[D66] Terugkijken: Aanpak coronavirus pandemie in Nederland (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #132)

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Wed Apr 15 10:50:19 CEST 2020


Bron:   De Groene Amsterdammer #16
Datum:  15 april 2020
Auteur: Jop de Vrieze
URL:    https://www.groene.nl/artikel/onderzoek-is-de-hand-aan-de-kraan
Opm:    Artikelen in De Groene Amsterdammer over de
         coronacrisis zijn voor alle lezers gratis te lezen.


De Nederlandse mentaliteit - 'Onderzoek is de hand aan de kraan'
----------------------------------------------------------------

De Nederlandse reactie op corona is een vertrouwde reflex: rekensommen, 
protocollen en het vasthouden aan eigen expertise. Waarom zijn we niet 
inventiever?

Eigenlijk wilde Amrish Baidjoe zich zo min mogelijk in de media roeren 
over het coronavirus. Dat vindt hij 'te voorgronderig' - en het is druk 
genoeg. Op het moment houdt de microbioloog en veldepidemioloog zich - 
vanuit zijn huis in Amsterdam - op het hoofdkwartier van het 
internationale Rode Kruis in Geneve bezig met de aanpak van corona in 
minder rijke landen. Eerder gaf hij advies over de operationele zijde 
van de respons tijdens de ebolacrisis in de Democratische Republiek 
Congo en tijdens de zika-uitbraak in Zuid-Amerika voor organisaties als 
de World Health Organization (WHO).

Maar hij kijkt al weken met flinke verbazing naar de aanpak van het 
coronavirus in zijn eigen land. De beleidsmakers en adviseurs zetten 
veel te weinig in op het stimuleren van creatieve oplossingen, 
bijvoorbeeld in het opschalen van de testcapiciteit of het breder 
inzetten van mondkapjes. En Baidjoe was niet de enige van zijn collega's 
die te verstaan kreeg zich vooral niet te fel uit te drukken over het 
beleid. Daarmee zou hij het gezag van ons nationale instituut alleen 
maar ondermijnen.

Deze reflexen kenmerken de Nederlandse aanpak van de coronacrisis: de 
academische, de bureaucratische en de centralistische reflex. We sloegen 
aan het rekenen en modelleren, klampten ons vast aan protocollen, en in 
plaats van te leren van landen waar het virus zich eerder roerde, vielen 
we terug op 'onze experts'. Terwijl iedereen die ervaring heeft met 
ziekte-uitbraken weet dat er ten tijde van een gezondheidscrisis een 
andere mentaliteit nodig is. Juist nu we moeten toewerken naar die 
inmiddels zo befaamde exit-strategie, is onconventioneel denken 
noodzakelijk. 'We hebben zoveel inventiviteit in dit land', zegt 
Baidjoe, tevens assistent-hoogleraar epidemiologie aan de London School 
of Hygiene & Tropical Medicine. 'We moeten manieren vinden om die juist 
nu te benutten.'

Het Nederlandse Outbreak Management Team (OMT) bestaat uit een kern van 
vaste leden en een wisselende samenstelling, waarbij enkele tientallen 
deskundigen een enkele keer tot regelmatig aanschuiven. Het zijn vooral 
medici en vertegenwoordigers van beroepsgroepen, zelden professionals 
die met de poten in de klei stonden. 'De enige persoon in het OMT met 
zulke ervaring is Marion Koopmans van het Rotterdamse Erasmus MC. Die 
draait mee in alle internationale netwerken', vertelt Baidjoe. 'Maar ze 
is een virologe, dat is een van de disciplines die je nodig hebt in een 
outbreak-team.'

Vrijwel al die outbreak-experts zijn, net als Baidjoe zelf, binnen een 
programma van de European Centre for Disease Prevention and Control, of 
zijn Amerikaanse evenknie CDC, opgeleid tot veldepidemioloog. Alumni van 
deze opleidingen, artsen, microbiologen, maar ook sociale 
wetenschappers, werken voor organisaties als Artsen zonder Grenzen, het 
Rode Kruis of de World Health Organization - onder wie de Ier Mike Ryan, 
die de corona-operatie van de WHO leidt. Ze zijn getraind in het werken 
onder hoge druk en met beperkte middelen, in het opzetten en uitvoeren 
van systematisch onderzoek onder moeilijke omstandigheden en het 
vertalen van hun bevindingen in aanbevelingen richting professionals, 
beleidsmakers en burgers. 'We hebben vooral geleerd een taal te spreken: 
die van de operationele epidemiologie', zegt Baidjoe.

De mentaliteit van veldepidemiologen is hierdoor pragmatisch, 
oplossingsgericht. Vandaar dat Baidjoe al lang voordat de politiek het 
knelpunt oppakte riep dat het probleem met de testcapaciteit opgelost 
zou kunnen worden door ook juist buiten de gebaande paden te denken.

