[D66] GGZ-GATE: De nieuwe GGZ-wet is een bureaucratische ramp

R.O. jugg at ziggo.nl
Wed Jul 22 19:10:48 CEST 2020


(De Nederlandse psychiatrie is ook een ramp, rampzaliger zelfs. Wat 
denken die psychiaters wel niet?)


  De nieuwe GGZ-wet is een bureaucratische ramp

By
groene.nl
15 min
View Original 
<https://getpocket.com/redirect?url=https%3A%2F%2Fwww.groene.nl%2Fartikel%2Fde-mens-verdwijnt-uit-beeld>

Aan de nieuwe wet die gedwongen behandeling voor mensen met een 
psychische stoornis moet regelen, werd twaalf jaar gewerkt. Maar in de 
praktijk blijkt de wet onuitvoerbaar. ‘Niemand heeft het zo bedoeld, en 
toch is het gebeurd.’

[kapitaal]De een verscheurt ze, de ander trekt ze door de wc, weer een 
ander gooit ze in je gezicht, weet Claar Mooij. Brieven, soms meerdere 
per dag, die ze als psychiater van ggz-instelling Lentis in een 
eindeloze stroom op haar patiënten afvuurt. ‘Verschrikkelijke brieven’, 
geeft ze toe, in ‘zwaar juridisch jargon’. Toch verstuurt Mooij ze, 
omdat dit sinds 1 januari bij wet verplicht is. Patiënten moeten 
voortaan op de hoogte worden gebracht van iedere stap in de procedure 
van gedwongen zorg. ‘Formeel is het in hun eigen belang: zodat ze weten 
wat er gaat gebeuren en ze een klacht kunnen indienen.’

Maar onder patiënten zien de psychiater en haar collega’s bij iedere 
nieuwe brief de wanhoop toenemen. ‘Het gaat om heel kwetsbare mensen, 
vaak in ernstige psychische nood, soms erg achterdochtig. Wat denk je 
dat het voor effect heeft als je ineens een stuk of tien brieven van de 
ggz ontvangt? Ze zitten achter me aan, denk je dan.’ Veel patiënten 
lezen de brieven ook niet, merken Mooij en collega’s van andere 
ggz-instellingen. Eén patiënt probeerde zijn brieven zelfs in de fik te 
steken. Verpleegkundigen konden de brand nog net voorkomen.

Twaalf jaar werd er gewerkt aan de Wet verplichte geestelijke 
gezondheidszorg, die gedwongen behandeling voor mensen die door een 
psychische stoornis een gevaar zijn voor zichzelf of anderen beter had 
moeten regelen. Nederland kampt al jaren met een groeiend aantal 
dwangopnames, wat naast kostbaar vooral ook traumatiserend is voor de 
mensen zelf. De nieuwe wet moest het tij keren. Kon onder voorganger 
Bopz (Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen) dwangzorg 
alleen in de instelling worden geboden, de Wet verplichte ggz zou 
‘behandeling op maat’ bieden, zoals medicatie slikken in de 
thuissituatie. In overeenstemming met internationale verdragen zou dwang 
alleen worden toegepast bij een aanzienlijk risico op ‘ernstige schade’. 
En dan nog alleen als er echt niets anders op zit; als ‘ultimum 
remedium’ en zoveel mogelijk naar de wensen van de patiënt.

Van deze beloften lijkt nog weinig terechtgekomen. Mede door de 
tussenkomst van corona is het aan de vroege kant voor conclusies, maar 
duidelijk is dat de nieuwe regels leiden tot verwarring en frustratie 
bij alle partijen. Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico 
volgde afgelopen half jaar de invoering van de dwangwet. We spraken ruim 
vijftig betrokkenen, waaronder zorgprofessionals, (vertegenwoordigers 
van) patiënten en familie, juristen en burgemeesters. Zij vertelden dat 
de talloze regels rond gedwongen behandeling de zorg eerder slechter 
maken dan beter. Goed bedoelde waarborgen voor patiënten, zoals het 
recht om gehoord te worden door de burgemeester of om een eigen, 
alternatief ‘plan van aanpak’ te maken om niet te hoeven worden 
opgenomen, blijken in de praktijk plichtmatige exercities geworden. In 
de huidige invulling wordt gedwongen zorg er zelden mee voorkomen.

