Concept-verkiezingsprogramma 2006/2010 Tweede Kamer
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at DDS.NL
Tue Sep 5 13:57:50 CEST 2006
REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl
Bron: D66
Datum: 5 september 2006
URL: http://www.d66.nl/page/downloads/tk06_conceptverkiezingsprogrammaprogramma.txt_d66.pdf
Het gaat om mensen
------------------
conceptverkiezingsprogramma Tweede Kamer 2006/2010
Inhoudsopgave
-------------
05 Er is zoveel te doen!
09 Vijf richtingwijzers voor een progressieve sociaal-liberale visie
13 Mensen ontwikkelen zich
21 Mensen verdienen beter
33 Mensen en hun kunst
37 Mensen besturen zelf
47 Mensen leven langer en gezonder
55 Mensen en hun rechten
67 Mensen houden van groen
------------------------------------------------------------------------------
Er is zoveel te doen!
Veel gedaan...
D66 bestaat veertig jaar. Al die tijd is onze missie ongewijzigd gebleven:
mensen meer te zeggen geven over wie hen bestuurt en hoe zij hun eigen
land en leven inrichten. Lang- zaam maar zeker zijn deze standpunten van
Democraten `66 gemeengoed geworden. Zelf- beschikking is inmiddels de
norm: abortus, euthanasie en homohuwelijk zijn maatschap- pelijk
geaccepteerd. Ombudsman, patiëntenrechten en spreekrecht voor slachtoffers
zijn niet meer weg te denken. Je kunt tegenwoordig winkelen wanneer je
wilt. Innovatie en duurzaamheid staan op de politieke agenda. Economie en
ecologie kunnen samengaan, zie de Waddenzee. En ook al durft bijna geen
partij het aan, de gekozen premier en de ge- kozen burgemeester moeten er
hoe dan ook een keer komen. Omdat steeds meer mensen zelf willen kiezen.
...en weer veel te doen
Je zou kunnen zeggen: de missie van D66 is voltooid. Want D66 ontstond als
een reactie op het regentendom en de verzuiling. Maar de politiek blijft
achter bij de snelle ontwikkeling van de moderne samenleving. Nog steeds
is er niets veranderd in de verhouding tussen burgers en gekozenen. Des te
groter is de verantwoordelijkheid van D66 om dit punt op de politieke
agenda te blijven houden. Bovendien zijn er nieuwe behoudende krachten die
de ontwikkeling naar een werkelijk open en sociale samenleving proberen
tegen te houden. En alleen in een open samenleving kan iedereen zijn
talenten ontplooien.
> De grens was bereikt
Als er een ding is waar wij niet tegen kunnen is het willekeur en misbruik
van macht. Er is zoveel te doen! Daar willen we niet aan meedoen. Macht
gaat nooit boven recht. Een minister die haar macht misbruikt en daar niet
op terug wil komen toont geen wijsheid maar halsstarrigheid. Daarom
stapten we uit het kabinet. De maat was vol. Wat het zwaarst is moet het
zwaarst wegen. Als duidelijkheid en daadkracht verworden tot
hardvochtigheid en rigiditeit is voor ons de grens bereikt. Regels zijn er
voor mensen. Niet andersom.
Nieuwe regenten
Er zijn nieuwe regenten. Mensen die de huidige verwarring aangrijpen om
voor elkaar te krijgen wat ze al jaren willen: meer controle en meer
toezicht. Die met regeltjes komen ver die zijn gebaseerd op wantrouwen in
plaats van vertrouwen. Regeltjes die onze burger- lijke vrijheden onder
druk zetten en onze privacy schenden. Regeltjes die ontplooiing van
concept talent, ondernemerschap en leven naar eigen goeddunken in de weg
staan.
Die schijnveiligheid creeren terwijl ze onze vrijheden aantasten. Die
grenzen willen sluiten, terwijl wij de globalisering als een uitdaging
verwelkomen. En Europa als ons binnenland beschouwen.
Nieuwe behoudzucht
Veel mensen willen graag alles bij het oude houden. Ze blijven zitten waar
ze zitten en beschouwen hun positie als heilig. Ze denken niet aan de
volgende generaties of aan de rest van de wereld. Ze sluiten anderen uit
van wat zij zelf verworven hebben. Bang om te verliezen wat ze hebben. Hun
goede baan, hun mooie huis, hun verzekerde pensioen. Heel begrijpelijk.
Maar het gevolg van die angst is dat ze anderen geen toegang willen
verlenen. Tot de arbeidsmarkt, de woningmarkt. Tot ons land en tot Europa.
Teveel zit nu op slot. Het onderwijs en de zorg. De sociale verzekeringen
en de pensioenmarkt. Ook internationaal: de rijke landen willen niet delen
en verlenen geen toegang tot hun markten aan de armere landen. Overal
worden gevestigde belangen ten koste van nieuwkomers verdedigd. En het
gevolg is groeiende tegenstellingen tussen jong en oud, arm en rijk. En
dat leidt tot conflicten die wij niet willen en die ook niet nodig zijn.
> Gelijke kansen
Insiders tegenover nieuwkomers: dat is de nieuwe tegenstelling. Wij willen
dat iedereen een eerlijke en gelijke kans krijgt om zich te ontwikkelen en
te ontplooien. Daarom zijn wij tegen de behoudzucht van de
belangenbehartigers, links en rechts. Tegen het egoïsme van de populisten,
links en rechts.
Geen muren
Ongelijkheid en uitsluiting zijn nu een voedingsbodem voor burgeroorlogen
en terrorisme. Wij zijn tegen de westerse hypocrisie en bemoeizucht die
leiden tot oorlogen als in Irak. Aan zulke oorlogen willen we niet
meedoen. We zijn tegen nieuwe muren, zoals tussen Israel en Palestina, die
de bewegingsvrijheid beperken. Maar ook de denkbeeldige muren tussen
landen die lid willen worden van de EU en lidstaten die hen buiten willen
sluiten. En wij willen de misstanden aanpakken waar we allemaal van weten
en (indirect) bij betrokken zijn. Zoals Guantànamo Bay waar mensenrechten
met voeten worden getreden. Ondertussen bedreigen mensen met
fundamentalistische wereldbeelden, vaak religieus vermomd, onze vrijheid.
Hun ergste vijand is onze open samenleving. Hun grootste succes zou zijn
dat wij uit angst onze vrijheden beperken en onze overtuigingen opgeven.
Dat kan en mag nooit zo zijn.
> Vrijdenkers
D66 heeft zijn missie vernieuwd. Of beter gezegd, hervonden. Wij gaan
terug naar onze wortels. Terug naar de basis. Vrijzinnigheid is onze
inspiratiebron. Democratie zit in onze genen. In de relatie
overheid-burger is nog veel te weinig veranderd. Onderhoud aan de
democratie is uitgebleven. Wij hechten niet aan gevestigde belangen en
structuren. Wij zijn de vrijdenkers van de politiek. Het wordt weer tijd
om gevestigde structuren open te breken. Nieuwe vormen van directe
democratie in te voeren. Zodat er ruimte en invloed komt. Voor mensen. En
niet alleen voor de mensen die het toevallig getroffen of goed voor elkaar
hebben. Voor iedereen, jong en oud, arm en rijk. Dat is een kwestie van
beschaving.
Barrieres opruimen
Wij willen dat iedereen mee kan doen, dat niemand wordt buitengesloten.
Daarom heb- ben nieuwkomers onze steun. Dat betekent barrières opruimen.
Afschaffen van subsi- dies, belastingvoordelen en beschermingsconstructies
die ooit nuttig en goedbedoeld waren maar inmiddels de markt ontwrichten
en vooral gevestigde belangen beschermen. Het hele stelsel van
renteaftrek voor eigenaren en subsidies voor huurders heeft de wo-
ningmarkt ondoorzichtig en ontoegankelijk gemaakt. Het is op den duur
onhoudbaar en remt de economische groei en sociale ontwikkeling. Het houdt
mensen vast in hun woon- en leefsituatie en maakt onbewegelijk. Dit
systeem bevoordeelt degenen die het al goed hebben en belemmert jonge
mensen om in te treden. Hetzelfde geldt op de arbeidsmarkt. Last in,
first out is zo'n principe. Het beschermt de langstzittende. En het
algemeen verbindend verklaren van CAO's doet geen recht aan verschillen
tussen bedrijven. Het belemmert een gezonde groei en natuurlijke
ontwikkeling van bedrijven en remt de inno- vatie. De vergaande
ontslagbescherming maakt huiverig om mensen in dienst te nemen. Het
gevolg is karige contracten voor jonge mensen. Daarom wil D66 het
ontslagrecht aanpakken en de arbeidsmarkt flexibiliseren. En alle steun en
(fiscale) ruimte bieden aan mensen die een eigen onderneming beginnen.
> Leve de verschillen! Maar geen onrechtvaardige verschillen
Mensen zijn niet gelijk, mensen zijn wel gelijkwaardig. D66 houdt van
verschillen. Verschillen tussen mensen zorgen voor leven en dynamiek.
Mensen groeien van verschillen. Dat levert economische groei, sociale
ontwikkeling en culturele diversiteit op. En daar is iedereen bij gebaat.
Maar wij willen geen onrechtvaardige verschillen. Onaanvaardbaar is voor
ons dat mensen hun macht gebruiken of zelfs misbruiken om verschillen waar
zij van profiteren in stand te houden. Geen kunstmatige constructies die
de gevestigde belangen beschermen. Er zijn talloze voorbeelden van:
Huurbescherming voor mensen die het niet nodig hebben. Landbouwsubsidies
die boeren uit ontwikkelingslanden aan de bedelstaf houden. De beste
ontslagbescherming voor de langstzittende.
Een dienstbare overheid
Wij willen een overheid die `Ja' zegt. Een overheid die met heldere en
doorzichtige wetgeving een duidelijk kader en een voor iedereen gelijk
speelveld schept. Met daarbinnen alle ruimte om te leven, te werken en te
ondernemen. Een overheid die voorwaarden schept voor ontplooiing en
ontwikkeling. Een overheid die niet remt met allerlei verordeningen en
vergunningen. Dat betekent veel minder gedoe en bureaucratie (waar
trouwens veel ambtenaren ook naar uitzien en al aan werken). Wij hebben
geen overspannen ver- wachtingen van de overheid. We kunnen de overheid
niet verantwoordelijk maken voor ons persoonlijk geluk. De overheid is
geen geluksfabriek. En de overheid kan niet alles regelen, laat staan
alles voorkomen, risico's zullen er altijd zijn. En wij willen een
bescheiden overheid die zich bewust is van haar dienende taak. Want de
overheid is van ons, is er voor de burger. `Minister' betekent niet voor
niets: `Dienaar'.
Investeren in duurzaamheid
We zijn te afhankelijk van milieuvervuilende fossiele brandstoffen (olie
en gas) die hoe dan ook een keer opraken. Bovendien leidt deze schaarste
tot spanningen in de hele wereld. Wij willen zo snel mogelijk
overschakelen naar duurzame energiebronnen die het milieu niet belasten,
zoals wind, zon en biogas. Daarnaast is grootschalig onderzoek nodig naar
nieuwe schone technologieën. Daarvoor willen wij de aardgasbaten inzetten
en - in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven - heel gericht investeren
in het ontwikkelen van duurzame energiebronnen. Zo kan Nederland een
voortrekkersrol gaan spelen bij het ontwikkelen van een duurzame
samenleving, met vele economische (export)kansen.
Het allerbeste onderwijs
En het allerbelangrijkste: D66 wil meer en beter onderwijs. Onze kinderen
verdienen het allerbeste onderwijs. Investeren in kennis is nu essentieel.
Wij willen dat Nederland koploper wordt op onderwijsgebied. Dat betekent
een miljardeninvestering. Wij willen dat het Nederlandse onderwijs de
hoogste kwaliteit en de meeste diversiteit biedt. Dat betekent vrijheid
voor scholen en leerkrachten, universiteiten en wetenschappers om dat
onderwijs naar hun eigen professionele inzicht en hun eigen goeddunken in
te richten. En ruimte voor ouders, leerlingen en studenten om volop mee
te beslissen. Onderwijs is de beste garantie voor verdere ontwikkeling,
persoonlijk, maatschappelijk en economisch. Want wie goed is opgeleid en
zelfstandig keuzes kan maken hoeft niet bang te zijn om niet mee te kunnen
komen. Goed opgeleide mensen die niet bang zijn: dat levert de
maatschappelijke samenhang en verbondenheid op.
> Een vrije wereld
D66 neemt graag het voortouw in het creeren van een open samenleving
zonder drempels. Een maatschappij waarin iedereen zich vrij kan bewegen
en tot zijn recht kan komen. In het scheppen van een wereld waarin
iedereen uitzicht krijgt op een menswaardig bestaan. Meer dan ooit willen
wij doen waar we goed in zijn: het ontwikkelen en steunen van baan-
berekende initiatieven in Nederland, in Europa en in de wereld. Of het nu
gaat om duurzame energie of microkredieten, mensenrechten of
natuurontwikkeling. Nederland is een van de meest ontwikkelde landen ter
wereld. Dat willen we blijven en verder uitbouwen. In een duurzame wereld
waarin iedereen een eerlijke kans heeft om het steeds beter te krijgen.
------------------------------------------------------------------------------
Vijf richtingwijzers voor een progressieve sociaal-liberale visie
> Vertrouw op de eigen kracht van mensen
> Denk en handel internationaal
> Beloon prestatie en deel de welvaart
> Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving
> Koester de grondrechten en gedeelde waarden
In het verkiezingsprogramma 2006/2010 vindt u concrete oplossingen voor
vraagstukken concept die nu spelen. Maar de dagelijkse praktijk van het
parlementaire werk is veel gevarieerder dan wij nu kunnen voorspellen.
Daar zijn ongetwijfeld vraagstukken bij die in dit programma beperkt of
zelfs geheel niet aan de orde komen.
Daarom hebben wij onze uitgangspunten en ideeën vertaald in vijf
`Richtingwijzers'. Bij twijfel zal een gekozen vertegenwoordiger onze
richtingwijzers zwaarder laten wegen dan de oplossingen die bij het
schrijven van dit programma nog logisch en verdedigbaar waren, maar niet
veel later door de feiten al weer zijn achterhaald.
> Vertrouw op de eigen kracht van mensen
Wij vertrouwen op de eigen kracht en ontwikkeling van mensen. Daarom zien
we de toe- komst met optimisme tegemoet. Mensen zijn zo creatief dat ze
steeds opnieuw zelf oplossingen vinden. Wij willen dat de overheid deze
kracht, vindingrijkheid en creativiteit van mensen ondersteunt en ruimte
geeft. De sleutel voor verandering ligt bij mensen zelf en wij willen dat
de overheid daarbij aansluit. Wat mensen voor zichzelf en anderen kunnen
doen is veel belangrijker en effectiever dan wat de overheid kan doen.
> Denk en handel internationaal
Samenlevingen zijn op steeds meer verschillende manieren met elkaar
verbonden. Wij staan open voor de gehele wereld en sluiten niemand uit.
Bij alles wat we doen, vragen we ons steeds af welke effecten dat heeft op
anderen in deze wereld. Wij onderkennen dat Europa steeds meer ons
binnenland wordt. Internationale samenwerking en economische vooruitgang
zijn de sleutels naar een wereld met minder oorlog en conflicten. Daarbij
handelen wij steeds pragmatisch, nuchter en op basis van feiten.
> Beloon prestatie en deel de welvaart
Mensen zijn niet gelijk, wel gelijkwaardig. Mensen zijn verschillend en
wij willen dat de overheid ruimte laat voor die verschillen. Wij streven
naar economische zelfstandigheid voor zoveel mogelijk mensen en vinden dat
mensen die uitmuntend presteren daarvoor een beloning verdienen. Wij
willen een dynamische, open samenleving waarin iedereen de ruimte krijgt
om zijn eigen beslissingen te nemen en iedereen zich op zijn eigen manier
kan ontwikkelen. Wij vinden het vanzelfsprekend om welvaart met elkaar te
delen. We willen dat zoveel mogelijk mensen mee doen in het
maatschappelijk en economisch proces want daar worden we allemaal beter
van. Voor mensen die zichzelf niet kunnen redden dragen we een
gezamenlijke verantwoordelijkheid.
> Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving
Wij willen de wereld om ons heen tegemoet treden met respect en mededogen.
Dat geldt voor de mensen om ons heen en voor onze omgeving. De aarde is
niet van ons en dus geen gebruiksartikel. We willen stoppen met het
uitputten en vervuilen van onze leef- omgeving. We willen dat in de
discussie over natuur en milieu niet het behoud, maar de aantasting van
natuur en milieu beargumenteerd wordt.
> Koester de grondrechten en gedeelde waarden
De fundamentele waarden van onze samenleving zijn vrijheid voor en
gelijkwaardigheid van ieder mens, ongeacht opvattingen, geloof, seksuele
geaardheid, gerichtheid of herkomst. Lichamelijke integriteit, geweldloze
oplossing van belangenconflicten en een respectvol gehanteerde vrijheid
van meningsvorming en -uiting, inclusief respect voor onze democratische
rechtsstaat, zijn voor ons centrale waarden. Die waarden zijn universeel
en zonder meer bovengeschikt. Wij beschermen de grondrechten van onszelf
en anderen. Vijf richtingwijzers voor een progressieve sociaal-liberale
visie
------------------------------------------------------------------------------
Mensen ontwikkelen zich
> Onderwijs: vijf miljard extra/Salarissen leraren omhoog/Vrijheid en
verantwoordelijkheid bij scholen en studenten
Goed onderwijs is de basis voor een samenleving waarin iedereen tot zijn
recht komt en alle mensen de kans krijgen het beste uit zichzelf te halen.
Goed onderwijs is ook nodig voor een sterke economie, om als land
aantrekkelijk te zijn om in te investeren. En goed onderwijs is nodig voor
een schoon en veilig land, waarin mensen elkaar in hun waarde laten.
Momenteel zijn er echter teveel leerlingen die als analfabeet de
basisschool verlaten of hun opleiding voortijdig afbreken. Er zijn
onvoldoende goede docenten, leraren worden bovendien niet op waarde
geschat en het vak is dus niet aantrekkelijk genoeg. De kwaliteit van het
basis- en voortgezet onderwijs is van onvoldoende niveau en de aansluiting
tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven kan ook veel beter.
Er zijn in Nederland 1,5 miljoen volwassenen, ca. 1 miljoen van
Nederlandse herkomst en 500.000 van niet-Nederlandse origine, die moeite
hebben met lezen, schrijven of rekenen. Deze laaggeletterden kunnen
daardoor nauwelijks deelnemen aan de maatschappij. Ze hebben moeite om hun
eigen doelen te realiseren en kunnen hun kennis- en vaardigheden niet
zelfstandig verder ontwikkelen.
Nederland investeert veel te weinig in haar toekomst. Onze investeringen
in onderwijs liggen onder het niveau van vergelijkbare Europese landen,
terwijl kennis voor Nederland de kurk is waarop onze welvaart in de
toekomst moet drijven. Hoogopgeleide mensen leveren veelal
kennisintensieve diensten, die over het algemeen een hoge toegevoegde
waarde kennen.
nderwijs heeft voor D66 topprioriteit. Nederland moet het beste onderwijs
van Europa bieden. Daarvoor zijn stevige maatregelen nodig. Geen grote
overheidsgestuurde onderwijsherzieningen, maar ruimte voor de eigen keuze
en eigen verantwoordelijkheid van scholen, instituten, leerlingen en
ouders. En voor ontplooiing van individuele talenten ver en capaciteiten.
Ook moet de bureaucratie - zowel door het Ministerie van OCW als de
onderwijsinstelling veroorzaakt - worden verminderd.
De verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onderwijzenden vergt
forse investeringen. D66 zorgde dat de studiebeurs met 150 euro werd
verhoogd om de gestegen ziekte- kosten te compenseren en zorgde dat de
OV-jaarkaart behouden werd toen CDA en VVD deze wilde beperken. Nog
belangrijker is dat D66 het bezuinigingstij keerde op onderwijs. Door D66
zijn er de afgelopen jaren miljarden bijgekomen, maar er is meer nodig om
ons onderwijspeil op niveau te krijgen. Voor de komende acht jaar is een
structurele verhoging van vijf miljard euro noodzakelijk.
Vertrouwen in scholen/Vrijheid van keuze/Maatwerk/Minder uitval/Betere
doorstroming/Investeren in leraren/Kwaliteit aan de top
Vertrouwen in scholen
> Zelf onderwijsverbetering realiseren. Scholen en instellingen weten zelf
het beste wat goed is voor hun leerlingen en studenten. Zij kunnen zelf
verantwoordelijkheid dragen voor het onderwijs dat zij bieden. Daarvoor is
het nodig hen vertrouwen (in de vorm van geld en vrijheid) in plaats van
wantrouwen (in de vorm van regels) te geven. D66 wil de komende jaren dus
ook geen grote onderwijsvernieuwingen vanuit Den Haag meer. Scholen mogen
zelf onderwijsverbeteringen invoeren en zelf gaan kiezen voor het al dan
niet invoeren van kleinere klassen, leerlingen meer op maat bedienen, het
invoeren van een digitale leeromgeving of docenten meer ontwikkeltijd
geven. De overheid doet wat D66 betreft dus een forse stap terug. Weg met
de onnodige regelgeving.
> Geen inspectie maar verantwoording. Scholen die initiatieven voor
onderwijsverbeteringen nemen moeten niet geremd worden door
belemmeringen die de overheid opwerpt, maar juist gestimuleerd worden in
de uitvoering. Wie zelf verantwoording neemt kan zelf ook verantwoording
afleggen. Scholen gaan die verantwoording in eerste instantie afleggen aan
degenen waar het om gaat; ouders en vervolgonderwijs. De onderwijsinspectie
ziet er alleen op toe dat deze verantwoording goedwordt afgelegd.
Vrijheid van keuze
> Acceptatieplicht bijzonder onderwijs. D66 hecht aan de vrijheid van
ouders om hun kind naar de school van hun keuze te laten gaan. Op dit
moment kunnen scholen in het bijzonder onderwijs leerlingen weigeren. D66
wil een acceptatieplicht voor scholen wanneer leerlingen of ouders de
grondslag van de school respecteren. Zo kan niet langer gediscrimineerd
worden met een religieuze grondslag als argument. Het schrappen van
artikel 23 uit de grondwet is hiervoor niet nodig.
