[D66] Murwgebeukt door de machine - Jacques Ellul

R.O. jugg at ziggo.nl
Sun Aug 9 19:13:14 CEST 2020


<http://www.frankmulder.info>
http://www.frankmulder.info/2014-03-28/murwgebeukt-door-de-machine/

*De Groene Amsterdammer 13 (27 maart 2014)*


  Murwgebeukt door de machine
  <http://www.frankmulder.info/2014-03-28/murwgebeukt-door-de-machine>

*

De maand van de filosofie gaat dit jaar over techniek. Maar van de 
misschien wel interessantste denker hierover, de Fransman Jacques Ellul, 
heeft in Nederland vrijwel niemand gehoord. Hoog tijd om kennis te maken 
met ‘de man die (bijna) alles heeft voorzien’.


Tekst: Frank Mulder

*

Beeld: Kamagurka


          download artikel
          <http://www.frankmulder.info/images/2014-04/murwgebeukt-door-de-machine.pdf>

*ELLUL EN FILOSOFEN*, dat heeft nooit goed geboterd. De intellectuelen 
in Parijs keken neer op deze provinciale snuiter die altijd in Pessac 
bleef wonen, onder de rook van Bordeaux. Andersom was er ook weinig 
bewondering. Hoe kun je vertrouwen op de wijsheid van een Heidegger, als 
die niet eens in staat was het discours van Hitler te doorzien? Of een 
Sartre, die keer op keer de plank missloeg in zaken die je kunt 
verifiëren, zoals de ware aard van de Sovjet-Unie? 'Waarom zou ik hem 
dan geloven als hij vertelt over verheven zaken die ik niet kan 
controleren?'

Ellul was jurist, historicus, socioloog en theoloog. Hij hamerde er 
altijd op dat een denker zijn voeten in de modder moest hebben. 'Wij 
moeten niet denken aan de Mens, maar aan onze buurman Jan', schreef hij 
in 1951. 'Ik weiger te geloven in de vooruitgang der mensheid omdat ik 
van jaar tot jaar bij de mensen die ik ken, wier leven ik van nabij volg 
en in wier midden ik mij bevind, de zin voor verantwoordelijkheid zie 
afnemen, de ernst waarmee zij arbeiden zie verminderen, de erkenning van 
een waar gezag zie verdwijnen en het streven naar een eerbaar leven zie 
verslappen', terwijl ze vol rancune en ressentiment 'in een wanhopige 
worsteling verwikkeld zijn met al die onbekende machten om hen heen.'


          Overzicht van alle artikelen over Ellul
          <http://www.frankmulder.info/tag/ellul>

Nee, een vooruitgangsgelovige was Ellul niet. Maar het is een grote fout 
om hem af te schrijven als een romantische, conservatieve 
aartspessimist, zoals veel critici voor het gemak hebben gedaan en nog 
steeds doen. Wie zijn boeken leest, staat juist versteld van de 
actualiteit en de frisheid van de toekomstscenario's die in grote lijnen 
werkelijkheid aan het worden zijn. /L'homme qui avait (presque) tout 
prévu/, de man die (bijna) alles heeft voorzien, zo luidt dan ook het in 
Frankrijk succesvolle boek over Ellul. Het is geschreven door Jean-Luc 
Porquet, redacteur van het Franse satirische blad Le Canard Enchaînée. 
Of het nu gaat om nucleaire risico's, terrorisme, de opkomst van de 
surveillancestaat, de lobbydemocratie, eenzaamheid in tijden van 
internet, opstanden in arme landen of de instorting van de 
schuldeneconomie: Ellul heeft er decennia geleden al voor gewaarschuwd.

*HET IS MOEILIJK* om Ellul in een hokje te stoppen. Hij leefde van 1912 
tot 1994. Officieel doceerde hij sociologie en rechtsgeschiedenis aan de 
rechtenfaculteit in Bordeaux. Maar als hij achter zijn schrijftafel zat, 
iedere ochtend van zes tot acht, overschreed hij de grenzen van welk 
vakgebied dan ook. Hij schreef meer dan vijftig boeken en duizend 
artikelen. Naast sociologie, rechten en geschiedenis heeft hij een 
aanzienlijk theologisch oeuvre. Daarnaastwas hij maatschappelijk zeer 
actief. Het motto /Think global act local/, bekend van de mondiale 
milieubeweging, komt uit de koker van Ellul en z'n vrienden.

