[D66] Zo raakte Nederland achterop bij het vaccineren (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #486)
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Mon Dec 28 12:36:06 CET 2020
Bron: Volkskrant
Datum: 28 december 2020
Auteur: Michiel van der Geest
URL:
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/zo-raakte-nederland-achterop-bij-het-vaccineren%7Ebdabe6a1/
Zo raakte Nederland achterop bij het vaccineren
-----------------------------------------------
'Zorgvuldigheid'. Dat is het argument van Hugo de Jonge waarom Nederland
pas weken later dan Duitsland begint met vaccineren. Een reconstructie
van de Volkskrant toont een ander beeld: hoe Nederland lang vertrouwde
op een eigen vaccinatie-infrastructuur die ongeschikt is voor het
Pfizer-vaccin.
9 november: de vaccinbaas rent juichend de trap af
Marc Kaptein zit thuis op zijn werkkamer als het bericht op zijn laptop
binnenkomt. Kaptein schiet van zijn stoel, rent juichend de trap af en
roept naar zijn vrouw: 'We zitten boven de 90 procent!' Die kijkt hem
niet-begrijpend aan en vraagt: 'Waar heb je het over?'
Kaptein, medisch directeur bij Pfizer, heeft net de resultaten binnen
gekregen van de eerste tussentijdse analyse van de fase-III-trials van
het vaccin dat de farmaceut samen met BioNTech ontwikkelde. De uitslagen
overtreffen alle verwachtingen.
In recordtijd hebben de farmaceuten, dankzij de nieuwe vaccintechnologie
van het messenger RNA een vaccin weten te creeren. De hoop bij Pfizer
was, zegt Kaptein, dat het tussen de 65 en 70 procent effectief zou
blijken. Daar hielden ze bij de farmaceut rekening mee. Boven de 90
procent was ongelooflijk, het droomscenario.
Door de nieuwe techniek wisten wetenschappers al vroeg de code van het
virus in vetbolletjes te laden. Pfizer zette in maart een miljard euro
opzij, begon proeven met vier vaccinvarianten en kon daardoor al snel na
de pandemie-uitbraak met de eerste testfases beginnen. In april
vaccineerde het de eerste proefpersonen in Europa, in mei volgden mensen
in de Verenigde Staten. In juli kwamen de eerste uitslagen. Toen dacht
Kaptein al: oeh, dit ziet er goed uit.
Hoopvol gaat hij augustus in, en hij begint mensen bewust te maken:
mogelijk lukt het om het vaccin eind dit jaar af te hebben. 'Dan werd ik
wel meewarig aangekeken.' Begin oktober brengt Pfizer het ministerie en
het RIVM op de hoogte van de verpakkingseigenschappen van het vaccin: te
bewaren bij -70, aanlevering in speciale dozen van duizend stuks.
Binnen een maand na die analyses in november levert Pfizer het volledige
dossier van vaccin BNT162b2 in bij de geneesmiddelenautoriteiten. Het
vaccin komt begin november opeens heel dichtbij.
Nederland is voorbereid, schrijft minister Hugo de Jonge al in september
aan de Tweede Kamer. Hij heeft immers het RIVM gevraagd 'na te denken
over en waar mogelijk voorbereidingen te treffen voor de uitvoering van
de vaccinatie'. Bovendien 'brengt het RIVM knelpunten in kaart en hoe
deze kunnen worden weggenomen'. En spreekt het instituut 'potentiele
uitvoeringspartijen over de mogelijkheden tot samenwerking'.
Eind augustus zijn deze ambtelijke voorgesprekken begonnen. Een soort
afstemmingsoverleggen tussen al die zorgpartijen die Nederland rijk is
aan de digitale tafel: VWS, RIVM, de GGD, en de verenigingen van de
huisartsen, verpleegkundigen, ouderenzorginstellingen,
thuiszorginstellingen, gehandicaptenzorg, arbo-artsen,
instellingsartsen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen verstandelijk
gehandicapten.