> Brede school desgewenst ondersteunen. Als de buurt, ouders en/of
kinderen aangeven voorstander te zijn van een brede school die onderwijs
combineert met bijvoorbeeld buitenschoolse opvang, sport, cultuur,
huiswerkbegeleiding en/of welzijnsinstellingen, moet de lokale overheid
hiervoor ruimte scheppen, ook uit niet-onderwijs-budgetten. Ontkokering
van onderwijs- en welzijnsbeleid is nodig om integratie van onderwijs,
cultuur en sport mogelijk te maken.
Meer maatwerk
> Leerfabrieken tegengaan. Sommige scholen- en instellingen, vooral ROC's
in de grote steden, zijn complete leerfabrieken geworden, wat een
persoonlijke benadering van de leerlingen moeilijker maakt. Het streven om
scholen steeds groter te maken moet dan ook worden losgelaten door het
verder aanpassen van de lumpsum financiering en lagere opheffingsnormen.
> De MAVO terug. D66 wil een einde aan de eenheidsworst in het onderwijs,
die alle leerlingen gelijk wil trekken. Het VMBO moet meer `op maat'
kunnen werken. Leerlingen moeten kunnen doen waar ze voor kiezen en zich
meer kunnen concentreren op waar ze goed in zijn. Meer vrijheid dus voor
scholen om leerlingen iets extra's te bieden, of bij te scholen. D66 was
tegen de afschaffing van de MAVO, en wil dan ook herstel van deze
opleidingsvorm. De brede basisopleiding van de MAVO biedt meer kansen,
meer keuzes en mogelijkheden om door te stromen naar de HAVO dan de VMBO
theoretische leergang.
> Persoonsgebonden budget voor kinderen die extra zorg behoeven. Voor
leerlingen die extra zorg nodig hebben moet altijd worden bekeken waar zij
het beste tot hun recht komen. Moeilijk lerende kinderen hebben echt
speciaal onderwijs nodig, en dat kan soms beter op een aparte school.
Hoogbegaafde kinderen missen vaak de uitdaging op hun gewone school. Voor
beide groepen wil D66 een rugzakje, ofwel `Persoonsgebonden Budget' om
extra hulp, leerondersteuning of juist extra leerstof in te kopen.
> Vrijheid en verantwoordelijkheid voor studenten. D66 wil dat studenten
echte keuzevrijheid krijgen en zelf verantwoordelijkheid nemen voor die
keuzes. Een bijbaantje, Mensen ontwikkelen zich buitenlandstage of
bestuursfunctie waardoor de student tijdelijk minder tijd besteed aan de
`echte' studie moet mogelijk zijn zonder verlies van `leerrechten', maar
niet op kosten van de staat. Daarom krijgen studenten in het hoger
onderwijs een `persoonsge- bonden budget'. De overheidsbekostiging van
onderwijsinstellingen loopt dan via de student, die op basis van
gerealiseerde punten EC's (European Credits) afrekent met de universiteit
of hogeschool. Studenten betalen puur voor het onderwijs dat zij volgen en
de behaalde resultaten.
> Het stelsel van studiefinanciering houdt dezelfde opzet: een combinatie
van verantwoordelijkheden van overheid, ouders en student. D66 wil dus
ook de basisbeurs overeind houden en voelt niet voor een sociaal
leenstelsel of een academicusbelasting. Bijverdienmogelijkheden
worden verruimd. Ook bij overstappen van studie (bijvoor- beeld van HBO
naar WO) worden de leerrechten zo ingezet, dat afstuderen niet wordt
concept belemmerd. Elke student moet zich uitgedaagd voelen om zowel in de
studie als in de vorming en ontwikkeling buiten de studie het beste uit
zijn studietijd te halen.
Minder uitval
> Kinderen met taalachterstand op hun tweede naar school. Een op de
veertien kinderen verlaat op dit moment de basisschool zonder echt te
kunnen lezen en schrijven. Vaak ontstaat deze taalachterstand bij
kinderen al voordat ze als kleuter de basisschool binnenkomen. Wanneer
leerlingen die analfabeet zijn op de middelbare school komen, wordt hun
probleem voor normaal onderwijs onoverkomelijk, en zijn ze kansloos in
hun verdere opleiding. D66 wil daarom een aanpak van voorkomen en
genezen. Vanaf 2 jaar moet de voorschool en vroegschoolse educatie
beschikbaar zijn voor kinderen met een taalachterstand. Ook worden de
ouders betrokken via taal- en rekenprogramma's die aansluiten op de
educatie aan hun kinderen. Geen kind gaat van de basisschool af voor
het kan lezen en schrijven. Dat moet bereikt worden door een extra
taalles, een zomercursus en zonodig een extra jaar basisschool.
> Betere begeleiding problemen. Het probleem van jongeren die zonder
diploma hun school verlaten groeit. D66 wil daarom meer ruimte en
ondersteuning voor de instituten die leerlingen met problemen opvangen en
begeleiden en kunnen aantonen dat zij hiermee succes hebben. (time-out;
rebound, zorgteams, schoolmaatschappelijk werk, schoolarts, wijkagent).
Hierdoor kan het middelbaar onderwijs voor iedereen toegankelijk zijn met
een minimaal uitvalpercentage. Vooral combinaties van werken en leren
worden hierbij krachtig ondersteund. Wie geen werk heeft en geen diploma
wordt gekort op zijn uitkering.
> Huisbezoeken aan spijbelaars. Spijbelgedrag moet in een vroegtijdig
stadium worden aangepakt. Als wordt geconstateerd dat leerlingen spijbelen
en ouders niet op uitnodigingen van school reageren, gaat een
vertegenwoordiger van de school op huisbezoek om te zorgen dat een kind
terug komt naar school. De vertegenwoordiger van de school - leraar,
schoolmaatschappelijk werker, leerplichtambtenaar of iemand van Bureau
Jeugdzorg - heeft de bevoegdheid om sancties op te leggen als ouders
niet willen meewerken.
> Landelijke opknapbeurt en concierges. Je thuis voelen op school of
universiteit is ook een voorwaarde voor goed onderwijs. Veel scholen
kampen met een fors ruimtegebrek, onderhoudsachterstand of vervuiling. D66
wil een landelijke opknapbeurt voor onderwijsinstituten en het aanstellen
van concierges voor basisscholen.
Betere doorstroming
> Laatbloeiers laten opkomen. Veel leerlingen beginnen op een lager niveau
dan zij uiteindelijk aankunnen, of vallen door problemen in de puberteit
terug. D66 wil dan ook af van de prikkels die scholen krijgen om
probleemleerlingen zo snel mogelijk te lozen. Ook moet de doorstroom van
leerlingen tussen MAVO/VMBO en VWO, en voor studenten tussen MBO en
Universiteit, goed mogelijk zijn en worden aangemoedigd. Vooral leerlingen
met een (taal)achterstand kunnen hierdoor de gelegenheid krijgen later
alsnog het beste uit zichzelf te halen.
> Internationaal Baccalaureaat voor internationale aansluiting. Studenten
die de grens over willen, moeten dat ook kunnen. D66 wil daarom dat meer
middelbare scholen met een diploma `Internationaal Baccalaureaat'
afgesloten kan worden. Dit diploma op basis van tweetalig onderwijs biedt
nog betere kansen om in het buitenland te gaan studeren.
> De universiteitspoort blijft open. Universiteiten kunnen selecteren op
vakkenpakket, maar wat D66 betreft geldt dat iedere student met het
juiste diploma een kans moet krijgen toegelaten te worden. Programma's
voor doorstromers worden uiteraard gestimuleerd.
> De numerus fixus voor opleidingen in de medische sfeer wordt afgeschaft.
In verband daarmee worden de bestaande initiatieven om te komen tot een
volwaardige medische faculteit in Enschede en Tilburg gehonoreerd.
> HBO-masters. Bedrijven hebben vaak behoefte aan hooggekwalificeerde
specialisten en veel studenten willen excelleren in een beroep in plaats
van in een wetenschap. Daarom wil D66 dat ook het HBO een masteropleiding
gaat bieden. Brancheorganisaties moeten verplicht geconsulteerd worden op
de inhoud van de bekostigde HBO-opleidingen. Zij weten immers wat in de
bedrijven nodig is aan kennis en vaardigheden. Bepalende invloed kunnen de
brancheorganisaties hebben op onbekostigde opleidingen, die door hen als
bedrijfsopleiding kunnen worden gefinancierd.
> Stageplaats, vaste prik. Hoogwaardig beroepsonderwijs is gebaat bij een
goede aan- sluiting van de opleiding op vervolgopleidingen en van de
opleiding op de praktijk. Stages en leerwerktrajecten zijn daarvoor
essentieel. VMBO- en MBO-leerlingen krijgen hierdoor beter zicht op waar
ze voor leren; de uitval zal daardoor lager worden. Deze praktijklessen
moeten dan ook door de scholen worden georganiseerd, in samenwerking met
studenten en bedrijven. Begeleiding is natuurlijk een voorwaarde voor
succes; Mensen ontwikkelen zich voor bedrijven moet de organisatie en
begeleiding van stages en leerwerkplekken fiscaal aftrekbaar worden.
Stages bij instellingen worden op vergelijkbare wijze financieel
gecompenseerd. Daartegenover mogen eisen aan de begeleiding van studenten
binnen de bedrijven en instellingen worden gevraagd.
Investeren in leraren
> Meer erkenning voor de goede leraar. Leraren zijn professionals die
belangrijk werk doen voor de samenleving. De waardering voor hun werk
dient mede tot uitdrukking ver te komen in de financiele beloning. Op
dit moment zijn er per sector en soms ook per vak grote verschillen in
aantrekkelijkheid van het beroep. Vooral in het VMBO en het basis
onderwijs schiet die aantrekkingskracht flink tekort. D66 wil daarom
10% meer investeren in de salarissen van docenten, onder meer door het
beter waarderen van goed opgeleide en excellente docenten.
> Leraren met kennis. Bij de lerarenopleidingen is de echte vakkennis
teveel ondergesneeuwd door de didactiek. Het moet voor leraren in
opleiding leuker en uitdagender worden om ook met het beroep van leraar en
de inhoud van hun vak bezig te zijn. Ook op scholen moet de balans tussen
didactiek en vakinhoud evenwichtiger worden. De oplei ding van leraren
moeten in goede samenwerking tussen opleidingsinstituten en scholen
plaatsvinden. Scholen en opleidingsinstituten bepalen samen of een student
voldoende weet en kan om een goede leraar te worden. Voor de Pabo heb je
minimaal het niveau van Havo met wiskunde A nodig.
> De meester is master. Wat D66 betreft moet het leraarschap
aantrekkelijker worden. Het leraarschap moet dan ook een reele keus
worden als afsluiting van een studie. D66 wil daarom dat de eerstegraads
lerarenopleiding een erkend masterdeel van de studie wordt
(Bachelor-Master). Studenten kunnen dan na hun bachelor kiezen voor een
Master of Education (ME).
> Behouden jonge leraren en opvangen pensioengolf. Een deel van de
afgestudeerden van de Pabo kan momenteel niet meteen een baan vinden in
het onderwijs. Velen van hen kiezen daarom noodgedwongen voor een andere
baan. Over een paar jaar komt er een groot tekort aan leraren. Het
voorstel van D66 om extra geld vrij te maken voor het behoud van de jonge
leraren heeft er recent toe geleid dat deze groep toch een baan als leraar
kan krijgen en dus behouden blijft voor het onderwijs. Scholen krijgen
tijdelijk extra leraren en kunnen daardoor over een paar jaar
gemakkelijker de verwachte pensioengolf onder docenten opvangen. Aan de
extra 29 miljoen euro die hiervoor nu is uitgetrokken mag niet getornd
worden. Dit geld kan ook worden ingezet om basis- schoolleraren na
bijscholing te laten doorstromen naar het voortgezet onderwijs.
Kwaliteit aan de top
Het hoger onderwijs is een belangrijke sleutel voor de samenleving van
morgen. Een samenleving die drijft op kennis moet door het hele onderwijs
het beste uit mensen halen. HBO-instellingen en universiteiten zijn
instellingen waarin studenten zich optimaal kunnen ontwikkelen tot
beroepsbeoefenaren en academici van hoog niveau. Het hoger onderwijs moet
voor iedereen met de juiste vooropleiding beschikbaar zijn en blijven.
Nederland moet streven naar een aandeel van hoger opgeleiden in de
beroepsbevolking van minimaal 50 %. Daarbinnen moet veel meer ruimte zijn
voor diversiteit en voor uitblinken. Zowel in de bachelorsopleidingen als
in de mastersfase is het streven steeds gericht op het realiseren van de
opleiding die het beste past bij de talenten en motivatie van iedere
student. Een dynamisch bestel van hogescholen en universiteiten, echte
keuzevrijheid en verantwoordelijkheid voor studenten en uitmuntend
onderzoek bieden een omgeving waarin zowel de Nederlandse economie als de
samenleving in zijn geheel overtuigend kunnen bijdragen aan de vele
uitdagingen van de komende jaren. D66 wil daarom een eind maken aan de
daling van het budget voor studenten, ruimte geven aan excellent onderzoek
en aan uitblinkers, zowel in het HBO als in het WO.
> Duurdere masteropleiding als ze kwalitatief beter zijn.
Bacheloropleidingen moeten voor iedereen met de juiste vooropleiding
beschikbaar zijn. Differentiatie in collegegelden mag daarom alleen worden
toegepast voor de masteropleidingen en dan uitsluitend als de
masteropleiding aantoonbaar meer kwaliteit biedt. D66 wil hiermee de
mogelijkheid creeren om getalenteerde studenten zich verder te laten
ontwikkelen.
> Jonge topwetenschappers stimuleren. D66 wil betere begeleiding van aio's
en oio's 1 voor promotieonderzoek. Om de aantrekkelijkheid van het doen
van onderzoek te ver- groten wordt de rechtspositie van jonge onderzoekers
verbeterd. D66 wil dat de stimuleringsmaatregelen voor de aanstelling
van jonge topwetenschappers worden uitgebreid naar universitaire (hoofd-)
docenten. D66 wil het aantal promovendi fors verhogen evenals het aantal
doorstroomplaatsen voor postdocs. Dit zal ook een positieve invloed hebben
op de positie van vrouwen in de wetenschap.
> Internationale uitwisseling. D66 is voor het aangaan van
uitwisselingsverbanden met universiteiten en andere opleidingsinstituten
omdat dit een effectieve manier is om elkaars cultuur te leren kennen en
radicalisme hierdoor te beteugelen. Jongeren krijgen mede hierdoor
perspectief op een toekomst.
> Georganiseerde sport impuls geven. Sport is goed voor de gezondheid, ook
voor het gevecht tegen overgewicht. Het is ook een prima manier om te
integreren. Sport leert jongeren zich aan bepaalde regels te houden. De
schooluitval bij sportactieve scholen is veel lager. Alle reden dus voor
de overheid om de georganiseerde sport ondersteunen. Dat kan door de
infrastructuur een financiele impuls te geven, maar ook door belemme-
rende regels te schrappen en vrijwilligerswerk aantrekkelijker te maken.
Ook topsport verdient adequate ondersteuning. D66 wil dat Nederland in de
toekomst de Olympische Spelen organiseert. Daarvoor moeten nu al in
overleg met de sportwereld de nodige maatregelen in gang worden gezet.
Vijf miljard extra investeren
Vijf miljard euro is er volgens D66 structureel extra nodig voor de
noodzakelijke inves- teringen in het onderwijs. Diverse aanbevelingen van
het Innovatieplatform, de Onder- wijsraad, het midden- en kleinbedrijf,
vakbonden en onderwijsorganisaties geven een onderbouwing van dit bedrag.
Specifieke bedragen zijn opgenomen in de financiele onderbouwing bij dit
programma.
De afgelopen jaren is al twee miljard geinvesteerd. D66 wil dat er de
komende twee kabinetsperiodes steeds twee-en-een-half miljard extra wordt
geinvesteerd. Hiermee volgt D66 de `kennisinvesteringsagenda' en komt
Nederland weer in de Europese voorhoede met investeringen in het onderwijs.
------------------------------------------------------------------------------
Mensen verdienen beter
> Doorgaan met economische hervormingen/AOW betaalbaar houden/1 miljard voor
energietransitie/Meer mensen aan het werk/Kinderopvang gratis
D66 is er van overtuigd dat een open duurzame economie, gebaseerd op
ondernemings- gewijze productie van goederen en diensten, de meeste
welvaart brengt in ons land. Na enkele jaren van stagnatie vertoont de
Nederlandse economie weer groei. D66 is ervan overtuigd dat het beleid van
dit kabinet, waar D66 mede de architect van is geweest, de groeikracht van
de Nederlandse economie heeft versterkt.
Voor D66 is de werkelijke openheid van onze economie, gecombineerd met
sociale cohesie, voorwaarde om te kunnen profiteren van de grote
veranderingen die in de interna- tionale economische verhoudingen
optreden. De opkomst van de economieën van China en India, de
energiegiganten die zich ontwikkelen in onder andere Rusland, Iran, Saudi
Arabie en Venezuela en de verplaatsing van economische activiteiten naar
lage-lonen landen zullen hun invloed hebben op de Nederlandse economie.
Op de internationale markt worden innovatie en kennis doorslaggevende
concurrentiewapens. Concurreren op prijsefficiëntie of kwaliteit is niet
meer voldoende. Productiviteit, talent, kennis en internationale
gerichtheid zijn cruciaal. Het gaat ook hier om mensen die het verschil
zullen maken.
D66 is overtuigd van de kracht van de vindingrijkheid van mensen en
bedrijven. De wijze waarop fiscale en andere regelingen zijn ingericht
moet aansluiten bij de veranderende economie. Daarin zijn steeds meer
zelfstandigen zonder personeel actief, blijken flexibele
samenwerkingsverbanden te ontstaan en weer te verdwijnen. De explosieve
groei van de handel via internetsites, die zich niets meer van
traditionele landsgrenzen aantrekt, illustreert de dynamiek van een
economie waarbij de overheid per definitie achter de feiten aanloopt. D66
ziet bedrijvigheid dan ook niet ontstaan door subsidies, maar door
voorwaarden te scheppen en barrieres weg te nemen.
D66 wil in een open en concurrerende economie een sterke overheid die de
marktontwikkelingen volgt en stimuleert. Toegangsblokkades in de
economie moeten verdwijnen. D66 ziet de globalisering als een
noodzakelijkheid voor een betere toekomst. Open grenzen en een
internationaal georienteerde economie leiden tot inkomensverbetering en
meer solidariteit tussen oud en jong, actief en niet actief, nieuwkomer en
bestaande bevolking.
Nederland is in het buitenland geprezen voor zijn economisch beleid van
loonmatiging, stelselherziening en solide overheidsfinancien. D66
realiseert zich dat dit beleid de sociale cohesie in ons eigen land onder
druk heeft gezet. Een duurzame samenleving zorgt voor haar burgers als zij
dit zelf niet kunnen. Armoede is in Nederland uit den boze en moet ook
internationaal bestreden worden door hoog in te zetten op de
millenniumdoelen en eerlijke wereldhandel.
Economische ontwikkeling mag niet ten koste gaan van de natuur.
Ecosystemen hebben ook een internationaal economisch belang. De overheid
kan onder andere bijdragen aan vergroening en verduurzaming van de
economie door haar inkoopbeleid daarop in te stellen en maatregelen te
treffen.
D66 wil ook investeren in milieuvriendelijke energie. Het gebruik van
fossiele brand- stoffen heeft een verwoestend effect op het leefmilieu van
onze planeet. De opwarming van de aarde zorgt ook voor toenemende droogte
en het stijgen van de zeespiegel. Het terugdringen van het gebruik van
fossiele brandstoffen is niet alleen in het belang van het milieu. Ook de
grote afhankelijkheid van instabiele regio's is een reden om in te zetten
op alternatieve energiebronnen. Tijdens de oliecrisis in de jaren zeventig
heeft aan aantal landen, waaronder Nederland, de gevolgen al ervaren. De
gascrisis die begin 2006 werd veroorzaakt door onenigheid tussen Rusland
en Oekraine is de meest recente illustratie van de grote politieke
gevoeligheid.
Barrieres wegnemen voor arbeidsparticipatie en flexibilisering/Pensioenen
betaalbaar houden/Belastingdruk verlichten/Bestuurlijke organisatie
verbeteren/Duurzaamheiddoelstellingen meewegen/Hoog inzetten op
millenniumdoelen/1 miljard voor energietransitie
Barrieres wegnemen
Met het wegnemen van barrieres om van Nederland een werkelijk
concurrerende, innoverende en flexibele economie te maken is nog maar
nauwelijks begonnen. Om daar in succesvol te zijn vindt D66 dat vertrouwen
in vindingrijkheid van de mensen als ondernemer voorop moet staan bij
verschillende beslissingen die nu dringend op ons afkomen.
Dat betekent het vrijmaken van markten voor nieuwkomers. Dat betekent ook
het weg- nemen van barrieres voor outsiders op de arbeidsmarkt.
Discriminatie bij sollicitaties is ook zo'n barriere. Het wegnemen van
barrieres tot de arbeidsmarkt en het flexibiliseren van de arbeidsmarkt
zullen de arbeidsparticipatie verhogen: een van de beste en meest
rechtvaardige instrumenten voor het versterken van de economie.
Arbeidsparticipatie verhogen
> Kinderopvang moet gratis zijn voor werkenden om zo op een normale manier
arbeid en zorg te kunnen combineren. Daarnaast wordt ook de aanvullende
combinatiekorting verhoogd.
> De participatie van werknemers in de leeftijd van 55-64 jaar moet omhoog
om het draagvlak voor de vergrijzing te vergroten en de rekening eerlijk
te verdelen; het moet financieel aantrekkelijk zijn langer door te werken.
> De arbeidsparticipatie voor met name vrouwen, minderheden en ouderen
moet krachtig gestimuleerd worden.
> De inkomensvervangende voorzieningen (vooral de WW) zullen gericht
moeten zijn op het zo snel mogelijk terugkeren in het actieve werkende
leven.
> Arbeidsaftrek voor lage inkomens in te voeren (earned income tax-credit
op uurloon-basis).
> Het individualiseren van de overdraagbare heffingskorting, de
`thuiszitbonus', het belastingvrije bedrag dat niet-werkenden genieten
(met overgangsregeling voor degenen die voor 1972 zijn geboren).
> Soepeler afgeven van verblijfsvergunningen aan diegenen die aan onze
economie een bijdrage kunnen leveren.
> Volledig toelaten van werknemers uit EU-lidstaten, met de mogelijkheid
van overgangsmaatregelen.