In 1954 publiceerde hij het boek dat het fundament vormde voor zijn 
verdere werk. Het verscheen in Amerika – tien jaar later pas, op 
aandringen van Aldous Huxley– onder de naam /The Technological Society/ 
en sloeg daar in als een bom. De wereld wordt niet gestuurd door het 
kapitaal, schrijft hij, of door politiek, maar door iets anders: door 
techniek. Niet techniek in de zin van apparaten en machines, maar in de 
zin van een maatschappelijk ordeningssysteem dat zichzelf aandrijft, 
voortdurend op zoek naar dat ene meest efficiënte middel, op ieder 
gebied. Dat systeem omvat niet alleen de traditionele techniek, maar ook 
politieke, economische en sociale technieken.

Wie dit technische systeem wil bestuderen, zal het in samenhang moeten 
bekijken. We kunnen niet praten over de 'voordelen en nadelen' ervan. 
Techniek zet namelijk ons hele leefmilieu op z'n kop. Neem de auto. Die 
staat niet op zichzelf, want een auto is verweven met de wegen die we 
ervoor moeten bouwen, met de olie die we moeten importeren en met de 
lopende band die Ford heeft ingevoerd. Niets in de cultuur blijft intact 
waar techniek doordringt, zegt Ellul.

'Ellul zag al in de jaren dertig dat techniek de grootste kracht tot 
verandering in de wereld is', schrijft de journalist Porquet, auteur van 
het bekende Ellul-boek, in een email. 'Maar hij sluit zich niet aan bij 
het koor dat zegt dat technische vooruitgang altijd positief is, en dat 
de mens aan het roer staat. Volgens Ellul stond techniek lang ten 
dienste van de mens, maar is dat twee eeuwen geleden, tijdens de 
industriële revolutie, veranderd. Sinds deze eeuw, zegt hij, is techniek 
een autonome kracht. Een proces zonder subject, dat de vrijheid van de 
mens bedreigt.'

Een blik op Elluls boektitels maakt duidelijk op welke terreinen hij 
zijn analyse toepaste: /Money and Power, Propaganda, The Political 
Illusion, The Technological Bluff/, om alleen zijn meest bekende werken 
te noemen. Bekend althans in Frankrijk en de VS, want in Nederland is 
geen enkel sociologisch boek van hem verschenen.

Mensen die hem wegzetten als conservatieve mopperkont, citeren hem 
meestal niet, of onvolledig. Ellul legt namelijk keer op keer uit dat 
hij niet tegen technische vernieuwing is, en dat de mens altijd een 
technisch wezen is geweest. Hij is tegen technicisme, waarbij technische 
efficiëntie haar eigen norm wordt. Met andere woorden: de middelen 
worden ons doel. Het gaat hem er dus niet om dat hij machines niet leuk 
vindt of niet ethisch. Hij beschrijft alleen, met een ijzeren logica, 
hoe het technische systeem de hele wereld onderwerpt aan de wetten van 
de machine.

Die onderwerping leidt altijd tot conflicten en problemen. Problemen die 
op hun beurt worden aangepakt, met nog meer organisatie en techniek. Om 
bij het voorbeeld van de auto te blijven: de grote mobiliteit maakt een 
centrale planning van wegenbouw noodzakelijk, en de vraag naar olie 
zorgt voor de noodzaak van legers in het Midden-Oosten. Dat kan niet 
zonder sterke staat, inclusief propaganda-afdeling. Zo breidt het 
technische systeem zichzelf altijd uit.

