Concept-verkiezingsprogramma 2006/2010 Tweede Kamer

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at DDS.NL
Tue Sep 5 13:57:50 CEST 2006


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Bron:  D66
Datum: 5 september 2006
URL:   http://www.d66.nl/page/downloads/tk06_conceptverkiezingsprogrammaprogramma.txt_d66.pdf


Het gaat om mensen
------------------
conceptverkiezingsprogramma Tweede Kamer 2006/2010

Inhoudsopgave
-------------
05 Er is zoveel te doen!
09 Vijf richtingwijzers voor een progressieve sociaal-liberale visie
13 Mensen ontwikkelen zich
21 Mensen verdienen beter
33 Mensen en hun kunst
37 Mensen besturen zelf
47 Mensen leven langer en gezonder
55 Mensen en hun rechten
67 Mensen houden van groen

------------------------------------------------------------------------------
Er is zoveel te doen!


Veel gedaan...

D66 bestaat veertig jaar. Al die tijd is onze missie ongewijzigd gebleven:
mensen meer te zeggen geven over wie hen bestuurt en hoe zij hun eigen
land en leven inrichten. Lang- zaam maar zeker zijn deze standpunten van
Democraten `66 gemeengoed geworden. Zelf- beschikking is inmiddels de
norm: abortus, euthanasie en homohuwelijk zijn maatschap- pelijk
geaccepteerd. Ombudsman, patiëntenrechten en spreekrecht voor slachtoffers
zijn niet meer weg te denken. Je kunt tegenwoordig winkelen wanneer je
wilt. Innovatie en duurzaamheid staan op de politieke agenda. Economie en
ecologie kunnen samengaan, zie de Waddenzee. En ook al durft bijna geen
partij het aan, de gekozen premier en de ge- kozen burgemeester moeten er
hoe dan ook een keer komen. Omdat steeds meer mensen zelf willen kiezen.

...en weer veel te doen

Je zou kunnen zeggen: de missie van D66 is voltooid. Want D66 ontstond als
een reactie op het regentendom en de verzuiling. Maar de politiek blijft
achter bij de snelle ontwikkeling van de moderne samenleving. Nog steeds
is er niets veranderd in de verhouding tussen burgers en gekozenen. Des te
groter is de verantwoordelijkheid van D66 om dit punt op de politieke
agenda te blijven houden. Bovendien zijn er nieuwe behoudende krachten die
de ontwikkeling naar een werkelijk open en sociale samenleving proberen
tegen te houden. En alleen in een open samenleving kan iedereen zijn
talenten ontplooien.


> De grens was bereikt

Als er een ding is waar wij niet tegen kunnen is het willekeur en misbruik
van macht. Er is zoveel te doen! Daar willen we niet aan meedoen. Macht
gaat nooit boven recht. Een minister die haar macht misbruikt en daar niet
op terug wil komen toont geen wijsheid maar halsstarrigheid. Daarom
stapten we uit het kabinet. De maat was vol. Wat het zwaarst is moet het
zwaarst wegen. Als duidelijkheid en daadkracht verworden tot
hardvochtigheid en rigiditeit is voor ons de grens bereikt. Regels zijn er
voor mensen. Niet andersom.


Nieuwe regenten

Er zijn nieuwe regenten. Mensen die de huidige verwarring aangrijpen om
voor elkaar te krijgen wat ze al jaren willen: meer controle en meer
toezicht. Die met regeltjes komen ver die zijn gebaseerd op wantrouwen in
plaats van vertrouwen. Regeltjes die onze burger- lijke vrijheden onder
druk zetten en onze privacy schenden. Regeltjes die ontplooiing van
concept talent, ondernemerschap en leven naar eigen goeddunken in de weg
staan.

Die schijnveiligheid creeren terwijl ze onze vrijheden aantasten. Die
grenzen willen sluiten, terwijl wij de globalisering als een uitdaging
verwelkomen. En Europa als ons binnenland beschouwen.


Nieuwe behoudzucht

Veel mensen willen graag alles bij het oude houden. Ze blijven zitten waar
ze zitten en beschouwen hun positie als heilig. Ze denken niet aan de
volgende generaties of aan de rest van de wereld. Ze sluiten anderen uit
van wat zij zelf verworven hebben. Bang om te verliezen wat ze hebben. Hun
goede baan, hun mooie huis, hun verzekerde pensioen. Heel begrijpelijk.
Maar het gevolg van die angst is dat ze anderen geen toegang willen
verlenen. Tot de arbeidsmarkt, de woningmarkt. Tot ons land en tot Europa.
Teveel zit nu op slot. Het onderwijs en de zorg. De sociale verzekeringen
en de pensioenmarkt. Ook internationaal: de rijke landen willen niet delen
en verlenen geen toegang tot hun markten aan de armere landen. Overal
worden gevestigde belangen ten koste van nieuwkomers verdedigd. En het
gevolg is groeiende tegenstellingen tussen jong en oud, arm en rijk. En
dat leidt tot conflicten die wij niet willen en die ook niet nodig zijn.


> Gelijke kansen

Insiders tegenover nieuwkomers: dat is de nieuwe tegenstelling. Wij willen
dat iedereen een eerlijke en gelijke kans krijgt om zich te ontwikkelen en
te ontplooien. Daarom zijn wij tegen de behoudzucht van de
belangenbehartigers, links en rechts. Tegen het egoïsme van de populisten,
links en rechts.


Geen muren

Ongelijkheid en uitsluiting zijn nu een voedingsbodem voor burgeroorlogen
en terrorisme. Wij zijn tegen de westerse hypocrisie en bemoeizucht die
leiden tot oorlogen als in Irak. Aan zulke oorlogen willen we niet
meedoen. We zijn tegen nieuwe muren, zoals tussen Israel en Palestina, die
de bewegingsvrijheid beperken. Maar ook de denkbeeldige muren tussen
landen die lid willen worden van de EU en lidstaten die hen buiten willen
sluiten. En wij willen de misstanden aanpakken waar we allemaal van weten
en (indirect) bij betrokken zijn. Zoals Guantànamo Bay waar mensenrechten
met voeten worden getreden. Ondertussen bedreigen mensen met
fundamentalistische wereldbeelden, vaak religieus vermomd, onze vrijheid.
Hun ergste vijand is onze open samenleving. Hun grootste succes zou zijn
dat wij uit angst onze vrijheden beperken en onze overtuigingen opgeven.
Dat kan en mag nooit zo zijn.


> Vrijdenkers

D66 heeft zijn missie vernieuwd. Of beter gezegd, hervonden. Wij gaan
terug naar onze wortels. Terug naar de basis. Vrijzinnigheid is onze
inspiratiebron. Democratie zit in onze genen. In de relatie
overheid-burger is nog veel te weinig veranderd. Onderhoud aan de
democratie is uitgebleven. Wij hechten niet aan gevestigde belangen en
structuren. Wij zijn de vrijdenkers van de politiek. Het wordt weer tijd
om gevestigde structuren open te breken. Nieuwe vormen van directe
democratie in te voeren. Zodat er ruimte en invloed komt. Voor mensen. En
niet alleen voor de mensen die het toevallig getroffen of goed voor elkaar
hebben. Voor iedereen, jong en oud, arm en rijk. Dat is een kwestie van
beschaving.