Flexibeler arbeidsmarkt
Een flexibeler arbeidsmarkt zorgt ervoor dat werkgevers minder bang zijn
om personeel aan te nemen, en dat onze economie slagvaardiger kan inspelen
op veranderingen. In onze economie met schaarser wordend arbeidspotentieel
en veranderde inzichten in leidinggeven, management en
loopbaanontwikkeling is de klassieke tegenstelling tussen werkgever en
werknemer aan verandering onderhevig. Werkgevers hebben er belang bij veel
tijd en geld te investeren in de `employability' van hun werknemers.
In een arbeidsmarkt waarin krapte ontstaat, moet meer nadruk komen te
liggen op activeren. Een flexibeler arbeidsmarkt moet ook doorwerken in de
opzet en uitvoer van inkomensvervangende voorzieningen zoals de WW.
De flexibiliteit wordt vergroot door:
> Het afschaffen van het algemeen verbindend verklaren van CAO's.
> Ondernemingsraden wettelijk te faciliteren om onderhandelingen te voeren
over arbeidsvoorwaarden, en individuele werknemers vrij te stellen om
dit zelf te doen.
> Als mensen daarbij willen kiezen voor verlenging van hun werkweek is dat
hun eigen keuze en moet daar op bedrijfsniveau ruimte voor zijn. CAO's
mogen daar in beginsel niet in belemmeren.
> Mensen in slijtende beroepen te ondersteunen in de voorbereiding op een
tweede loopbaan na hun 45e levensjaar.
> Scholing, coaching, outplacement en loopbaan heroriëntatie trajecten
fiscaal of anderszins aantrekkelijk te maken.
> De arbeidsovereenkomst zonder tussenkomst van derden te laten ontbinden.
Voor ontbinding is geen voorafgaande toestemming meer nodig van de rechter
of het CWI. Ontslagvergoedingen worden uitsluitend contractueel
vastgelegd en belast bij uitbetaling. Ingeval de werknemer zich in zijn
belangen benadeeld acht staat achteraf de weg naar de rechter open.
> Bij ontslag wordt altijd de WW uitgekeerd (behalve als ontslag
vrijwillig is). De werknemer hoeft zich daarvoor niet tegen het ontslag te
verzetten.
> De WW-uitkering bij ontslag wordt in duur beperkt, waarbij het uitgangspunt
is dat vanuit een hoger beginpercentage wordt begonnen dan nu geldend en
de hoogte in een kortere periode wordt afgebouwd.
> De WW zal net als de bijstand door gemeenten worden uitgevoerd. Dit brengt
belangrijke efficiency voordelen met zich mee en vermindert het `schotten-
probleem' voor werkzoekenden.
> In combinatie met de opheffing van het duale ontslagstelsel betekent dit
dat het UWV en CWI voor een aanzienlijk deel kunnen worden ontmanteld.
Dit geldt des te sterker naarmate de Werkhervattingsregeling voor
gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) meer door private partijen wordt
uitgevoerd.
D66 wil dat in de komende kabinetsperiode concrete voorstellen gedaan worden:
> Vrijstellen van de markt voor persoonlijke dienstverlening.
> Vrijmaken van de markt voor producten en diensten binnen de EU.
> Het uitvoeren van de voorstellen van het innovatie platform (met de
nadruk op generieke maatregelen).
> Het principe dat werkzekerheid belangrijker is dan baanzekerheid vorm
te geven in het stelsel van collectieve voorzieningen.
Pensioenen betaalbaar houden
AOW in veilig vaarwater. De politiek kan de ogen niet sluiten voor de
werkelijkheid. In de komende decennia zal een steeds grotere groep AOW'ers
steunen op een steeds kleinere groep werkenden. Vroeger werden mensen
gemiddeld niet oud en genoot een gepensio- neerde maar kort van zijn
pensioen. De levensverwachting is echter sinds de invoering van de AOW
gestegen van 65 naar 80 jaar en stijgt nog steeds. Dat is goed nieuws. We
zijn door langer onderwijs te volgen ook gemiddeld later aan de
arbeidsmarkt gaan deelnemen en door Vut en pre-pensioen eerder opgehouden
met werken. We hebben dus een steeds langere periode om van het pensioen
te genieten en een kortere periode dat we daarvoor werken en premie
betalen.
Om de AOW veilig te kunnen stellen zijn daarom nu maatregelen nodig. D66
zet daarbij eerst in op maatregelen die ouderen meer mogelijkheden geven
om actief te blijven op de arbeidsmarkt. Pensionering en vervroegde
uittreding zijn lang niet altijd vrijwillig en D66 begint bij het opruimen
van de belemmeringen om langer door te gaan. Ook moet het fiscaal
aantrekkelijk worden om na het 65e jaar door te werken. Maar daarmee zijn
we er niet, zeker niet voor de langere termijn. Waarschijnlijk is voor de
houdbaarheid van de financiering meer nodig. Daarom wil D66 de
AOW-leeftijd meer in de pas laten lopen met de levensverwachting. Wij
stellen voor om over de komende 24 jaar Mensen verdienen beter de
AOW-leeftijd met 1 maand per jaar te laten toenemen tot 67 jaar. D66 wil
daarbij vast- houden aan de gemaximeerde AOW-premie en het verschil tussen
premieopbrengsten en lasten van uitkeringen blijven bijpassen uit de
algemene middelen op de wijze zoals dat nu al gebeurd. De AOW is van ons
allemaal en op die manier dragen we hem gezamenlijk. Wij zien de AOW als
een essentiële basisvoorziening voor de oude dag, die het waard is om te
behouden.
> Individuele pensioenregelingen mogelijk. Het bieden van individuele
mogelijkheden bij de AOW en de aanvullende pensioenregelingen om binnen
bepaalde grenzen te kiezen voor eerdere of latere pensionering
(resulterend in respectievelijk een lager of hoger pensioen) en voor
deeltijdpensioen.
> Wettelijke vertegenwoordiging werknemers en gepensioneerden. Zoals het
D66-initiatiefwetsvoorstel -Bakker voorstelt zullen de gepensioneerden van
alle pensioenfondsen, evenals de werknemers, het wettelijk recht krijgen
op vertegenwoordiging in de besturen van hun fondsen en zal dit recht ook
gaan gelden voor de gepensioneerden van de bedrijfstakpensioenfondsen.
> De levensloopregeling uitbreiden zodat mensen zelf kunnen sparen voor
scholing. D66 wil niet verbieden dat de regeling gebruikt wordt voor
vervroegde uitreders, maar wel terugkeren naar waar de regeling echt voor
bedoeld is: het spitsuur van het leven.
Honorering publieke functies binnen de perken
In de publieke en semi-publieke sector zijn de inkomens voor topfuncties
de laatste jaren uit de hand gelopen. Publieke functies horen echter
binnen publieke normen te worden gehonoreerd. Uitsluitend onder politieke
verantwoordelijkheid (goedkeuring ministerraad) kan daar in zeer
bijzondere gevallen van worden afgeweken. Alleen als werkelijk sprake is
van een markt (waarin aandeelhouders, toezichthouders, en klanten echt wat
te zeggen of te kiezen hebben) is er voor de overheid geen reden om in te
grijpen.
Belastingen verlichten
Bij een open en flexibele economie hoort een rechtvaardig en
overzichtelijk belastingregime. Oneigenlijke maatregelen die de
belastinggrondslag onnodig versmallen worden afgeschaft. De verbetering
van de Nederlandse concurrentiepositie (Werken aan Winst) van het kabinet
Balkenende II wordt gesteund, maar D66 wil hierna maatregelen die de in-
dividuele belastingdruk verlichten. Vooral met het oog op de verlaging van
de arbeidskosten, een evenwichtige inkomensverdeling (o.a. als
tegemoetkoming voor de stijging van de zorgpremies) en in het kader van
duurzame ontwikkeling is het nodig over te gaan tot:
> Verlaging van inkomstenbelastingtarief met 2% punt in alle schijven.
> Vergroening van het belastingstelsel. Milieu- en energiebelastingen die
tot een relatieve toename van de belastingdruk op arbeid leiden, moeten
via een belastingverlaging op arbeid worden teruggegeven.
> Op termijn verder vereenvoudigen van het belastingstelsel zodat er ruimte
voor lagere tarieven ontstaat.
Bestuurlijke organisatie verbeteren
Onheldere structuren aanpakken. Onheldere structuren met 'zelfstandige'
bestuursorganen of partieel geprivatiseerde ondernemingen met publieke
taken moeten worden hervormd, zodanig dat democratische controle en
publieke verantwoordingsplicht gewaarborgd zijn. D66 is voor de
afsplitsing van de netwerken van verzelfstandigde energiebedrijven omdat
strategische infrastructuur bij de kerntaken van een sterke overheid
behoren. De Mainports Rotterdamse haven en Schiphol zijn voortreffelijk
functionerende maatschappelijke ondernemingen die hun publieke taken in de
vorm van een onderneming vervullen zonder dat er noodzaak is om private
financiers te laten deelnemen.
> Overheidsdeelnemingen blijven van de overheid. Het beheer van
overheidsdeelnemingen in ondernemingen die over collectieve goederen
gaan baseert zich op lange termijn ontwikkelingen van deze voorzieningen
voor ons land. De overheid verkoopt deze in beginsel niet en houdt zich
aan de Corporate Governance Code. De overheid streeft daarbij niet naar
maximaal aandeelhoudersrendement maar naar duurzame vermogensgroei ten
behoeve van de publieke taken en naar maximaal maatschappelijk nut.
> Vergunningverlening op basis van vertrouwen. Bij vergunningverlening
voor bedrijven en instellingen moet het potentieel van die organisaties
benut worden op basis van ver- trouwen en eigen verantwoordelijkheid
(bedrijfsinterne milieuzorg, maatschappelijk verantwoord ondernemen,
risicomanagement en interne audit).
> Toezichthouders naar behoefte van de markt. Toezichthouders (Opta,
media, zorg, NMA, agentschap telecom etc) worden ingesteld voor zolang als
in de analyse van de verantwoordelijke minister de markt dat toezicht
noodzakelijk maakt; toezichthouders worden niet vanzelfsprekend in stand
gehouden. Toezichthouders met een toegevoegde waarde moeten voldoende
middelen krijgen om effectief te zijn.
Duurzaamheiddoelstellingen laten meewegen
De overheid kan een belangrijke rol spelen in het verduurzamen van de
economie. Dat zal ze moeten doen door duurzaamheiddoelstellingen bij
voortduring te laten meewegen in haar handelen.
> Ecosystemen benaderen op economisch belang. Ecosystemen hebben een
breder economisch belang dan vaak wordt aangenomen. De totale waarde van
een ecosysteem is dan groter dan een van de op de markt gebrachte
diensten. Zo leveren bossen niet alleen kaphout, maar zijn ook bron van
zuurstof en leverancier van geneeskrachtige planten. Economische kosten
door schade aan ecosystemen kunnen aanzienlijk zijn. Door overbevissing
kan een hele visserij instorten, gepaard gaand met banenverlies en
kosten voor bijstand en omscholing.
> Milieuaspecten opnemen in WTO-onderhandelingen. De aantasting van de
ecosystemen is een barriere voor het realiseren van de millenniumdoelen.
D66 pleit voor het opnemen van de milieuaspecten in de
WTO-onderhandelingen op een zodanige manier dat zij niet contraproductief
uitpakken voor ontwikkelingslanden. Dat kan bijvoorbeeld ver door labeling.
In de volgende onderhandelingsronde moet actiever worden ingezet op
eerlijke wereldhandel, het aanpakken van verstorende subsidies en tarief-
barrieres en het aanpakken van het `verplicht' open stellen van markten
door ontwikkelingslanden.
> 100% duurzaam inkopen. De overheid en semi-overheden zijn grote afnemers
van consumptiegoederen. In haar aankoopbeleid moet de overheid het goede
voorbeeld geven. Binnen vier jaar zal 100% van alle producten die
worden aangeschaft door overheden en semi-overheden moeten voldoen aan
duurzaamheidscriteria. Door de aanschaf van bij- voorbeeld biologische
producten wordt een enorme impuls gegeven aan het verbeteren van de
marktpositie van duurzaam geproduceerde goederen.
Verhogen inzet millenniumdoelen
In de 21ste eeuw leeft nog steeds een groot deel van de wereldbevolking in
armoede. Armoede wordt vooral geassocieerd met ontwikkelingslanden, maar
ook in de rijkste landen van de wereld wordt armoede geleden. In de
Europese Unie leeft ongeveer15% van de bevolking rond de armoedegrens. D66
wil dat Nederland voorop blijft lopen in het actief bestrijden van de
armoede. Armoede is onvrijheid.
Het bestrijden van armoede in de rest van de wereld moet in de komende
vier jaar een krachtige impuls krijgen. D66 pleit voor het doortrekken van
de twee lijnen, creëren van randvoorwaarden en gerichte hulp `trade and
aid', op mondiaal niveau en steunt daarmee in volle overtuiging de
millenniumdoelen. De millenniumaanpak krijgt veel kritiek, maar op dit
moment is het de beste aanpak die we hebben; de doelen zijn helder,
meetbaar en haalbaar. Het initiatief ligt bij de ontvangende landen die
hun eigen ontwikkelingsplannen opstellen. Daarnaast hebben de westerse
landen de verplichting op zich genomen om hun deel te doen. Die
verplichting moet worden nagekomen. In 2010, in de komende
kabinetsperiode, wordt de tweede voortgangsrapportage gehouden. D66 zet
daarbij hoog in.
> Armoede hoog op de Europese agenda. Nederland dient armoedebestrijding
ook binnen de Unie hoog op de agenda te zetten. Uitwisseling van kennis en
ervaring via de open coordinatiemethode en het onderzoeken van
mogelijkheden die de interne markt biedt, kunnen bijdragen aan het
uitbannen van armoede binnen Europa.
> Meer coherentie. D66 streeft naar meer coherentie en pleit voor een
accentverschuiving van bilaterale hulp naar hulp via de Europese Unie en
internationale organisaties. Betere donorcoordinatie binnen de Unie en
meer samenhang in het buitenlandbeleid zijn voorwaarden voor een effectief
Europees ontwikkelingsbeleid. Nederland moet zich actief inzetten voor het
totstandkomen van een Europees buitenlandbeleid.
> Voortrekkersrol ontwikkelingssamenwerking. Nederland is een van de
weinige landen in de wereld die het streefpercentage voor
ontwikkelingssamenwerking haalt. Daarmee is Nederland in een uitstekende
positie om de Europese lidstaten en overige westerse landen aan te sporen
hun aandeel te verhogen.
> Budget voor ontwikkelingssamenwerking opschonen. D66 wil het budget van
0,8% minimaal handhaven, maar tegelijkertijd kritisch kijken naar de
besteding en waar nodig opschonen. Zo behoort schuldensanering niet tot de
Official Development Aid, en kan het dus niet ten laste komen van het
budget voor ontwikkelingssamenwerking. D66 pleit ervoor om ook
kwijtschelding van exportkredietschulden niet langer tot ODA te rekenen,
maar te financieren bovenop de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking.
> Zelfredzaamheid centraal. In de ontwikkelingshulp staat de
zelfredzaamheid van mensen centraal. Nederland moet daarom prioriteit
geven aan onderwijs, gezondheidszorg (de beschikbaarheid van medicijnen en
de strijd tegen HIV-AIDS) en ondernemerschap (microkrediet). Er moeten
meer mogelijkheden komen voor private financiering van
ontwikkelingsprojecten door middel van belastingvoordelen.
> Klimaatbeleid integreren. Nederland moet klimaatbeleid en de bescherming
van de 2 bio-diversiteit integreren in ontwikkelingsbeleid en strijden
tegen illegale houtkap en de palmolie en soja-industrie, waarvoor
regenwouden sneuvelen en kleine lokale boeren worden onteigend en
vervolgd.
> Schuldenkwijtschelding. Schulden mogen geen belemmering vormen voor het
halen van de millenniumdoelen. Landen die daarvoor onvoldoende middelen
hebben moeten in aanmerking komen voor schuldenkwijtschelding. Ook
dienen zij hulp zoveel mogelijk in de vorm van schenkingen (in plaats van
leningen) te ontvangen.
> Microfinancieringsinstellingen stimuleren. Financiële diensten zoals
kleine leningen, spaarmogelijkheden en verzekeringen, zijn een effectief
instrument tegen armoede en bieden mensen de mogelijkheid hun
bestaanszekerheid te vergroten.
Investeren in milieuvriendelijke energie
Energiebesparing heeft prioriteit. Daarnaast zal komende jaren
geïnvesteerd moeten worden in onderzoek naar meer milieuvriendelijke
vormen van energievoorziening, met een stimulans van wat nu al effectief
kan worden.
Investeren in duurzame energie vormt ook een grote potentiële economische
kracht voor Nederland. Op dit moment zijn in Europa circa 300.000 mensen
werkzaam in deze sector, voornamelijk in Duitsland. Ook in landen als
Oostenrijk, Denemarken, Finland en Portugal wordt in de sector een grote
groei van werkgelegenheid verwacht. Jaarlijks zet deze industrie in Europa
15 miljard euro om. Nederland blijft in deze ontwikkelingen vooralsnog
achter. Dat moet veranderen.
> Verdubbeling inzet milieuvriendelijke energie. Het budget voor duurzame
energie moet de komende jaren, analoog aan de aanbevelingen van de
taskforce energietransitie, worden verdubbeld van 1 miljard naar 2 miljard
per jaar. Grootschalige toepassing van windenergie op zee, biomassa en
andere vormen van milieuvriendelijke energie kunnen hiervan gefinancierd
worden.
> Teruglevergarantie zonne-energie. Er moet een teruglevergarantie voor
zonne-energie ver komen, vergelijkbaar met de systemen in Duitsland en
Spanje. Gedurende een periode van 20 jaar krijg je een vast
teruglevertarief als je stroom teruglevert aan het elektriciteitsnet. D66
wil een honderdduizend-daken-programma voor PV zonne-energie in Nederland
starten bij overheidsgebouwen en de semi-publieke sector.
> Informatie. Consumenten moeten op hun energierekening kunnen zien van
welke vorm van energievoorziening de geleverde energie afkomstig van is.
> Steun aan schone biomassa. Landbouwsubsidies die nu nog bestemd zijn
voor conventionele landbouw kunnen gebruikt worden voor de productie van
biomassa.
De biomassa moet wel op duurzame wijze verkregen zijn: het mag niet ten
koste gaan van regenwouden of biodiversiteit.
> Bijmengen biodiesel. Het gebruik van biobrandstoffen en het bijmengen
van biobrandstoffen bij diesel moet fiscaal worden gestimuleerd. Deze
verplichting zou de komende jaren stap voor stap moeten worden verhoogd.
> Subsidies. D66 is geen voorstander van marktverstorende subsidies. Voor
groene stroom moet dan ook de reële prijs worden betaald. In plaats
daarvan stelt D66 een opslag op niet- groene stroom voor. De opbrengst
hiervan wordt gebruikt voor onderzoek naar milieuvriendelijkere
energievoorziening.
> Schoon fossiel. Het gebruik van fossiele brandstoffen kan schoner. D66
kiest voor kolenvergassingtechnologie, de mogelijkheid van het
meevergassen van biomassa en het afvangen van ondergrondse opslag van CO2.
> Grootschalige zonne-energie. De toepassing van grootschalige
zonne-energie (Concentrating Solar Power) heeft grote potentie. Hoewel dit
soort centrales niet kunnen worden geplaatst in Nederland, door een gebrek
aan zon, moet Nederland voorop lopen in de financiering en technologische
ontwikkeling voor toepassing in landen als Spanje en Noord-Afrika.
> Strenge normen energiebesparing. Er moeten strenge normen komen voor
energie- besparing. Standby-apparatuur moet wettelijk worden
teruggedrongen. Op verspillende apparaten kan een CO2-heffing worden
geheven. Het keurmerk voor de mate van energievriendelijkheid van
apparaten moet regelmatig aan de nieuwste stand van de techniek worden
aangepast.
> Energievriendelijke nieuwe woningen. De eisen aan de energiezuinigheid
van nieuwe woningen moet de komende jaren stapsgewijs worden verscherpt.
> Korting op overdrachtsbelasting. Bij aankoop van een oud huis krijgt de
eigenaar korting op de overdrachtsbelasting, wanneer hij investeert in
het energiezuiniger maken van de woning.
> Kernenergie. Met de huidige stand van techniek en de kosten hebben
nieuwe kerncentrales niet de eerste voorkeur en krijgen geen financiele
steun van de overheid. Bestaande kerncentrales kunnen een rol spelen
in het overbruggen van de tijd naar een duurzame energiehuishouding en
eventueel later sluiten. Onderzoek naar betere verwerking van het
kernafval moet doorgaan.
> Groen energiebeleid kern EU-samenwerking. D66 vindt dat een gezamenlijk
energie-beleid een nieuwe pijler moet worden van de Europese Unie.
Doordat de lidstaten nog nauwelijks samenwerken in onderzoek en
ontwikkeling van milieuvriendelijke energie mist Europa zowel economisch
als ecologisch de boot.
> Groen energieverdrag. Met een gemeenschappelijk Europees programma
zouden 31 miljarden euro's vrij moeten komen voor het ontwikkelen van
zonnekrachtcentrales, wind op zee, de toepassing van waterstoftechnologie
en het verbeteren van de elektriciteitsnetten. D66 wil daarom een groen
Europees energiebeleid. Het bedrag dat nu wordt uitgetrokken voor
gezamenlijk onderzoek naar duurzame energie moet worden vertienvoudigd
naar 5 miljard euro tot 2013.
> Een nieuw klimaatverdrag. Europa moet een voortrekkersrol blijven spelen
bij het nieuwe Kyotoprotocol om te komen tot een vermindering van CO2-
uitstoot. Europa moet minstens inzetten op een reductie van 30%
broeikasgassen in 2030.
------------------------------------------------------------------------------
Mensen en hun kunst
> Reclame op publieke zenders afschaffen/1% rijksbegroting investeren/
Kunstenaars in de klas
Kunst en cultuur vormen het DNA van de samenleving die D66 voor ogen
staat. Cultuur is een waardevol doel op zich en niet slechts een
instrument voor het bereiken van andere beleidsdoelstellingen. D66 wil dan
ook structureel 1% van de Rijksbegroting besteden aan kunst en cultuur.
Deze middelen worden ingezet in een kwalitatief hoogstaand en divers
cultureel aanbod voor het hele land.
