twee 
kinderen gekregen, dus kleinkinderen zijn er toch gekomen. Er is veel 
pijn geweest in ons gezin, maar gelukkig ook veel geluk.'

Boris Dittrich: 'Het gymnasium begon ik op een grote, katholieke 
scholengemeenschap in Utrecht, daar ging het helemaal niet goed. Ik was 
een moeilijke, opstandige puber, in leren had ik geen zin. Misschien 
omdat het gevoel anders te zijn dan anderen me dwarszat, maar ook omdat 
het klassikale, onpersoonlijke systeem niet bij me paste. In de vierde 
bleef ik zitten. We waren inmiddels verhuisd naar Zeist. Daar ben ik op 
het Montessori Lyceum voor de tweede keer in de vierde begonnen. Ik 
bloeide er helemaal op. We hadden maar zeven kinderen in de klas, zaten 
met de leraar om de tafel, je kreeg veel aandacht, daar gedijde ik bij. 
Een moment is heel bepalend geweest. De leraar Latijn, meneer de Boone, 
hield me op de trap staande en zei: 'Jou wil ik even spreken. Jij kunt 
ontzettend veel, als in je maar in jezelf gelooft.' Het klinkt als een 
gemeenplaats, maar dat gesprekje van nog geen vijf minuten is geweldig 
belangrijk voor me geweest.'

'Mijn moeder heeft de laatste drie jaar van haar leven in Vredenoord in 
Zeist gewoond, ze was 95 toen ze stierf. Ik was veel bij haar, alle 
moeilijkheden en onbegrip lagen inmiddels ver achter ons, we spraken met 
elkaar als vrienden. Dat zorgcentrum heeft diepe indruk op me gemaakt, 
zo goed en menselijk als ze daar met de bewoners omgaan. Met een 
verpleegkundige heb ik nog altijd contact.

Er waren ook fantastische vrijwilligers. Een ervan, laten we haar Jannie 
noemen, was transgender en duidelijk geboren als Jan. Mijn moeder had 
dat helemaal niet door, totdat een paar andere oude vrouwen haar 
opstookten niet meer met Jannie te praten, het was immers 
tegennatuurlijk wat 'hij' had gedaan. Mijn moeder vond dat 
discriminatie. Toen heeft ze het voor Jannie opgenomen. Ze zei: 'Ik word 
nog mensenrechtenactivist op mijn oude dag.' En ik dacht: goed zo, 
mama.'

'Toen ik op mijn 18de een jaar in Ohio studeerde, gingen we met een 
groepje een dag naar New York. Op het dak van het Empire State Building, 
400 meter hoog, waar je bij wijze van spreken over heel de wereld kunt 
uitkijken, dacht ik: hier wil ik wonen, hier wil ik zijn. Die stad 
maakte zo'n geweldige indruk.

'Tegen de tijd dat ik 50 werd, zat ik 12 jaar in de Tweede Kamer. Ik 
wilde iets anders - mijn vleugels uitslaan, net als vroeger, toen ik 
naar Amerika ging. Ik solliciteerde bij Human Rights Watch in New York - 
mijn man is kunstenaar, hij kon zo zijn boeltje oppakken en meegaan -, 
werd aangenomen en zocht op mijn eerste werkdag het adres: 350 5th 
Avenue, waar zou dat zijn? Bleek 't het Empire State Building te zijn. 
Mijn werkkamer was op de 35ste verdieping, onder dat dak waar ik op mijn 
18de stond. Ik ben er zes jaar heel gelukkig geweest. Dat gebouw is voor 
mij magisch.'

'Rond mijn 14de gingen we verhuizen van Utrecht naar Zeist. Omdat ik 
helemaal niet weg wilde uit Oog in Al, de buurt waar ik was opgegroeid 
en al mijn vriendjes had, kreeg ik als een soort troost van mijn ouders 
een parkiet, een groene. Dat was fantastisch, hij vloog los door mijn 
kamer en zat op mijn hoofd. Op een dag heb ik hem op het balkon gezet, 
is de deksel van zijn kooi door de wind opgelicht en is Davy 
weggevlogen. Dat vond ik toen heel triest.