Barrieres opruimen

Wij willen dat iedereen mee kan doen, dat niemand wordt buitengesloten.
Daarom heb- ben nieuwkomers onze steun. Dat betekent barrières opruimen.
Afschaffen van subsi- dies, belastingvoordelen en beschermingsconstructies
die ooit nuttig en goedbedoeld waren maar inmiddels de markt ontwrichten
en vooral gevestigde belangen beschermen. Het hele stelsel van
renteaftrek voor eigenaren en subsidies voor huurders heeft de wo-
ningmarkt ondoorzichtig en ontoegankelijk gemaakt. Het is op den duur
onhoudbaar en remt de economische groei en sociale ontwikkeling. Het houdt
mensen vast in hun woon- en leefsituatie en maakt onbewegelijk. Dit
systeem bevoordeelt degenen die het al goed hebben en belemmert jonge
mensen om in te treden. Hetzelfde geldt op de arbeidsmarkt. Last in,
first out is zo'n principe. Het beschermt de langstzittende. En het
algemeen verbindend verklaren van CAO's doet geen recht aan verschillen
tussen bedrijven. Het belemmert een gezonde groei en natuurlijke
ontwikkeling van bedrijven en remt de inno- vatie. De vergaande
ontslagbescherming maakt huiverig om mensen in dienst te nemen. Het
gevolg is karige contracten voor jonge mensen. Daarom wil D66 het
ontslagrecht aanpakken en de arbeidsmarkt flexibiliseren. En alle steun en
(fiscale) ruimte bieden aan mensen die een eigen onderneming beginnen.


> Leve de verschillen! Maar geen onrechtvaardige verschillen

Mensen zijn niet gelijk, mensen zijn wel gelijkwaardig. D66 houdt van
verschillen. Verschillen tussen mensen zorgen voor leven en dynamiek.
Mensen groeien van verschillen. Dat levert economische groei, sociale
ontwikkeling en culturele diversiteit op. En daar is iedereen bij gebaat.
Maar wij willen geen onrechtvaardige verschillen. Onaanvaardbaar is voor
ons dat mensen hun macht gebruiken of zelfs misbruiken om verschillen waar
zij van profiteren in stand te houden. Geen kunstmatige constructies die
de gevestigde belangen beschermen. Er zijn talloze voorbeelden van:
Huurbescherming voor mensen die het niet nodig hebben. Landbouwsubsidies
die boeren uit ontwikkelingslanden aan de bedelstaf houden. De beste
ontslagbescherming voor de langstzittende.


Een dienstbare overheid

Wij willen een overheid die `Ja' zegt. Een overheid die met heldere en
doorzichtige wetgeving een duidelijk kader en een voor iedereen gelijk
speelveld schept. Met daarbinnen alle ruimte om te leven, te werken en te
ondernemen. Een overheid die voorwaarden schept voor ontplooiing en
ontwikkeling. Een overheid die niet remt met allerlei verordeningen en
vergunningen. Dat betekent veel minder gedoe en bureaucratie (waar
trouwens veel ambtenaren ook naar uitzien en al aan werken). Wij hebben
geen overspannen ver- wachtingen van de overheid. We kunnen de overheid
niet verantwoordelijk maken voor ons persoonlijk geluk. De overheid is
geen geluksfabriek. En de overheid kan niet alles regelen, laat staan
alles voorkomen, risico's zullen er altijd zijn. En wij willen een
bescheiden overheid die zich bewust is van haar dienende taak. Want de
overheid is van ons, is er voor de burger. `Minister' betekent niet voor
niets: `Dienaar'.


Investeren in duurzaamheid

We zijn te afhankelijk van milieuvervuilende fossiele brandstoffen (olie
en gas) die hoe dan ook een keer opraken. Bovendien leidt deze schaarste
tot spanningen in de hele wereld. Wij willen zo snel mogelijk
overschakelen naar duurzame energiebronnen die het milieu niet belasten,
zoals wind, zon en biogas. Daarnaast is grootschalig onderzoek nodig naar
nieuwe schone technologieën. Daarvoor willen wij de aardgasbaten inzetten
en - in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven - heel gericht investeren
in het ontwikkelen van duurzame energiebronnen. Zo kan Nederland een
voortrekkersrol gaan spelen bij het ontwikkelen van een duurzame
samenleving, met vele economische (export)kansen.


Het allerbeste onderwijs

En het allerbelangrijkste: D66 wil meer en beter onderwijs. Onze kinderen
verdienen het allerbeste onderwijs. Investeren in kennis is nu essentieel.
Wij willen dat Nederland koploper wordt op onderwijsgebied. Dat betekent
een miljardeninvestering. Wij willen dat het Nederlandse onderwijs de
hoogste kwaliteit en de meeste diversiteit biedt. Dat betekent vrijheid
voor scholen en leerkrachten, universiteiten en wetenschappers om dat
onderwijs naar hun eigen professionele inzicht en hun eigen goeddunken in
te richten. En ruimte voor ouders, leerlingen en studenten om volop mee
te beslissen. Onderwijs is de beste garantie voor verdere ontwikkeling,
persoonlijk, maatschappelijk en economisch. Want wie goed is opgeleid en
zelfstandig keuzes kan maken hoeft niet bang te zijn om niet mee te kunnen
komen. Goed opgeleide mensen die niet bang zijn: dat levert de
maatschappelijke samenhang en verbondenheid op.


> Een vrije wereld

D66 neemt graag het voortouw in het creeren van een open samenleving
zonder drempels. Een maatschappij waarin iedereen zich vrij kan bewegen
en tot zijn recht kan komen. In het scheppen van een wereld waarin
iedereen uitzicht krijgt op een menswaardig bestaan. Meer dan ooit willen
wij doen waar we goed in zijn: het ontwikkelen en steunen van baan-
berekende initiatieven in Nederland, in Europa en in de wereld. Of het nu
gaat om duurzame energie of microkredieten, mensenrechten of
natuurontwikkeling. Nederland is een van de meest ontwikkelde landen ter
wereld. Dat willen we blijven en verder uitbouwen. In een duurzame wereld
waarin iedereen een eerlijke kans heeft om het steeds beter te krijgen.

------------------------------------------------------------------------------
Vijf richtingwijzers voor een progressieve sociaal-liberale visie

> Vertrouw op de eigen kracht van mensen
> Denk en handel internationaal
> Beloon prestatie en deel de welvaart
> Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving
> Koester de grondrechten en gedeelde waarden

In het verkiezingsprogramma 2006/2010 vindt u concrete oplossingen voor
vraagstukken concept die nu spelen. Maar de dagelijkse praktijk van het
parlementaire werk is veel gevarieerder dan wij nu kunnen voorspellen.
Daar zijn ongetwijfeld vraagstukken bij die in dit programma beperkt of
zelfs geheel niet aan de orde komen.

