[D66] The Monarchy of Fear

A.O. jugg at ziggo.nl
Fri Jul 27 15:31:03 CEST 2018


(De hopeloosheid van hoopretoriek)

https://www.vn.nl/martha-nussbaum-angst-hoop/

Dinsdag 24 juli
Martha Nussbaum wil de Amerikaanse angst inruilen voor hoop


Amerika is een kwaad en angstig land, zegt filosoof Martha Nussbaum. Ze
wil de kwaadheid omzetten naar hoop, door Amerikanen naar ‘hoopscholen’
te laten gaan. Maar dat is niet zo eenvoudig als het omdraaien van een
knop, schrijft Carel Peeters in zijn Literaire Kroniek 776.
Tekst Carel Peeters
Fotografie Casper Kofi
5 tot 6 minuten leestijd

Aan het einde van haar boek The Monarchy of Fear. A Philosopher looks at
our Political Crisis legt Martha Nussbaum haar kaarten op tafel, zoals
ze het zelf noemt. Op dat moment heeft ze zich als filosoof al meer dan
tweehonderd pagina’s beziggehouden met de politieke crisis in Amerika en
de wereld. Het is tijd om het boek hoopvol af te sluiten. Dat is
kenmerkend voor de Nussbaum van de laatste jaren: vanuit haar positie
als filosoof die enige afstand heeft genomen, de mensheid de goede weg
wijzen.

Nussbaum is steeds meer een nudger geworden: na omstandige analyses van
verschijnselen geeft ze duwtjes in de goede richting. In het geval van
de kaarten die ze op tafel legt, gaat het om haar voorstel om een
nationale dienstplicht (national service) van drie jaar voor jongeren in
Amerika in te stellen. Amerikanen ontbreekt het namelijk aan ‘a sense of
the common good.’ Vandaar. ‘Ze denken te vaak in narcistische termen: in
wat is goed voor mij en mijn familie.’

De Amerikaanse zin voor vrijheid is zo radicaal dat men bij het begrip
‘nationale dienstplicht’ onmiddellijk naar zijn geweer grijpt.

‘very compelling idea’

Een nationale dienstplicht in Amerika van maar liefst drie jaar moet
ervoor zorgen dat ‘many essential services’ blijven bemand bij een
regering die zich alleen maar terugtrekt, zoals bij de ouderenzorg, de
infrastructuur en de kinderverzorging. De gedachte er achter is dat
Amerikanen zich ook bewust worden van de diversiteit aan mensen in hun
land: ‘We live apart from one another.’ Nussbaums bedoeling is dat de
jongeren met alle soorten mensen, rangen en standen kennismaken en ook
in steden en gebieden terechtkomen waar ze anders nooit zouden opduiken.
Een miljonairszoontje kan dan zomaar in een achterstandswijk belanden.
Wat nog niet zo gek is. Ook zou elke burger iets van zijn werk en tijd
aan zijn land schuldig zijn.

Zelf vindt Nussbaum het een ‘very compelling idea’, maar het is een
volslagen onrealistisch gedachte. De Amerikaanse zin voor vrijheid is
bij ongeveer de helft van de Amerikanen (globaal de Trumpstemmers) zo
radicaal dat men bij het begrip ‘nationale dienstplicht’ onmiddellijk
naar zijn geweer grijpt, hoe positief men ook over het begrip
‘nationaal’ denkt.
martha nussbaum
Martha Nussbaum. Foto: Patrick Post / HH

Nussbaum maakt die dienstplicht tot een onderdeel van haar nieuwste
idee: ze bedacht ‘schools of hope’ waar ‘practices of hope’ worden
beoefend. Bij ‘schools of hope’ moet men denken aan de kunsten, vooral
aan poëzie en muziek. En aan ‘kritisch denken’ in scholen,
universiteiten en volwassen discussieclubs. En ook aan ‘religieuze
groepen voor zover ze liefde en respect praktiseren voor anderen.’ En
aan ‘solidarity groups’, die zich toeleggen op het rechtvaardiger maken
van de samenleving op een geweldloze en ‘dialogical way.’

Elk van deze ‘scholen’ ‘bevat een enorm potentieel voor een hoopvolle
toekomst,’ schrijft Nussbaum. Ze is zich er kennelijk niet van bewust
dat ze alleen maar een suggestief etiket (‘schools of hope’) plakt op
iets dat misschien helemaal niet zo met ‘hoop’ bezig is. Gewoon nuttig
en creatief werk wordt door haar ineens in de wereld van de hoop, de
metafysica en de religie getrokken. Het beoefenen van een kunst, het
schrijven van gedichten, het componeren van muziek is ineens een
‘practice of hope.’