Een ander voorbeeld is de studie naar besmetting binnen gezinnen, 
waarvan minister Slob het besluit laat afhangen of de scholen weer open 
mogen. De NRC berichtte vorige week dat de Nederlandse tak van deze in 
verschillende landen lopende studie vertraging heeft opgelopen. De 
onderzoekers hadden moeite met het vinden van voldoende gezinnen in de 
drie beoogde provincies: Noord-Brabant, Utrecht en Groningen.

'Wij zouden ons direct moeten afvragen: moeten we inderdaad alle vragen 
die deel uitmaken van het onderzoek beantwoorden?' zegt Baidjoe. 'Kan 
het ook met een kleiner aantal deelnemers? Zijn er GGD's in andere 
provincies waar we goed contact mee hebben die snel kunnen schakelen? En 
de derde en misschien wel belangrijkste vraag: moeten wij het ook wel 
doen als al die andere landen het ook doen? Kunnen we niet gewoon naar 
Duitsland bellen om te vragen hoe het daar gaat?'

Net zozeer als de bureaucratische reflex speelt de academische reflex 
ons parten, vertelt epidemioloog en medisch consultant Arnold Bosman. 
Hij was jarenlang hoofd van de Europese veldepidemiologenopleiding en 
verzorgt ook trainingen aan onder meer GGD's in Nederland. Het RIVM 
heeft van begin af aan gedaan waar het goed in is, namelijk modellen 
bouwen en daarop varen, zegt Bosman. 'Maar modellen hebben in het begin 
beperkte waarde. En ze vertellen ook dit: wanneer je met een effectieve 
maatregel een dag wacht, zit je bij exponentiele groei aan het eind van 
de rit met grofweg veertig procent meer slachtoffers.'

De situatie in Europa onderstreept dit: de onderlinge verschillen zijn 
grotendeels te verklaren op basis van de reactiesnelheid aan het begin 
van de epidemie. 'Wanneer je een uitbraak te lijf wilt gaan, moet je een 
bijna militaire, hierarchische operatie optuigen', zegt Bosman. 'Je moet 
handelen en bijsturen op basis van wat je weet.'

Cruciaal hierbij is het verzamelen van zo veel mogelijk informatie 'uit 
het veld' om je op te baseren. Des te opmerkelijker vond Bosman het 
daarom dat Nederland al in een zeer vroeg stadium stopte met 
systematisch contactonderzoek na verdachte en geconstateerde 
besmettingen. Niet meer haalbaar, was de constatering, terwijl dat 
contactonderzoek is bedoeld om de verspreiding in te dammen. 'Dat werd 
even tussen de regels door medegedeeld.'

Hij verbaast zich er ook over dat we al wekenlang dagelijks informatie 
krijgen over het aantal bezette intensivecarebedden, maar niets over 
volksgezondheid, over het werk van de GGD's. 'Andere landen hebben als 
indicator: is deze patient geinfecteerd door een bekende bron? Dat zie 
je in Zuid-Korea bijvoorbeeld: 94 procent van de nieuwe patienten is 
afkomstig van een bekende patient. Dat is zo belangrijk. De IC's zijn 
dweilen; het bron- en contactonderzoek zijn de handjes aan de kraan.'

Voor dat contactonderzoek gaat nu alle aandacht uit naar de apps, maar 
juist de capaciteit van mensen bij de GGD's moet opgeschaald worden, 
zegt Amrish Baidjoe. 'Dat is in lijn met adviezen van de WHO en het moet 
nu echt beginnen. Het uitbraak-netwerk van de WHO heeft een eenvoudige, 
niet privacygevoelige app om dat werk te ondersteunen.'

Andere landen doen het wel. Duitsland bijvoorbeeld, en Canada, in 
navolging van Australie - de twee landen kwamen met elkaar in contact 
via het informele netwerk van veldepidemiologen. Een paar weken geleden 
begonnen de Australiers met het werven en trainen van tientallen 
geneeskunde- en verpleegkundestudenten. Dat ging eerst nog face to face, 
inmiddels via Zoom, vertelt Tambri Housen, die de training verzorgt. 'Ze 
komen te werken onder een epidemioloog en gaan vooral contacten bellen. 
Mocht hier een app ingevoerd worden, dan zal die hooguit ter 
ondersteuning dienen. Er is veel te zeggen voor bellen, al is het maar 
omdat mensen veel praktische vragen hebben, bijvoorbeeld of ze hun hond 
nog mogen uitlaten.'

De bureaucratische reflex om in bestaande structuren te blijven denken, 
speelt op verschillende niveaus. Het is de reflex waar 
medisch-microbioloog Alex Friedrich van het UMCG in Groningen tegenaan 
liep. Nadat hij had verteld dat in zijn regio werd afgeweken van het 
landelijke testbeleid maakte hij 'een moeilijke 48 uur' door, maar hij 
schudde hiermee wel Den Haag en de rest van Nederland wakker. Of Jos de 
Blok van Buurtzorg, die deze week in de NRC vertelde dat hij een 
telefoontje van de Inspectie kreeg omdat hij zijn medewerkers te veel 
zou beschermen met zelfgemaakte mondkapjes. 'Een valkuil in deze tijd is 
om te veel uit te gaan van de schaarste', zegt Andreas Voss, arts 
infectiepreventie in het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen. 
'Wanneer je niet aangeeft hoe je het idealiter zou willen, neemt de druk 
af om iets aan de situatie te doen.'