Er wordt geen sporthal afgehuurd, geen ict-systeem gebouwd, geen
medewerker aangenomen. 'We wisten sinds maart dat vaccins onze weg uit
deze pandemie zouden zijn. Je verwacht dat er scenario's zouden zijn
uitgewerkt', zegt een betrokkene die bij de gesprekken aanwezig was.
'Van dat iedereen een vaccin per post thuisgestuurd zou krijgen met
toedieningsinstructies, tot hoe om te gaan met een precair vaccin als
dat van Pfizer. Dat was er allemaal niet. Er zijn mensen die geloven in
'ad hoc'. Ik hoor daar niet bij.'
Het duurt tot diep in november voordat de bestuurders van alle
bovenstaande organisaties voor het eerst samenkomen om over vaccinaties
te praten. Dat is aan de vooravond van het advies van de
Gezondheidsraad. Die dicteert welke vaccinatiestrategie Nederland
hanteert: wie wordt in welke volgorde gevaccineerd? Pas dan kunnen de
overlegtafels concreet aan de slag.
19 november: het vaccinatieplan dat niet paste bij het vaccin
Dat rapport Strategieen voor COVID-19-vaccinatie komt uit op 19
november, vijfenhalve maand nadat de minister erom had verzocht. Het is
een doorwrocht advies waarin de Raad in 66 pagina's de voor- en nadelen
van verschillende strategieen goed leesbaar bespreekt.
Het uiteindelijke strategie-advies is niet verrassend: vaccineer eerst
de groepen die het meest te lijden hebben van het virus - ouderen,
mensen met onderliggende aandoeningen - en de zorgmedewerkers, en daarna
pas de gezonde 60-minners. Begin daarbij met de oudste ouderen met
aandoeningen, oftewel: de verpleeghuisbewoners en inwoners van
gehandicaptenzorginstellingen. En, als dat niet kan, de mensen die hen
verzorgen.
Precies zoals de ons omringende landen het gaan doen, en precies wat
oud-Gezondheidsraadvoorzitter Andre Knottnerus al in juni in de
Volkskrant voorspelt. Precies ook, zegt De Jonge tegen de klaarstaande
televisiecamera's, wat het kabinet al probeert te bewerkstelligen met
haar coronastrategie: de ouderen beschermen en de zorg ontlasten.
Een dag later ligt er dan ook een Kamerbrief, waarin het kabinet het
advies van de Gezondheidsraad overneemt. En er is een plan om die
vaccinaties uit te voeren, dat zoveel mogelijk aansluit 'op bestaande
structuren' en 'vertrouwde locaties'. Blauwdruk daarbij is de jaarlijkse
griepprik.
De huisartsen roepen elk jaar hun zes miljoen oudere en kwetsbare
patienten daarvoor op. En dit coronajaar hebben ze er daar bijna vier
miljoen van coronaproof gevaccineerd. De bedrijfsartsen in de
zorginstellingen geven die prik aan hun personeel, en het personeel van
de ouderen- en gehandicaptenzorg verzorgt de griepprik weer voor hun
bewoners.
Dat aansluiten bij bekende structuren is een diepe overtuiging van het
ministerie en het RIVM. Het geeft houvast op verder onbekend terrein.
Dat Duitsland kiest voor grootschalige vaccinatiecentra komt, zegt De
Jonge op 17 december nog, omdat het land 'ook niet die infrastructuur
[heeft] zoals wij die hebben met de griepvaccinatie en moest dus wel een
aparte infrastructuur optuigen voor deze vaccinatie'.
Als eind november, tijdens een bijeenkomst met journalisten, de term
'spierballenvertoon van de Duitsers' valt, reageert Jaap van Delden,
programmadirecteur covid-19-vaccinatie bij het RIVM: 'Spierballen
refereren aan kracht. Maar ik denk dat slimheid misschien wel
belangrijker is.'