Cultuur heeft ook een belangrijke economische waarde. Een breed cultureel
aanbod garandeert een aantrekkelijk vestigingsklimaat. D66 wil dan ook
extra investeren in dwarsverbanden tussen cultuur en economie. Hiermee
dringt Nederland door tot de internationale voorhoede van de creatieve
industrie.
Bij de publieke omroep haken vooral jonge kijkers en luisteraars massaal
af. Dat is een gemiste kans voor jongeren; de programma's zijn educatief
en informatief en dat is voor deze doelgroep van belang. De omroep zal
moeten worden klaargestoomd voor het huidige digitale tijdperk, waarin
jongeren meer tijd op internet dan voor de televisie doorbrengen. Internet
wordt dan ook een speerpunt van de publieke omroep.
Ruimte voor cultureel offensief/Jongeren meer aandacht/Publieke omroep
versterken
Ruimte voor cultureel offensief
> Ruimte voor `Grand Projects'. Er moet een royaal fonds zijn voor
bijzondere culturele ver projecten; grand projects, dat ingezet kan worden
voor architectuur met internationale grandeur, aankoop van een uniek
schilderij, organisatie van een festival of museale innovaties.
> Koppelsubsidies. Voor een breed cultureel offensief is participatie van
particulieren, bedrijven en fondsen onontbeerlijk. Het is tijd voor een
nieuwe gouden eeuw van het cultuurmecenaat. De overheid stimuleert het
schenken aan cultuur met koppelsubsidies (matching grants) en
belastingmaatregelen.
> Internationale samenwerking. Nederland heeft baat bij sterke culturele
banden met het buitenland. Het budget voor internationale culturele
samenwerking moet daarom verhoogd worden.
> Huis der Culturen. De verrijking van ons land door andere culturen wordt
zichtbaar in het Huis der Culturen, waar nieuwe- en oorspronkelijk
Nederlandse kunstenaars een podium krijgen. D66 pleit ervoor het Huis
ruimte te geven om te groeien.
> Monumenten behouden. Er moet worden geinvesteerd in de vele monumenten
die ons land rijk is om ze voor verval te behoeden en restauratie-
achterstanden in te halen.
> Overheid stelt financiele kaders en bemoeit zich niet met de inhoud.
Kunstenaars en culturele instellingen worden zo min mogelijk
lastiggevallen met bureaucratie en politieke bemoeienis. De overbelaste
cultuurnotacyclus, het verdeelsysteem voor Rijks- subsidies, wordt herzien
volgens het principe dat de overheid op afstand staat. D66 pleit voor
eenvoudige, transparante subsidieprocedures met een heldere rol voor
cultuurfondsen en deskundigen uit de sector.
Jongeren meer aandacht
> Kunstenaars in de klas. D66 wil dat er vanaf de basisschool meer ruimte
komt voor cultuureducatie en kunstenaars voor de klas, en meer ruimte
voor vrije expresie. En meer aandacht voor de canon: het geheel van
teksten, beelden, kunstwerken en gebeurtenissen dat voor onze gedeelde
cultuur het referentiekader vormt.
> Cultureel aanbod in naschoolse opvang. Scholen en kunstinstellingen
moeten een ruimer budget krijgen om voor de naschoolse opvang samen een
breed cultureel aanbod te ontwikkelen.
> Musea gratis tot 1 jaar. Ondersteuning binnen en buiten het reguliere
onderwijs is en blijft van belang. Daarom pleit D66 ook voor het gratis
toegankelijk maken van musea voor jongeren tot 18 jaar en het faciliteren
van `jongerencultuur' zoals popmuziek en dj's.
Publieke omroep versterken
D66 is voor een sterke, volwaardige publieke omroep, waarin niet
marktaandelen of kijkcijfers, maar kwaliteit, onderscheidende
programmering, oorspronkelijkheid en on- afhankelijkheid centraal staan.
Nieuws en informatie, kunst, cultuur en educatie vormen de centrale
opdracht voor de publieke omroep, omdat juist die programma's
onafhankelijk van commerciele of andere belangen moeten kunnen worden
gemaakt.
Ook in het digitale tijdperk is een grote rol voor de publieke omroep
weggelegd, maar modernisering is noodzakelijk. Er is centrale regie nodig,
maar geen eenheidsworst: de diversiteit in onze samenleving moet ook in de
programmering van de publieke omroep tot uitdrukking komen, op radio,
televisie en op internet.
D66 wil de kwaliteit en onafhankelijkheid van de publieke omroep waarborgen.
> Reclame op de publieke zenders moet worden afgeschaft. Financiele
compensatie is daarvoor noodzakelijk, zonder dat zal het leiden tot
verschraling en verkleining van de publieke omroep. Of `Hilversum' een,
twee of drie algemene netten maakt is een achterhaalde vraag - inmiddels
is de publieke omroep gestart met 17 digitale themakanalen, en dat is
nog maar het begin van een ontwikkeling. Hoofddoel is dat de programma's
die door de publieke omroep worden gemaakt hun weg zo goed mogelijk naar
de kijkers vinden, waar die kijkers ook maar te bereiken zijn.
> Omroepgelden zijn voor programma's en programmamakers. Ook voor de
omroep geldt dat het salaris van omroepmanagers wordt gemaximeerd
volgens publieke normen. Er komt verder een royaal gegarandeerd budget
voor opera- en concertregistraties, kunstprogramma's, documentaires en
andere culturele producties.
> Ook andere media staan onder druk. D66 wil een snelle verruiming van de
zogenaamde cross-ownershipregeling, waardoor mediabedrijven (kranten,
uitgevers) meer armslag krijgen. Wel moet de pluriformiteit in de
uitgevers- en krantenwereld gewaarborgd blijven.
> Lokale omroepen stimuleren. Lokale omroepen zijn van belang voor de
lokale samenleving en voor een levendige lokale democratie. Gemeenten
mogen de rijksbijdrage voor lokale omroep niet naar believen aan andere
doelen besteden, want ook lokaal moet de onafhankelijkheid van de omroep
voorop staan.
------------------------------------------------------------------------------
Mensen besturen zelf
> Minister van deregulering/Een Randstad-bestuur/Provincies worden landsdelen/
Europese taken niet dubbel doen
Het gesloten model van de Nederlandse politiek heeft de afgelopen eeuw
slechts een paar kleine concessies gedaan. Dankzij volhouden van D66 is er
meer zelfbeschikking geko- men in kwesties als abortus, euthanasie en het
homohuwelijk. Er is een ombudsman, spreekrecht voor slachtoffers en ruimte
voor het burgerinitiatief. Deze mede door D66 gestimuleerde veranderingen
hebben voor meer openheid gezorgd, maar de oogst blijft mager: zelfs de
kleinste wijzigingen in het staatkundige bestel die door D66 zijn voorge-
steld werden vertraagd, gesmoord in staatscommissies of verworpen in de
Eerste Kamer. En toch is er verandering op til. De Nationale Conventie
heeft belangrijke voorstellen gedaan die ongetwijfeld hun weg zullen
vinden. D66 blijft dit vuur aanwakkeren.
Mensen moeten zich kunnen herkennen in de zaken waar de politiek mee bezig
is. Daardoor ontstaat de voedingsbodem voor vertrouwen tussen burger en
politiek en dat is een essentiele randvoorwaarde voor het functioneren van
de democratie.
In de democratie moeten de juiste bestuurders op de juiste plaatsen
zitten. Wie dat zijn wordt bepaald door de burgers. Mensen weten zelf wat
goed voor hen is en moeten zelf kunnen bepalen hoe hun leven en land
worden ingericht. Visie, leiderschap en resultaat- Mensen besturen zelf
gerichtheid zijn de echte sleutels om de afstand tussen burger en bestuur
te overbruggen. Een sleutel die deuren opent als we hem in handen geven
van die bestuurders die direct door de burgers gekozen worden. Bestuurders
met reele en heldere doelen die verantwoording afleggen.
Op dit moment zijn de verantwoordelijkheden bij de overheid zo diffuus
verdeeld dat niemand zich meer verantwoordelijk voelt voor het geheel.
Beslissingen worden vertraagd door bureaucratische structuren. Gevestigde
belangen en de overheid houden elkaar in een wurgende houdgreep. Politici
moeten rekening houden met de belangen in de samenleving, maar
belangenorganisaties en de overheid zijn te veel met elkaar verknoopt
geraakt. Publieke discussies, beslissingen en besteding van publieke
middelen horen ver thuis bij regering en parlement en mogen niet worden
weggeschoven naar de belangengroepen van het poldermodel.
De politiek durft nu bovendien te weinig aan te geven dat de overheid niet
de oplossing voor alles is. In de jacht op de kiezersgunst worden beloften
gedaan die de overheid hele- maal niet waar kan maken. De overheid is geen
geluksfabriek.
De overheid moet democratisch genomen besluiten dienstbaar en
klantvriendelijk uitvoeren. Mensen moeten zien en weten dat de overheid
zich bezighoudt met dingen die voor hen relevant zijn. De overheid weet
dat alleen als ze luistert. En kan alleen slagvaardig reageren en snel de
juiste voorwaarden scheppen als de juiste structuur daarvoor aanwezig is.
De meest fundamentele vraag is op basis van welk principe wij onze
samenleving organiseren; wantrouwen of vertrouwen. D66 wil waar mogelijk
vertrouwen op de eigen verantwoordelijkheid van individuen en het
bedrijfsleven en alleen daar waar nodig toezicht laten houden door de
overheid. De overheid werkt nog steeds verkokerd en niet gezamenlijk aan
een helder en aantrekkelijk doel.
Directe invloed van mensen/Betere dienstverlening/Een einde aan de verkokering
/Aanpassing van grondwet/Maatwerk in bestuurlijke organisatie/Beter
georganiseerde Europese samenwerking
Directe invloed van mensen
> Gekozen bestuurders op alle niveaus. Wat we nodig hebben zijn
authentieke politici en bestuurders die bereid zijn verantwoording af te
leggen over bereikte resultaten. Daar- om vindt D66 dat de belangrijkste
politieke bestuurders rechtstreeks moeten worden gekozen (Burgemeesters,
Commissarissen van de Koningin, minister president en voorzitter Europese
Commissie). Partijen die dit niet willen hebben blijkbaar onvoldoende
vertrouwen in het oordeelsvermogen van Nederlanders. Deze gekozen
bestuurders kunnen vervolgens hun eigen kabinet of college samenstellen.
Vooruitlopend op de directe verkiezing van de Minister-president willen
wij overigens dat de formateur direct wordt gekozen. Verder vinden wij dat
de voorstellen van de nationale conventie die meer macht geven aan de MP
(zoals een aanwijzingsbevoegdheid) alleen doorgevoerd moeten worden indien
deze direct verkozen wordt.
> Referendum. Bestuurders moeten er natuurlijk voor zorgen dat op meer
manieren dan alleen de verkiezingen de burgers betrokken zijn bij de
beslissingen die worden genomen. Daarom wil D66 dat burgers op buurt,
stadsdeel, gemeentelijk, provinciaal, landelijk en Europees niveau zelf
beslissingen kunnen nemen. D66 is voorstander van het invoeren van een
correctief en raadgevend referendum op deze niveaus en het volks-
initiatief met een reele drempel. Ook van het raadplegend referendum is
D66 voorstander, dit biedt mensen de mogelijkheid zich uit te spreken over
alternatieve voorstellen (meerkeuzereferendum/preferendum). Overigens is
voor dit laatste geen wettelijke basis nodig. Wij vinden dat partijen zich
van tevoren moeten committeren aan de uitslag van een referendum.
> Jaarlijkse raadpleging via internet. Het kabinet moet Nederlanders
jaarlijks via een internetraadpleging vragen om drie prioriteiten aan te
geven voor het beleid en zich eraan te verbinden die punten ook
werkelijk aan te pakken. In een jaarlijkse huis-aan-huis krant - op de
derde woensdag van mei - legt het kabinet in gewone mensentaal
verantwoording af over de bereikte resultaten. Op de site van het
parlement komen daarnaast discussies over actuele onderwerpen. Het
parlement is het praathuis van de Nederlandse democratie, waarom laten
we belangrijke discussies dan over aan maatschappelijke initiatieven of
door de overheid opgerichte en zwaar gesubsidieerde clubjes?
> Betere herkenbaarheid bestuurders. Wij willen al langer een ander
kiesstelsel, waarbij de binding tussen kiezer en gekozene wordt versterkt.
Dit betekent ten minste dat de drempel voor voorkeursstemmen omlaag moet
gaan. In het vorige programma was D66 voorstander van een gemengd stelsel
waarin 75 leden worden gekozen via evenredige vertegenwoordiging en 75
via het districtenstelsel. In de komende maanden komen de voorstellen
van het burgerforum kiesstelsel naar buiten (www.burgerforumkiesstelsel.
nl) en op basis daarvan zullen we bepalen aan welk stelsel we
uiteindelijk de voorkeur geven. Het stelsel moet eenvoudig in gebruik
zijn.
Betere dienstverlening
> Vertrouwen staat voorop. Zelfregulering is de regel. Dit principe kan
bijvoorbeeld worden toegepast in de bouw: zelfregulering van aannemers en
burgers leidt dan tot het afschaffen van bouwvergunningen. De overheid
verwacht dat er volgens de regels ge- Mensen besturen zelf opereerd wordt,
doet steekproefcontrole en certificeert aannemers (vergelijk APK). Dit
leidt tot aanzienlijke lastenverlichting en minder bureaucratie. Op
gebieden als milieu en voedselveiligheid kan het ook. Zo wordt de
uitvoering van regels beter gewaarborgd en ligt de verantwoordelijkheid
daar waar hij hoort: bij de mensen zelf. Daarom wil D66 dat vergunningen -
als deze toch nodig zijn - zoveel mogelijk worden geintegreerd. Verder
geldt dat als overheden nalaten binnen de wettelijke termijnen de
vergunning te weigeren of aanvullende vragen te stellen de vergunning
geacht wordt te zijn verleend.
> De overheid is servicegericht. De overheid is er voor de burger en niet
andersom. Daarom wil D66 dat het project Andere Overheid wordt doorgezet.
Het DIGID en het burgerservicenummer worden verder doorgevoerd en er komt
een telefoonnummer en ver een website voor de overheid. Ook via
internet en e-mail moet de overheid beter bereikbaar zijn. In 2010 moet
100% van de diensten via internet te verlenen zijn. Naast deze concept
maatregelen moet de overheid dwingende mechanismen voor zichzelf creeren.
Harde servicenormen bij dienstverlening bijvoorbeeld; `goede' dienstver-
lening wordt hierdoor concreet en meetbaar. En goede dienstverlening
betekent ook dat de overheid op eigen initiatief burgers moet wijzen op
mogelijkheden of voordelen.
> Minister X voor deregulering. In Belgie gaat niet alles beter maar op
sommige fronten kunnen we leren van onze zuiderburen. Daarom stelt D66
(net als de Nationale Conventie) voor een minister X aan te stellen
die een operatie Kafka uitvoert om de overdaad aan regels en voorschriften
een halt toe te roepen. Dat moet Nederland ruimte geven. De inzet is het
verminderen van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. We
willen deze lasten in deze periode met 25% verminderen.
Een einde aan de verkokering
> Huidig commissiesysteem Tweede Kamer vervangen. D66 wil ook afschaffing
van het huidige commissiesysteem van de Tweede Kamer. De commissies
overstijgen geen departementen en versterken zo de verkokering. Dat vormt
een ernstige belemmering voor een integrale belangenafweging. Het huidige
commissiestelsel moet worden vervangen door themacommissies - jeugd,
kenniseconomie etc. - die de departementen overstijgen. Dit zal ook moeten
leiden tot een forse afname van het aantal vergaderingen en meer overleg
op hoofdlijnen.
> Beperkte departementale herindeling. De gekozen minister president
formeert zijn of haar kabinet. Dit kabinet doorbreekt de verkokering bij
de besturing van belangrijke maatschappelijke terreinen. Hiervoor is naar
onze mening geen grootschalige departementale herindeling nodig, dat leidt
alleen maar tot stilstand. Wel willen we het ministerie van Landbouw
opheffen, de omvang aanzienlijk verkleinen en onderbrengen bij Economie
zodat het een gewone economische sector wordt. Verder willen we
Economische Zaken en Sociale Zaken integreren om onze inzet om mensen te
activeren te versterken. Voor Buitenlandse Zaken en Defensie geldt dat
deze kunnen worden opgeheven zodra Europa deze taken uitvoert.
> Een rijksbegroting. Daarin staan de integrale afwegingen en is het
algemene beleid duidelijk te lezen. Bij de onderscheiden hoofdstukken kan
dan met een kleinere memorie van toelichting worden volstaan. De
verkleinde ministerraad is verantwoordelijk voor het opstellen hiervan en
de Tweede Kamer heeft zo als vertegenwoordigend orgaan ook echt invloed op
de politieke belangenafweging tussen de huidige kokers.
> Ambtenaren gehoord door volksvertegenwoordiging. Ambtenaren moeten door
de volksvertegenwoordiging kunnen worden gehoord. Dit is een nuttig
aanvullend instrument voor informatievoorziening aan de Tweede Kamer dat
overigens de ministeriële verantwoordelijkheid intact laat en zelfs beter
tot zijn recht laat komen.
Aanpassing van de Grondwet
> Eerste Kamer afschaffen. De Eerste Kamer is ooit ingesteld als
tegenwicht tegen de `volkse' Tweede Kamer en behoort als `chambre de
reflection' de wetsvoorstellen nogmaals te bestuderen. In de werkelijkheid
van alledag is het politieke karakter echter gaan overheersen. En dat
terwijl de Eerste Kamer niet direct wordt gekozen. Daarom wil D66 de
Eerste Kamer afschaffen. Het beoordelen van de kwaliteit en
uitvoerbaarheid van wetgeving laten we dan over aan hen die ervoor
toegerust zijn: juristen en praktijkdeskundigen. Hun beoordeling is zowel
een uitvoeringstoets als een toets op kwaliteit van wetgeving. Totdat de
Eerste Kamer is afgeschaft dient zij een eenmalig terugzendrecht te
krijgen. Verder vindt D66 met de nationale conventie dat alle rechters
wetten aan grondrechten uit de Grondwet moeten kunnen toetsen en dat een
constitutioneel hof zou moeten worden ingesteld.
> Aanpassen procedure voor grondwetswijziging. Wetsvoorstellen worden door
een gewone meerderheid in Tweede en Eerste Kamer aangenomen.
Grondwetswijzigingen echter behoeven twee lezingen met verkiezingen
ertussen met respectievelijk een gewone en een tweederde meerderheid.
Dit is een bijzonder zware en tijdrovende procedure die niet langer
houdbaar is in een tijd waarin veranderingen zich bijzonder snel
voltrekken. De procedure voor een grondwetswijziging moet daarom worden
vereenvoudigd. Daarbij wil D66 echter niet voorbijgaan aan het feit
dat de verandering van de grondwet van een andere orde is dan die van
een gewone wet en er waarborgen moeten bestaan voor wijziging door een
toevallige meerderheid. Daarom is D66 met de Nationale Conventie van
mening dat een grondwetswijziging in een kabinetsperiode moet kunnen
worden afgerond (slechts een lezing dus), maar dat in die
kabinetsperiode dan wel een tweederde meerderheid (in beide Kamers of in
een verenigde vergadering) moet bestaan voor het voorstel. Daarnaast zou
een nader te bepalen categorie van fundamentele wijzigingen vervolgens
door een referendum moeten worden bezegeld.
> Modernisering monarchie. D66 wil dat de koning een ceremoniele rol
speelt in ons staatsbestel. De koning moet uit de regering en de formateur
wordt niet langer door de koning aangewezen maar door de Tweede Kamer of
liever nog direct gekozen door de Mensen besturen zelf burgers. De koning
is niet langer voorzitter van de Raad van State.
Maatwerk in bestuurlijke organisatie
Elk vraagstuk vraagt een eigen schaal en is meestal niet te vangen in
toevallige grenzen van territoriale eenheden. In de organisatie van het
bestuur moet daarom maatwerk het devies zijn.
D66 wil een kleine, kwalitatief hoogwaardige overheid die optreedt waar
dat nodig is en ver regisseert waar het kan. We doen dat door op plaatsen
waar de overheid over voldoende `spek' beschikt te snijden. Denk maar aan
de inefficiente benutting van veel beleidsambtenaren op elk ministerie.
Het verminderen van de hoeveelheid ambtenaren is geen doel op zich, maar
een resultante van een overheid die zich beperkt tot zijn belangrijke
taken. Veel ambtenaren willen zelf ook anders maar worden belemmerd door
de structuur waarin ze moeten werken. Het geeft geen pas om bij het
pleiten voor een efficientere overheid alle ambtenaren en bestuurders over
een kam te scheren.
De verkleining en slagvaardigheid van de overheid krijgt onder meer vorm
door privatisering maar alleen als concurrentie mogelijk is. Daarnaast
nemen gemeenten (alleen of gezamenlijk) uitvoeringstaken die zich daartoe
lenen over van het Rijk en de provincie. Vooral waar sprake is van grote
samenhang met andere gemeentelijke taken (denk aan sociale dienst, CWI,
UWV) kan dat de effectiviteit van de overheid vergroten. Een voorwaarde
daarvoor is overigens dat gemeenten over meer financiele vrijheid
beschikken.
> Gemeente kiest zelf. Ook moet er meer vrijheid komen in de inrichting
van de gemeente. Hoewel D66 vindt dat de burgemeester direct moet worden
gekozen willen wij het aan gemeenten zelf overlaten welk model van
verhoudingen tussen burgemeester, wethouders en raad zij precies kiezen.
De inwoners van een gemeente kunnen bij referendum hun keuze kenbaar
maken.
> Voortzetten beleid gericht op grote steden (GSB). De afgelopen jaren
hebben de grote steden als de plek waar economische kansen en sociale
uitdagingen samenkomen hard gewerkt aan het verbeteren van hun positie.
Het succes van de steden toont aan dat met gerichte aandacht wel degelijk
voortgang kan worden geboekt. Wij hechten aan het opnieuw maken van
overzichtelijke en harde prestatieafspraken met steden individueel en als
groep en aan het afleggen van verantwoording over de realisatie daarvan.
Daarbij is maatwerk en het bieden van financiele en juridische ruimte
voor nieuwe oplossingen essentieel. Forse vermindering van de
administratieve lasten voor de betrokken grote steden is daarbij
noodzakelijk. Daarbij gaat het in ieder geval om het bundelen van
geldstromen.