Nu zitten er overal parkieten in de stad, in het Vondelpark, vanochtend 
nog, hier buiten in de boom voor mijn raam. En ik kan het niet helpen: 
al is het 50 jaar geleden, telkens als ik er een zie denk ik even: he, 
Davy is terug.'

'De laatste zes jaar van Human Rights Watch heb ik vanuit Berlijn 
gewerkt. We zijn inmiddels terug in Amsterdam omdat ik nu senator ben in 
de Eerste Kamer, maar onze flat in Berlijn hebben we aangehouden. Daar 
heb ik in maart platgelegen met corona - ik weet bijna zeker dat ik het 
op het Boekenbal heb opgelopen. Ik ben niet getest, maar ik was 
ontzettend ziek. Koorts van 40 graden, hallucineren, maar mijn huisarts 
in Berlijn zei: het is een zware griep. Terug in Amsterdam bleek uit 
longfoto's van mijn man - die om een andere medische reden gemaakt waren 
- dat hij corona had gehad, zonder veel klachten overigens. De radioloog 
zei tegen mij: 'En u had het dus ook.'

Enfin, ik had dus veel tijd om te lezen. Het verstoorde leven van Etty 
Hillesum onder meer. Het had jaren bij me in de kast gestaan, maar ik 
had het nog nooit gelezen. Wat een ontroerend en belangrijk 
oorlogsdagboek is dat. Nu wil een projectontwikkelaar het huis waar zij 
die dagboeken schreef, bij mij in de Concertgebouwbuurt, slopen om er 
luxe appartementen te bouwen. Dat kan gewoon niet. Ik heb meteen D66 
hier in de gemeenteraad benaderd. Zulk cultureel erfgoed moet worden 
beschermd.'

'Toen ik in 1977 voor het eerst in Israel kwam om drie maanden in een 
kibboets te werken, zei de taxichauffeur: mijd Tel Aviv, zo'n lelijke 
stad. Vond ik toen ook, maar nadat ik in Amsterdam mijn man Jehoshua had 
leren kennen, die uit Israel komt, ben ik er nog talloze keren geweest. 
Ik heb de stad heel erg zien veranderen, van armoedig en ouderwets naar 
een mondaine wereldstad met mooie Bauhaus-architectuur die met steun van 
Unesco is opgeknapt en een prachtige boulevard aan het strand. Er zijn 
niet zoveel wereldsteden met mooie stranden maar Tel Aviv is er een van. 
Het is de laatste jaren ook een hotspot voor veganisten geworden - we 
waren al een tijdje vegetarier, maar Jehoshua is veganist geworden en 
sinds 1 januari ben ik dat ook.'

'Een heerlijk land. Om de mensen, die zo hartelijk en vrolijk zijn, om 
het prachtige binnenland, het oerwoud, de natuur. Ik ben er een paar 
keer geweest voor Human Rights Watch om er over mensenrechten te praten 
vanwege die vreselijke Bouterse die er aan de macht is. Een tijdje terug 
mocht ik een toespraak houden in de synagoge van Paramaribo. Er zaten 
joden, moslims en christenen in het publiek. Ze discussieerden met 
elkaar; die diversiteit gaat daar heel goed samen. Dat vind ik zo 
bijzonder aan Suriname, hoe de bevolking - dus duidelijk niet de 
regering - er in harmonie met elkaar om weet te gaan. En het eten! Dat 
is zo lekker. Vooral pom, dat is mijn lievelingsgerecht. Mijn man maakt 
de lekkerste veganistische pom die er is.'

