[D66] Eppur si scalda

A.O. jugg at ziggo.nl
Fri Jan 11 09:38:36 CET 2019


(Omdat Fluks er naar refereerde hier het artikel)

De cultuuroorlog heeft het klimaatdebat bereikt
Drie procent nep-Galileo’s

Jaap Tielbeke beeld Joep Bertrams

9 januari 2019 – verschenen in nr. 1-2
	
Klimaatontkenners manifesteren zich als verwarde kwakzalvers

    www.groene.nl
    View Original

Nu de verduurzaming van Nederland vorm moet krijgen, proberen
pseudosceptici het klimaatdebat te verstoren met een
desinformatiecampagne. Hun tactieken zijn bekend, maar daarom niet
minder hinderlijk.

En Galileo Galilei dan? Ging hij niet ook dwars tegen de vermeende
consensus in, gedreven door een onstilbare honger naar de waarheid,
onbevreesd voor intimidatie en wars van dogma’s? Is zijn verhaal niet
het ultieme bewijs dat de meerderheid niet altijd het gelijk aan haar
zijde heeft? Nee, geharnaste klimaatontkenners laten zich niet zomaar
overtuigen door de tegenwerping dat minstens 97 procent van de
klimaatwetenschappers het erover eens is dat de mens verantwoordelijk is
voor de opwarming van de aarde. Zoals Galileo de leerstellingen van de
katholieke kerk trotseerde, zo weigeren zij zich te conformeren aan de
‘klimaatreligie’. Hoe groter de overeenstemming, hoe verdachter de
bevindingen, lijkt hun credo.

Het is een beproefd recept: schilder je tegenstanders af als een
dominante kliek die geen tegenspraak duldt en je meet jezelf automatisch
de heroïsche rol van verzetsstrijder aan. Jij zegt wat ‘niet gezegd mag
worden’ en trekt je niets aan van de verstikkende ‘politieke
correctheid’. Of het nu gaat over migratie of over duurzaamheid, je
vijand is dezelfde: de ‘deugende’ elite die het land naar de knoppen
helpt. Eerst door de grenzen wagenwijd open te zetten, nu door burgers
peperdure warmtepompen door de strot te duwen. Maar jij laat je niet
misleiden door de alarmistische verhalen van de zogenaamde
‘klimaatwetenschappers’, jij weet dat het allemaal indoctrinatie is.
Alleen hoor je dat natuurlijk niet in de mainstream media.

Dat er mensen bestaan die weigeren te geloven dat de mens de temperatuur
doet stijgen, is geen nieuws. Maar sinds de presentatie van het
voorlopige klimaatakkoord is het duurzaamheidsdebat een frontlinie
geworden van de voortwoekerende cultuuroorlog. Na het Marrakesh-pact
hebben de usual suspects in rechtse Twitter-kringen een nieuw doelwit
gevonden. Als op commando richten ze hun pijlen op de woordvoerders van
het ‘groene evangelie’: onder ieder bericht van weerman Gerrit Hiemstra
duikt een schuimbekkend trollenleger op en ook ‘klimaatpaus’ Ed Nijpels,
de vvd-coryfee die het polderoverleg coördineert, moet het ontgelden. De
‘nijpelitaanse maffia’ is hun scheldnaam voor de mensen aan de
klimaattafels.

Naar goed gebruik gaat zo’n cultuuroorlog gepaard met een
desinformatiecampagne, compleet met verdraaide feiten, misleidende data
en klinkklare onzin. En wie hoopte dat dit offensief beperkt zou blijven
tot sociale media of obscure websites komt bedrogen uit. Vlak voor de
jaarwisseling pakte De Telegraaf groot uit met nieuws over een
‘manifest’ dat was ondertekend door ‘24 professoren, ingenieurs en
andere experts’. Daarin waarschuwen ze voor ‘rampzalige’ gevolgen van de
klimaatwet. ‘Handhaving ervan veroorzaakt een catastrofe van armoede,
kou en honger. Economisch maakt het Nederland tot een derdewereldland.’

Wetenschappelijke onderbouwing voor die tamelijk alarmistische stelling
ontbreekt, maar dat mag eigenlijk geen verrassing wekken als je het
lijstje ‘deskundigen’ onder de loep neemt. Bijna een derde van de
ondertekenaars werkte vroeger bij Shell en minder dan de helft komt uit
de wetenschap, ontdekte weblog Sargasso. Alle academici zijn bovendien
al lang en breed met emeritaat en geen enkele heeft een achtergrond in
klimaatwetenschap. Dat verklaart waarschijnlijk waarom er in het
Telegraaf-artikel gretig wordt geput uit het standaardrepertoire van
klimaatontkenners (laten we wel wezen: met ‘scepsis’ heeft dit niets te
maken).