Daarom hebben wij onze uitgangspunten en ideeën vertaald in vijf
`Richtingwijzers'. Bij twijfel zal een gekozen vertegenwoordiger onze
richtingwijzers zwaarder laten wegen dan de oplossingen die bij het
schrijven van dit programma nog logisch en verdedigbaar waren, maar niet
veel later door de feiten al weer zijn achterhaald.


> Vertrouw op de eigen kracht van mensen

Wij vertrouwen op de eigen kracht en ontwikkeling van mensen. Daarom zien
we de toe- komst met optimisme tegemoet. Mensen zijn zo creatief dat ze
steeds opnieuw zelf oplossingen vinden. Wij willen dat de overheid deze
kracht, vindingrijkheid en creativiteit van mensen ondersteunt en ruimte
geeft. De sleutel voor verandering ligt bij mensen zelf en wij willen dat
de overheid daarbij aansluit. Wat mensen voor zichzelf en anderen kunnen
doen is veel belangrijker en effectiever dan wat de overheid kan doen.


> Denk en handel internationaal

Samenlevingen zijn op steeds meer verschillende manieren met elkaar
verbonden. Wij staan open voor de gehele wereld en sluiten niemand uit.
Bij alles wat we doen, vragen we ons steeds af welke effecten dat heeft op
anderen in deze wereld. Wij onderkennen dat Europa steeds meer ons
binnenland wordt. Internationale samenwerking en economische vooruitgang
zijn de sleutels naar een wereld met minder oorlog en conflicten. Daarbij
handelen wij steeds pragmatisch, nuchter en op basis van feiten.


> Beloon prestatie en deel de welvaart

Mensen zijn niet gelijk, wel gelijkwaardig. Mensen zijn verschillend en
wij willen dat de overheid ruimte laat voor die verschillen. Wij streven
naar economische zelfstandigheid voor zoveel mogelijk mensen en vinden dat
mensen die uitmuntend presteren daarvoor een beloning verdienen. Wij
willen een dynamische, open samenleving waarin iedereen de ruimte krijgt
om zijn eigen beslissingen te nemen en iedereen zich op zijn eigen manier
kan ontwikkelen. Wij vinden het vanzelfsprekend om welvaart met elkaar te
delen. We willen dat zoveel mogelijk mensen mee doen in het
maatschappelijk en economisch proces want daar worden we allemaal beter
van. Voor mensen die zichzelf niet kunnen redden dragen we een
gezamenlijke verantwoordelijkheid.


> Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving

Wij willen de wereld om ons heen tegemoet treden met respect en mededogen.
Dat geldt voor de mensen om ons heen en voor onze omgeving. De aarde is
niet van ons en dus geen gebruiksartikel. We willen stoppen met het
uitputten en vervuilen van onze leef- omgeving. We willen dat in de
discussie over natuur en milieu niet het behoud, maar de aantasting van
natuur en milieu beargumenteerd wordt.


> Koester de grondrechten en gedeelde waarden

De fundamentele waarden van onze samenleving zijn vrijheid voor en
gelijkwaardigheid van ieder mens, ongeacht opvattingen, geloof, seksuele
geaardheid, gerichtheid of herkomst. Lichamelijke integriteit, geweldloze
oplossing van belangenconflicten en een respectvol gehanteerde vrijheid
van meningsvorming en -uiting, inclusief respect voor onze democratische
rechtsstaat, zijn voor ons centrale waarden. Die waarden zijn universeel
en zonder meer bovengeschikt. Wij beschermen de grondrechten van onszelf
en anderen. Vijf richtingwijzers voor een progressieve sociaal-liberale
visie

------------------------------------------------------------------------------
Mensen ontwikkelen zich

> Onderwijs: vijf miljard extra/Salarissen leraren omhoog/Vrijheid en
  verantwoordelijkheid bij scholen en studenten

Goed onderwijs is de basis voor een samenleving waarin iedereen tot zijn
recht komt en alle mensen de kans krijgen het beste uit zichzelf te halen.
Goed onderwijs is ook nodig voor een sterke economie, om als land
aantrekkelijk te zijn om in te investeren. En goed onderwijs is nodig voor
een schoon en veilig land, waarin mensen elkaar in hun waarde laten.

Momenteel zijn er echter teveel leerlingen die als analfabeet de
basisschool verlaten of hun opleiding voortijdig afbreken. Er zijn
onvoldoende goede docenten, leraren worden bovendien niet op waarde
geschat en het vak is dus niet aantrekkelijk genoeg. De kwaliteit van het
basis- en voortgezet onderwijs is van onvoldoende niveau en de aansluiting
tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven kan ook veel beter.

Er zijn in Nederland 1,5 miljoen volwassenen, ca. 1 miljoen van
Nederlandse herkomst en 500.000 van niet-Nederlandse origine, die moeite
hebben met lezen, schrijven of rekenen. Deze laaggeletterden kunnen
daardoor nauwelijks deelnemen aan de maatschappij. Ze hebben moeite om hun
eigen doelen te realiseren en kunnen hun kennis- en vaardigheden niet
zelfstandig verder ontwikkelen.

Nederland investeert veel te weinig in haar toekomst. Onze investeringen
in onderwijs liggen onder het niveau van vergelijkbare Europese landen,
terwijl kennis voor Nederland de kurk is waarop onze welvaart in de
toekomst moet drijven. Hoogopgeleide mensen leveren veelal
kennisintensieve diensten, die over het algemeen een hoge toegevoegde
waarde kennen.

nderwijs heeft voor D66 topprioriteit. Nederland moet het beste onderwijs
van Europa bieden. Daarvoor zijn stevige maatregelen nodig. Geen grote
overheidsgestuurde onderwijsherzieningen, maar ruimte voor de eigen keuze
en eigen verantwoordelijkheid van scholen, instituten, leerlingen en
ouders. En voor ontplooiing van individuele talenten ver en capaciteiten.
Ook moet de bureaucratie - zowel door het Ministerie van OCW als de
onderwijsinstelling veroorzaakt - worden verminderd.

De verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onderwijzenden vergt
forse investeringen. D66 zorgde dat de studiebeurs met 150 euro werd
verhoogd om de gestegen ziekte- kosten te compenseren en zorgde dat de
OV-jaarkaart behouden werd toen CDA en VVD deze wilde beperken. Nog
belangrijker is dat D66 het bezuinigingstij keerde op onderwijs. Door D66
zijn er de afgelopen jaren miljarden bijgekomen, maar er is meer nodig om
ons onderwijspeil op niveau te krijgen. Voor de komende acht jaar is een
structurele verhoging van vijf miljard euro noodzakelijk.