De ‘hoopscholen’ duiken op nadat Nussbaum wel eerst de ‘angst’ tot de
allesbepalende emotie in Amerika heeft verklaard. Zoals gebruikelijk
laat Nussbaum niet na om het idee dat angst Amerika heeft overspoeld te
onderbouwen met een psychologische verantwoording. Die gaat ver terug:
wij worden al angstig geboren. Angstig én hulpeloos. Deze virulente
combinatie zorgt ervoor dat wij als baby noodzakelijk absolutistische
monarchen zijn die maar hoeven te krijsen of ze worden voorzien van
eten, drinken en complete verzorging. Ouders zijn slaven van deze
tierende en krijsende monarchjes.

Nussbaum wil eenvoudig de knop omdraaien en angst vervangen door hoop:
‘to flip the switch from fear to hope.’

Angst wordt kwaadheid

Opvoeding en culturele ontwikkeling zouden deze toestand in mildere
banen moeten leiden, maar er blijft veel van hangen. Zoveel dat het
Nussbaum tot de generalisatie ‘America is an angry country’ brengt.
Angst wordt vaak omgezet in kwaadheid. Anderen krijgen daarvoor al gauw
de schuld en dan ontstaan zondebokken. Mannen verwijten vrouwen van
alles, en vrouwen mannen. De moslims hebben het gedaan of immigranten
verwijten de regering dat ze in onzekerheid leven. De armen kunnen de
rijken niet uitstaan omdat ze de kloof tussen mensen onoverbrugbaar te
maken. Dit gebeurt allemaal op een hysterische manier, volgens Nussbaum,
‘fear-driven’, gedreven door angst.

Dit mag allemaal waar zijn omdat we genoeg taferelen hebben gezien van
schreeuwende en tierende mensen (vooral tijdens de Amerikaanse
verkiezingscampagne in 2016), maar voor hetzelfde geld kun je zeggen dat
het niet angst is die deze hysterie voorbrengt, maar juist
zelfvertrouwen, gesteund door de helft van het land en door rechtse
kranten, internetsites en nieuwszenders, van Vox tot Breitbart. Dat
allerlei kleine en grote angsten dagelijks een rol spelen in het leven
zal niemand ontkennen, maar Nussbaum maakt er, net als van de hoop, een
vaag metafysisch begrip van door het ‘ubiquitous’, alomtegenwoordig, te
maken.

Angst kan heel rationeel zijn omdat er concrete aanleiding voor is.
Angst kan irrationeel zijn omdat er te vage aanwijzingen zijn, in de
sfeer van vermoedens. Angst heeft ook goede kanten wanneer hij voorkomt
dat iets verkeerd lijkt te gaan. Nussbaum gebruikt een combinatie van de
eerste twee, waardoor de angst voor een groot deel in de lucht hangt.
Deze vage angst, die algeheel zou heersen, heeft ze nodig om des te meer
werk te maken van de hoop. Nu iedereen ten prooi is aan angst moet men
volgens Nussbaum eenvoudig de knop omdraaien en angst vervangen door
hoop: ‘to flip the switch from fear to hope.’ Alsof dat psychologisch zo
eenvoudig zou zijn als er werkelijk sprake is van angst.

De ‘schools op hope’ van Martha Nussbaum zijn een veel te dramatische en
sentimentele aanduiding voor waar ze voor staan.

Selectief en exclusief

Op de achtergrond van alles wat Nussbaum in The Monarchy of Fear
schrijft heeft zij Gandhi, Nelson Mandela en Martin Luther King Jr.
geposteerd als de leidsmannen voor haar ‘politiek van de hoop.’ De hoop
van deze voorbeelden, die daarvoor hebben betaald met een dramatisch
leven, was een onderdeel van hun concrete strijd: de hoop op een
bepaalde uitkomst voor hun land en zwarte bevolkking. De ‘schools op
hope’ van Martha Nussbaum zijn, in vergelijking daarmee, een veel te
dramatische en sentimentele aanduiding voor waar ze voor staan. Die
hebben die vage hoop niet nodig om hun concrete werk te doen.

Dat Martin Luther King het in zijn speeches over hoop had, is
inhoudelijk en retorisch heel begrijpelijk: om zijn toehoorders te
inspireren en niet op te geven. Maar hoopretoriek moet selectief en
exclusief zijn, en niet worden toegepast, zoals bij Nussbaum, op het
beoefenen van de zachte kunsten, het aanhangen van een geloof,
protestbewegingen ondersteunen of de Socratische dialoog beoefenen door
de tegenstander aan het woord te laten.

De stap terug die een filosoof volgens Martha Nussbaum moet doen om van
enige afstand alles waar te nemen, verruilt zij zelf steeds vaker voor
het activistisch bedenken van niet meer dan suggestieve ideeën, zoals de
‘schools of hope.’ Om toch vooral niet wereldvreemd te zijn.

The Monarchy of Fear. A Philosopher looks at our Political Crisis door
Martha C. Nussbaum is uitgegeven door Simon & Schuster en wordt
geïmporteerd door Van Ditmar. De vertaling verschijnt in oktober bij
Atlas Contact.


More information about the D66 mailing list