Nu de simplistische argumenten (‘Het is de zon!’ of ‘Het klimaat
verandert altijd!’) aan kracht hebben ingeboet, zijn de meeste
‘twijfelaars’ overgestapt op vernuftigere drogredeneringen. Stellingen
die op zichzelf niet zozeer onwaar als wel bedrieglijk zijn. ‘Hoe meer
CO2, hoe groener de aarde’, stelde een ingenieur in De Telegraaf.
Inderdaad is koolstofdioxide bevorderlijk voor plantengroei, alleen is
dat een nogal schrale troost voor de ellende die ons te wachten staat
als we op dit tempo doorgaan met het uitstoten van het broeikasgas. Of
wat te denken van de bewering dat het klimaat een ‘supertechnisch en
superfysisch onderwerp is’? Het zal best, maar gelukkig zijn er
superslimme wetenschappers die snappen dat het in de kern niet zo
bijster ingewikkeld is: hoe meer fossiele brandstoffen we verbranden,
hoe sneller de aarde opwarmt.

Populair is de laatste tijd vooral het argument dat iedere inspanning
vergeefs is, omdat onze nationale bijdrage verwaarloosbaar is. Alsof er
ook maar iemand is die zal beweren dat Nederland in z’n eentje het hoofd
kan bieden aan zo’n overweldigend mondiaal probleem. Daarom zijn er
internationale afspraken gemaakt. En anders dan sommige pseudosceptici
het nu doen voorkomen is ons land allerminst het braafste jongetje van
de klas. Op Europese lijstjes voor duurzame energie bungelen we steevast
onderaan. Ook het terugdringen van de CO2-uitstoot gaat nog lang niet
hard genoeg, oordeelde de rechtbank afgelopen oktober in de Urgenda-zaak.

Het probleem is niet, zoals het wel eens klinkt, dat het klimaatdebat op
deze manier gepolitiseerd raakt. De klimaatcrisis ís in de kern namelijk
een politiek vraagstuk. Hoe we de verduurzaming van Nederland vormgeven
en hoe we de bijbehorende lusten en lasten verdelen, zijn vragen die
raken aan opvattingen over solidariteit en rechtvaardigheid. Daar zal de
vvd ongetwijfeld een andere invulling aan geven dan de SP. Dat er
verontwaardiging ontstond na de presentatie van het klimaatakkoord is
dan ook niet zo verwonderlijk. Want terwijl burgers te horen krijgen dat
de elektriciteitsrekening omhoog gaat, wordt de vervuilende industrie
uit de wind gehouden. Sybrand Buma voelde de gele hesjes al aankomen.
Maar wat de cda-leider maar niet lijkt te begrijpen is dat je de zorgen
van de minderbedeelde bevolkingsgroepen prima serieus kunt nemen zonder
het klimaatprobleem te bagatelliseren. Door de grote vervuilers te laten
betalen, bijvoorbeeld.
‘Handhaving van de klimaatwet veroorzaakt een catastrofe van armoede,
kou en honger’

Eigenlijk zou het heerlijk zijn als de klimaatontkenners gelijk hebben.
Het leven zou een stuk eenvoudiger zijn als onze economie niet op de
schop hoeft om de planeet leefbaar te houden. We zouden met een gerust
geweten op vliegvakantie kunnen, de thermostaat van ons slecht
geïsoleerde huis ongegeneerd een graadje hoger zetten en lucratieve
aandelen Shell kopen. Waarom zouden wetenschappers dat feestje willen
verstoren? Waarom zouden ze ons massaal voor de gek houden of onnodig
angst aanpraten?

Sommige libertariërs zien de ‘klimaathype’ als een complot van ‘linkse’
politici die erop uit zijn om vrijheden te vernietigen. Een andere, veel
gehoorde verklaring is een stuk banaler: ‘groen’ zou big business zijn.
Het zou pleitbezorgers van duurzaamheid niet te doen zijn om een betere
wereld, maar om hun eigen portemonnee. ‘Het geld gaat ongetwijfeld naar
de clubs en aanhangers van klimaatpaus Nijpels, die van Samsom en naar
andere belangen in de klimaatindustrie’, suggereerde een van de
ondertekenaars in De Telegraaf.

In het spiegeluniversum van klimaatontkenners is het de groene beweging
die beleidsmakers in de houdgreep heeft, de hard werkende Nederlander op
kosten jaagt en ondertussen haar eigen zakken vult. Het is een even
brutale als bespottelijke omkering. In werkelijkheid is het natuurlijk
de fossiele industrie die politieke invloed koopt, alles in het werk
stelt om haar schadelijke winstmodel overeind te houden en de rekening
doorschuift naar de belastingbetaler. Onderzoekers van Drexel University
becijferden dat er in Amerika tussen 2000 en 2016 meer dan twee miljard
dollar werd uitgegeven aan de lobby rondom klimaatbeleid. Slechts 145
miljoen daarvan kwam van milieuorganisaties of voorstanders van
hernieuwbare energie. Een bedrag dat verbleekt bij de 1,1 miljard die de
fossiele industrie, energiemaatschappijen en de transportindustrie
gezamenlijk spendeerden.