Vertrouwen in scholen/Vrijheid van keuze/Maatwerk/Minder uitval/Betere
doorstroming/Investeren in leraren/Kwaliteit aan de top


Vertrouwen in scholen

> Zelf onderwijsverbetering realiseren. Scholen en instellingen weten zelf
  het beste wat goed is voor hun leerlingen en studenten. Zij kunnen zelf
  verantwoordelijkheid dragen voor het onderwijs dat zij bieden. Daarvoor is
  het nodig hen vertrouwen (in de vorm van geld en vrijheid) in plaats van
  wantrouwen (in de vorm van regels) te geven. D66 wil de komende jaren dus
  ook geen grote onderwijsvernieuwingen vanuit Den Haag meer. Scholen mogen
  zelf onderwijsverbeteringen invoeren en zelf gaan kiezen voor het al dan
  niet invoeren van kleinere klassen, leerlingen meer op maat bedienen, het
  invoeren van een digitale leeromgeving of docenten meer ontwikkeltijd
  geven. De overheid doet wat D66 betreft dus een forse stap terug. Weg met
  de onnodige regelgeving.

> Geen inspectie maar verantwoording. Scholen die initiatieven voor
  onderwijsverbeteringen nemen moeten niet geremd worden door
  belemmeringen die de overheid opwerpt, maar juist gestimuleerd worden in
  de uitvoering. Wie zelf verantwoording neemt kan zelf ook verantwoording
  afleggen. Scholen gaan die verantwoording in eerste instantie afleggen aan
  degenen waar het om gaat; ouders en vervolgonderwijs. De onderwijsinspectie
  ziet er alleen op toe dat deze verantwoording goedwordt afgelegd.


Vrijheid van keuze

> Acceptatieplicht bijzonder onderwijs. D66 hecht aan de vrijheid van
  ouders om hun kind naar de school van hun keuze te laten gaan. Op dit
  moment kunnen scholen in het bijzonder onderwijs leerlingen weigeren. D66
  wil een acceptatieplicht voor scholen wanneer leerlingen of ouders de
  grondslag van de school respecteren. Zo kan niet langer gediscrimineerd
  worden met een religieuze grondslag als argument. Het schrappen van
  artikel 23 uit de grondwet is hiervoor niet nodig.

> Brede school desgewenst ondersteunen. Als de buurt, ouders en/of
  kinderen aangeven voorstander te zijn van een brede school die onderwijs
  combineert met bijvoorbeeld buitenschoolse opvang, sport, cultuur,
  huiswerkbegeleiding en/of welzijnsinstellingen, moet de lokale overheid
  hiervoor ruimte scheppen, ook uit niet-onderwijs-budgetten. Ontkokering
  van onderwijs- en welzijnsbeleid is nodig om integratie van onderwijs,
  cultuur en sport mogelijk te maken.


Meer maatwerk

> Leerfabrieken tegengaan. Sommige scholen- en instellingen, vooral ROC's
  in de grote steden, zijn complete leerfabrieken geworden, wat een
  persoonlijke benadering van de leerlingen moeilijker maakt. Het streven om
  scholen steeds groter te maken moet dan ook worden losgelaten door het
  verder aanpassen van de lumpsum financiering en lagere opheffingsnormen.

> De MAVO terug. D66 wil een einde aan de eenheidsworst in het onderwijs,
  die alle leerlingen gelijk wil trekken. Het VMBO moet meer `op maat'
  kunnen werken. Leerlingen moeten kunnen doen waar ze voor kiezen en zich
  meer kunnen concentreren op waar ze goed in zijn. Meer vrijheid dus voor
  scholen om leerlingen iets extra's te bieden, of bij te scholen. D66 was
  tegen de afschaffing van de MAVO, en wil dan ook herstel van deze
  opleidingsvorm. De brede basisopleiding van de MAVO biedt meer kansen,
  meer keuzes en mogelijkheden om door te stromen naar de HAVO dan de VMBO
  theoretische leergang.

> Persoonsgebonden budget voor kinderen die extra zorg behoeven. Voor
  leerlingen die extra zorg nodig hebben moet altijd worden bekeken waar zij
  het beste tot hun recht komen. Moeilijk lerende kinderen hebben echt
  speciaal onderwijs nodig, en dat kan soms beter op een aparte school.
  Hoogbegaafde kinderen missen vaak de uitdaging op hun gewone school. Voor
  beide groepen wil D66 een rugzakje, ofwel `Persoonsgebonden Budget' om
  extra hulp, leerondersteuning of juist extra leerstof in te kopen.

> Vrijheid en verantwoordelijkheid voor studenten. D66 wil dat studenten
  echte keuzevrijheid krijgen en zelf verantwoordelijkheid nemen voor die
  keuzes. Een bijbaantje, Mensen ontwikkelen zich buitenlandstage of
  bestuursfunctie waardoor de student tijdelijk minder tijd besteed aan de
  `echte' studie moet mogelijk zijn zonder verlies van `leerrechten', maar
  niet op kosten van de staat. Daarom krijgen studenten in het hoger
  onderwijs een `persoonsge- bonden budget'. De overheidsbekostiging van
  onderwijsinstellingen loopt dan via de student, die op basis van
  gerealiseerde punten EC's (European Credits) afrekent met de universiteit
  of hogeschool. Studenten betalen puur voor het onderwijs dat zij volgen en
  de behaalde resultaten.

> Het stelsel van studiefinanciering houdt dezelfde opzet: een combinatie
  van verantwoordelijkheden van overheid, ouders en student. D66 wil dus
  ook de basisbeurs overeind houden en voelt niet voor een sociaal
  leenstelsel of een academicusbelasting. Bijverdienmogelijkheden
  worden verruimd. Ook bij overstappen van studie (bijvoor- beeld van HBO
  naar WO) worden de leerrechten zo ingezet, dat afstuderen niet wordt
  concept belemmerd. Elke student moet zich uitgedaagd voelen om zowel in de
  studie als in de vorming en ontwikkeling buiten de studie het beste uit
  zijn studietijd te halen.


Minder uitval

> Kinderen met taalachterstand op hun tweede naar school. Een op de
  veertien kinderen verlaat op dit moment de basisschool zonder echt te
  kunnen lezen en schrijven. Vaak ontstaat deze taalachterstand bij
  kinderen al voordat ze als kleuter de basisschool binnenkomen. Wanneer
  leerlingen die analfabeet zijn op de middelbare school komen, wordt hun
  probleem voor normaal onderwijs onoverkomelijk, en zijn ze kansloos in
  hun verdere opleiding. D66 wil daarom een aanpak van voorkomen en
  genezen. Vanaf 2 jaar moet de voorschool en vroegschoolse educatie
  beschikbaar zijn voor kinderen met een taalachterstand. Ook worden de
  ouders betrokken via taal- en rekenprogramma's die aansluiten op de
  educatie aan hun kinderen. Geen kind gaat van de basisschool af voor
  het kan lezen en schrijven. Dat moet bereikt worden door een extra
  taalles, een zomercursus en zonodig een extra jaar basisschool.