‘Wauuuuuw! dacht ik. Wie heeft dit geschréven?!’ Rutger Kips kon zijn 
ogen niet geloven toen hij in oktober 2008 de eerste versie van de wet 
las: twintig A4’tjes. ‘Het was bloedsimpel, iedereen kon het begrijpen. 
De combinatie van zo’n helder wetsvoorstel met zo’n stevige 
rechtsbescherming voor de patiënten; ik was in één klap enthousiast!’ 
Sinds 2006 zet Kips zich als jurist en activist in voor de rechten van 
daklozen, verslaafden en psychiatrisch patiënten. Hij weet hoe benard 
hun positie is, zelf was hij ook vijf jaar dakloos. ‘Ik heb ook weleens 
in een isoleercel gezeten, op het politiebureau’, vertelt Kips in zijn 
flat in een buitenwijk van Nijmegen. ‘Een week lang, met het licht en de 
radio aan. Je bent dan echt gedehumaniseerd. Maar dat is niks vergeleken 
met de verhalen van mijn cliënten, die maanden zaten opgesloten in de 
ggz. Verschrikkelijk! Nederland greep veel te lichtvaardig naar het 
middel van dwang. We waren Europees kampioen mensen opsluiten.’

Namens patiëntenbelangenvereniging MIND was Kips vanaf het begin nauw 
betrokken bij de totstandkoming van de Wet verplichte ggz. Hij noemt het 
zijn ‘levenswerk’. ‘Jarenlang heb ik als een leeuw gevochten om de 
mensenrechtenbescherming in die wet overeind te houden.’ In zijn 
woonkamer schuift hij zijn fiets opzij om een kast te kunnen openen. Er 
verschijnt een paar meter aan stoffige dozen vol papier. ‘Dit is alleen 
nog maar van vóór 2012. Op mijn computer staat nog zeker een halve 
gigabyte aan documenten.’ Hij slaakt een diepe zucht. ‘We begonnen met 
een makkelijk wetsvoorstel, en tien jaar later zitten we met een 
bureaucratisch gedrocht van heb ik jou daar.’

Op 28 januari dit jaar lopen drie psychiaters en twee verpleegkundigen 
het Tweede-Kamergebouw binnen en spreiden over de gang een 25 meter 
lange papierrol uit: alle documenten die zij moeten invullen, 
ondertekenen en versturen in het proces van dwangzorg. ‘Je zag mensen in 
de hal echt omkijken van: wat gebeurt hier?’ zegt psychiater Pieter 
Prins. Als geneesheer-directeur is hij bij zijn instelling, Altrecht, 
verantwoordelijk voor het bijhouden van de juridische regels. Daarnaast 
is hij voorzitter van de Commissie Wet- en Regelgeving van de 
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). Maar zelfs Prins kan de 
dwangwet niet doorgronden, elke keer komt hij nieuwe dingen tegen. Met 
de witte loper wil de NVvP aandacht vragen voor de kafkaëske situatie 
waarin ggz-personeel is beland.

In de honderd pagina’s die de uiteindelijke wet is gaan tellen, zitten 
ruim dertig schriftelijke plichten voor de ggz, vooral voor de 
geneesheer-directeur: naar de familie, het Openbaar Ministerie (OM), de 
burgemeester en soms zelfs de minister van Veiligheid. Nog meer brieven 
gaan er naar de patiënt, diens advocaat en vertrouwenspersoon. Dat kost 
per patiënt zo’n drie tot vier keer zoveel tijd als voorheen, vertellen 
de geneesheer-directeuren. Instellingen namen er extra medewerkers voor 
aan, of hebben de vacatures nog openstaan, want het tekort aan 
psychiaters is groot. ‘Een collega-psychiater en een 
collega-geneesheer-directeur zijn al opgestapt vanwege die wet’, zegt 
Remco de Winter van GGZ Rivierduinen. ‘En zelf heb ik slapeloze nachten: 
hoe krijgen we dit allemaal geregeld?’

Al het schrijfwerk gaat ten koste van goede zorg, vinden de 
zorgverleners. Prins: ‘Je zou die tijd liever besteden aan praten met de 
patiënt, om te kijken hoe je onvrijwillige zorg kunt voorkomen. In 
plaats van handen aan het bed heb je nu handen aan het toetsenbord.’ 
Patiëntenrechtenadvocaat Dick Poot ziet niet in wat zijn cliënten aan de 
bureaucratie hebben. ‘In de praktijk gaat dit compleet over hun hoofden 
heen. Voor mij is het ondoenlijk om het met hen te bespreken. Niet 
vanwege de tijd, die moet je dan maar maken, maar omdat het nauwelijks 
uit te leggen valt. En ik merk dat zij er angstig van worden.’