Bestuurlijke indeling verbeteren
De bestuurlijke indeling van Nederland is al lange tijd onderwerp van
gesprek. D66 wil daarin nu een doorbraak forceren omdat langer wachten de
ontwikkeling van Nederland in de weg staat. Daarom komen wij tot de
volgende voorstellen:
> Provincies laten opgaan in landsdelen. De provincie is voor de burgers
lang niet overal een herkenbare eenheid en leidt op de schaal van
Nederland vooral tot bestuurlijke drukte. Het gebrek aan herkenbaarheid
blijkt ook wel uit de lage opkomst bij de verkiezingen. Daarbij komt dat
de aanwezigheid van provincies op de schaal van Nederland nogal eens tot
bestuurlijke drukte leidt, niet in het minst vanwege onderlinge
concurrentie. Juist ook vanwege het ontwikkelen van kracht op Europees
niveau is een grotere schaal geboden. Wij willen de provincies afschaffen.
Daarvoor in de plaats komen landsdelen. Deze landsdelen hoeven echter
helemaal niet overal een zelfde bevoegdhedenpakket te vervullen, maatwerk
is immers het devies. De huidige plantaken van de provincie kunnen door de
landsdelen worden uitgevoerd en de uitvoeringstaken door (samenwerkende)
gemeenten.
> Randstadsbestuur. De vierhoek Amsterdam - Den Haag - Rotterdam - Utrecht
moet omgevormd worden tot een landsdeel Randstad. Dit landsdeel kan de
uitdagingen op het gebied van ruimte, economie en infrastructuur
daadkrachtig tegemoet treden. Dit Randstadbestuur heeft een uitgebreide
set bevoegdheden (niet alleen die van provincies maar ook rijkstaken op
het terrein van economie, infrastructuur en ruimte) nodig en 43 daar ligt
een open huishouding voor de hand. De omvang van het takenpakket zal in de
landsdelen Noord-Nederland, Oost-Nederland en Zuid-Nederland veel
beperkter kunnen zijn.
> Taken waterschappen elders onderbrengen. De waterschappen zijn als
oudste bestuurslaag en de enige functionele bestuursorganen met
democratische legitimatie een teken uit een andere tijd. Waar het
ontegenzeggelijk zo is dat waterschappen een belangrijke, voor Nederland
zelfs essentiele, taak vervullen zien wij niet in waarom deze taken
fundamenteel anders zijn dan andere kritische taken (zoals openbare orde
en onderhoud openbare ruimte ) die door overheden op rijks- en
gemeentelijk niveau worden verricht. Daarom zijn wij voorstander van het
afschaffen van de waterschappen en het onder- brengen van deze taken bij
ofwel Rijkswaterstaat ofwel bij de in te richten landsdelen.
> Herindeling op eigen initiatief. Herindeling van gemeenten is geen doel
op zich. Een herindeling moet leiden tot betere dienstverlening aan de
inwoners. D66 neemt daarbij als uitgangspunt dat het initiatief daartoe
vanuit de gemeenten zelf moet worden genomen. Als gemeenten dit echter
nalaten en toch blijkt dat zij niet in staat zijn te zorgen voor een
acceptabel voorzieningenniveau, goede dienstverlening of de aanpak van
regionale vraagstukken, dan kan dit ook een reden zijn voor herindeling.
Voor het intensiveren van samenwerking op het gebied van uitvoering en
bedrijfsvoering tussen gemeenten moet wetgeving geen belemmering zijn.
> D66 is voor een eigen gemeentelijk belastinggebied. In de lokale
democratie moet ook een goede afweging tussen belastingheffing en
voorzieningenniveau kunnen worden gemaakt. Nu de OZB voor huurders is
afgeschaft is snelle besluitvorming daarover nodig. Inkomenspolitiek
blijft echter een landelijke taak.
Beter georganiseerde Europese samenwerking
D66 is een groot voorstander van Europese samenwerking. Vanuit economisch,
politiek en sociaal opzicht is Europa immers ons binnenland. Europa is
niet iets wat van buiten op ons af komt, daar zitten we zelf bij!
> Transparant bestuur. De manier waarop wij als progressieve
sociaal-liberalen de samen- leving in Nederland inrichten moet ook op
Europees niveau navolging krijgen. De grote hoeveelheid regels
en remmende procedures en instituties die vanuit Brussel op de
lidstaten worden afgevuurd moet - net als in ons eigen land - worden
teruggebracht tot een doorzichtig en helder bestuurlijk systeem.
> Federaal. D66 kiest voor een federaal Europa. Een dergelijke EU vraagt
om sterke democratische waarborgen. Daarom moet het Europees Parlement een
volwaardig parlement worden met de bijbehorende wetgevende en
controlerende bevoegdheden. Verder zijn wij voorstander van een direct
gekozen voorzitter van de Europese Commissie en van het omvormen van de
Raad van Ministers tot de senaat van Europa. Ook de Nederlandse regering
moet meer slagvaardig opereren door Europa daadwerkelijk als binnenland te
gaan zien. Om ook in de Haagse realiteit tot uiting te brengen dat Europa
ons binnenland is zou de coordinatie van de inzet van Nederland in Europa
niet door Buitenlandse Zaken maar door Algemene Zaken moeten gebeuren.
Naar Deens model dient de Tweede Kamer in een veel vroeger stadium bij de
Europese besluitvorming te worden betrokken. Ingrijpende wijzigingen van
het Europees Verdrag kunnen alleen bij referendum worden goedgekeurd. Dat
moet mede tot uiting komen door instemming van de Tweede Kamer met de
Nederlandse eurocommissaris.
> Europese taken niet zelf overdoen. Een belangrijke kans voor verhoging
van de efficiency van de Europese samenwerking is ook om Europese taken
volledig aan Europa over te laten en niet nog eens per lidstaat over te
gaan doen. Voorbeelden daarvan zijn defensie en buitenlandse zaken. D66 is
voorstander van het oprichten van een Europees leger en een vergaande
specialisatie van de Nederlandse krijgsmacht.
> Nieuwe toetreders. De EU kan niet onbeperkt door blijven groeien. Dat
zou de Unie te star maken en daarmee de oplossingsgerichte houding naar de
EU in de weg staan. Landen kunnen toetreden als ze voldoen aan de
criteria die hieraan gesteld worden. Toetreding van de landen binnen de
buitengrenzen van de EU; IJsland, Noorwegen, Zwitserland en de Balkan -
dient gestimuleerd te worden. D66 is ook voorstander van toetreding van
Turkije tot de EU, mits er verregaande hervormingen zijn doorgevoerd op
het gebied van mensenrechten, minderheden en democratie.
> Europese grondwet. Nu de grondwet niet is aangenomen neemt de urgentie
toe om een doorbraak te forceren in het denken en doen met betrekking
tot Europa. Daarom wil D66 de burgers van Europa een grondwet laten
vaststellen die tot uitdrukking brengt dat Europa een waardengemeenschap
is. De kern van die grondwet bestaat uit de fundamentele waarden van
onze Nederlandse en dus ook Europese samenleving. Dit zijn vrijheid voor
en gelijkwaardigheid van ieder mens, ongeacht opvattingen, geloof,
seksuele geaardheid of herkomst. Lichamelijke integriteit, geweldloze
oplossing van belangenconflicten en een respectvol gehanteerde vrijheid
van meningsvorming en -uiting, inclusief respect voor de democratische
rechtsstaat. In deze grondwet moeten ook de basisvoorwaarden voor
democratische besluitvorming in de Unie zijn opgenomen.
> Maandelijks Brussel - Straatsburg. Verder is het van groot belang om de
maandelijkse geldverslindende verhuizing van Brussel naar Straatsburg zo
snel mogelijk af te schaffen. Nederland neemt het initiatief voor een
hiertoe strekkende verdragswijziging.
Koninkrijksrelaties
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit drie afzonderlijke landen:
Nederland, Aruba en de Nederlandse Antillen. D66 wil dat de
zelfstandigheid van de Nederlandse Antillen en Aruba zo veel mogelijk
wordt bevorderd. Omdat deze eilanden onderdeel zijn van ons koloniaal
verleden hebben we over en weer verplichtingen. Vanwege het feit dat de
eilan- 4 den echter geen eenheid zijn steunt D66 de totstandkoming van een
nieuw statuut dat de eilanden de mogelijkheid geeft een meer of minder
nauwe relatie met Nederland op te bouwen. De inwoners van Curaçao en Sint
Maarten willen een status aparte, vergelijkbaar met Aruba. De andere drie
eilanden zoeken naar een nieuwe, meer directe, relatie met Nederland.
> Herfinancieren staatsschuld. D66 vindt dat Nederland de
Koninkrijksonderdelen moet ondersteunen bij het aanpakken van de acute
financieel-economische problemen en de opbouw van de economie. Daarom
vindt D66 dat Nederland een bijdrage moet leveren aan het herfinancieren
van de staatsschuld onder voorwaarde van een samenhangend plan voor
opbouw, perspectief op ontwikkeling van de democratie, voldoende uniforme
wetgeving van goede kwaliteit, een goed functionerende rechtsstaat en een
integer bestuur.
------------------------------------------------------------------------------
Mensen leven langer en gezonder
> Patient beslist/Eerstelijn centraal/Illegalen niet wegsturen/Jeugd beter
beschermen
Gezondheidszorg voorziet in de fundamentele behoefte van ieder individu
gezond te zijn, te blijven en zo volwaardig mogelijk aan de samenleving en
het sociale leven te kunnen deelnemen. Omdat gezondheidszorg zo belangrijk
is, is de toegankelijkheid van een goede basiszorg een onvervreemdbaar
recht.
Gezondheidszorg is ook een bron van werkgelegenheid, economische groei,
technologische innovatie en zingeving. Gezondheid en gezondheidszorg
kunnen niet los van elkaar beschouwd worden. Gezondheid heeft immers ook
te maken met de woon- en leefsituatie, voedingsgewoontes en
voedselveiligheid, goed onderwijs, tolerantie, een goede luchtkwaliteit,
gezond gedrag, een veilige leefomgeving en dergelijke.
Gezondheidsbevorderende maatregelen dienen dan ook een integraal onderdeel
van het gezondheids- zorgbeleid te zijn.
Gezondheidszorg heeft veel baten, maar is ook duur. De zorg neemt een
steeds groter deel van het BNP in beslag, mede door vergrijzing en de
groeiende technische en medicamenteuze mogelijkheden. Het behoud van een
solide basispakket vereist daarom een effectief management van de zorg.
D66 steunt het huidige overheidsbeleid, dat zich niet langer uitsluitend
richt op regulering van het aanbod, maar vooral op versterking van de
positie van de patiënt en het sturen op resultaat via de vraag. Met de
toenemende vergrijzing en het voorzienbare personeelstekort in de zorg zal
er de komende jaren een balans gevonden moeten worden tussen marktwerking
en publiek aanbod en tussen solidariteit en eigen verantwoordelijkheid.
D66 is van mening dat de wensen van burgers serieus genomen moeten worden.
Patiënt en hulpvraag staan centraal. Dit kan het beste in een systeem van
gereguleerde, beperkte marktwerking in de zorg. Dit is een goede manier om
de kosten van de zorg te beteugelen en tegelijkertijd de kwaliteit van de
zorg te verhogen. Marktwerking kan alleen daar ingevoerd worden waar
burgers daadwerkelijk kunnen kiezen. Voor acute zorg bijvoorbeeld ver
geldt dit niet. Marktwerking ontslaat de overheid niet van haar algemene
verantwoordelijkheid voor kwaliteit en toegankelijkheid van de
noodzakelijke gezondheidszorg, En voor de bescherming van kinderen die in
de knel zitten. De omgeving, met de ouders voorop, staat daarin centraal,
maar als er problemen zijn moet de overheid snel en adequaat handelen.
Keuzevrijheid en autonomie voor individu/Verbetering organisatie,
transparantie, kwaliteit en financiering/Jeugdzorg handelt sneller en
effectiever/Preventie
Keuzevrijheid en autonomie voor individu
> Persoonsgebonden budgetten toepassen. Persoonsgebonden budgetten
vergroten de keuzevrijheid en autonomie van de patient en moeten zo vaak
mogelijk worden toegepast. Om de bureaucratische lasten voor de burger
te verminderen hoeft het eerste deel van het budget (bijvoorbeeld tot een
bedrag van 5.000) niet volledig administratief verantwoord te worden.
> Burgerservicenummer en elektronisch dossier. In de gezondheidzorg wordt
nog onvoldoende gebruik gemaakt van de mogelijkheden van ICT en andere
technologische innovaties. Daardoor blijft veel doelmatigheids- en
kwaliteitswinst liggen. D66 wil daarom een snelle invoering van het
burgerservicenummer en het elektronisch patientendossier, met voldoende
waarborgen voor de privacy. Patienten moeten elektronisch inzage hebben
in hun behandeldossiers en de mogelijkheid hebben daaraan zelf bijdrages
te leveren.
> Patientenbeweging speelt belangrijke rol. De patientenbeweging heeft
zich de laatste jaren ontwikkeld tot een effectieve belangenbehartiger en
beleidsbeinvloeder. Toch kunnen patienten nog niet volledig de rol spelen
die in het nieuwe zorgstelsel voor hen is voorzien. Daarom dient de
overheid meer financiele middelen ter beschikking te stellen dan thans het
geval is. Dat geld verdient zichzelf terug door de kwaliteitsverbetering
die hieruit zal volgen. De patientenbeweging is, naast de zorgaanbieders
en de zorgverzekeraars, de derde partij in de gezondheidszorg en zou
daarom ook uit de zorgpremies gefinancierd moeten worden.
> Duidelijk onderscheid alternatieve geneeskunde. D66 wil dat burgers in
vrijheid kunnen kiezen voor alternatieve genezers, maar hecht aan een
duidelijk onderscheid tussen het reguliere en het alternatieve circuit.
Verzekeringsmaatschappijen dienen gewezen te worden op hun
maatschappelijke verantwoordelijkheid en alternatieve geneeswijzen in
aparte modules aan te bieden. Hiermee kunnen verwarrende signalen aan
verzekerden worden voorkomen.
> Ouderen kunnen langer thuis blijven wonen. De positie van ouderen die zo
lang mogelijk thuis willen blijven wonen, dient versterkt te worden.
Daarom wil D66 goed gekwalificeerde thuiszorg, technologische innovaties
en andere ondersteuning. Door gemeentes moet meer `levensloopbestendig'
gebouwd worden. Eerstelijnszorg dient zoveel mogelijk geintegreerd te
zijn in wooncomplexen
> Europees zorg inkopen makkelijker. Het moet voor burgers eenvoudiger
worden hun zorg Europees in te kopen. Deze mogelijkheid moet ook breder
bekend worden gemaakt.
> Mantelzorgers ondersteunen. Met de toegenomen zorgvraag,
personeelsschaarste en de introductie van de WMO worden mantelzorgers
zwaarder belast. D66 vindt dat mantelzorgers beter in hun waardevolle
werk ondersteund moeten worden, bijvoorbeeld in de vorm van fiscale
maatregelen. Ook dienen de mogelijkheden voor momenten vrijaf,
`respijtzorg', verruimd te worden en beter bekend te worden.
> Vrij verkrijgbare middelen uitbreiden. In 2007 treedt de nieuwe
geneesmiddelenwet in werking. Onderdeel van die wet is een nieuwe
indeling in vrij verkrijgbare middelen. De UA-status (Uitsluitend
Apotheek, zonder recept maar wel met controle van de apotheker) is
opnieuw ingevoerd en geeft de ruimte om een aantal middelen waarvoor nu
nog een recept noodzakelijk is, op een veilige manier vrij te stellen
van die receptplicht. D66 wil middelen die (mede) als lifestylemiddelen
kunnen worden gekarakteriseerd - zoals erectiebevorderende middelen -
onder dat regime laten vallen, en tevens onderzoek doen naar een vrijere
verkrijgbaarheid van middelen die nu nog alleen via recept worden vergoed,
zoals cholesterolverlagers.
> Patienten moeten hun rechten kennen. Veel patienten zijn niet voldoende
op de hoogte van hun rechten. Daarom wil D66 dat de huidige
patientenwetten beter geimplementeerd worden en patienten beter op de
hoogte worden gesteld van hun rechten.
Zelfbeschikking aan het eind van het leven...
> Zelfgekozen levenseinde. Met de vergrijzing en toenemende mondigheid van
patienten zal het vraagstuk van het zelfgekozen levenseinde van mensen die
`klaar zijn' met leven zich steeds vaker voordoen. D66 gaat daarbij uit
van zelfbeschikking voor alle wilsbekwame volwassenen. Daarom wil D66
zoeken naar verantwoorde wegen waarlangs die zelfbeschikking gerealiseerd
kan worden.
> Euthanasie blijft keuzemogelijkheid. Met de protocollering van
palliatieve sedatie dreigt ver het gevaar dat palliatieve sedatie voor
artsen een alternatief wordt voor euthanasie. Euthanasie is echter een
wezenlijk andere praktijk dan palliatieve sedatie. Daarom moet
euthanasie naast palliatieve sedatie een reele keuzemogelijkheid voor
patienten blijven.
Ook niet-lichamelijke aandoeningen kunnen een grond voor euthanasie of
hulp bij zelfdoding zijn.
> Behandelverbod van patient respecteren. Nog steeds vindt in de laatste
levensfase zinloos medisch handelen plaats, met onnodig lijden tot gevolg.
Voor veel ouderen gaat welzijn echter boven levensverlenging. Artsen
dienen dit te respecteren. Voor D66 is het ontoelaatbaar dat artsen een
behandelverbod van patienten negeren.
...en aan het begin
> Autonomie van ouders. D66 is voor een zo groot mogelijke autonomie van
toekomstige ouders. Daarom moet zinvolle prenatale diagnostiek aan alle
zwangere vrouwen worden aangeboden, ook met het oog op toekomstige
ontwikkelingen die prenatale diagnostiek minder risicovol en veel
laagdrempeliger zal maken. (Maternale serumscreening/diagnostiek)
> Afschaffen bedenktijd abortus. Uit de evaluatie van de abortuswet blijkt
dat vrouwen niet overhaast tot abortus besluiten. D66 is dan ook voor het
afschaffen van de wettelijke bedenktijd van vijf dagen.
> Overtijdbehandeling valt niet onder abortuswet. D66 ziet geen reden de
overtijdbehandeling onder de abortuswet te laten vallen. De
toegankelijkheid van medicamenteuze abortus moet verbeterd worden,
bijvoorbeeld door de abortuspil door de huisarts te laten voorschrijven.
Verbetering organisatie, kwaliteit, transparantie en financiering
De komende decennia zullen de kosten van de zorg als gevolg van
vergrijzing en techno- logische innovaties sterk stijgen. Als gevolg
hiervan zullen er discussies ontstaan over de verdeling van schaarse
middelen, de grenzen van de solidariteit en de toelating van nieuwe
voorzieningen in het zorgaanbod. D66 pleit ervoor om bij het maken van
dergelijke pijnlijke keuzes een transparant, democratisch proces te
ontwerpen waarin betrokkenen in de gezondheidszorg (vooral zorgverleners
en patienten) een belangrijke rol spelen. Overwegingen van
kosteneffectiviteit kunnen in een dergelijk keuzeproces een hulpmiddel
zijn, maar nooit de plaats van het democratische proces innemen. De
politiek bepaalt de grenzen van de zorg, niet de zorgverzekeraar.
Financiering effectiever
> Concurrentie eerste lijn met ziekenhuis. Zorgverzekeraars kunnen
momenteel niet onderhandelen over het grootste deel van het budget.
Daardoor heeft het voor hen nauwelijks zin te zoeken naar een ziekenhuis
met de beste prijs-kwaliteit verhouding. Zorgverzekeraars moeten hier
meer ruimte te krijgen. Het financieringssysteem moet het mogelijk maken
dat de eerste lijn (o.a. huisartsen, fysiotherapeuten, gezondheidscentra)
beter met ziekenhuizen kan concurreren.
> Huisartsen centraal. Huisartsen houden een centrale plaats in de
eerstelijnszorg en krijgen voldoende mogelijkheden voor praktijkonder-
steuning en het opzetten van gezondheidscentra.
> Transparantie en kostenbesparing in de zorg vergroten. D66 wil een
verdere liberalisering van de zorginkoopmarkt en een vergroting tot 90%
van het B-segment waarvoor vrije, kostendekkende tarieven gelden (is nu
10%).
> Prikkels inbouwen in AWBz. De huidige organisatie van de AWBz voldoet
niet en is daardoor niet toekomstbestendig. Op dit moment zijn er geen
prikkels om efficient zorg in te kopen voor ouderen en gehandicapten.
Het is noodzakelijk aan de verzekeringskant deze prikkels wel te
introduceren waardoor dit wel het geval zal zijn. Meer dan de
gehandicaptenzorg leent de ouderenzorg zich voor onderbrenging in de
zorgverzekeringswet, maar er zijn nog onzekerheden over de
uitvoerbaarheid. Als na nadere uitwerking blijkt dat overheveling van
ouderenzorg mogelijk is zal dit worden nagestreefd. Scheiden van wonen
en zorg in de AWBz wordt bevorderd.
> Investeren in uitbreiding generieke geneesmiddelen. Voor het
voorschrijven en gebruiken van geneesmiddelen geldt: goedkoop als het kan,
duur als het moet. Om die reden wil D66 investeren in het stimuleren van
de ontwikkeling van generieke geneesmiddelen, en in het actief
implementeren van onafhankelijke, evidence based richtlijnen en
protocollen zoals die door de beroepsorganisaties zijn ontwikkeld.
Organisatie effectiever
> Clientgerichte wijkcentra introduceren. Gemeentes hebben meer zicht op
wat lokaal mogelijk en wenselijk is. Daarom wil D66 zoveel mogelijk
zorgvoorzieningen lokaal organiseren. Om de individuele vraag van de
patient zoveel mogelijk centraal te stellen Mensen leven langer en
gezonder pleit D66 voor de introductie van laagdrempelige, clientgerichte
wijkcentra, die zowel medische als maatschappelijke zorg en ondersteuning
bieden. Financiering vindt plaats door een verschuiving te laten
plaatsvinden van de AWBz naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).
> Zorgvuldige invoering WMO. In 2007 zal in alle gemeenten de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning worden ingevoerd. Deze wet beoogt
welzijnsbeleid, het beleid rondom voorzieningen voor gehandicapten en
ouderen, en de thuiszorg goed op elkaar af te stemmen. Een zorgvuldige
invoering en voldoende financiele middelen voor de gemeenten zijn
daarvoor een voorwaarde: de WMO is geen bezuiniging. D66 wil dat
organisaties van gehandicapten en ouderen in elke gemeente nauw
betrokken zijn bij de ver te maken keuzes, en dat hulp en voorzieningen
van hoge kwaliteit zijn. Bij de evaluatie van de WMO zal in het
bijzonder worden gekeken naar structurele nadelige effecten,
bijvoorbeeld voor vrouwelijke mantelzorgers. D66 is tegen verdere
overheveling van AWBz-aanspraken naar gemeenten op dit moment. Eerst moet
blijken hoe de WMO in de praktijk uitpakt.