Voorbeelden van die autonome beweging van techniek zien we iedere dag in 
de krant. Denk aan de Joint Strike Fighters, die we niet nodig hebben 
voor de vliegtuigen zelf maar vooral omdat we anders niet bij de grote 
jongens aan tafel mogen zitten. Of aan de hi-techsystemen die de 
Europese Unie bouwt om immigranten en toeristen automatisch aan hun 
vingerafdrukken te herkennen. Niet omdat het een oplossing is voor een 
helder probleem, maar gewoon, 'omdat het kan'. Of zoals een fabrikant 
van drones bij een beleidsvergadering opmerkte: 'We weten nog niet 
precies wat het probleem is, maar wel dat drones de oplossing zijn.'

Techniek breidt zich uit, autonoom en steeds sneller. Maar dat werkt 
alleen als mensen zich daarnaar voegen. Hun cultuur, hun gemeenschappen, 
hun natuurlijke leefmilieu, hun vrijheid: alles wordt onderworpen om 
mensen plooibare, anonieme leden van de massa te maken. Mensen laten 
zich dat gebeuren, omdat ze een heilig respect hebben voor techniek en 
vooruitgang.

'Mensen hebben ontzag voor wat het machtigst is', zegt Ellul eens in een 
interview. 'Niemand heeft het opgemerkt, maar na de ontploffing van de 
atoombom op Hiroshima werd in Japan plechtig verklaard dat de keizer God 
niet is. Techniek onttroont alle goden.' Het gevolg is dat mensen 
techniek als sacraal gaan beschouwen.

Maar het conflict blijft. Mensen en hun cultuur zijn namelijk niet 
aangepast aan een technische maatschappij. Hoe meer de samenleving 
gevormd en beheerst wordt door techniek, des te sterker de onderhuidse 
spanningen worden, of die zich nu uiten in depressie, seksualisering of 
werkloosheid. Of de spanning – zoals hij in de jaren tachtig al schreef 
– tussen de derivatenhandel en de reële economie, die wel tot een 
schuldencrisis in het Westen móet leiden. De technische orde zal zich 
blijven uitbreiden, waarschuwt Ellul, maar wel temidden van een 
groeiende chaos.

*'VLAK VOOR ZIJN DOOD* heb ik hem gezien, op een afscheidscongres', zegt 
Hans Achterhuis, die zelf door Ellul is beïnvloed. 'Een ontroerend 
beeld: zo'n oude, broze man, maar wat een uitstraling.' Ellul is van 
fundamenteel belang voor ons denken over techniek, zegt Achterhuis. 'Hij 
heeft heel goed laten zien dat techniek een eigen werkelijkheid is, 
naast de talige werkelijkheid die we altijd al kenden en waar morele 
oordelen tellen.'

Vroeger was techniek onderdeel van de talige, morele wereld. In de 
achttiende eeuw kon in Leiden nog een spinmachine in de gracht worden 
gekieperd omdat de kerk het immoreel vond dat mensen hun baan erdoor 
zouden kwijtraken. ‘Nu kan dat niet meer. Tegen technische en 
economische ontwikkelingen kun je over het algemeen geen nee zeggen. 
Mensen zien dat vaak niet. Er is geen doelrationaliteit. Het systeem is 
een olietanker waar je tegen kunt duwen, maar die je niet kunt sturen.'

Achterhuis is wel wat optimistischer dan Ellul over de autoriteit die 
maatschappelijke instituties nog hebben om de moraal en het recht te 
beschermen. Maar, zegt hij, de meeste mensen zijn daar erg naïef over. 
Nu we het erover hebben, wordt de Nederlandse filosoof weer helemaal 
enthousiast. 'Wat Ellul schreef, dat is precies wat we om ons heen zien. 
Neem de NSA. Waarom is het nodig om iedereen in de hele wereld af te 
luisteren? Ik begrijp dat echt niet. De enige reden is: omdat het kan. 
De NSA is zijn eigen doel geworden.'