Ook het OM kan het werk niet bijbenen, ondanks extra geld dat de 
politiek vrijmaakte om meer officieren van justitie aan te stellen. Met 
name in Oost-Nederland, Amsterdam en Rotterdam zijn er grote 
vertragingen in de aanvragen van de zogenaamde ‘zorgmachtiging’: 
langdurige onvrijwillige behandeling bij mensen die zichzelf of anderen 
wel ernstige schade berokkenen, maar waarbij nog geen acuut gevaar 
dreigt. Het OM zegt een plan te hebben om de achterstand in te lopen, 
maar ondertussen verslechtert de toestand van deze mensen omdat ze niet 
willen worden behandeld. Belangenbehartiger Cliëntenbelang Amsterdam 
kent patiënten wier zorgmachtiging begin dit jaar werd aangevraagd en er 
nog altijd niet doorheen is. ‘Dat is natuurlijk zeer kwalijk. Zo wordt 
het uiteindelijk toch een crisis’, zegt projectleider Esther Kok.

Hoe kon het heldere wetsvoorstel uitmonden in het ‘bureaucratische 
monster’ dat het volgens betrokkenen geworden is? Vanaf het begin 
botsten de belangen. Vertegenwoordigers van patiëntenbelangen drongen 
aan op zoveel mogelijk manieren om dwang te kunnen afwenden. 
Burgemeesters en politie wilden juist meer mogelijkheden om in te 
grijpen. De ggz en het OM, worstelend met te weinig capaciteit, wilden 
er geen van beide meer verantwoordelijkheden bij.

In de eerste versie van de wet, waar Kips zo enthousiast over was, leek 
de belangenstrijd nog te kunnen worden opgelost via ‘commissies’: 
groepjes van een onafhankelijke psychiater, een jurist en een 
vertegenwoordiger van het familie- en patiëntperspectief. Zij moesten 
samen met de patiënt onderzoeken of gedwongen behandeling echt nodig is 
of dat er vrijwillige alternatieven bestaan. De rechter zou op basis van 
hun advies de beslissing nemen.

De commissies zijn het geesteskind van psychiater Remmers van 
Veldhuizen, die in Australië had gezien hoe goed ze daar werkten: ‘In 
een prettige, bijna no-nonsense-sfeer werd gezegd: er is van alles 
geprobeerd met jou, je hebt voor angst gezorgd in je gezin en dingen 
kapot gemaakt en nu vindt de dokter dat je gedwongen moet worden 
behandeld. Dan kon de patiënt zelf iets uitleggen, bijvoorbeeld: als ik 
maar niet díe medicatie krijg, want dan word ik stapeldol. Er viel te 
onderhandelen.’

Een Nederlandse pilot bevestigt dat familieleden en patiënten zich door 
de commissie serieuzer genomen voelen, al vindt Gee de Wilde, 
medeoprichter van patiëntenvereniging MIND, de commissies het begin van 
de juridisering en bureaucratisering. Hij had liever gezien dat er 
harder was gewerkt aan het voorkomen van dwang dan aan het regelen 
ervan. Psychiaters zijn overwegend positief over de commissies, maar zij 
klagen ook over de mogelijke bureaucratie: er zouden zo’n 26 extra 
psychiaters nodig zijn. Rechters vinden de procedure te complex.

Bezuinigingsdrift na de kredietcrisis geeft de doorslag: de politiek 
vindt de geschatte dertig miljoen euro aan kosten te veel. In 2012 veegt 
minister Edith Schippers ze van tafel. Maar wie moet dán de gevoelige 
kwestie van gedwongen behandeling aanvragen bij de rechter? De taken 
worden herverdeeld, waarbij vooral de geneesheer-directeuren 
verantwoordelijk worden gemaakt. Zijzelf zijn daar niet onverdeeld 
gelukkig mee; het betekent alsnog meer werk en meer benodigde 
menskracht. Ook de patiëntenverenigingen zijn niet blij: zij vrezen voor 
de traditionele almacht van de dokter.