'Misschien ken je hem wel: Jack Nicholson is een psychiatrisch patient 
die in een kliniek met medepatienten een opstand begint tegen een 
tirannieke verpleegkundige. Het is heel mooi in beeld gebracht hoe ook 
een psychiatrisch patient over denkkracht beschikt, een mens is die 
dingen kan en wil. Die film heeft veel invloed op me gehad. In de tijd 
dat ik rechter was, kwam ik veel in psychiatrische ziekenhuizen om 
gedwongen opnames te beoordelen. Door One Flew over the Cuckoo's Nest 
heb ik altijd geprobeerd de mens achter de patient te blijven zien.'

'Zoek maar eens op: Etta James live in Montreux in 1975, waar ze I'd 
rather go blind zingt, een prachtig nummer over liefdesverdriet: ik zou 
liever blind zijn dan je met een te ander zien lopen. James is daar een 
grote, zwetende vrouw in een soort hobbezak, met die geweldige rauwe 
stem van haar, zo anders dan Taylor Swift en Dua Lipa en Ariane Grande 
en Camila Cabello, de grote muziekvrouwen van nu. Die worden op het 
podium in een bikini gedwongen door de muziekindustrie, ze zijn totaal 
gepolijst en tot een commercieel object gemaakt. Nee, dan Etta James, 
die kon tenminste zijn wie ze was.'

'Toen ik in Leiden studeerde zei een vriend: we hebben een secretaris 
nodig in het bestuur van het Nederlands Studenten Orkest, wil jij dat 
niet doen? Best, maar ik kon geen noot lezen en toen bleek dat ik toch 
mee moest spelen in minstens een stuk. Toen hebben ze me de grote trom 
gegeven in de Slavische Rapsodie van Dvorak. Met bloed, zweet en tranen 
lukte het, in het Concertgebouw, waar mijn ouders in de zaal zaten, dat 
was een uniek moment. En er kwamen allemaal lijntjes samen: een deel van 
de recettes stonden we af aan een fonds voor vluchtelingstudenten, 
waarvan mijn vader, die in 1948 uit Tsjecho-Slowakije naar Utrecht was 
gevlucht, als eerste student ooit een beurs ontvangen had. En mijn oma 
bleek ook nog een achternicht van Dvorak te zijn. Maar het is ook gewoon 
prachtige muziek. Elke keer als ik die grote trom hoor, word ik weer 
nerveus.'

'Hij hangt hier in de woonkamer, kijk, litho nummer 38 uit een oplage 
van 250. In 1988 werkte ik een blauwe maandag in Zuid-Afrika, bij het 
advocatenkantoor dat Nelson Mandela verdedigde. Op mijn werkkamer daar 
hing een jeugdfoto van Mandela. Niemand wist hoe hij er op dat moment 
uitzag, want hij zat toen al jaren in de gevangenis. Later, toen hij 
president van Zuid-Afrika was, heb ik hem ontmoet in de Tweede Kamer, 
hij is altijd een heel inspirerende figuur voor mij geweest. Dus toen 
deze litho van Marlene Dumas geveild werd voor een goed doel, moest ik 
hem hebben. Het is precies die jeugdfoto uit mijn werkkamer van toen.'

CV Boris Dittrich
21 juli 1955 Geboren in Utrecht
1981 Studeert af in rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden
1981 - 1989 Advocaat in Amsterdam
1989 - 1994 Rechter in Alkmaar
1994 - 2006 Tweede Kamerlid voor D66
2007 - 2019 Directeur bij Human Rights Watch in New York en Berlijn
2011 Eerste fictieboek, thriller Moord en Brand
2016 Thriller W.O.L.F.
Sinds 2019 Eerste Kamerlid voor D66

Van Boris Dittrich is net verschenen de roman Terug naar Tarvod (uitg. 
Ambo Anthos).
Dittrich is getrouwd met kunstenaar Jehoshua Rozenman en woont in 
Amsterdam.

--------
(c) 2020 DPG Media B.V.


More information about the D66 mailing list