Pas als het fijnmazige netwerk van de griepvaccinatie helemaal is
gebruikt voor de 6,5 miljoen kwetsbare en zorgverlenende mensen in
Nederland, komen de GGD's aan de beurt voor de tien miljoen overige
Nederlanders. Dat is pas ergens in augustus, denkt de GGD zelf, alle
tijd.
Dus nee, sporthallen zijn er nog niet gehuurd, zegt minister De Jonge op
27 november in een interview met NRC. 'Die hebben we voorlopig niet
nodig.' En: 'Voordat we naar die meer massale vaccinatie toe gaan zijn
we echt een paar maanden verder'.
In zijn Kamerbrief van 20 november is De Jonge dan ook vol vertrouwen.
'In de voorbereidingen is ook rekening gehouden met de mogelijkheid dat
in december al de eerste vaccins beschikbaar zijn.'
1 december: het moet toch anders
Op 1 december heeft Hugo de Jonge nieuws: 'Als alles meezit kunnen we in
de week van 4 januari beginnen met vaccineren.' De zorgpartijen die zo
hard werken om de vaccinatiecampagne voor te bereiden zijn verrast, zo
niet geirriteerd. Daar wisten zij niets van. Sterker nog, er waren nog
zo veel haken en ogen dat zorgbestuurders eerder op de dag het
ministerie in een overleg nog op het hart drukten vooral geen datum te
noemen.
Ouderenzorgorganisaties Actiz en Verenso (de specialisten
ouderengeneeskunde) sturen nog dezelfde dag een kritisch persbericht de
deur uit. Die genoemde datum is 'erg enthousiast en mogelijk een beetje
prematuur'. Want, zo schrijft Actiz, 'het definitieve draaiboek van het
ministerie van VWS heeft Actiz nog niet gezien. Er zijn nog veel vragen
en weinig antwoorden op dit moment.'
Dat noemen van die 4de januari is typisch De Jonge, zegt een betrokkene.
'Dat is een lastig dilemma bij deze minister. Dan denk je: doe nou eens
niet zo stoer, je loopt ons voor de voeten. Aan de andere kant kan het
helpen druk te zetten, om de dingen vooruit te brengen.'
Juist die dagen blijkt er een ander probleem. De vaccins van Pfizer zijn
niet geschikt voor toediening in de kleinschalige verpleeghuizen. Niet
zozeer de bewaartemperatuur van -70 graden blijkt het probleem, maar de
hoeveelheden - duizend per doos dus - waarin de farmaceut ze aanlevert.
Tussen half november en de eerste week van december onderzoekt het RIVM
of het mogelijk is de flesjes te herverpakken in kleinere hoeveelheden,
noodzakelijk om de fijnmazigheid van de Nederlandse vaccinatiestructuur
te kunnen bedienen. Het blijkt te omslachtig, te veel handelingen, 'het
lukte gewoon niet goed', zegt De Jonge later in de Kamer. 'Van die
ingewikkeldheid konden wij pas weten in de loop van november.'
Maar dat de vaccins in dozen van duizend kwamen, zegt Pfizer-directeur
Kaptein, dat was bij het RIVM en bij het ministerie 'sinds begin oktober
uit en te na bekend'. Een bewuste keuze van de farmaceut, zegt hij. 'Wij
zijn er altijd vanuit gegaan dat we miljarden doses moesten maken, we
zitten immers in een pandemie. Wij werken voor een wereldwijde campagne,
waarin we zijn uitgegaan van gecentraliseerde locaties met grote
verpakkingen.'
Dan vallen duizend doses nog mee, zegt Kaptein. Uurtje vaccineren in een
sporthal en het is weg.
Begin december moet de gekozen strategie in de prullenbak. Niet de
bewoners van de verpleeghuizen mogen als eerste, maar het personeel. Om
zo een 'beschermende ring' om de kwetsbaren heen te creeren, in
afwachting van het Moderna-vaccin dat wel kleinschalig kan worden
uitgedeeld. En dat vaccineren kan niet op de zorglocaties zelf, maar
moet in grootschalige vaccinatielocaties, waar grote hoeveelheden wel
zonder verspilling kunnen worden toegediend.