‘Waarom niet de wet gewoon niet meer uitvoeren? De rechtbank, het OM, de 
GGZ – we lopen allemaal vast. Het is gevaarlijk. Prutswerk’

Het gebakkelei rondom de wet komt in een stroomversnelling na de moord 
op Els Borst, in februari 2014. De moordenaar, Bart van U., verkeert in 
de waan een goddelijke opdracht te hebben gekregen. In een onderzoek 
naar de tragedie komt de commissie-Hoekstra met vernietigende conclusies 
over de rol van de politie, OM en, in mindere mate, de ggz. Een van de 
fouten luidt dat de partijen informatie over Van U. niet met elkaar 
deelden, waardoor zij de risico’s verkeerd inschatten. De commissie 
stelt dat er dringend een betere aanpak moet komen van mensen die door 
hun psychische stoornis een gevaar voor de samenleving kunnen vormen.

‘Het debat sloeg definitief om van “minder dwang toepassen” naar “we 
moeten de samenleving beschermen tegen die enge, verwarde personen”’, 
herinnert Rutger Kips zich. Burgemeesters en politie laten luider van 
zich horen: zij willen meer middelen om mensen die door een psychische 
stoornis overlast veroorzaken in de zorg te krijgen en deze wet lijkt 
daar de weg voor. Er ontstaat een wapenwedloop tussen bescherming van de 
openbare orde enerzijds en rechtsbescherming van patiënten anderzijds. 
Terwijl Kips en andere vertegenwoordigers van het patiëntperspectief met 
lede ogen aanzien hoe het maatschappelijke debat verandert, hameren ze 
steeds harder op de zorgvuldigheid van de besluitvorming. ‘Wij wilden 
absoluut niet dat de psychiaters vanuit hun tunnelvisie zomaar konden 
beslissen dat dwangzorg nodig was,’ zegt Kips. ‘Wij wilden dat een 
onafhankelijke partij zou meekijken over de schouder van de 
geneesheer-directeur.’

Die rol wordt de officier van justitie toebedeeld. Voortaan moet het OM 
de gedwongen behandeling bij de rechter aanvragen. Niet alleen wordt zo 
tegemoetgekomen aan de wens van de patiëntenverenigingen om de 
besluitvorming te toetsen, het OM krijgt ook een centrale rol bij de 
vele nieuwe informatieplichten in de wet waar de commissie-Hoekstra voor 
pleitte. Alle informatie over patiënten die ggz, politie, gemeente en 
het OM moeten gaan uitwisselen moet gaan samenkomen bij de officier van 
justitie. Het OM heeft weinig zin haar ‘zwarte’ strafrechtjas te 
verruilen voor een ‘witte’ doktersjas en waarschuwt dat zij de werkdruk 
niet aan zal kunnen, maar dat mag niet baten; iemand moet het doen.

De geneesheer-directeur lijkt daarmee op de achtergrond te komen, maar 
ook de informatie- en verantwoordingsplichten voor de ggz nemen alleen 
maar toe. De procedure is met tussenkomst van de officier van justitie 
veel ingewikkelder geworden, en om patiënten hier goed van op de hoogte 
te houden, moeten die vele brieven krijgen. Wat ook in die 
patiëntenbescherming past: mensen krijgen de mogelijkheid om zelf een 
‘plan van aanpak’ te schrijven om gedwongen behandeling te voorkomen. 
Kips geeft het grif toe: ‘Aan een heleboel bureaucratie die nu in de wet 
zit, heb ik persoonlijk bijgedragen. Ik sta daar nog steeds achter. Het 
was bedoeld om de mensenrechten te bewaken: dwangtoepassing mag alleen 
als het écht niet anders kan en alleen via een uiterst zorgvuldige 
procedure.’

‘Dit is geen betere wet’, zegt psychiater en huidig voorzitter van de 
NVvP Elnathan Prinsen in mei 2017 tijdens een deskundigenbijeenkomst in 
de Eerste Kamer. Ook andere deskundigen, waaronder het OM, roepen de 
senatoren op de wet niet af te hameren. Maar de politiek heeft haast: 
het wetgevingsproces duurt nu al lang genoeg. Bij voorganger Bopz, 
waaraan meer dan twintig jaar werd geschaafd, kwam dat de 
uitvoerbaarheid ook niet ten goede. Wat nog wel wordt bedongen is 
uitstel in de invoering en de belofte van een evaluatie, twee jaar na 
ingang.