Over de NSA gesproken: Ellul schrijft al heel vroeg dat de technische 
staat boven zal komen drijven als totalitaire macht die steeds meer van 
het burgerleven gaat opslokken. Totalitair wil niet zeggen dat er 
marteling en willekeur is. Integendeel, schrijft Ellul in 1954 (!): 'De 
politie voert geen open acties meer uit en er is niets mysterieus meer 
aan. Daardoor voelt het niet als onderdrukking. Politiewerk is 
“wetenschappelijk” geworden. Hun files bevatten dossiers van iedere 
burger. Ze zijn in de positie om de handen te leggen op iedereen die op 
welk moment dan ook “gezocht” wordt, en dat vermindert tot op grote 
hoogte de noodzaak om het ook te doen. Niemand kan aan de politie 
ontsnappen of verdwijnen. Maar niemand wil dat ook. Een elektronisch 
dossier is niet bijzonder beangstigend.' De technicus, vervolgt Ellul, 
heeft daarbij de taak om het systeem te perfectioneren, opdat de mens, 
'oog in oog met de perfect functionerende machine, geen initiatief meer 
toont en geen wil meer heeft om weg te rennen. De capaciteit om de 
machine te vergeten is het ideaal van technische perfectie.'

*ELLUL IS BRILJANT*, zegt Heikelien Verrijn-Stuart, journalist en 
rechtsfilosoof en onder meer lid van de Adviesraad Internationale 
Vraagstukken. In de vele stukken die over privacy en surveillance 
verschijnen, mist ze altijd een belangrijke dimensie. 'Dat is de 
onontkoombaarheid van techniek. Ellul zei al: techniek en propaganda 
moeten, om succes te boeken, als voedsel en lucht zijn. Ze moeten in 
onze poriën zitten. Dan is het niet meer te onderscheiden en is er niet 
tegen te vechten.'

Maar achter dat technische systeem zitten keiharde neoliberale belangen, 
die vooral willen dat de economie blijft draaien. 'Staten worden 
beheerst door particuliere systemen. Degenen die alles van ons willen 
weten zijn de banken. Degenen die de grenzen willen bewaken, zijn 
private beveiligingsbedrijven. Ellul had gelijk met zijn beschrijving 
van de politiestaat, maar het woord politie moet je wel vervangen door 
corporate en security. We leven in een corporate securitystaat. Dat 
doordrenkt elk niveau van de staat. Corporate power móet spioneren, moet 
zich ontwikkelen, moet winstmaken.'

De domste opmerking is ‘dat is een complottheorie', vindt 
Verrijn-Stuart. 'Techniek is een systeem dat zichzelf uitbreidt, niet in 
een voorzichtige curve maar in een rechte lijn naar boven. Techniek ís, 
zegt Ellul. Als de staat daarvoor nodig is, zal die er zijn. Staten zijn 
machten en zijn tegelijkertijd uitgehold, weerloos. Dat maakt verzet zo 
ingewikkeld, tegen wie moeten we ons verzetten?'

Alle onderdelen van de samenleving zijn ervan doordrongen. 'Daarin zit 
het totalitaire. We zijn totaal beheerst. Onze macht kan alleen nog maar 
tot uiting komen door middel van techniek. De grootste daad van verzet 
voor journalisten is het indienen van een online Wob-verzoek. We zien nu 
over de gehele wereld het alternatief: vechten op straat; in Brazilie, 
op Taksim, op Tahrir, in Spanje, Portugal, Parijs en in Italië, allang 
in Palestina, maar nu ook in Thailand.' Want mensen die niet meer nuttig 
worden gevonden, worden zoals Ellul al zei onzichtbaar gemaakt. Dat is 
feitelijk precies wat er aan het gebeuren is. 'We zien het in 
Zuid-Europa bij de hoogopgeleiden die geen baan meer hebben. Of in 
Brazilie, waar het vervoer zo duur gemaakt, dat de armen niet meer naar 
de stad kunnen om te werken of te demonstreren.'

De meeste mensen willen echter niet meer denken. 'Mensen zijn niet 
onverschillig, maar murwgebeukt, machteloos. Wat móeten ze ermee? En ze 
worden voortdurend afgeleid, bezig gehouden, en geprikkeld; ook dat is 
de rol van de technologie. Als ik Ellul in mijn eigen woorden samenvat: 
eerst waren we schepselen van God, toen onderdeel van de totalitaire 
staat, toen onderdeel van de massa en nu een levenloos deeltje van de 
technische machinerie.'