Probleem: de instellings- en arbo-artsen hebben helemaal geen ervaring
met het opzetten van dit soort vaccinatiestraten. De werkgevers en het
kabinet vragen de GGD om hulp, eerst vooral om de locaties op te zetten.
Een week later, op de dag dat in het Verenigd Koninkrijk de 90-jarige
Margaret Keenan als eerste de Pfizer-vaccinatie ontvangt, zijn het de
werkgevers zelf die de GGD nog een keer bellen: kunnen jullie toch niet
het gehele vaccinatieproces van de zorgmedewerkers doen? Van uitnodigen
tot prikken tot registreren.
Die GGD heeft namelijk een 'vangnet-functie', zo is afgesproken, in
principe zijn ze niet aan de beurt tot aan de zomer. De GGD heeft
daarbij al een uitzonderlijk zwaar jaar achter de rug, met het inrichten
van alle teststraten, het grootschalige bron- en contactonderzoek, tegen
een achtergrond van jarenlange bezuinigingen. Het vaccinatie-vangnet van
de GGD moet derhalve begin december nog helemaal worden opgebouwd.
De organisatie moet, minder dan een week nadat De Jonge sporthallen
huren nog niet nodig vond, op zoek naar 25 geschikte locaties om
grootschalig te kunnen vaccineren; in recordtempo een ict-systeem in
elkaar zetten ('in een tempo waarvoor de meeste ict-consultants voor de
eer bedankt zouden hebben', zegt Andre Rouvoet, voorzitter van de
GGD-koepel GHOR Nederland, later tegen de Volkskrant); en op zoek naar
prikpersoneel ('nog wel het minste probleem', zegt een woordvoerder).
Dat lag, legt Rouvoet later uit, aan de ingewikkelde en veranderende
leveringen van Pfizer. De farmaceut kon plots in 2020 geen miljoen maar
slechts 500 duizend doses leveren, en dus alleen maar in die onhandige
hoeveelheden, die niet te herverpakken waren. 'Niemand wist dat', zegt
Rouvoet. 'Toen werd aan ons gevraagd of we terugvalopties hadden. En die
hadden we.'
17 december: 'Kijk maar op de website van de Britten'
Nederland begint 8 januari met vaccineren, schrijft De Jonge aan de
Kamer. Dat is verantwoord en bovendien snel. Eerder kan niet, ook al
heeft het Europese Medicijnen Agentschap EMA de toestemmingsdatum met
ruim een week naar voren geschoven. Niet langer 29 december, maar 21
december is nu de datum.
Maar, zegt De Jonge, we moeten wachten op informatie van het EMA en een
laatste advies van de Gezondheidsraad over de strategie. Die informatie
moet nog worden verwerkt in de telefoonscripts voor de GGD-medewerkers
en in de ict-systemen die nog in ontwikkeling zijn. De GGD's bouwen een
planningssysteem voor de vaccinatieafspraken van zorgmedewerkers, waarin
leveringsinformatie van het vaccin moet staan, een juiste
vervolgafspraak, andere technische details. En die moeten dan via een
ict-bruggetje ook in de centrale database van het RIVM terechtkomen.
En welke informatie daar precies in moet, hangt weer van het
EMA-besluit. 'Iedereen die zegt dat dit sneller had gekund, snapt niet
hoe werkt', zegt Rouvoet daarom.
Tegelijkertijd adviseert het RIVM in de dagelijkse overleggen -
inmiddels tot wel vijf op een dag - de zorgverleners die snakken naar
vaccininformatie voor hun medewerkers vooral om ook te kijken op de
sites van de Amerikaanse en Britse medicijnautoriteiten: die hebben hun
besluiten immers al gepubliceerd, gebaseerd op dezelfde farmaceutische
data.