En dan is er nog de centralistische reflex om nauwelijks verder te 
kijken dan onze deskundigen van het RIVM en OMT. Terwijl dat team zo 
multidisciplinair mogelijk moet zijn, benadrukt Bosman. 'Het probleem is 
zo wicked. Als je vanuit een expertise komt en niet getraind bent in dit 
soort situaties, val je terug op die expertise. En wanneer je dagelijks 
omringd bent door modelleurs, epidemiologen en virologen, haal je niet 
zo snel andere deskundigen binnen, terwijl gedragsbeinvloeding nu het 
belangrijkste middel is.'

Psycholoog Denny Borsboom kon zich er in elk geval niet in berusten. De 
UvA-hoogleraar gespecialiseerd in onderzoeksmethodologie zat thuis 
achter zijn bureau en het lukte hem maar niet om zich te concentreren op 
zijn werk. Veel liever dan artikelen van collega's beoordelen wilde hij 
iets anders: helpen in de strijd tegen het coronavirus. 'Dit is voor 
iedere wetenschapper de belangrijkste vraag die hij of zij in heel zijn 
leven voor zich krijgt. Dit is onze Tweede Wereldoorlog.' De vraag is 
even eenvoudig als complex: hoe komen we hier uit? 'Dit kunnen het RIVM 
en het OMT nooit alleen oplossen', zegt Borsboom. 'Het gaat alle 
wetenschappelijke disciplines aan.'

Via collega Frenk van Harreveld, hoogleraar sociale psychologie met een 
parttime aanstelling bij het RIVM, kreeg hij een uitnodiging van 
RIVM-hoofdmodelleur Jacco Wallinga voor een Slack-groep, opgericht om 
vooral epidemiologen en statistici te laten meedenken over oplossingen. 
'Heel goed, maar op zich was het maar anderhalve man en een paardenkop 
die daar in de avonduren bezig was.'

Ondertussen zag hij links en rechts om zich heen initiatieven ontstaan. 
Hij schreef samen met een flink aantal collega's een brief, waarin ze de 
Nederlandse overheid oproepen een nationaal platform voor wetenschappers 
op te richten, maar een telefoontje bleef tot nu toe uit. 'Ik zie van 
alles achter de gordijnen bewegen, maar niet meer dan dat.'

Wel heeft het RIVM begin deze maand een Corona Gedragsunit opgericht. 
'De coronacrisis is in toename een gedragswetenschappelijk probleem,' 
zegt Frenk van Harreveld, die er deel van uitmaakt. 'We gaan het 
onderzoek bundelen en ook zelf studies doen, bijvoorbeeld naar hoe 
mensen tegen verschillende exit-strategieen aankijken.'

Wat Borsboom betreft is dit niet breed genoeg. Hij is samen met wat 
collega's grassroots begonnen, met twee websites: 
http://dataversuscorona.com en http://strategiesversuscorona.com. Daar 
kunnen onderzoekers hulp vragen bij het analyseren van grote 
hoeveelheden gegevens, en meedenken over exit-strategieen. 'Ik hoorde 
iemand in de Slack-groep zeggen: we moeten de boel net zolang op slot 
houden totdat het virus helemaal weg is. Maar die afweging is ook het 
domein van de economen, psychologen, politicologen - van ons allemaal. 
Het doorrekenen is echt expertise, maar het genereren van ideeen, daar 
kan wat mij betreft iedereen aan bijdragen.'

Borsboom is een voorvechter van open wetenschap en vindt het jammer dat 
het RIVM de modellen waarop het de beleidsadviezen baseert nog niet 
openbaar heeft gemaakt. Hij heeft 'bewondering voor wat ze doen, en 
begrip voor de hoge druk waar de modelleurs bij het RIVM onder werken', 
maar open wetenschap, benadrukt hij, is niet iets wat je doet omdat het 
leuk is, of moreel verantwoord, maar omdat het twintig keer sneller 
gaat. 'Wanneer je een model of gegevens voor jezelf houdt, hou je de 
boel tegen. Gooi je het open, dan gaan er dingen gebeuren die je niet 
had verwacht, maar die je verder gaan helpen. Laat andere experts 
kritisch meedenken en met alternatieve modellen komen. Het schuurt ja, 
dat die modellen nog niet openbaar gemaakt zijn. Dat moet zo snel 
mogelijk gebeuren.'

--------
(c) 2020 De Groene Amsterdammer


More information about the D66 mailing list