> Personeelstekorten aanpakken. Er dreigen op verschillende specifieke
gebieden personeelstekorten in de zorg. Oplossingen kunnen gevonden
worden in het aantrekken van buitenlandse artsen en verpleegkundigen.
Het moet voor hen eenvoudiger worden hun diploma in Nederland erkend te
krijgen. Het dient voor Nederlandse studenten ook eenvoudiger te worden
in het buitenland een erkend diploma te behalen. Een andere oplossing
voor het personeelstekort is taakherschikking: taken van artsen
(bijvoorbeeld in de chronische zorg) kunnen worden overgenomen door
gespecialiseerde verpleegkundigen, die weer taken kunnen delegeren aan
bijvoorbeeld praktijkondersteuners. Bevoegdheden moeten hiertoe
duidelijk worden omschreven in de Wet BIG en de Geneesmiddelenwet.
> Bureaucratie terugdringen. De bureaucratie in semi-medische instellingen
zoals thuiszorginstanties en indicatieorganen wil D66 terugdringen,
zodat bij een hulpvraag sneller gehandeld kan worden zonder tijdrovende
besluitvorming.
> Indicatieorganen toetsen achteraf. De bureaucratie kan ook worden
teruggedrongen door de indicatie tot zorg veel vaker door professionals
zelf te laten stellen (met een check achteraf). De centrale
indicatieorganen krijgen daarmee een andere rol: zij stellen niet langer
zelf de indicatie, maar toetsen achteraf de door de professional gestelde
indicatie.
> Managementlagen beperken. Het aantal managementlagen in zorginstellingen
kan beperkt worden door zorgprofessionals een flink deel van de
managementtaken zelf te laten doen. De combinatie met hun zorgtaak
vergroot de werkvreugde en de effectiviteit.
> Technologische innovaties breder toepassen. Innovaties als tele-medicine
dienen breder toegepast te worden en al tijdens de opleiding van artsen en
verpleegkundigen aan de orde te komen.
> Reclamerichtlijnen strikter handhaven. Reclamerichtlijnen voor
geneesmiddelen dienen veel strikter te worden gehandhaafd: zelfregulering
is daarvoor ontoereikend.
Verdere voorstellen voor de zorg
> Embryo's kweken onder strikte voorwaarden. D66 gaat ervan uit dat een
menselijk embryo in de loop van de zwangerschap in toenemende mate
beschermwaardig is. Dit betekent dat de waarde van het embryo niet
absoluut is, maar kan worden afgewogen tegen andere belangen. Deze andere
belangen zijn bijvoorbeeld gelegen in de grote medische verwachtingen die
er bestaan ten aanzien van stamceltechnologie. Daarom pleit D66 voor het
beeindigen van het moratorium op het speciaal kweken van menselijke
embryo's voor medisch wetenschappelijk onderzoek, uiteraard onder strikte
voorwaarden.
> Internationale samenwerking infectieziektes. Effectieve bestrijding van
infectieziektes vereist internationale samenwerking. D66 vindt dat, voor
onze eigen veiligheid en uit internationale solidariteit, Nederland in de
komende kabinetsperiode een inspanning moet leveren om bij te dragen aan
een effectieve bestrijding van ziekten zoals TBS, malaria en HIV/Aids,
in Europees en internationaal verband.
> Orgaandonatie beschouwen als wederkerigheid. Iedereen die een orgaan zou
willen ontvangen, mag ook geacht worden een orgaan te willen doneren.
Doneren is de norm. Daarom pleit D66 voor een systeem van orgaandonatie
waarin iedereen die zich na 3 herhaalde oproepen niet laat registreren
in het Donorregister, als donor geregistreerd wordt. Belangrijke
randvoorwaarde hierbij is wel dat wetenschappelijk moet worden aangetoond
dat dit systeem werkelijk effectiever is dan het huidige systeem.
> Illegalen krijgen noodzakelijke zorg. Illegaal in Nederland verblijvende
mensen hebben recht op alle noodzakelijke medische zorg. Wat
`noodzakelijk' is moet door artsen worden bepaald, niet door het
baliepersoneel. De overheid moet hulpverleners in staat stellen een
dergelijk beleid te voeren.
> Verslaafden van straat. In meer steden moet de mogelijkheid van
methadon- en heroineverstrekking onder medisch toezicht worden geboden.
Hierdoor kan verslaafden uitzicht op stabiliteit en behandeling worden
geboden en neemt de drugscriminaliteit af.
> Testen van drugs in het uitgaansleven. Om gezondheidsrisico's van
zogenaamde partydrugs te verminderen moet het eenvoudiger worden om drugs
te laten testen op vervuiling. Daarnaast moet er meer actieve informatie
worden verstrekt over het risico van partydrugs.
> Niet roken in horeca. Niet-rokers mogen geen last ondervinden van rokers
en alle werkenden hebben recht op een rookvrije werkplek. Daarom steunt
D66 een rookverbod in de horeca. Wel dienen er mogelijkheden te blijven
bestaan voor het roken in verblijfsin- richtingen (zoals instellingen
voor chronisch psychiatrische patienten).
Jeugdzorg: het kind centraal
Ontplooiing kan niet zonder bescherming. De omgeving, met de ouders
voorop, staat cen- traal bij het beschermen van kinderen, maar bij
problemen moet ook de overheid snel en adequaat kunnen handelen. Helaas is
duidelijk dat het belang van het kind niet altijd voor- op staat in de
wijze waarop de jeugdzorg is ingericht en te werk gaat. De werkwijze van
de jeugdzorg moet en kan veel beter. Het belang van het kind moet veel
centraler komen te staan.
> Bezoek consultatiebureaus naar 100%. Ouders worden verplicht met hun
kind het consultatiebureau te bezoeken. Alle kinderen die niet verschijnen
op het consultatiebureau worden gemeld bij Bureau Jeugdzorg en actief
opgespoord. Waar nodig gaat iemand op huisbezoek om te zorgen dat een
afspraak op het consultatiebureau nagekomen wordt. Dat kan iemand zijn van
het consultatiebureau dan wel van Bureau Jeugdzorg.
> Vermindering bureaucratie. In de jeugdzorg gaat veel tijd verloren aan
overleg tussen verschillende hulpverleningsinstanties. D66 wil een eind
maken aan de bureaucratie en de verkokering. Daarom dient ten minste
zeventig procent van de mensen in de jeugdzorg uit directe hulpverleners
te bestaan. Ook wil D66 dat er binnen 24 uur een huisbezoek wordt afgelegd
als er een serieuze melding van kindermishandeling binnenkomt.
> Jeugdzorg naar de gemeentes. D66 wil de jeugdzorg weghalen bij de
provincies en zo veel mogelijk in handen van de gemeenten geven.
Preventie
Met preventie kan veel gezondheidswinst worden behaald en kunnen de kosten
van gezondheidzorg beperkt worden. Daarom wil D66 een structureel hoger
budget bestemmen voor preventie en voor onderzoek naar de effectiviteit en
doelmatigheid ervan. Er moeten effectieve preventieprogramma's worden
ontwikkeld en uitgevoerd, gericht op hart- en vaatziekten, obesitas,
verslaving, waaronder nicotinegebruik (roken) en overmatig alcoholgebruik.
Preventie betekent ook: zorgen voor een gezonde leefomgeving, schone
lucht, voldoende ruimte, veilige mogelijkheden voor lichaamsbeweging,
voldoende mo- gelijkheden om te sporten en armoedebestrijding.
> Verkoopverbod onder de 1 jaar strenger handhaven. Om roken en overmatig
alcoholgebruik tegen te gaan moet het verkoopverbod aan jongeren onder
de 16 jaar strenger gehandhaafd worden. Niet alleen verkopers van alcohol,
maar ook ouders en kinderen moeten hiervoor wettelijk aansprakelijk
worden. Er moet meer voorlichting komen over de gevolgen van roken, drugs
en alcoholgebruik.
> Integrale aanpak psychische aandoeningen. Depressies, angststoornissen
en andere psychische aandoeningen zullen in de toekomst de meest
voorkomende gezondheids- problemen zijn. D66 pleit voor een integrale
aanpak van dit complexe probleem. Dit betekent dat er naast een medicinale
aanpak, ook aandacht moet zijn voor maatregelen in de preventieve sfeer,
vroegdiagnostiek (bijvoorbeeld in het onderwijs), gezonde schoolomgeving,
goede arbeidsomstandigheden en dergelijke.
> Voorlichting seksualiteit. Bij voorlichting over seksualiteit,
anticonceptie en het voor- komen van SOA's dient speciale aandacht uit te
gaan naar vrouwen van niet-Nederlandse afkomst.
> Laagdrempelige beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen blijft een
belangrijke voorwaarde voor het voorkomen van infectieziektes en
ongewenste zwangerschappen.
------------------------------------------------------------------------------
Mensen en hun rechten
> Identificatieplicht verdwijnt/Prestatiecontracten politie afgeschaft/
Inburgeringscursus niet verplicht
Nederland is een democratische rechtsstaat en moet dat ook blijven.
Rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en het voorkomen van willekeur zijn de
pijlers van onze rechtsstaat. Een onafhankelijke, goed functionerende
rechtspraak is essentieel voor het vertrouwen van burgers daarin.
Veiligheid en de grondrechtelijke vrijheden van burgers zijn basiswaarden
die door de rechtsstaat zo goed mogelijk gewaarborgd worden. Dat betekent
dat veiligheidsmaatregelen via democratisch vastgestelde regels tot stand
moeten komen, Maatregelen tegen personen op grond van die regels moeten
door de rechter getoetst kunnen worden. Het Europees Verdrag van de
Rechten van de Mens en de uitspraken van het Europese Hof zijn leidraad
voor de omgang met vrijheden en eventuele beperkingen daarvan.
Nederland is een open samenleving en daardoor kwetsbaar. Voortdurend moet
gezocht worden naar het juiste evenwicht tussen macht en recht. Tussen
vrijheden van individuele burgers en bescherming van de samenleving als
geheel. Op angst en onzekerheid gestoelde wetgeving en handhaving kan
leiden tot een rechtsorde waarin de fundamentele vrijheden en rechten die
we juist willen verdedigen onevenredig worden aangetast. Mensen en hun
rechten Mensenrechten moeten niet ondergesneeuwd worden in de drang steeds
meer mogelijkheden voor de aanpak van terrorisme en georganiseerde
criminaliteit te creëren.
Veiligheid kan niet volledig gegarandeerd worden. We moeten ons bewust
zijn van het feit dat niet alle maatschappelijke problemen die tot
onveiligheid leiden opgelost kunnen worden door het uitvaardigen van een
verbod of het verhogen van de strafmaat. Er kan wel veel gedaan worden om
onveiligheid te bestrijden. In de eerste plaats door de over- heid, die
maatregelen moet nemen om inbreuk op veiligheid te voorkomen en krachtig
en effectief moet optreden tegen criminaliteit.
Bestrijding van terrorisme en criminaliteit is echter niet alleen een zaak
van politie, AIVD ver en defensie. De aanpak zal zich moeten verbreden
naar het verminderen van de politieke, economische, sociale en culturele
spanningen die aan terrorisme en criminaliteit ten grondslag liggen.
Gebrek aan kansen, uitsluiting en discriminatie kunnen leiden tot
verzet tegen de maatschappij en tot radicalisering.
Nederland heeft de afgelopen kabinetsperiode een integratiebeleid gevoerd
dat geken- merkt wordt door hardvochtigheid en willekeur. Nog nooit werd
zo vaak een bewinds- persoon voor individuele beslissingen door de rechter
op de vingers getikt. Individuele beslissingen zijn verworden tot
spraakmakende zaken (voetballer Kalou, scholiere Pasic). Het heeft vele
vluchtelingen en immigranten onnodig hard getroffen en groot persoonlijk
leed teweeg gebracht. Daarnaast is het internationale aanzien van
Nederland geschaad. Een streng beleid kan volgens D66 ook humaan worden
uitgevoerd. Maar als politieke munt wordt geslagen uit ongepaste flinkheid
is ons land op de verkeerde weg.
Investeren in kwaliteit rechterlijke macht/Europese samenwerking/Aandacht
voor aanpak jonge criminelen/Positie slachtoffer versterken/Humaan
vreemdelingenbeleid
Investeren in kwaliteit rechterlijke macht
> Rechters blijven bij. Om onze kwalitatief hoogstaande rechtspraak te
behouden zal blijvend geinvesteerd moeten worden. De investeringen zullen
gedaan moeten worden in verbetering van arbeidsvoorwaarden, bijscholing en
opfriscursussen voor rechters. In het versnellen van de doorlooptijden van
zaken en in het versterken van de communicatie met het publiek; mensen
moeten kunnen begrijpen waarom een rechtelijke uitspraak zo is gedaan als
hij is.
> Functioneren van rechters regelmatig in kaart. Rechters zijn voor het
leven benoemd. Wel zou binnen de rechterlijke macht regelmatig en
strikter naar het functioneren van individuele rechters moeten worden
gekeken met de mogelijkheid van ingrijpen. Ook hier gaat het om waardering
voor - en beoordelen van - professionals. Er moet meer ruimte voor
beloningsverbetering komen door promotie van goede rechters die geen
managementtaken verrichten.
> Openbaar Ministerie blijft bij zijn leest. De kwaliteit van het openbaar
ministerie staat onder druk. Er moeten hoge eisen worden gesteld aan de
kwaliteit van de organisatie. Het OM moeten zich concentreren op haar
kerntaak - het opsporen en vervolgen van overtreders in het strafrecht -
en niet streven naar uitbreiding van taken of bevoegdheden of het overgaan
tot opsporingsmethoden die niet passen in een rechtsstaat.
> Politici zijn geen rechters. Politici en vertegenwoordigers van het
openbaar bestuur mengen zich niet in zaken zolang deze onder de rechter
zijn.
> Geen minimumstraffen. Opgelegde straffen moeten gerelateerd zijn aan
daad, persoon en omstandigheden. Daarvoor geeft de wet maximumstraffen.
D66 is tegenstander van de invoering van minimumstraffen. Daarmee zou de
rechter de mogelijkheid ontnomen worden om in het individuele geval een
passende straf op te leggen.
> Preventie in woonomgeving. Het voorkomen van criminaliteit ligt vooral
op het gebied van onderwijs en opvoeding en de hulpverlening aan
probleemgezinnen en -jongeren. Ook in de woonomgeving zijn preventieve
maatregelen nodig. Wijkveiligheidsplan- nen zijn daarvoor een goed
lokaal middel. Er moet consequent meer toezicht komen in het openbaar
vervoer. Verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte, waaronder
trein-, bus- en metrostations, draagt ook bij aan preventie.
Politie efficienter organiseren
> Lokaal verankerde versterking van nationale diensten. De voorkeur van
D66 voor lokale differentiatie, voor wijkgerichte aanpak, betekent niet
dat er niet moet worden gewerkt aan vermindering van versnippering en de
problemen bij het uitwisselen van informatie. Het vormen van een nationale
politie schiet echter zijn doel voorbij.
> Meer uitvoering, minder beleid. Het executieve werk is waar het om
draait. Beleid is er al genoeg. Het wordt tijd dat meer politiemensen, ook
als zij een hogere rang hebben, achter het bureau vandaan komen. Daarbij
zal ook aandacht nodig zijn voor mogelijkheden tot beloningsdifferentiatie.
> Afschaffen prestatiecontracten. D66 wil onmiddellijk af van
prestatiecontracten. Planning en rekenschap afleggen zijn betere
prestatie-instrumenten. Prestatiecontracten leiden tot agenten die
`bonnenjagers' worden om hun quotum te halen, die niet de juiste dingen
gaan doen, of voor de verkeerde acties worden beloond.
> Afschaffing identificatieplicht. D66 wil afschaffing van de
identificatieplicht, die te weinig toevoegt aan de veiligheid om de
inbreuk op de privacy te rechtvaardigen.
> Digitale criminaliteit. Dit wordt een steeds groter probleem. Door het
aantrekken van expertise en het investeren in apparatuur zullen opsporing
en vervolging de benodigde inhaalslag kunnen maken.
Drugs
> Regulering teelt van softdrugs. De coffeeshops waarin softdrugs mogen
worden verkocht hebben hun waarde bewezen. Nu is de tijd gekomen om ook de
teelt van softdrugs te reguleren. Dit kan door middel van een
vergunningenstelsel voor de teelt. Hierdoor kan een deel van de
criminaliteit en gevaarlijke thuisteelt worden tegengegaan, en kunnen
volksgezondheidrisico's worden ingeperkt. Telers en handelaren die zich
aan deze regels onttrekken dienen hard te worden aangepakt. D66 wenst
uiteindelijk een echte legalisering van softdrugs, waartoe de
internationale verdragen dienen te worden gewijzigd. Nederland moet zich
hier in het buitenland hard voor maken.
> Geen coffeeshops bij scholen. Coffeeshops mogen niet in de buurt van
scholen worden geplaatst en geen drugs verkopen aan jongeren onder de 18.
Vooral voor jongeren onder de 18 moet er meer voorlichting komen over de
risico's van het gebruik. D66 vindt dat openheid over softdrugs een
grotere bijdrage levert aan de volksgezondheid dan het onbespreekbaar
laten.
> Heroverweging harddrugsbeleid. D66 is van mening dat de internationale
`War on Drugs' zijn doel voorbij schiet. Bij het harddrugsbeleid moet het
voorkomen van gezondheidsschade voorop staan. Voorlichting en het testen
van harddrugs is thans moeilijk. Nederland moet internationaal het
voortouw nemen om de War on Drugs ter discussie te stellen.
Aandacht voor aanpak jonge criminelen
> Pedagogische doelstelling blijft leidend beginsel in het
jeugdstrafrecht. De kwaliteit van de zorg in de Justitiele
Jeugdinrichtingen moet gewaarborgd blijven. Er moeten meer
jeugdinrichtingen komen en de inrichting moet toegerust zijn op haar
resocialiserende taak. Dat betekent meer ruimte voor psychiatrische
hulp, behandeling en begeleiding. Op basis van de eerste ervaringen met
het vergroten van de groepen en het samen plaatsen van meerdere jongeren
in een cel moet opnieuw bekeken worden of dit wel wenselijk is.
> Lik op stuk beter invullen. Waar `gestraft' moet worden, moet dat, zeker
bij de jeugd, zo snel mogelijk gebeuren. Lange wachttijden maken dat de
relatie tussen delict en straf verdwijnt. Het lik op stuk-beleid dat
theoretisch wordt aangehangen moet nu eindelijk eens vorm krijgen.
Snelrecht en alternatieve straffen, zoals voorwaardelijke
invrijheidstelling en de straffen van Bureau Halt moeten daartoe vaker
worden ingezet. In alle opgelegd of voorwaarden die aan de
invrijheidstelling zijn gesteld, ook volledig zijn uitgevoerd en
opgevolgd.
> Gedragsgestoorde jongeren niet naar een jeugdgevangenis. Er moet zo snel
mogelijk alternatieve opvang komen in zorginstellingen, voor alle
niet-criminele jongeren met gedragsstoornissen die nu onterecht in de
crisisopvang van de Justitiële Jeugdinrichtingen zijn geplaatst. Tot dat
er voor alle civielrechtelijk geplaatste jongeren elders alternatieve
opvang is gerealiseerd, worden zij in elk geval niet meer samen met
strafrechtelijk geplaatste jongeren in een groep geplaatst. Het experiment
waarin jonge kinderen van 8 tot 12 jaar uit het justitiele circuit zijn
gehaald en besloten binnen een zorginstelling worden opgevangen, wordt zo
snel mogelijk over het hele land ingevoerd.
Strafinrichting aanpassen aan gestraften
Voor kortdurende detentie voldoen sobere strafinrichtingen die lokaal
beheerd kunnen worden, voor langgestraften zijn inrichtingen nodig met
meer voorzieningen en mogelijkheden tot resocialisatie. TBS-ers die
onbehandelbaar zijn en een gevaar vormen voor hun omgeving moet een
afgeschermde woonomgeving geboden worden. Straffen voor recidiverende
minderjarigen en jong-volwassenen zullen meer in de sfeer van trainingen
in speciale internaten gezocht moeten worden.
Positie van slachtoffer verder versterken
> Straffen die slachtoffer beschermen. D66 heeft bereikt dat het
slachtoffer spreekrecht heeft tijdens het strafproces; de positie van het
slachtoffer moet nog verder versterkt worden. Zo moet het arsenaal aan
straffen worden uitgebreid om aan gerechtvaardigde behoeften van
slachtoffers te voldoen. Naast het straatverbod moet ook een verhuisgebod
voor zedendelinquenten mogelijk zijn.
> Meer service bij aangifte. Bij het doen van aangifte moet de burger meer
aandacht en service krijgen. Elektronische aangifte voor eenvoudige
misdrijven moet tot de standaard mogelijkheden behoren.
> Geen eigenrichting. Eigenrichting moet tegengegaan worden. Natuurlijk
mogen mensen die bedreigd of aangevallen worden zichzelf verdedigen, maar
de grens van wat Mensen en hun rechten geoorloofd is, zal altijd door de
rechter bepaald moeten worden.
Immigratie beschouwen als natuurlijk sociaal proces
Nederland heeft de afgelopen kabinetsperiode een integratiebeleid gevoerd
dat geken- merkt wordt door hardvochtigheid en willekeur. Het heeft vele
vluchtelingen en immigranten onnodig hard getroffen en groot persoonlijk
leed teweeg gebracht. Daarnaast is het internationale aanzien van
Nederland geschaad. In het integratiedebat wordt ver gehamerd op de
Nederlandse gebruiken en tradities, zonder besef dat deze al eeuwenlang
beinvloed worden door ontmoetingen met andere culturen. Het krampachtig
vasthouden aan zogenaamde `gezamenlijke' Nederlandse gebruiken heeft
impliciet tot gevolg dat grote groepen van de Nederlandse bevolking worden
uitgesloten.
D66 wil af van het `onder dwang' integreren en inburgeren. Een open
samenleving in een globaliserende wereld biedt ruimte voor verschil.
> Onderbrengen van vluchtelingenbeleid bij Binnenlandse Zaken en van
arbeidsmigratie bij Economische Zaken.