> Betere begeleiding problemen. Het probleem van jongeren die zonder
  diploma hun school verlaten groeit. D66 wil daarom meer ruimte en
  ondersteuning voor de instituten die leerlingen met problemen opvangen en
  begeleiden en kunnen aantonen dat zij hiermee succes hebben. (time-out;
  rebound, zorgteams, schoolmaatschappelijk werk, schoolarts, wijkagent).
  Hierdoor kan het middelbaar onderwijs voor iedereen toegankelijk zijn met
  een minimaal uitvalpercentage. Vooral combinaties van werken en leren
  worden hierbij krachtig ondersteund. Wie geen werk heeft en geen diploma
  wordt gekort op zijn uitkering.

> Huisbezoeken aan spijbelaars. Spijbelgedrag moet in een vroegtijdig
  stadium worden aangepakt. Als wordt geconstateerd dat leerlingen spijbelen
  en ouders niet op uitnodigingen van school reageren, gaat een
  vertegenwoordiger van de school op huisbezoek om te zorgen dat een kind
  terug komt naar school. De vertegenwoordiger van de school - leraar,
  schoolmaatschappelijk werker, leerplichtambtenaar of iemand van Bureau
  Jeugdzorg - heeft de bevoegdheid om sancties op te leggen als ouders
  niet willen meewerken.

> Landelijke opknapbeurt en concierges. Je thuis voelen op school of
  universiteit is ook een voorwaarde voor goed onderwijs. Veel scholen
  kampen met een fors ruimtegebrek, onderhoudsachterstand of vervuiling. D66
  wil een landelijke opknapbeurt voor onderwijsinstituten en het aanstellen
  van concierges voor basisscholen.


Betere doorstroming

> Laatbloeiers laten opkomen. Veel leerlingen beginnen op een lager niveau
  dan zij uiteindelijk aankunnen, of vallen door problemen in de puberteit
  terug. D66 wil dan ook af van de prikkels die scholen krijgen om
  probleemleerlingen zo snel mogelijk te lozen. Ook moet de doorstroom van
  leerlingen tussen MAVO/VMBO en VWO, en voor studenten tussen MBO en
  Universiteit, goed mogelijk zijn en worden aangemoedigd. Vooral leerlingen
  met een (taal)achterstand kunnen hierdoor de gelegenheid krijgen later
  alsnog het beste uit zichzelf te halen.

> Internationaal Baccalaureaat voor internationale aansluiting. Studenten
  die de grens over willen, moeten dat ook kunnen. D66 wil daarom dat meer
  middelbare scholen met een diploma `Internationaal Baccalaureaat'
  afgesloten kan worden. Dit diploma op basis van tweetalig onderwijs biedt
  nog betere kansen om in het buitenland te gaan studeren.

> De universiteitspoort blijft open. Universiteiten kunnen selecteren op
  vakkenpakket, maar wat D66 betreft geldt dat iedere student met het
  juiste diploma een kans moet krijgen toegelaten te worden. Programma's
  voor doorstromers worden uiteraard gestimuleerd.

> De numerus fixus voor opleidingen in de medische sfeer wordt afgeschaft.
  In verband daarmee worden de bestaande initiatieven om te komen tot een
  volwaardige medische faculteit in Enschede en Tilburg gehonoreerd.

> HBO-masters. Bedrijven hebben vaak behoefte aan hooggekwalificeerde
  specialisten en veel studenten willen excelleren in een beroep in plaats
  van in een wetenschap. Daarom wil D66 dat ook het HBO een masteropleiding
  gaat bieden. Brancheorganisaties moeten verplicht geconsulteerd worden op
  de inhoud van de bekostigde HBO-opleidingen. Zij weten immers wat in de
  bedrijven nodig is aan kennis en vaardigheden. Bepalende invloed kunnen de
  brancheorganisaties hebben op onbekostigde opleidingen, die door hen als
  bedrijfsopleiding kunnen worden gefinancierd.

> Stageplaats, vaste prik. Hoogwaardig beroepsonderwijs is gebaat bij een
  goede aan- sluiting van de opleiding op vervolgopleidingen en van de
  opleiding op de praktijk. Stages en leerwerktrajecten zijn daarvoor
  essentieel. VMBO- en MBO-leerlingen krijgen hierdoor beter zicht op waar
  ze voor leren; de uitval zal daardoor lager worden. Deze praktijklessen
  moeten dan ook door de scholen worden georganiseerd, in samenwerking met
  studenten en bedrijven. Begeleiding is natuurlijk een voorwaarde voor
  succes; Mensen ontwikkelen zich voor bedrijven moet de organisatie en
  begeleiding van stages en leerwerkplekken fiscaal aftrekbaar worden.
  Stages bij instellingen worden op vergelijkbare wijze financieel
  gecompenseerd. Daartegenover mogen eisen aan de begeleiding van studenten
  binnen de bedrijven en instellingen worden gevraagd.


Investeren in leraren

> Meer erkenning voor de goede leraar. Leraren zijn professionals die
  belangrijk werk doen voor de samenleving. De waardering voor hun werk
  dient mede tot uitdrukking ver te komen in de financiele beloning. Op
  dit moment zijn er per sector en soms ook per vak grote verschillen in
  aantrekkelijkheid van het beroep. Vooral in het VMBO en het basis
  onderwijs schiet die aantrekkingskracht flink tekort. D66 wil daarom
  10% meer investeren in de salarissen van docenten, onder meer door het
  beter waarderen van goed opgeleide en excellente docenten.

> Leraren met kennis. Bij de lerarenopleidingen is de echte vakkennis
  teveel ondergesneeuwd door de didactiek. Het moet voor leraren in
  opleiding leuker en uitdagender worden om ook met het beroep van leraar en
  de inhoud van hun vak bezig te zijn. Ook op scholen moet de balans tussen
  didactiek en vakinhoud evenwichtiger worden. De oplei ding van leraren
  moeten in goede samenwerking tussen opleidingsinstituten en scholen
  plaatsvinden. Scholen en opleidingsinstituten bepalen samen of een student
  voldoende weet en kan om een goede leraar te worden. Voor de Pabo heb je
  minimaal het niveau van Havo met wiskunde A nodig.

> De meester is master. Wat D66 betreft moet het leraarschap
  aantrekkelijker worden. Het leraarschap moet dan ook een reele keus
  worden als afsluiting van een studie. D66 wil daarom dat de eerstegraads
  lerarenopleiding een erkend masterdeel van de studie wordt
  (Bachelor-Master). Studenten kunnen dan na hun bachelor kiezen voor een
  Master of Education (ME).