Het ene moment staat geneeskundestudent Anne boodschappen te doen, het 
volgende probeert ze wijs te worden uit het onsamenhangende verhaal van 
een man die zojuist heeft geprobeerd zichzelf te suïcideren. Voor de 
student is het haar bijbaantje. Zo’n twee keer per week heeft ze acht 
uur lang ‘bereikbaarheidsdienst’: ze hoort de verhalen aan van mensen 
die acuut gedwongen behandeling dreigen te krijgen. Anne krijgt een 
oproep wanneer er ergens in Nederland voor iemand een crisismaatregel 
wordt aangevraagd. Van tevoren weet ze nooit wat ze gaat krijgen. Vaak 
iemand in psychose, soms iemand die suïcidaal is, anorectisch of met een 
verslaving. Binnen een uur wordt van haar een verslag verwacht. Ze moet 
een vast script afdraaien: vragen of de patiënt toestemming geeft voor 
een gesprek; wat zijn ‘visie’ is op de crisismaatregel; of ze zijn 
gegevens mag doorsturen naar de patiëntenvertrouwenspersoon en of de 
patiënt afziet van het recht op een advocaat.

Anne doet het werk van de burgemeester. De Wet verplichte ggz bepaalt 
namelijk dat er door de burgemeester moet worden ‘gehoord’, om een 
onafhankelijk oordeel te vormen of gedwongen behandeling wel aan de orde 
is. Veruit de meeste gemeenten besteden deze ‘hoorplicht’ uit aan de ggd 
of aan een bedrijf. Anne belandde via een uitzendbureau bij deze 
‘hoorservice’. Ze had nog nooit met psychotische mensen gepraat. ‘Het 
zijn heel aparte gesprekken. Dan vraag ik: wat vind je van de 
crisisopname? En dan zegt diegene: ik heb bloemkool gegeten. Ik kijk er 
nog iedere keer van op.’ Ze doet haar werk zo consciëntieus en 
empathisch mogelijk. Officieel moet ze zich aan het script houden, maar 
onbegrijpelijke formuleringen zoals ‘heeft u bedenkingen tegen het laten 
bijstaan door een advocaat?’ past zij aan: ‘U heeft recht op een 
advocaat, wilt u dat?’

Hoewel Anne tevreden is met haar bijbaan, kent ze ook frustratie: ‘Ik 
wil hen helpen, maar in meer dan de helft van de gevallen is het 
onbegonnen werk, omdat iemand niet praat of omdat er geen touw aan vast 
te knopen is.’ In andere gevallen is er wel een gesprek mogelijk. ‘Dat 
zijn vaak mensen bij wie suïcidaliteit speelt, of anorexia. Hun visie 
kun je echt opschrijven en dan hoop ik maar dat de burgemeester dat ook 
in overweging neemt en niet denkt: ik keur alles goed.’ De beslissing 
van de burgemeester krijgt ze niet te horen. Als zij haar verslag heeft 
geüpload, is haar taak volbracht.

Elders in het land logt een burgemeester in op het 
informatie-uitwisselingssysteem voor de dwangwet, via de computer of de 
smartphone. In het dossier ziet die burgemeester het advies van de arts 
en kan hij of zij het hoorverslag lezen of terugluisteren. De hoorplicht 
is de burgemeesters net zo in de maag gesplitst als de officieren van 
justitie de regierol. ‘Een bijna theoretische exercitie’, werd de plicht 
voor ingang van de wet genoemd door Liesbeth Spies, burgemeester van 
Alphen aan den Rijn en voorzitter van het Nederlands Genootschap van 
Burgemeesters. Na een half jaar ervaring vindt ze dat nog steeds: ‘Zeker 
als iemand in een psychose zit, geen goed zelfinzicht heeft en de arts 
adviseert dat diegene niet gehoord kan worden, dan is mijn stellige 
overtuiging toch dat het advies van de arts meer leidend moet zijn dan 
de wet die zegt: horen.’

Volgens Spies leidt de hoorplicht niet tot een ander oordeel over de 
crisismaatregel. ‘Ik heb nog geen situaties gehad waarin het advies van 
de behandelend arts niet is opgevolgd. Ook van collega’s heb ik dat nog 
niet gehoord. En ik vraag me af of het in het belang van de cliënt is. 
Die is vaak al uit z’n eigen omgeving gehaald, vervoerd naar een locatie 
waar de beoordeling plaatsvindt, en dan moet er dus ook gehoord worden.’