> Automatisch Nederlanderschap voor in Nederland geboren kinderen wier
ouders vijf jaar of langer legaal in Nederland wonen; dubbele paspoorten
zijn mogelijk.
> Geen kinderen in gevangenis. Minderjarige asielzoekers en kinderen van
vluchtelingen die op uitzetting wachten horen niet in een gevangenis te
zitten. Ook moeten zij altijd onderwijs kunnen volgen.
> Europees asielbeleid ontwikkelen. Nederland moet een actieve rol gaan
spelen bij het ontwikkelen van een ruimhartig Europees vluchtelingen- en
asielbeleid. Nadruk moet daarbij liggen op preventie; bestrijden van
extreme armoede, bemiddelen in conflictsituaties, hulp bieden bij
rampen, beschermen mensenrechten, waardoor de noodzaak tot migratie en
vluchten zal afnemen.
> Arbeidsmigratie binnen EU stimuleren. D66 wil de arbeidsmigratie binnen
de Europese Unie stimuleren. De Europese arbeidsmarkt biedt mogelijkheden
die nog onvoldoende belicht zijn. Krapte op de arbeidsmarkt in de ene
lidstaat kan ondervangen worden door ruimte binnen een andere lidstaat. De
Europese Commissie heeft al stappen in deze richting gezet, onder andere
door het oprichten van een Europese vacaturebank. Deze initiatieven moeten
meer bekendheid krijgen en verder ontwikkeld worden. Een gewenst zijeffect
is meer bekendheid van en begrip voor andere culturen binnen de Unie.
> Invoeren Greencard. D66 wil dat de Europese Unie een Greencard verstrekt
aan mensen uit derde landen die - voor korte of langere tijd - in de
Unie willen werken.
Internationale rechtsorde
Het Nederlands buitenlands beleid stoelt op de positie die Nederland in de
wereld in neemt: een middelgrote lidstaat van de Europese Unie, gastland
van het internationaal echt, niet direct partij in een conflict en
uitgebreide ervaring met militaire (vredes) missies, nood- en
ontwikkelingshulp.
> Europese minister van Buitenlandse zaken. Nederland moet streven naar
een Europees buitenlands beleid onder leiding van een Europese Minister
van Buitenlandse zaken. Binnen Europa dient Nederland vrijheden als
homohuwelijk, progressief drugsbeleid en zorgvuldige abortuswetgeving te
verdedigen. Bij nieuwe lidstaten dringt Nederland aan op de bescherming
van mensenrechten en de positie van minderheden, zodat bijvoor- beeld de
Roma gemeenschap in Oost Europa kan delen in onderwijs en gezondheidszorg.
> Nederland voortrekkersrol. Nederland moet een voortrekkersrol spelen in
de bescherming van de mensenrechten waar ook ter wereld, Nederland
spreekt landen aan wanneer mensenrechten geschonden worden en zoekt op een
productieve manier naar oplossingen. Zo moet er meer aandacht komen voor
de schending van mensenrechten van vrouwen in Congo, de onderdrukking van
oppositie in Tibet, Burma of Cuba en moet Nederland zich hard maken
voor de bescherming van religieuze en etnische minderheden. Nederland moet
in bilaterale betrekkingen met Rusland niet aarzelen de oorlog in
Tsjetsjenie en het toenemende racisme in Rusland op de agenda te zetten.
Ook in handelsmissies naar China moet Nederland de autoriteiten aanspreken
op dissidenten in de gevangenis.
> Democratisering staat centraal. Naast mensenrechten staat
democratisering centraal in het Nederlands buitenlands beleid. Nederland
moet bijdragen aan democratiseringsprogramma's zoals het opleiden van
journalisten, rechters en advocaten. Nederland moet zich inzetten tegen
corruptie en willekeur door bijvoorbeeld in ontwikkelingslanden en nieuwe
democratieen politiecorpsen op te leiden.
> Dialoog en onderhandeling. Nederland moet in het Midden-Oosten zich niet
eenzijdig uitspreken voor een van de partijen maar dialoog en
onderhandeling stimuleren. Hierbij moet Nederland meer ambitie tonen bij
de oplossing van het conflict tussen Israel en de Palestijnen. Nederland
moet illegale wapenhandel in het Midden Oosten aan de kaak stellen en
lokale organisaties ondersteunen in hun strijd voor meer
vrouwenemancipatie en democratie.
> Afrika hoger op de agenda. In Afrika moet Nederland de nationale en
internationale tribunalen steunen die duurzame democratie mogelijk
maken. Nederland moet verkie- zingen faciliteren en militaire middelen
of mankracht beschikbaar maken om de oorlog in Soedan te stoppen.
> Nederlandse burgers beter beschermd. De Nederlandse burgers in het
buitenland Mensen en hun rechten moeten beter beschermd worden en
geassisteerd worden door de Nederlandse overheid dan tot nu toe is
gebeurd. Goede diplomatieke betrekkingen met dictaturen zoals Syrie of
Saoedi Arabie mogen niet prevaleren boven het belang van kinderen met de
Nederlandse nationaliteit die door vaders zijn ontvoerd en niet naar hun
moeder in Nederland terug mogen. Gevangenen in slechte en corrupte
buitenlandse gevangenissen moet in Nederland hun straf kunnen uitzitten.
> Strenge voorwaarden aan vredesmissies. Nederland moet bij het besluiten
tot militaire (vredes-) missies streng de voorwaarden toepassen die door
de Commissie-Bakker zijn opgesteld, zoals het afzien van Nederlandse
militaire deelname aan een kansloze missie of een missie die niet
dienstbaar is aan de plaatselijke bevolking.
> VS moet Internationaal Strafhof erkennen. Samen de wereldwijde
rechtsorde bevorderen betekent ook dat partners kritisch zijn naar elkaar;
het is daarom onaanvaardbaar dat de VS het Internationale Strafhof niet
erkent. D66 blijft benadrukken dat Nederland zich hiervoor bij de VS en
zijn andere partners moet inzetten. De democratie kan alleen bestaan
wanneer ook de overheid zelf de wet in acht neemt. Waar het gaat om
universele mensenrechten en het internationale humanitaire recht geldt
dit des te sterker.
> Non-proliferatieverdrag blijft staan. D66 vindt het zeer schadelijk dat
de VS als ondertekenaar van het non-proliferatie verdrag nu spreekt over
de tactische inzet van kernwapens en verdragen afsluit die alsnog kunnen
leiden tot een bredere verspreiding van kernwapens. Dit is een ernstige
ontwikkeling waartegen Nederland zich met haar partners moet verzetten
door de VS hierop constant op aan te spreken.
> Versterken fragiele democratieen. D66 is van mening dat het vergroten
van de veiligheid in de wereld een belangrijke impuls kan krijgen door het
vergroten en versterken van de democratie in landen waar dit nog een
fragiel en beginnend proces is. Terroristen hebben een plek nodig om
zich voor te bereiden op grootscheepse aanslagen. Ideaal hiervoor zijn
staten waar wetteloosheid en corruptie heersen; de `falende staten'. D66
is voor het aangaan van contacten met falende staten en fragiele
democratieen. Door met kansrijke er mee in gesprek te gaan, kennis en
kunde te bieden en ondersteuning te bieden.
> Liberalisering met mate. Ontwikkelingslanden moeten grotere inspraak
krijgen in multilaterale organisaties als IMF, Wereldbank en WTO. Deze
organisaties moeten bovendien democratischer van aard worden. Export- en
importheffingen moeten geleidelijk opgeheven worden, waarbij
geindustrialiseerde landen een sneller traject volgen en
ontwikkelingslanden langer de tijd krijgen om hun economieen op een niveau
te brengen waarmee ze in een open markt kunnen concurreren. Instant
liberalisering is voor deze landen geen zegen.
> Hervorming VN. De Verenigde Naties moeten worden hervormd, vooral de
macht van de Veiligheidsraad moet minder worden bepaald door de Koude
Oorlogmachten.
> EU vervult veiligheidstaken zonder hulp van buitenaf. De EU moet zonder
hulp van buitenaf alle veiligheidstaken in Europa op zich kunnen nemen,
inclusief stabilisatie- en wederopbouwoperaties waar nodig. Hiertoe moet
de EU haar militaire en civiele vermogens op gecoordineerde wijze
versterken. De aanstaande civiele EU-missie naar Kosovo, waar de EU eind
2006/begin 2007 de verantwoordelijkheid voor het civiele bestuur van de
VN zal overnemen, is volgens D66 een belangrijke toetssteen voor het
vermogen van de EU om zulke taken op zich te nemen en moet daarom ook
door Nederland zeer kritisch worden gevolgd.
> Mensenrechtenexperts in crisisbeheersingsoperaties. D66 wil dat de EU
mensen- rechtenexperts opneemt in alle crisisbeheersingsoperaties, en
dat Nederland zelf zulke experts beschikbaar stelt.
> Europees wetboek van strafrecht. Als gevolg van harmonisatie van
strafrecht zou er een Europees wetboek van strafrecht moeten komen voor
grensoverschrijdende criminaliteit, die ook op Europees niveau wordt
aangepakt. Er zijn al veel losse afspraken die gebundeld kunnen worden;
hiaten moeten worden opgevuld. Een EU-variant van het Amerikaanse systeem
verdient het om bestudeerd te worden.
Terrorismebestrijding
De bestrijding van terrorisme vraagt een krachtig en effectief
overheidsoptreden. We voeren echter geen `oorlog' tegen terrorisme en de
suggestie dat dit wel zo is zet de deur gevaarlijk op een kier naar `alles
is geoorloofd in deze strijd'. D66 is geen voorstander van een
superministerie van veiligheid.
> Naleven beloftes. Met onze democratische partners in de wereld wil D66
werken aan het vergroten van de stabiliteit en veiligheid.
Geloofwaardigheid is hierbij cruciaal. Als een van de partners niet
naleeft wat nagestreefd wordt, verzwakt dat de positie van het hele
samenwerkingsverband.
> Afschaffen veto's. D66 wil dat de strijd tegen grensoverschrijdende
misdaad en terrorisme efficient en democratisch gevoerd kan worden. De
Europese Commissie stelt voor om de veto's af te schaffen, en het
Europees Parlement medebeslissingsbevoegdheid te geven. Dit kan op basis
van artikel 42 van het huidige EU Verdrag. De lidstaten moeten hiertoe
besluiten. D66 vindt dat Nederland een grote inspanning moet plegen om
dit voorstel aangenomen te krijgen.
> Investeren in uitvoering. De wetgeving ten behoeve van de aanpak van
terrorisme is in Nederland inmiddels voldoende uitgebreid; investering in
een goede uitvoering daarvan is nu aan de orde. De AIVD moet haar werk
kunnen doen en waar mogelijk moeten personen die zich schuldig maken aan
(het beramen van) terroristische daden strafrechtelijk worden aangepakt.
Rechterlijke controle op de verkrijging van bewijs is daarbij een
vereiste. Waar het strafrecht niet aan de orde is, moeten andere
maatregelen worden Mensen en hun rechten ingezet om terroristische acties
te voorkomen. Europese samenwerking is daarbij essentieel.
> Marteling en illegale gevangenissen misdadig. Ook in de strijd tegen
terrorisme moeten de rechten van de mens worden eerbiedigd. Het is dan
ook onacceptabel dat informatie verkregen uit marteling worden gebruikt
door de inlichtingendiensten. Marteling is in iedere strijd misdadig.
Guantanamo Bay is een illegale gevangenis en Europa moet bij de VS
blijven aandringen op een legale oplossing.
> Privacy beschermen. In de internationale strijd tegen het terrorisme
moet Nederland verschillende maatregelen kritisch tegemoet treden en
altijd evalueren op effectiviteit. De privacy van Nederlandse burgers
mag niet in het geding komen en Nederland mag onder geen enkele
voorwaarden meewerken aan marteling, illegale opsluiting of uitlevering
van gevangenen.
> Militaire en civiele vermogens opbouwen. Voor een evenwichtiger
partnerschap met de oude en nieuwe grootmachten in de wereld zal de EU
haar militaire en civiele vermogens verder op moeten bouwen en haar
samenhang moeten verbeteren. Tezamen moeten de EU en de VS een
wereldwijde rechtsorde bevorderen gebaseerd op universele mensen-
rechten, `human security', de VN-mensenrechtenverdragen en -convenanten
en het internationale humanitaire recht.
> Politie en inlichtingendiensten werken samen. Bij terrorismebestrijding
en bestrijding van internationale misdrijven moeten politie en
inlichtingendiensten beter samenwerken met collega-diensten uit andere
landen en met Europol en Interpol.
Emancipatie opnieuw op de agenda
De emancipatie van vrouwen in Nederland is nog lang niet `af'.
Maatschappelijke aandacht voor de vrouw blijft nodig, in het bijzonder
voor de positie van oudere en migrantenvrouwen. Vrouwen in Nederland zijn
structureel armer dan mannen: het salaris van vrouwen is bijna de helft
van dat van mannen. D66 streeft naar economische zelfstandigheid voor
zoveel mogelijk vrouwen, en wil barrieres die dat verhinderen weghalen.
Het dient aantrekkelijker te worden voor vrouwen om meer uren te gaan
werken. Een werkweek van 12 uur zal zelden toereikend zijn om aan het
criterium voor economische zelfstandigheid, het minimuminkomen, te
voldoen.
> Reguliere schooltijden uitbreiden. Door een uitbreiding van de
schooluren komt de tussentijdse opvang te vervallen en wordt de voor- en
naschoolse opvang gereduceerd. De extra schooltijd kan bijvoorbeeld met
sport- of culturele activiteiten worden opgevuld.
> Gratis kinderopvang. D66 ziet kinderopvang als een basisvoorwaarde om
zorg en werk te kunnen combineren. D66 wil kinderopvang voor werkenden
dan ook gratis maken, eventueel in de vorm van een kindgebonden budget.
> Afschaffen thuiszitbonus. Het afschaffen van de overdraagbare
heffingskorting (met overgangsregeling voor degenen die voor 1972 zijn
geboren).
> Zwangerschapsverlof ook voor zelfstandigen. Ook zelfstandig werkende
vrouwen moeten aanspraak kunnen maken op betaling van het
zwangerschapsverlof. De overheid moet de kaders scheppen voor een goede
particuliere voorziening.
> Meer vrouwen in (inter)nationale topposities. Het nieuwe kabinet moet
zich de komende vier jaar actief gaan inzetten bij het opsporen van
vrouwelijk talent voor senior functies bijvoorbeeld bij internationale
organisaties.
> Ouders blijven hun kinderen zien. Elk jaar weer verliezen duizenden
kinderen bij een scheiding het contact met een van hun ouders. Vaak de
vader. Veel wetgeving staat een goed werkend co-ouderschap in de weg.
Uitgangspunt moet zijn de eigen verantwoordelijkheid en gelijkwaardigheid
van beide ouders bij het uitoefenen van het ouderlijk gezag en de zorg.
Ook na een scheiding.
> Millenniumdoelen. Bij het halen van de millenniumdoelen spelen vrouwen
een cruciale rol. Tegelijkertijd lopen de doelen die gericht zijn op
verbetering van de gezondheid en de maatschappelijke positie van de
vrouw het meest achter op schema. D66 wil dat Nederland prioriteit
blijft geven aan de verbetering van de positie van meisjes en vrouwen in
ontwikkelingslanden.
Homo-emancipatie
Het klimaat in Nederland voor homoseksuele mannen en vrouwen is nog altijd
relatief tolerant en de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor
paren van gelijk geslacht heeft gezorgd voor een grote mate van juridische
gelijkstelling. Toch lijkt de emancipatie van lesbiennes, homoseksuelen,
biseksuelen en transgenders (LGBT's) de laatste jaren te haperen. Om
afnemende homotolerantie te keren zijn specifieke maatregelen nodig.
> Investeren in aanpak problemen. De politie moet antihomoseksueel geweld
registreren, docenten moeten specifiek aandacht besteden aan
homovijandigheid in de klas en er moet opvang komen voor allochtone
homoseksuelen die tussen wal en schip raken. Om scholen in staat te
stellen een homovriendelijk klimaat te creeren, agenten te trainen in de
aanpak van homofoob geweld en multiculturele problemen aan te pakken is
een serieuze investering nodig. Net als bij de bestrijding van
discriminatie op grond van huidskleur of geslacht.
> De juridische gelijkstelling van homoseksuelen spoedig voltooien.
Homoseksuele ouderparen moeten de juridische band met hun kind op
dezelfde eenvoudige wijze kunnen vastleggen als heteroparen,
interlandelijke adoptie door homoseksuele paren wordt op korte termijn
mogelijk en er worden geen nieuwe trouwambtenaren aangenomen die
weigeren een homopaar te trouwen.
> Inzetten voor internationale bescherming. Nederland veroordeelt de
schending van homorechten in het buitenland en steunt buitenlandse
homo-organisaties. Homoseksuele asielzoekers die in eigen land vervolgd
worden vinden in Nederland een veilige haven.
------------------------------------------------------------------------------
Mensen houden van groen
> Niet langs het Naardermeer/Snel en frequent openbaar vervoer/
Kilometerheffing vervangt motorrijtuigenbelasting/Meer ruimte voor
biotechnologie/Landbouwsteun naar groen
Nederland is klein en kent vele dicht bij elkaar gelegen steden. Nederland
functioneert in feite steeds meer als een groot uitgevallen stadsstaat
binnen Europa. Een dichtbevolkte delta waarbinnen de steden, het landschap
en de natuur sterk met elkaar zijn verweven. Dat geeft onze leefomgeving
een unieke rijkdom, maar stelt de inrichting van het land ook voor
gecompliceerde uitdagingen. Daarbij kunnen ruimtelijke ordening,
mobiliteit, wonen en landschapsontwikkeling niet los van elkaar worden
gezien. Het rijk heeft een grote verantwoordelijkheid om die samenhang te
bewaken en de grote uitdagingen waar we met z'n allen voor staan
krachtdadig tegemoet te treden.
Zo'n uitdaging is de snelle verandering in de samenstelling en
verspreiding van de bevolking. Hoe gaan we om met vergrijzing en
ontvolking in de meer landelijke delen van de Nederlandse stadsstaat? Hoe
kunnen we met ruimtelijke maatregelen de Nederlandse concurrentiekracht
versterken en hoe gaan we om met groei, nieuwe verstedelijking,
internationalisering en verkleuring in grootstedelijke regio's? Om
ontwrichtingen te voorkomen maar ook om grote kansen te benutten, moeten
bakens worden verzet. Mensen houden van groen
Een andere uitdaging is de groei van de mobiliteit. D66 vindt dat die
groei, essentieel voor welvaart en welzijn in onze stadsstaat, niet meer
met hap-snap weguitbreidingen kan worden opgevangen. Nederland moet
eindelijk gericht gaan werken aan een echt hoogwaardig en samenhangend net
van openbaar vervoer, zoals verschillende stedelijke regio's in het
buitenland dat hebben.
Nieuwe impulsen zijn ook nodig om de woningmarkt beter te laten
functioneren, optimaal gebruik te maken van de bestaande woningvoorraad en
van het bestaande bebouw- de gebied en ervoor te zorgen dat getto-achtige
situaties in de grote(re) steden worden voorkomen. D66 wil de ruimtelijke
inrichting laten bijdragen aan de emancipatie- en ver integratiemogelijkheden
van alle inwoners van Nederland. Het is nodig te zorgen dat niemand wordt
buitengesloten en eenzijdig samengestelde wijken worden voorkomen.
D66 wil een beperking van de hypotheekrenteaftrek uitsluitend herbezien in
het kader van een algehele belastinghervorming, waarin ook de
overdrachtsbelasting en het eigen- woningforfait worden meegenomen. Mensen
mogen er niet op achteruit gaan of moeten ruimschoots de gelegenheid
hebben om te kunnen reageren op een nieuw belastingregime.
Een intensiever ruimtegebruik verkleint de druk op het landschap en
ondersteunt het voorzieningenniveau. Tegelijkertijd moeten de Nederlandse
steden aantrekkelijk zijn voor kenniswerkers en voor mensen die nieuwe
initiatieven nemen op het gebied van cultuur, media en andere creatieve
vlakken. Ondersteuning is ook nodig voor tal van ideeen en initiatieven
die ontstaan vanuit de vele culturen die onze steden rijk zijn en die de
vitaliteit van Nederland ten goede komen.
De grootste uitdaging is om op korte en langere termijn zowel voldoende
ruimte te kunnen bieden aan economische groei en stedelijke en
maatschappelijke dynamiek, als aan stedelijk erfgoed, recreatie, waardevol
landschap en natuur. Volgens D66 gaat dat heel goed samen. Dat verlangt
wel een verfrissende, innovatieve aanpak die ruimte biedt voor
gebiedsgericht maatwerk. De eerste stappen op het gebied van
gebiedsontwikkeling en ontwikkelingsplanologie zijn de afgelopen jaren
gezet, maar er is meer nodig. Lobbygroepen moeten hun barricaden verlaten
en nieuw ontwerpend, technisch en milieukundig vernuft, waar Nederland zo
rijk aan is, moet alle kansen krijgen.
Dit vraagt om zowel een bestuurlijke als inhoudelijke visie op de langere
termijn en daad- kracht op de korte termijn. Het nieuwe kabinet moet
meteen aan de slag om samen met andere overheden en maatschappelijke
partners een nationale strategie te maken voor de toekomst van Nederland
als aantrekkelijke stadsdelta in de Europese context.
Efficienter ruimtegebruik/Hoogwaardig openbaar vervoer/Investeren in
Nederlands landschap/Minder files, meer milieu/Investeren in stedelijke
vernieuwing/Gezondere woningmarkt/Duurzame landbouw
Efficienter ruimtegebruik
> Sterkere regie op ruimtelijke ontwikkeling. De provincie (en later de
landsdelen) heeft het toezicht op de ruimtelijke ontwikkeling gekregen.
Deze rol moet waar worden gemaakt. Zij moeten de middelen krijgen om
in te grijpen wanneer het groen ten onrechte wordt aangetast.
> Bedrijventerreinen beter benutten. De ruimte op de bestaande
bedrijventerreinen moet beter worden benut en nieuwe terreinen kunnen
alleen bij hoge uitzondering worden aangelegd; alleen als is aangetoond
dat het onmogelijk is de behoefte te accommoderen op een van de
bestaande terreinen of als daarmee verplaatsing van bedrijven uit de
stad mogelijk wordt en er daardoor nieuwe woningen kunnen worden
gebouwd. Een uitwisseling tussen terreinen is vanzelfsprekend ook
mogelijk.