> Behouden jonge leraren en opvangen pensioengolf. Een deel van de
  afgestudeerden van de Pabo kan momenteel niet meteen een baan vinden in
  het onderwijs. Velen van hen kiezen daarom noodgedwongen voor een andere
  baan. Over een paar jaar komt er een groot tekort aan leraren. Het
  voorstel van D66 om extra geld vrij te maken voor het behoud van de jonge
  leraren heeft er recent toe geleid dat deze groep toch een baan als leraar
  kan krijgen en dus behouden blijft voor het onderwijs. Scholen krijgen
  tijdelijk extra leraren en kunnen daardoor over een paar jaar
  gemakkelijker de verwachte pensioengolf onder docenten opvangen. Aan de
  extra 29 miljoen euro die hiervoor nu is uitgetrokken mag niet getornd
  worden. Dit geld kan ook worden ingezet om basis- schoolleraren na
  bijscholing te laten doorstromen naar het voortgezet onderwijs.


Kwaliteit aan de top

Het hoger onderwijs is een belangrijke sleutel voor de samenleving van
morgen. Een samenleving die drijft op kennis moet door het hele onderwijs
het beste uit mensen halen. HBO-instellingen en universiteiten zijn
instellingen waarin studenten zich optimaal kunnen ontwikkelen tot
beroepsbeoefenaren en academici van hoog niveau. Het hoger onderwijs moet
voor iedereen met de juiste vooropleiding beschikbaar zijn en blijven.
Nederland moet streven naar een aandeel van hoger opgeleiden in de
beroepsbevolking van minimaal 50 %. Daarbinnen moet veel meer ruimte zijn
voor diversiteit en voor uitblinken. Zowel in de bachelorsopleidingen als
in de mastersfase is het streven steeds gericht op het realiseren van de
opleiding die het beste past bij de talenten en motivatie van iedere
student. Een dynamisch bestel van hogescholen en universiteiten, echte
keuzevrijheid en verantwoordelijkheid voor studenten en uitmuntend
onderzoek bieden een omgeving waarin zowel de Nederlandse economie als de
samenleving in zijn geheel overtuigend kunnen bijdragen aan de vele
uitdagingen van de komende jaren. D66 wil daarom een eind maken aan de
daling van het budget voor studenten, ruimte geven aan excellent onderzoek
en aan uitblinkers, zowel in het HBO als in het WO.

> Duurdere masteropleiding als ze kwalitatief beter zijn.
  Bacheloropleidingen moeten voor iedereen met de juiste vooropleiding
  beschikbaar zijn. Differentiatie in collegegelden mag daarom alleen worden
  toegepast voor de masteropleidingen en dan uitsluitend als de
  masteropleiding aantoonbaar meer kwaliteit biedt. D66 wil hiermee de
  mogelijkheid creeren om getalenteerde studenten zich verder te laten
  ontwikkelen.

> Jonge topwetenschappers stimuleren. D66 wil betere begeleiding van aio's
  en oio's 1 voor promotieonderzoek. Om de aantrekkelijkheid van het doen
  van onderzoek te ver- groten wordt de rechtspositie van jonge onderzoekers
  verbeterd. D66 wil dat de stimuleringsmaatregelen voor de aanstelling
  van jonge topwetenschappers worden uitgebreid naar universitaire (hoofd-)
  docenten. D66 wil het aantal promovendi fors verhogen evenals het aantal
  doorstroomplaatsen voor postdocs. Dit zal ook een positieve invloed hebben
  op de positie van vrouwen in de wetenschap.

> Internationale uitwisseling. D66 is voor het aangaan van
  uitwisselingsverbanden met universiteiten en andere opleidingsinstituten
  omdat dit een effectieve manier is om elkaars cultuur te leren kennen en
  radicalisme hierdoor te beteugelen. Jongeren krijgen mede hierdoor
  perspectief op een toekomst.

> Georganiseerde sport impuls geven. Sport is goed voor de gezondheid, ook
  voor het gevecht tegen overgewicht. Het is ook een prima manier om te
  integreren. Sport leert jongeren zich aan bepaalde regels te houden. De
  schooluitval bij sportactieve scholen is veel lager. Alle reden dus voor
  de overheid om de georganiseerde sport ondersteunen. Dat kan door de
  infrastructuur een financiele impuls te geven, maar ook door belemme-
  rende regels te schrappen en vrijwilligerswerk aantrekkelijker te maken.
  Ook topsport verdient adequate ondersteuning. D66 wil dat Nederland in de
  toekomst de Olympische Spelen organiseert. Daarvoor moeten nu al in
  overleg met de sportwereld de nodige maatregelen in gang worden gezet.


Vijf miljard extra investeren

Vijf miljard euro is er volgens D66 structureel extra nodig voor de
noodzakelijke inves- teringen in het onderwijs. Diverse aanbevelingen van
het Innovatieplatform, de Onder- wijsraad, het midden- en kleinbedrijf,
vakbonden en onderwijsorganisaties geven een onderbouwing van dit bedrag.
Specifieke bedragen zijn opgenomen in de financiele onderbouwing bij dit
programma.

De afgelopen jaren is al twee miljard geinvesteerd. D66 wil dat er de
komende twee kabinetsperiodes steeds twee-en-een-half miljard extra wordt
geinvesteerd. Hiermee volgt D66 de `kennisinvesteringsagenda' en komt
Nederland weer in de Europese voorhoede met investeringen in het onderwijs.

------------------------------------------------------------------------------
Mensen verdienen beter

> Doorgaan met economische hervormingen/AOW betaalbaar houden/1 miljard voor
  energietransitie/Meer mensen aan het werk/Kinderopvang gratis

D66 is er van overtuigd dat een open duurzame economie, gebaseerd op
ondernemings- gewijze productie van goederen en diensten, de meeste
welvaart brengt in ons land. Na enkele jaren van stagnatie vertoont de
Nederlandse economie weer groei. D66 is ervan overtuigd dat het beleid van
dit kabinet, waar D66 mede de architect van is geweest, de groeikracht van
de Nederlandse economie heeft versterkt.

Voor D66 is de werkelijke openheid van onze economie, gecombineerd met
sociale cohesie, voorwaarde om te kunnen profiteren van de grote
veranderingen die in de interna- tionale economische verhoudingen
optreden. De opkomst van de economieën van China en India, de
energiegiganten die zich ontwikkelen in onder andere Rusland, Iran, Saudi
Arabie en Venezuela en de verplaatsing van economische activiteiten naar
lage-lonen landen zullen hun invloed hebben op de Nederlandse economie.

Op de internationale markt worden innovatie en kennis doorslaggevende
concurrentiewapens. Concurreren op prijsefficiëntie of kwaliteit is niet
meer voldoende. Productiviteit, talent, kennis en internationale
gerichtheid zijn cruciaal. Het gaat ook hier om mensen die het verschil
zullen maken.