Ook het ‘plan van aanpak’, het alternatieve plan dat een patiënt zelf 
mag opstellen om dwangzorg af te wenden, pakt minder mooi uit dan 
gedroomd. Binnen drie dagen nadat de patiënt een brief van de 
geneesheer-directeur heeft ontvangen, moet die schriftelijk melden zo’n 
plan te willen maken. Maar als patiënten daar al op ingaan, vertelt 
Remco de Winter, geneesheer-directeur van Rivierduinen, dan staan hun 
plannen meestal vol met ‘onzin’. ‘Eigenlijk slaat het nergens op. We 
gaan natuurlijk niet die ingewikkelde dwangzorgaanvraag doen als we 
denken dat er nog een mogelijkheid is dat de patiënt vrijwillige zorg 
wil ontvangen.’ Pieter Prins van Altrecht bevestigt: ‘Het gaat hier om 
een groep mensen die de post vaak niet eens opent. De bedoelingen waren 
goed, maar het schiet volkomen z’n doel voorbij.’

Psychiater in opleiding Jessica Verhagen deed de afgelopen zes maanden 
in haar instelling Dimence onderzoek naar het plan van aanpak. Slechts 
vijf procent van de patiënten leverde een plan in. ‘Dat is ontzettend 
weinig’, zegt ze. ‘Maar: bij de helft van hen – drie procent van het 
totaal – was het plan zo goed dat het dwangzorg kon voorkomen. Voor hen 
werkt het dus wél.’ Het ging vooral om patiënten die ziektebesef hebben 
en al eerder dwangzorg hadden gehad, zegt Verhagen. ‘Je kunt je afvragen 
of we bij die ene patiënt die een succesvol plan schrijft niet sowieso 
de dwangzorg hadden kunnen afwenden. Hebben we daar al die brieven voor 
nodig?’

Het protest van de psychiaters met de papierrol lijkt indruk te hebben 
gemaakt: al in februari zegt staatssecretaris Paul Blokhuis reparaties 
toe. Maar omdat fundamentele wijzigingen met een reparatiewet niet 
gemaakt kunnen worden, blijken de aanpassingen miniem, zoals een 
verruiming van een termijn met een paar dagen. ‘Een zoethoudertje’, 
aldus geneesheer-directeur Chefren ten Noever van Fivoor. Naar schatting 
gaat er van de 25 meter lange rol slechts anderhalve meter af.

Nu duidelijk is dat de ggz nog meerdere jaren opgescheept zit met een 
wet die zij onuitvoerbaar vindt, beraamt de Nederlandse Vereniging voor 
Psychiatrie nieuwe acties. ‘Misschien een week geen crisisopnames doen’, 
overweegt voorzitter Elnathan Prinsen hardop aan de telefoon. ‘Er komt 
een punt waarop je burgerlijk ongehoorzaam móet zijn.’ Ten Noever riep 
tijdens een overleg met collega’s uit andere instellingen al op tot een 
boycot: ‘Als iedereen er zo op vastloopt, waarom dan niet het ultieme 
middel inzetten en de wet gewoon niet meer uitvoeren? De rechtbank, het 
OM, de ggz – we lopen allemaal vast. Het is gevaarlijk, het is 
prutswerk! Weg ermee!’

Toch benadrukken de betrokkenen nog altijd achter de idealen van de wet 
te staan: dwang voorkomen, zorg op maat, inspraak voor patiënt en 
naasten. De geest van de wet vindt men prachtig, maar die geest is 
inmiddels ver te zoeken. De letter van de wet wordt ondertussen over 
alle patiënten uitgestort, terwijl slechts een enkeling, mondig en 
intelligent, daar raad mee weet. Patiëntenrechtenadvocaat Dick Poot: ‘95 
procent van mijn cliënten ontbreekt het aan ziektebesef. De stoornis 
staat aan het roer. Dat moet je altijd voor ogen hebben.’ Zorg op maat? 
‘De nieuwe wet staat humane zorg in de weg.’

In zijn huiskamer in Nijmegen steekt Rutger Kips nog een sigaret op. 
‘Het is zo technisch geworden, zo bureaucratisch. Het ís ook 
verschrikkelijk moeilijk: het gaat over een enorm breed scala aan mensen 
en aan gektes, en daar moet het allemaal voor kloppen. Je probeert de 
connectie te houden tussen wetssysteem, de bureaucratie eromheen en de 
mens. Maar dan verdwijnt toch de mens uit beeld. Niemand heeft het zo 
bedoeld, en toch is het gebeurd.’

------------------------------------------------------------------------

Dit onderzoek kwam tot stand met steun van Fonds Bijzondere 
Journalistieke Projecten, fondsbjp.nl. De echte naam van Anne is bekend 
bij de redactie


-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20200722/b09b9149/attachment-0001.html>


More information about the D66 mailing list