> Gebruik vaarwegen en Betuweroute stimuleren. D66 wil het gebruik van
vaarwegen voor goederen en personen stimuleren en wil het gebruik van de
Betuweroute voor goederen vanuit met name de Rotterdamse en
Amsterdamse haven, stimuleren.
Hoogwaardig openbaar vervoer
> D66 kiest voor een hoogwaardig openbaar vervoer. In de stedelijke
gebieden zal dat er anders uitzien dan op het platteland. Er moet maatwerk
geleverd worden. In de Rand- stad zullen alle besturen moeten samenwerken
om een integrale strategie rond het OV uit te werken. De landsdelen zijn
als vervoersautoriteit verantwoordelijk voor een sluitend OV-netwerk.
> Hoogwaardige verbinding tussen de steden. Tussen de steden in de
Randstad moeten met grote regelmaat snelle treinen rijden. Ook tussen de
steden in Brabant moeten dit soort hoogwaardige verbindingen gerealiseerd
worden. Het Rondje Randstad en het Rondje Brabantstad moeten met voorrang
worden gerealiseerd.
> Snel OV in andere landsdelen. Rond Nijmegen en Arnhem dienen de
lightrailprojecten voorrang te krijgen. Het geld dat bestemd was voor de
Zuiderzeelijn naar Noord-Nederland kan beter worden besteed aan projecten
met een grotere (economische) meerwaarde. D66 kiest voor het hoogwaardige
OV-project Kolibri (openbaarvervoersysteem voor de regio Groningen-Assen)
dat in de oorspronkelijke vorm moet worden gerealiseerd.
> Hogesnelheidslijn. Een beter internationaal netwerk van
hogesnelheidstreinen is nodig als alternatief voor luchtverkeer.
Investeringen in het huidige netwerk en doortrekking van
hogesnelheidstreinen en snelle intercity's zijn wel degelijk hoognodig:
bijvoorbeeld in zuidoostelijke, oostelijke en noordoostelijke richting.
> Vervoer op maat in landelijke gebieden. Er moet extra geld beschikbaar
worden gesteld om in de meer landelijke gebieden van Nederland openbaar
vervoer op maat te bieden. Lege bussen laten rijden heeft geen zin,
maar beltaxivervoer en kleinere bussen kunnen het OV-gebruik op peil
houden en zelfs een impuls geven.
> Toegankelijkheid minder-validen. Het toegankelijk maken en houden van
haltes en ver opstapplaatsen van het OV voor minder validen moet worden
versneld.
> Weg met het OV-plafond voor gehandicapten. D66 wil af van het plafond
van het goedkoop reizen per OV voor gehandicapten en chronisch zieken.
Gehandicapten moeten maximaal in staat worden gesteld zich te bewegen in
de maatschappij.
Investeren in Nederlands landschap
Natuur en landschap zijn onderdeel van onze primaire levensbehoefte. D66
wil in de komende kabinetsperiode fors investeren in natuur, landschap en
water. Bestaande natuur en landschap moet worden beschermd, maar er moet
ook nieuwe natuur en recreatie bijkomen. Vooral in verstedelijkte gebieden
moet er nieuw groen bijkomen.
> Groen in steden. Bij de bouw van elke nieuwe woning moet minimaal 75m2
binnenstedelijk openbaar groen per (nieuwe) woning worden gerealiseerd.
Dat betekent meer stadsparken en meer groen. Bij nieuwe woonwijken mag er
niet worden bezuinigd op de groenvoorzieningen.
> Groen rond steden. De aanleg van groene recreatiegebieden rondom steden
blijft achter. Een forse inhaalslag is nodig.
> Bescherming en verbinden bestaande natuur. D66 wil dat de natuurgebieden
van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) sneller worden beschermd en aan
elkaar verbonden. D66 is er voorstander van de EHS robuuster en
`klimaatproof' te maken.
> Nationale parken beschermen. D66 wil de bestaande nationale parken en
landschappen (zoals De Veluwe, De Biesbosch en De Utrechtse Heuvelrug)
nadrukkelijk beschermen tegen versnippering en verstedelijking. Deze
parken zijn parels van de rijke natuurwaarden van Nederland. Extra
investeringen in beheer en het tegengaan van versnippering zijn nodig.
> Voorkomen wateroverlast. D66 onderschrijft de maatregelen ter voorkoming
van wateroverlast en het anders omgaan met water, zoals vastgelegd in het
Nationaal Bestuursakkoord Water en de implementatie van de
Kaderrichtlijn Water en pleit voor extra investeringen om Nederland ook
in de toekomst droge voeten te laten houden.
> Maatschappelijke initiatieven steunen. D66 steunt inititiatieven (zoals
het Deltaplan voor het landschap) voor de verbetering en instandhouding
van de kwaliteit en kwantiteit van de landelijke gebieden in Nederland.
Biodiversiteit, cultuurhistorie en recreatieve ontsluiting vormen
daarbij richtsnoeren om de eigenaren en beheerders in staat te stellen
(bijvoorbeeld door de instelling van een fonds) deze extra landschapszorg
duurzaam voor hun rekening te nemen.
> Een fonds voor het landschap. De zorg voor het landschap moet duurzaam
gefinancierd worden via een fonds adequaat het (beheer van het) landschap
kan verbeteren.
> Gaswinning Waddenzee. Gaswinning via een schuine buis onder de Waddenzee
heeft geen gevolgen voor de natuur en geeft geen zichthinder. Daarom
steunt D66 deze schone winning. Een aanzienlijk deel van de opbrengst moet
worden besteed aan het uitkopen van de kokkelvisserij en forse
investeringen in duurzame projecten.
> Mainport Schiphol. De luchthaven Schiphol is van belang voor de
economische ontwikkeling van Amsterdam en de noordelijke Randstad. Bij
de evaluatie van de Wet Luchtvaart is een kans gemist om een helder en
handhaafbaar milieustelsel in te voeren dat de 1 verwachte groei (en
belang) van de luchtvaart combineert met kwaliteit van leven in het
omringende gebied. De komende vier jaar zal een milieustelsel tot stand
dienen te komen dat duurzame ontwikkeling van de mainportfunctie van
Schiphol mogelijk maakt.
> Groei van de luchtvaart op Lelystad. Een deel van het vliegverkeer van
Schiphol kan worden uitgeplaatst naar vliegveld Lelystad. Dit kan ook een
impuls betekenen voor de werkgelegenheid ten oosten van Almere.
> Heffing op vliegverkeer. Het vliegverkeer kent op dit moment geen
belasting op brand- stof. D66 wil dat binnen Europa een beperkte heffing
op het vliegverkeer komt, waarvan de opbrengst ten goede komst aan
investeringen in schone energiebronnen.
Minder files en meer milieu
> Verbetering bestaande wegen eerste keus. D66 kiest voor verbetering en
gerichte uitbreiding van bestaande wegen in plaats van nieuwe wegen.
Bestaande wegen kunnen worden verbreed om meer verkeer aan te kunnen.
> Geen doorgetrokken A-A langs het Naardermeer. D66 is tegen deze plannen
en steunt een slimme variant over bestaande wegen, waarbij luchtvervuiling
wordt tegengegaan door overkapping van en verdieping van de
(Gaasperdammer)weg. Ook andere varianten die natuur en landschap
respecteren, zoals een tunnel onder het IJmeer, zijn Mensen houden van
groen denkbaar.
> Kilometerheffing vervangt motorrijtuigenbelasting. Naast investeringen
in Openbaar Vervoer en het bestaande wegennet moeten mensen ook slimmer
gebruik maken van de auto. D66 wil zo snel mogelijk een kilometerheffing
voor personenauto's invoeren. Zo worden automobilisten die niet per se in
de spits hoeven te rijden gestimuleerd op een ander moment gebruik van de
weg te maken. Hierdoor nemen de files af. Vieze auto's worden ook zwaarder
belast dan schone. Introductie van deze heffingen moet de huidige
generieke motorrijtuigenbelasting vervangen zodat de kilometerheffing niet
leidt tot een verzwaring van de lasten.
> Schonere auto's. Er dient in Europa een harde afspraak gemaakt te worden
voor schonere auto's. Als dat te traag gaat, moet Nederland voorop durven
te lopen en strengere eisen stellen. Via de APK-keuring moeten binnen tien
jaar auto's met een te grote uitstoot van de weg worden gehaald.
Automobilisten die een roetfilter aanbrengen op hun oude auto krijgen een
fiscaal voordeel.
> Woon-werkverkeer door bedrijf slimmer aangepakt. Bedrijven moeten worden
gestimuleerd om hun werknemers op slimmere wijze naar hun werk te laten
gaan. Flexibele werktijden, thuiswerken, nieuwe vormen van collectief
vervoer, gedeeld autogebruik en bevordering van de fiets dragen bij aan
minder files.
> Overkappingen en ondertunneling in steden. De hinder van bestaande
traces door steden moet worden weggenomen door overkappingen en
ondertunneling. Dat biedt nieuwe mogelijkheden voor verbetering van
bereikbaarheid, milieu en ruimtelijke kwaliteit en spaart kwetsbare
landschappen. De Gaasperdammerweg in Amsterdam, maar ook de A2-traverse
door Maastricht zijn plaatsen waar dit mogelijk is.
Investeren in stedelijke vernieuwing
De ruimtelijke tegenstelling tussen verschillende buurten in de steden (en
tussen steden en randgemeenten) neemt toe en de integratie van met name
niet-westerse allochtonen neemt af. Dit geldt vooral in de vier grote
steden, maar het speelt ook elders. D66 wil meer financiele middelen om
tegen de afnemende integratie en toenemende segregatie in te gaan, een
beter en gevarieerder woningaanbod in deze wijken te scheppen en het
stads-gewestelijk openbaar vervoer te verbeteren zodat iedereen een betere
toegang tot werk en diverse voorzieningen krijgt. D66 acht
herstructurering en stedelijke vernieuwing ook de komende jaren hard
nodig, net als sociale investeringen en investeringen in zorg en
onderwijs. D66 wil dat er daarvoor ook na 2010 ISV en BLS middelen
beschikbaar worden gesteld. Er is hiervoor 1 miljard euro per jaar nodig.
Die gelden moeten gericht en met meer focus dan tot nu toe worden ingezet.
De huidige inzet in maar liefst 56 wijken is te versnipperd.
> Woningbouwcorporaties spelen actievere rol. D66 wil dat
woningbouwcorporaties een nog actievere rol spelen in de stedelijke
vernieuwing en meer middelen inzetten. Woningcorporaties moeten worden
aangesproken op hun brede maatschappelijke opgave: nieuwbouw en
renovatie, huurbeleid, leefbaarheid, sociaal kwetsbaren en ontwikkeling
van maatschappelijk vastgoed. Hiervoor wil D66 dat er zowel een Nationaal
Convenant wordt opgesteld als diverse regionale afspraken tussen gemeenten
en corporaties. Het maatschappelijk bestemd vermogen van de
woningcorporaties moet worden aangewend voor de vernieuwing en het beheer
van de goedkope woningvoorraad en andere noodzakelijke investeringen. Dit
moet ertoe leiden dat de investeringsruimte van de Nederlandse corporaties
optimaal wordt benut ten behoeve van de stedelijke vernieuwing en
benodigde kwaliteit in de steden. Mocht een corporatie zijn
verantwoordelijkheid op dit punt niet nemen, dan moet het mogelijk zijn
deze daartoe te dwingen.
> Particuliere eigenaren gaan leegstand tegen. Ook particuliere eigenaren
moeten worden aangezet tot een actieve bijdrage aan de benodigde
stedelijke vernieuwing. D66 wil ook dat zij nog actiever leegstand
tegengaan en investeren in de omzetting van ongebruikte ruimtes
(bijvoorbeeld boven winkelpanden) in woningen. Starters, senioren en
mogelijk ook andere woningzoekenden krijgen daarmee meer kans om een
woning te vinden. Bovendien draagt dat bij aan de sociale veiligheid.
Hypotheekrenteaftrek niet geisoleerd beschouwen
D66 plaatst de discussie over de fiscale aftrek van de hypotheekrente
binnen de context van de gehele woningmarkt. Op die woningmarkt bestaan
twee grote problemen: starters kunnen bijna geen huis kopen en de markt
voor huurwoningen zit verstopt. Uit verschillende analyses is gebleken
dat het beperken van de fiscale aftrek van de hypotheekrente de
doorstroming niet bevordert, en mogelijk zelfs belemmert. Dat hoge
inkomens meer kunnen aftrekken is weliswaar een feit, maar daaraan zijn in
de afgelopen kabinetsperiode al beperkingen gesteld; verder dit als
onrechtvaardig ervaren feit in isolement aanpakken heeft veel grotere
negatieve effecten dan dat het `probleem' rechtvaardigt. Daarmee bereiken
we niet wat we willen: outsiders toegang te geven op die markt. Want ook
hier gaat het primair om mensen en hun toekomst en niet om een stokpaardje
(inkomensbeleid) van sommige politici.
Een toename van het aanbod van woningen sorteert het meeste effect op de
doorstroming. D66 vindt dan ook dat de uitgifte van grond voor redelijke
prijzen moet worden gestimuleerd, en dat bij de verkoop van bouwgrond als
voorwaarde moet worden gesteld dat binnen een bepaalde termijn in
vastgestelde prijssegmenten wordt gebouwd. Het vergroten van het
woningaanbod is de belangrijkste prioriteit.
Fiscaal gezien dient de aftrek van de hypotheekrente in samenhang met
andere rege- lingen te worden beoordeeld. Het eigen huis wordt volgens
verschillende maatregelen fiscaal behandeld, zoals het eigenwoningforfait,
de overdrachtsbelasting, de OZB, de rente-aftrek in Box 1 en het vermogen
in Box 3. Bij noodzakelijke wijzigingen, vanuit het oogpunt van houdbare
overheidsfinancien, wordt vervolgens het netto effect beoordeeld. Mensen
mogen er niet op achteruitgaan of moeten ruimschoots de gelegenheid hebben
om te kunnen reageren op een nieuw belastingsregime. Vooral met het oog op
de door- stroming op de woningmarkt moet hierbij tevens de huurtoeslag in
overweging worden genomen. D66 bepleit het instellen van een
staatscommissie die deze problematiek in de genoemde samenhang onderzoekt
en met gedegen aanbevelingen komt.
Gezondere woningmarkt
De ruimtelijke inrichting kan bijdragen aan de emancipatie- en
integratiemogelijkheden ver van alle inwoners van Nederland. Het is nodig
ervoor te zorgen dat starters op de woning- markt niet worden
buitengesloten en eenzijdig samengestelde wijken worden voorkomen.
> Diversiteit. Het merendeel van de nieuwe woningen zal in de bestaande
steden een plek moeten krijgen. Projectontwikkelaars en
woningbouwcorporaties moeten worden gestimuleerd meer divers te bouwen.
Er is een extra inspanning nodig om de woning- bouwproductie op peil te
krijgen.
> Maatwerk voor doorstroming. De in gang gezette huurliberalisering biedt
geen wezenlijke oplossing voor het beter functioneren van de woningmarkt,
leidt waarschijnlijk niet tot een werkelijk grotere doorstroming en heeft
naar verwachting wel negatieve sociale gevolgen voor de
bevolkingssamenstelling van verschillende wijken. D66 wil daarom goed
uitgezocht hebben hoe de rijksbijdragen aan huur- en koopwoningen kunnen
worden teruggebracht, voordat met de liberalisering wordt verder gegaan.
Meer maatwerk is nodig om tot meer doorstroming te komen, onnodige
subsidies te beeindigen en gelijktijdig bij te dragen aan een gezonde
samenstelling van wijken, steden en regio's. Verkleining van de
tegenstelling tussen stad en rand ook wat betreft woning- bestand - en
een samenhangende ontwikkeling van beide zal door de nieuwe, vergrote
gemeenten moeten worden opgesteld.
> Diversiteit van woningaanbod vergroten. D66 wil dat de diversiteit van
het woningaanbod groter wordt. Vooral door de individualisering en
grotere etnische en culturele diversiteit lopen de wensen van burgers
verder uiteen dan ooit tevoren. De woning- markt speelt daar maar amper op
in. Het gaat hierbij zowel om wensen met betrekking tot woon/zorgcomplexen
voor ouderen en gehandicapten als om die van starters en studenten. D66
wil een nieuwe Huisvestingswet die bijdraagt aan een evenwichtige en
rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.
> Ruimtelijke projecten krijgen steun. Grote investeringsfondsen,
waaronder de aardgas- baten, moeten worden ingezet om de toekomstvisie en
-strategie te kunnen verwezenlijken. Geen door sectorale lobby's en
ambtelijke circuitjes gestuurde verdeelpolitiek, maar een helder en
samenhangend investeringenbeleid dat ook maximale aantrekkings- kracht
heeft voor private investeringen. Geen incidentele verdeling van gelden
aan min of meer toevallige projecten, maar een meerjarenprogramma voor
gebiedsontwikkeling waarmee structureel en transparant rijksgelden
beschikbaar komen voor ruimtelijke projecten.
Duurzame Landbouw
> Afschaffen van exportsubsidies. De exportsubsidies op landbouwproducten
vanuit de Europese Unie hebben een zeer negatief effect op boeren in
ontwikkelingslanden. Nederland dient zich hard te maken om deze
landbouwsubsidies zo spoedig mogelijk af te bouwen.
> Biotechnologie als kans. Voor de duurzaamheid van de landbouw, het
milieu, voor ontwikkelingslanden en voor een betere gezondheid. Ook biedt
deze techniek economische kansen voor innovatie. Nederland zou op dit
gebied ook veel meer voorop moeten lopen. D66 vindt dat deze technologie
dan ook breder toegepast moet kunnen worden, zeker nu blijkt dat
genetische modificatie van gewassen nauwelijks specifieke problemen met
zich meebrengt. De bijzondere regelgeving en bijbehorende bureaucratie
rond transgene gewassen kan dan ook langzaam worden afgebouwd. Wel moet er
keuzevrijheid blijven bestaan; mensen moeten zelf kunnen kiezen of ze wel
of geen genetisch gemodificeerd voedsel willen eten. Octrooiwetgeving moet
zodanig worden herzien dat biotechnologische producten beter toegankelijk
zijn voor ontwikkelingslanden.
> Biologische landbouw. Ook de biologische land- en tuinbouw heeft een
innovatieve kracht D66 streeft ernaar dat in 2010 10% van het
landbouwareaal biologisch is.
> Landbouwsteun naar groen. Nederland moet haar Europese landbouwsteun
inzetten voor het leveren van `groene diensten' zoals het onderhoud aan
landschap, de bescherming van weidevogels en weidegang van koeien.
> Alternatieve bemestingsvormen. Er moet ruimte komen voor alternatieve
vormen voor bemesting van het land. Door de huidige vorm van bemesting
wordt veel van de biodiversiteit verwoest.
Dieren
De komende decennia zal de consumptie van vlees en dierlijke producten
sterk toenemen. In veel gevallen zal dit leiden tot een verdere
intensivering van de veehouderij wat ten koste zal gaan van het welzijn
van dieren. D66 vindt die ontwikkeling zeer zorgelijk en wil dat Nederland
investeert in een duurzame veehouderij. Een beschaafde samenleving behoort
fatsoenlijk om te gaan met dieren.
> Einde aan de bio-industrie. De omstandigheden van dieren in de
bio-industrie moeten versneld worden verbeterd. D66 kiest voor concrete
maatregelen, zoals het fors vergroten van de hokken voor dieren, het
buiten laten grazen van runderen, het verbieden van onverdoofd castreren
van varkens en het aan banden leggen van diertransporten langer dan vier
uur of verder dan 300 kilometer. Nederland moet met deze maatregelen niet
Mensen houden van groen wachten op de rest van Europa.
> Label op alle dierlijke producten. Op alle dierlijke producten komt een
label waarop eenvoudig af te lezen is wat de graad van dierenwelzijn is
geweest. Zo worden consumenten in staat gesteld een verantwoorde keuze te
maken. Nederlandse supermarkten moeten binnen twee jaar een convenant
sluiten zodat er geen dierlijke producten worden verkocht die onder een
aanvaardbaar niveau van dierenwelzijn zijn geproduceerd.
> Dierenwelzijnsaftrek voor boeren. Boeren die fors investeren in grotere
hokken voor hun dieren moeten belastingkorting krijgen om hen tegemoet te
komen in de kosten.
> Jacht op en handel in beschermde diersoorten aanpakken. Veel dieren
worden met uitsterven bedreigd door vernietiging van hun leefgebied en
door overbejaging. D66 wil een strengere controle op de handel in
Nederland en in Europa. D66 verzet zich tegen het volledig vrijgeven van
de Nederlandse jacht op vossen en andere dieren.
> Tegengaan overbevissing. Er moeten strenge internationale afspraken
komen over het drastisch terugdringen van de bevissing van kwetsbare
vissoorten. Als deze afspraken niet gehandhaafd worden dreigt er
economische en ecologische ramp. Alternatieve vismethodes waardoor de
bijvangst van vissen wordt voorkomen dienen te worden gestimuleerd. De
jacht op walvissen moet verboden blijven.
> Productie en verkoop bont tegengaan. Het fokken van nertsen voor bont in
Nederland moet worden verboden. Ook de verkoop van honden- en kattenbont,
evenals zeehondenbont, moet aan banden worden gelegd.
> Grote terughoudendheid in toepassen dierproeven. Dierproeven zijn vaak
een noodzakelijk kwaad en vaak ook een wettelijke vereiste. Betere
internationale samenwerking en afstemming kunnen onnodige dubbeling van
proeven voorkomen. Nederland moet daarom actief inzetten op een sluitende
registratie van onderzoek. Daarnaast moet geinvesteerd worden in de
ontwikkeling van alternatieve onderzoeksmethodes.
------------------------------------------------------------------------------
Colofon
De tekst van het conceptverkiezingsprogramma van D66 `Het gaat om mensen'
is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de programmacommissie
bestaande uit:
Joris Backer voorzitter
Michiel Herter
Wim Kokx
Andre Meiresonne
Jan Paternotte
Marijke Rem
Maarten Schurink
met medewerking van:
Gert van Dijk Kenniscentrum D66, secretaris
Frank van Mil Kenniscentrum D66, secretaris
Maurice Eykman eindredacteur
grafisch ontwerp > Wilmar Grossouw
concept > Wilmar Grossouw/Lauwen Projects
druk > Drukkerij Uleman-De Residentie
--------
(c) 2006 D66
**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********
More information about the D66
mailing list