D66 is overtuigd van de kracht van de vindingrijkheid van mensen en
bedrijven. De wijze waarop fiscale en andere regelingen zijn ingericht
moet aansluiten bij de veranderende economie. Daarin zijn steeds meer
zelfstandigen zonder personeel actief, blijken flexibele
samenwerkingsverbanden te ontstaan en weer te verdwijnen. De explosieve
groei van de handel via internetsites, die zich niets meer van
traditionele landsgrenzen aantrekt, illustreert de dynamiek van een
economie waarbij de overheid per definitie achter de feiten aanloopt. D66
ziet bedrijvigheid dan ook niet ontstaan door subsidies, maar door
voorwaarden te scheppen en barrieres weg te nemen.

D66 wil in een open en concurrerende economie een sterke overheid die de
marktontwikkelingen volgt en stimuleert. Toegangsblokkades in de
economie moeten verdwijnen. D66 ziet de globalisering als een
noodzakelijkheid voor een betere toekomst. Open grenzen en een
internationaal georienteerde economie leiden tot inkomensverbetering en
meer solidariteit tussen oud en jong, actief en niet actief, nieuwkomer en
bestaande bevolking.

Nederland is in het buitenland geprezen voor zijn economisch beleid van
loonmatiging, stelselherziening en solide overheidsfinancien. D66
realiseert zich dat dit beleid de sociale cohesie in ons eigen land onder
druk heeft gezet. Een duurzame samenleving zorgt voor haar burgers als zij
dit zelf niet kunnen. Armoede is in Nederland uit den boze en moet ook
internationaal bestreden worden door hoog in te zetten op de
millenniumdoelen en eerlijke wereldhandel.

Economische ontwikkeling mag niet ten koste gaan van de natuur.
Ecosystemen hebben ook een internationaal economisch belang. De overheid
kan onder andere bijdragen aan vergroening en verduurzaming van de
economie door haar inkoopbeleid daarop in te stellen en maatregelen te
treffen.

D66 wil ook investeren in milieuvriendelijke energie. Het gebruik van
fossiele brand- stoffen heeft een verwoestend effect op het leefmilieu van
onze planeet. De opwarming van de aarde zorgt ook voor toenemende droogte
en het stijgen van de zeespiegel. Het terugdringen van het gebruik van
fossiele brandstoffen is niet alleen in het belang van het milieu. Ook de
grote afhankelijkheid van instabiele regio's is een reden om in te zetten
op alternatieve energiebronnen. Tijdens de oliecrisis in de jaren zeventig
heeft aan aantal landen, waaronder Nederland, de gevolgen al ervaren. De
gascrisis die begin 2006 werd veroorzaakt door onenigheid tussen Rusland
en Oekraine is de meest recente illustratie van de grote politieke
gevoeligheid.


Barrieres wegnemen voor arbeidsparticipatie en flexibilisering/Pensioenen
betaalbaar houden/Belastingdruk verlichten/Bestuurlijke organisatie
verbeteren/Duurzaamheiddoelstellingen meewegen/Hoog inzetten op
millenniumdoelen/1 miljard voor energietransitie


Barrieres wegnemen

Met het wegnemen van barrieres om van Nederland een werkelijk
concurrerende, innoverende en flexibele economie te maken is nog maar
nauwelijks begonnen. Om daar in succesvol te zijn vindt D66 dat vertrouwen
in vindingrijkheid van de mensen als ondernemer voorop moet staan bij
verschillende beslissingen die nu dringend op ons afkomen.

Dat betekent het vrijmaken van markten voor nieuwkomers. Dat betekent ook
het weg- nemen van barrieres voor outsiders op de arbeidsmarkt.
Discriminatie bij sollicitaties is ook zo'n barriere. Het wegnemen van
barrieres tot de arbeidsmarkt en het flexibiliseren van de arbeidsmarkt
zullen de arbeidsparticipatie verhogen: een van de beste en meest
rechtvaardige instrumenten voor het versterken van de economie.


Arbeidsparticipatie verhogen

> Kinderopvang moet gratis zijn voor werkenden om zo op een normale manier
  arbeid en zorg te kunnen combineren. Daarnaast wordt ook de aanvullende
  combinatiekorting verhoogd.

> De participatie van werknemers in de leeftijd van 55-64 jaar moet omhoog
  om het draagvlak voor de vergrijzing te vergroten en de rekening eerlijk
  te verdelen; het moet financieel aantrekkelijk zijn langer door te werken.

> De arbeidsparticipatie voor met name vrouwen, minderheden en ouderen
  moet krachtig gestimuleerd worden.

> De inkomensvervangende voorzieningen (vooral de WW) zullen gericht
  moeten zijn op het zo snel mogelijk terugkeren in het actieve werkende
  leven.

> Arbeidsaftrek voor lage inkomens in te voeren (earned income tax-credit
  op uurloon-basis).

> Het individualiseren van de overdraagbare heffingskorting, de
  `thuiszitbonus', het belastingvrije bedrag dat niet-werkenden genieten
  (met overgangsregeling voor degenen die voor 1972 zijn geboren).

> Soepeler afgeven van verblijfsvergunningen aan diegenen die aan onze
  economie een bijdrage kunnen leveren.

> Volledig toelaten van werknemers uit EU-lidstaten, met de mogelijkheid
  van overgangsmaatregelen.


Flexibeler arbeidsmarkt

Een flexibeler arbeidsmarkt zorgt ervoor dat werkgevers minder bang zijn
om personeel aan te nemen, en dat onze economie slagvaardiger kan inspelen
op veranderingen. In onze economie met schaarser wordend arbeidspotentieel
en veranderde inzichten in leidinggeven, management en
loopbaanontwikkeling is de klassieke tegenstelling tussen werkgever en
werknemer aan verandering onderhevig. Werkgevers hebben er belang bij veel
tijd en geld te investeren in de `employability' van hun werknemers.

In een arbeidsmarkt waarin krapte ontstaat, moet meer nadruk komen te
liggen op activeren. Een flexibeler arbeidsmarkt moet ook doorwerken in de
opzet en uitvoer van inkomensvervangende voorzieningen zoals de WW.


De flexibiliteit wordt vergroot door:

> Het afschaffen van het algemeen verbindend verklaren van CAO's.

> Ondernemingsraden wettelijk te faciliteren om onderhandelingen te voeren
  over arbeidsvoorwaarden, en individuele werknemers vrij te stellen om
  dit zelf te doen.

> Als mensen daarbij willen kiezen voor verlenging van hun werkweek is dat
  hun eigen keuze en moet daar op bedrijfsniveau ruimte voor zijn. CAO's
  mogen daar in beginsel niet in belemmeren.

> Mensen in slijtende beroepen te ondersteunen in de voorbereiding op een
  tweede loopbaan na hun 45e levensjaar.

> Scholing, coaching, outplacement en loopbaan heroriëntatie trajecten
  fiscaal of anderszins aantrekkelijk te maken.