Op 4 januari moeten de systemen zijn getest en kan het inplannen van de
afspraken beginnen. In principe zijn dan vanaf 11 januari drie
GGD-regio's klaar om te vaccineren (bewust een klein aantal om
kinderziektes snel te kunnen detecteren en oplossen), vanaf 18 januari
kunnen overal in het land zorgmedewerkers terecht.
'Hadden wij vanaf het begin ingezet op grootschalige vaccinatie, dan
hadden wij twee weken eerder kunnen beginnen, dat zie ik ook wel', zegt
een voorzitter van een van de koepelorganisaties. 'Maar we leven in
Nederland, en daar zijn we het gewend kleinschalig te doen. Normaal gaat
dat prima. Er is heus wel vooruitgedacht, maar binnen de bestaande
structuren. Nu is het lastig te verkopen dat Duitsland en Belgie al
begonnen zijn.'
Uiteindelijk, zegt De Jonge in het Kamerdebat van 17 december, 'is een
week eerder of later beginnen niet de kern. Het is namelijk niet de
startdatum die bepaalt of je beschermd bent, maar het is de
vaccinatiegraad die bepaalt of je beschermd bent.'
Farmaceut Pfizer, zegt medisch directeur Kaptein, is slechts
leverancier. De geneesmiddelenfabrikant overlegt dagelijks met het RIVM
en VWS om oplossingen te bedenken voor de ontstane problemen, het is
niet aan hem een mening te hebben over het Nederlandse vaccinatieproces.
Maar, zegt Kaptein, 'wat ik moeilijk vond als mens is dat er zo'n nadruk
werd gelegd op het langetermijndoel van groepsimmuniteit. Ik weet ook
hoe hard vrienden van mij werken als arts op de ic of op de
covidafdelingen. Het wordt nu nog zwaarder voor ze in de derde golf.
Voor het kortetermijndoel, het beperken van de druk in de
gezondheidszorg, had meer aandacht mogen zijn.'
Twee weken eerder beginnen maakt namelijk wel degelijk verschil, zegt
eerder hoogleraar immunologie Anke Huckriede uit Groningen tegen de
Volkskrant. 'Er overlijden in Nederland ongeveer vierhonderd mensen per
week aan corona en zijn er circa 60 duizend nieuwe infecties. Gezien het
feit dat elke geinfecteerde weer nieuwe mensen infecteert, is het
uiterst belangrijk dit aantal zo snel mogelijk naar beneden te krijgen.
Hoe sneller we kunnen beginnen met vaccineren hoe sneller we de meest
kwetsbaren kunnen beschermen. Dat betekent minder doden. Des te sneller
ook zal de door vaccinatie bewerkstelligde immuniteit helpen de verdere
verspreiding in te dammen.'
De startdatum voor de vaccinaties die De Jonge in zijn Kamerbrief zet is
8 januari. De laatste dag van de week van 4 januari, precies zoals hij
begin december aankondigde. 'Logisch', vindt Rouvoet. 'Je wilt een
moment creeren om aan Nederland te laten zien dat we zijn begonnen met
prikken.' Maar, zegt hij ook, 'dit is de grootste vaccinatieoperatie uit
de Nederlandse geschiedenis. Die valt of staat niet met twee of drie
dagen. Het is in die zin symboliek.'
'Het zal een eerste spuitje zijn', schampert een koepelvoorzitter.
'Blazoenzuivering', stelt een andere. 'Deze minister is in staat een in
Duitsland van de vrachtwagen gevallen vaccin in iemands arm te zetten,
en het dan nog als bewijs te presenteren dat de campagne geslaagd is.'
--------
Deze reconstructie is tot stand gekomen aan de hand van Kamerdebatten,
brieven aan de Kamer, uitlatingen van betrokkenen in andere media, en na
uitgebreide (achtergrond)gesprekken met twaalf betrokkenen. Het RIVM
heeft de reconstructie gelezen en zag 'geen grote feitelijke
onjuistheden'.
--------
(c) 2020 DPG Media B.V.
More information about the D66
mailing list