Het zijn stevige woorden. Verlammend ook, vinden sommige mensen, zoals 
Peter-Paul Verbeek, hoogleraar techniekfilosofie in Enschede. 'Ik zie 
ook wel dat we cameratoezicht niet gaan tegenhouden. Maar ik pik het 
liever op als bron van herontwerp. Debatteer over de manier waarop. We 
moeten ons er niet tegenover stellen, we zijn er deel van en kunnen er 
mede vorm aan geven.' Techniek is geen apart domein, zegt Verbeek, mens 
en techniek zijn altijd verweven. Daarom kiest hij liever voor de 
empirische school, die de impact van concrete technologieën bekijkt en 
niet op zoek is naar een grote techniektheorie. 'Ellul heeft goed gezien 
hoe groot de kracht van techniek is, maar bijhem krijg ik alleen maar 
het gevoel dat dé techniek dé mens bedreigt. Ik vind dat een sombere 
visie. Dat is precies waar ik me in mijn hele werk tegen wil keren.'

Volgens Achterhuis sluiten beide benaderingen elkaar niet per se uit. 
'Ik vind het belangrijk om met Ellul eerst de eigen wetmatigheid van de 
techniek te begrijpen, om dan later misschien op concrete punten een 
moreel oordeel te kunnen vellen en daardoor ook enigszins te sturen, of 
zoals Verbeek het zou zeggen: begeleiden.'

Terwijl sommige mensen door Elluls harde woorden verdrietig achterover 
zinken in hun bureaustoel, is het opvallend hoe lichtvoetig de Franse 
socioloog zelf blijft. Dat komt doordat er bij hem altijd een 'buiten' 
bestaat. Ellul bekijkt de wereld altijd met twee brillen tegelijk.

De ene bril is de bril van Marx. De schellen vielen hem van de ogen, 
schrijft hij, toen hij op zijn achttiende Das Kapital las. Ineens viel 
alles op zijn plek: de armoede in zijn jeugd, de werkloosheid van zijn 
vader, de arbeid in de fabrieken. Marx overtuigde hem van een paar 
principes die Ellulzijn levenlang zou meedragen. Dat mensen een 
revolutionaire taak hebben tegenover de maatschappij waarin ze leven. 
Dat iedere analyse zijn wortels moet hebben in de materiële realiteit. 
En, zoals hij in een interview zegt: 'Dat ik altijd aan de kant sta van 
de uitgeslotenen, de niet-aangepasten, de mensen aan de rand.'

De andere bril is de bril van het geloof. Ellul maakte op zijn 
twintigste een diepe godservaring mee waarvan hij alleen maar vertelt 
dat het heftig was. Een paar jaar later sloot hij zich aan bij de kleine 
protestantse kerk in Frankrijk. Zijn grote inspiratiebron werd Karl 
Barth, de Duitse theoloog die zich verzette tegen het nazisme. Voor Karl 
Barth stond centraal dat God altijd buiten onze menselijke systemen 
staat, maar daar wel op ingrijpt. Dat maakte indruk op Ellul, die juist 
begon te ontdekken hoe gesloten onze systemen zijn.

Inclusief religieuze systemen. Ellul was er altijd van overtuigd dat de 
openbaring van God, verpersoonlijkt in Christus, niet in een religie te 
vangen is of in een moraal. Dat is een poging om de vrijheid weer in een 
systeem te gieten. Niet religie, maar geloof is de tegenhanger van 
Techniek. Geloof is een zaak van liefde, als antwoord op Gods liefde, en 
dat is vrijheid. Maar mensen willen dat niet. Ze stellen hun vertrouwen 
liever in systemen die hen een toren tot in de hemel beloven. Religie is 
een onderdeel van dat menselijk project om te heersen, aldus Ellul. Marx 
zag dat. Marx biedt noodzakelijke, sociologische kritiek op religie. 
Maar zijn oplossing geeft geen bevrijding uit wat het echte probleem van 
de mens is: de macht van de middelen. Daarvoor moet je Marx 
tegelijkertijd onder kritiek stellen van het evangelie van Christus.