Dat zijn alleen nog maar de bestedingen voor rechtstreekse beïnvloeding
van wetgeving. De trukendoos van de fossiele industrie bevat veel meer
geraffineerde instrumenten, zo beschrijven Naomi Oreskes en Erik M.
Conway in het boek Merchants of Doubt. Net als de tabaksindustrie zijn
oliemaatschappijen als Shell, ExxonMobil en BP meesters in het zaaien
van twijfel. Ze veegden onwelgevallige informatie onder het tapijt,
financierden pseudowetenschappelijke denktanks en huurden pr-bureaus in
voor uitgekookte communicatiestrategieën. Kosten noch moeite werden
gespaard om burgers en beleidsmakers zand in de ogen te strooien.
‘Communicatief gezien is de klimaatsceptische campagne een meesterstuk’,
schreef duurzaamheidsadviseur Jan Paul van Soest in het boek De
twijfelbrigade (2014).

Daarbij maakten ze handig gebruik van de angst bij veel media om beticht
te worden van partijdigheid of activisme. Zeker in het begin, toen de
journalistiek nog niet goed wist wat ze aan moest met dit complexe
onderwerp, was de initiële reflex om tegenover iedere wetenschapper die
waarschuwde voor de catastrofale opwarming van de aarde iemand te zetten
die beweerde dat het allemaal wel mee zou vallen. Zo kreeg een marginale
minderheid een onevenredig groot podium. In zijn satirische show toonde
John Oliver hoe een ‘statistisch representatief’ debat over
klimaatverandering eruitziet: drie ‘twijfelaars’ versus 97
klimaatwetenschappers. Dat zou gebalanceerde verslaggeving zijn.

Het is bewonderenswaardig om te zien hoe een groep klimaatwetenschappers
onvermoeibaar onzin bestrijdt. Als Thierry Baudet strooit met grafiekjes
die moeten aantonen dat het allemaal wel meevalt met de opwarming van de
aarde schrijven zij een stevig onderbouwd artikel waarin ze uitleggen
waarom selectief winkelen in wetenschappelijke publicaties misleidend
is. Als journalist Marcel Crok in Elsevier betoogt dat klimaatbeleid
onhaalbaar en onbetaalbaar is, ontleden zij de aaneenschakeling van
drogredeneringen die tot zo’n vertekenende conclusie leiden.

Maar het is ook een ondankbare taak, want zulke factchecks_ zullen
fanatieke twijfelzaaiers niet ontmoedigen. ‘De grootste prestatie van
klimaatontkenners is dat ze de wetenschappelijke gemeenschap in de val
lokken om tijd, energie en middelen te verspillen aan een marginaal
groepje dat zich toch niet laat overtuigen’, twitterde de vooraanstaande
klimaatwetenschapper Michael E. Mann onlangs. Een paar jaar geleden
maakte hij samen met cartoonist Tom Toles het boek The Madhouse Effect
waarin ze op een komische manier de absurditeit van klimaatontkenning
blootleggen. Op een van de cartoons tuurt een bebaarde man in een wijd
zwart gewaad door een telescoop. De lens staat verkeerd om gedraaid.
‘Mensen lachen niet omdat je Galileo bent’, zegt een mannetje op de
achtergrond. ‘Ze lachen omdat je een mafketel bent die zich heeft
verkleed en doet alsóf hij Galileo is.’

Frustrerend genoeg is niet iedereen in staat de wannabe-Galileo’s te
zien voor wat ze zijn. Voor cda-europarlementariër Annie
Schreijer-Pierik was het manifest in De Telegraaf reden om schriftelijke
vragen te stellen aan de Europese Commissie. ‘Ik wil weten wat waar is
en wat is niet waar (sic.)’, lichtte ze toe op Twitter. Daarmee trapt ze
met open ogen in de val van de klimaatontkenners. Om hun doel te
bereiken hoeven ze het publiek niet te overtuigen van hun gelijk, het
verdacht maken van de wetenschappelijke consensus is al genoeg.

Terwijl: we weten al lang wat waar is en wat niet. Het valt allemaal te
lezen in de ipcc-rapporten die met iedere update verontrustender
klinken. Die rapporten zijn het resultaat van werkelijk sceptische
wetenschapsbeoefening, het onophoudelijk toetsen van hypotheses en die
waar nodig bijstellen en aanscherpen. Juist daarom is de consensus over
klimaatverandering zo stevig: sinds de Britse fysicus John Tyndall in
1859 het broeikaseffect beschreef, zijn er talloze onderzoeken gedaan
naar het effect van de menselijke activiteit en de uitstoot van CO2 op
de temperatuur op aarde en hoewel de wetenschap nooit af is, staat één
ding buiten kijf: als we de uitstoot van broeikasgassen niet rap
terugdringen, zal het leven op aarde voor toekomstige generaties een
stuk onaangenamer worden. Daar verandert een manifest van een stel
verwarde kwakzalvers die zich moedige vrijdenkers wanen niets aan, net
zo min als dat zwaartekracht zich laat afschaffen met een referendum. Om
Galileo te parafraseren: eppur si scalda (en toch warmt het op).


More information about the D66 mailing list