En nu komt het moeilijke, maar ook precies dat wat hem zo sterk maakt: 
Ellul probeert nooit een middenweg te vinden. Hij wil zijn sociologische 
analyse van het technische systeem en zijn theologische hoop niet met 
elkaar bevuilen. Er blijft altijd een spanning. Ellul was verklaard 
tegenstander van een soort links christendom dat maatschappelijke 
vooruitgang zag als verwerkelijking van het koninkrijk Gods. Gods 
vrederijk gaat komen, maar we kunnen nooit zeggen dat we weten hoe, 
schrijft hij in het boek Subversief christendom (een theologisch werk 
dat wel in het Nederlands is vertaald). God moeten we buiten onze 
systemen houden. Maar tegelijkertijd kunnen we met de radicale, op 
geloof gebaseerde vrijheid, anders in die systemen staan. Het zorgt 
ervoor dat je eerlijk het kwaad in de ogen kunt kijken, zou je kunnen 
zeggen. Zonder het te overgieten met een optimistische saus omdat hetje 
anders te moeilijk wordt. Hij noemt dat 'dialectisch' denken, waarmee 
hij een oude term van Hegel en Marx een nieuwe invulling geeft. Sommige 
tegenstellingen kun je niet verzoenen door erover te theoretiseren, zegt 
Ellul, alleen door ze uit te leven.

*CONCREET BETEKENT DAT* een permanente houding van verzet. 'Vrijheid 
begint met nee zeggen', zei Ellul altijd. Al in de jaren dertig richtte 
hij, samen met zijn vriend Bernard Charbonneau, actiegroepen op om 
jongeren weg te rukken uit de propaganda van totalitair links en rechts. 
In de jaren veertig waren Ellul en zijn vrouw Yvette, ondergedoken op 
het platteland, een spilfiguur in het Franse verzet. Hij kreeg er 
posthuum een onderscheiding voor van Yad Vashem.

Na de oorlog werd Ellul enige tijd loco-burgemeester van Bordeaux, maar 
hield daar al snel mee op, teleurgesteld over de onmacht van de 
politiek. Hij was ook teleurgesteld over de oude partijpolitiek die 
direct na de oorlog al weer de kop opstak. Zijn conclusie: politici 
kunnen het technische systeem helemaal niet bijsturen, hoe hard ze ook 
roepen van wel. Iedereen is in de greep van het technische denken. 
Iedereen wil de wereld verbeteren door massale organisatie of 
propaganda, maar binnen dat systeem kun je nauwelijks nog sturing geven.

De wereld wordt langzaam omgebouwd tot machine. Zonder totale innerlijke 
én structurele ommekeer kunnen we dat niet tegenhouden. Maar Ellul 
geloofde in een transcendente vrijheid die nooit door Techniek opgeslokt 
kan worden. Niet de vrijheid van het goedkoop naar de Bahama's kunnen 
vliegen, maar de vrijheid van het liefhebben en zelf kunnen beslissen. 
Het is onze taak om die vrijheid uit te leven temidden van de onvrijheid 
van het systeem, samen met al die gewone mannen en vrouwen die een leven 
leiden van vrijheid en toewijding. Niet de machine vernielen, maar zand 
in de machine zijn, dat is onze taak. Dat is een anarchistische positie, 
erkent hij. Niet anarchistisch in de zin van chaos, maar in de zin van: 
afzien van macht en beheersing (an-archè), want dat is waar het 
technische systeem ten diepste op neerkomt. 'Wie zich niet door dat 
systeem wil laten beheersen, moet kiezen voor een ethiek van de on-macht.'

'De intellectuelen in Parijs hebben daarom altijd op hem neergekeken', 
zegt Porquet. 'Hij was anarchist, hij bekritiseerde Sartre - dat deed je 
niet- en hij geloofde in God - dat deed je ook niet.' Het leek Ellul 
niet te deren. Zoals Le Monde schreef bij zijn overlijden, op 19 mei 
1994: 'Werkelijk vrije mensen timmeren, zoals men weet, niet aan de weg.'

Dat is heel iets anders dan passief zijn. Ellul was een van de aanjagers 
van de milieubeweging in zijn regio (toen er in de wereld nog geen 
milieubeweging bestond) en zette zich jarenlang in voor probleemjongeren 
(toen niemand daar nog over nadacht, behalve in termen van opsluiting). 
Hij was actief in de kerk en op de universiteit. Studenten nam hij vaak 
wekenlang mee de bergen in, alseen soort van parallelle universiteit 
buiten de bewoonde wereld. Daar konden ze kritisch nadenken over de 
maatschappij.

Zoals hij zelf zegt: 'We riepen de mensen op zelf de leiding te nemen en 
om individuen te worden die zelf hun leven leidden, die ontsnappen aan 
het technische systeem. We werkten in de bergen met jongeren. Ik heb aan 
heel wat generaties jongeren geleerd om buiten brood te bakken, terwijl 
we discussieerden over Tocqueville of andere belangrijke, moeilijk te 
begrijpen schrijvers."

Het gaat er Ellul niet om dat we de allemaal de bergen in moeten 
trekken, met achterlating van telefoon en magnetron, om zo techniekloos 
mogelijk terug te keren tot een soort zuivere gelukzaligheid. Daar 
gelooft hij niet in. Het gaat hem erom dat we weer subjecten worden, 
wezens die zelf kunnen nadenken en oordelen, temidden van een 
technisch-economisch systeem dat ons tot objecten reduceert, tot 
radertjes in de machine. Natuurlijk zijn we van top tot teen 
geconditioneerd. Maar wanneer we dat erkennen, maken we ons er al los 
van, en daarin ligt onze vrijheid. Laten we deze zinderende vrijheid dan 
gebruiken, schrijft Ellul tegen het eind van zijn leven, om de scheuren 
te vullen die onherroepelijk zullen ontstaan wanneer de machine tegen 
z'n grenzen loopt.

/Lees meer over Ellul in andere artikelen 
<http://www.frankmulder.info/tag/ellul> op deze site./




        Gerelateerde artikelen

  * De grenzen worden steeds slimmer
    <http://www.frankmulder.info/2020-05-12/de-grenzen-worden-steeds-slimmer>
    (De Groene Amsterdammer)
  * Een nieuwe familie - de toekomst van het christendom
    <http://www.frankmulder.info/2020-05-01/een-nieuwe-familie-de-toekomst-van-het-christendom>
    (De Groene Amsterdammer)
  * Hoop in tijden van corona
    <http://www.frankmulder.info/2020-05-01/hoop-in-tijden-van-corona>
    (Nederlands Dagblad)
  * De grote stad <http://www.frankmulder.info/2020-03-30/de-grote-stad>
    (Nederlands Dagblad)
  * Nu in de boekhandel: De grote stad, van Jacques Ellul
    <http://www.frankmulder.info/2020-01-20/nu-in-de-boekhandel-de-grote-stad-van-jacques-ellul>
    (overig)


Gebruikte Tags: controlestaat 
<http://www.frankmulder.info/tag/controlestaat>, economie 
<http://www.frankmulder.info/tag/economie>, ellul 
<http://www.frankmulder.info/tag/ellul>, filosofie 
<http://www.frankmulder.info/tag/filosofie>, geloof 
<http://www.frankmulder.info/tag/geloof>, techniek 
<http://www.frankmulder.info/tag/techniek>


        Reageren?

Technologos

Honorer la pensée de Jacques Ellul, c’est bien.
La réactualiser au XXIème siècle, c’est mieux.
C’est ce que nous essayons de faire.

web : htm://technologos.fr
mel : contact at technologos.fr <mailto:contact at technologos.fr>
twitter : @TECHNOlogosfr

*Technologos* - 15-06-’14 15:59

-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20200809/651cb66e/attachment-0001.html>


More information about the D66 mailing list