> De arbeidsovereenkomst zonder tussenkomst van derden te laten ontbinden.
  Voor ontbinding is geen voorafgaande toestemming meer nodig van de rechter
  of het CWI. Ontslagvergoedingen worden uitsluitend contractueel
  vastgelegd en belast bij uitbetaling. Ingeval de werknemer zich in zijn
  belangen benadeeld acht staat achteraf de weg naar de rechter open.

> Bij ontslag wordt altijd de WW uitgekeerd (behalve als ontslag
  vrijwillig is). De werknemer hoeft zich daarvoor niet tegen het ontslag te
  verzetten.

> De WW-uitkering bij ontslag wordt in duur beperkt, waarbij het uitgangspunt
  is dat vanuit een hoger beginpercentage wordt begonnen dan nu geldend en
  de hoogte in een kortere periode wordt afgebouwd.

> De WW zal net als de bijstand door gemeenten worden uitgevoerd. Dit brengt
  belangrijke efficiency voordelen met zich mee en vermindert het `schotten-
  probleem' voor werkzoekenden.

> In combinatie met de opheffing van het duale ontslagstelsel betekent dit
  dat het UWV en CWI voor een aanzienlijk deel kunnen worden ontmanteld.
  Dit geldt des te sterker naarmate de Werkhervattingsregeling voor
  gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) meer door private partijen wordt
  uitgevoerd.


D66 wil dat in de komende kabinetsperiode concrete voorstellen gedaan worden:

> Vrijstellen van de markt voor persoonlijke dienstverlening.

> Vrijmaken van de markt voor producten en diensten binnen de EU.

> Het uitvoeren van de voorstellen van het innovatie platform (met de
  nadruk op generieke maatregelen).

> Het principe dat werkzekerheid belangrijker is dan baanzekerheid vorm
  te geven in het stelsel van collectieve voorzieningen.


Pensioenen betaalbaar houden

AOW in veilig vaarwater. De politiek kan de ogen niet sluiten voor de
werkelijkheid. In de komende decennia zal een steeds grotere groep AOW'ers
steunen op een steeds kleinere groep werkenden. Vroeger werden mensen
gemiddeld niet oud en genoot een gepensio- neerde maar kort van zijn
pensioen. De levensverwachting is echter sinds de invoering van de AOW
gestegen van 65 naar 80 jaar en stijgt nog steeds. Dat is goed nieuws. We
zijn door langer onderwijs te volgen ook gemiddeld later aan de
arbeidsmarkt gaan deelnemen en door Vut en pre-pensioen eerder opgehouden
met werken. We hebben dus een steeds langere periode om van het pensioen
te genieten en een kortere periode dat we daarvoor werken en premie
betalen.

Om de AOW veilig te kunnen stellen zijn daarom nu maatregelen nodig. D66
zet daarbij eerst in op maatregelen die ouderen meer mogelijkheden geven
om actief te blijven op de arbeidsmarkt. Pensionering en vervroegde
uittreding zijn lang niet altijd vrijwillig en D66 begint bij het opruimen
van de belemmeringen om langer door te gaan. Ook moet het fiscaal
aantrekkelijk worden om na het 65e jaar door te werken. Maar daarmee zijn
we er niet, zeker niet voor de langere termijn. Waarschijnlijk is voor de
houdbaarheid van de financiering meer nodig. Daarom wil D66 de
AOW-leeftijd meer in de pas laten lopen met de levensverwachting. Wij
stellen voor om over de komende 24 jaar Mensen verdienen beter de
AOW-leeftijd met 1 maand per jaar te laten toenemen tot 67 jaar. D66 wil
daarbij vast- houden aan de gemaximeerde AOW-premie en het verschil tussen
premieopbrengsten en lasten van uitkeringen blijven bijpassen uit de
algemene middelen op de wijze zoals dat nu al gebeurd. De AOW is van ons
allemaal en op die manier dragen we hem gezamenlijk. Wij zien de AOW als
een essentiële basisvoorziening voor de oude dag, die het waard is om te
behouden.

> Individuele pensioenregelingen mogelijk. Het bieden van individuele
  mogelijkheden bij de AOW en de aanvullende pensioenregelingen om binnen
  bepaalde grenzen te kiezen voor eerdere of latere pensionering
  (resulterend in respectievelijk een lager of hoger pensioen) en voor
  deeltijdpensioen.

> Wettelijke vertegenwoordiging werknemers en gepensioneerden. Zoals het
  D66-initiatiefwetsvoorstel -Bakker voorstelt zullen de gepensioneerden van
  alle pensioenfondsen, evenals de werknemers, het wettelijk recht krijgen
  op vertegenwoordiging in de besturen van hun fondsen en zal dit recht ook
  gaan gelden voor de gepensioneerden van de bedrijfstakpensioenfondsen.

> De levensloopregeling uitbreiden zodat mensen zelf kunnen sparen voor
  scholing. D66 wil niet verbieden dat de regeling gebruikt wordt voor
  vervroegde uitreders, maar wel terugkeren naar waar de regeling echt voor
  bedoeld is: het spitsuur van het leven.


Honorering publieke functies binnen de perken

In de publieke en semi-publieke sector zijn de inkomens voor topfuncties
de laatste jaren uit de hand gelopen. Publieke functies horen echter
binnen publieke normen te worden gehonoreerd. Uitsluitend onder politieke
verantwoordelijkheid (goedkeuring ministerraad) kan daar in zeer
bijzondere gevallen van worden afgeweken. Alleen als werkelijk sprake is
van een markt (waarin aandeelhouders, toezichthouders, en klanten echt wat
te zeggen of te kiezen hebben) is er voor de overheid geen reden om in te
grijpen.


Belastingen verlichten

Bij een open en flexibele economie hoort een rechtvaardig en
overzichtelijk belastingregime. Oneigenlijke maatregelen die de
belastinggrondslag onnodig versmallen worden afgeschaft. De verbetering
van de Nederlandse concurrentiepositie (Werken aan Winst) van het kabinet
Balkenende II wordt gesteund, maar D66 wil hierna maatregelen die de in-
dividuele belastingdruk verlichten. Vooral met het oog op de verlaging van
de arbeidskosten, een evenwichtige inkomensverdeling (o.a. als
tegemoetkoming voor de stijging van de zorgpremies) en in het kader van
duurzame ontwikkeling is het nodig over te gaan tot:

> Verlaging van inkomstenbelastingtarief met 2% punt in alle schijven.

> Vergroening van het belastingstelsel. Milieu- en energiebelastingen die
  tot een relatieve toename van de belastingdruk op arbeid leiden, moeten
  via een belastingverlaging op arbeid worden teruggegeven.

> Op termijn verder vereenvoudigen van het belastingstelsel zodat er ruimte
  voor lagere tarieven ontstaat.


Bestuurlijke organisatie verbeteren

Onheldere structuren aanpakken. Onheldere structuren met 'zelfstandige'
bestuursorganen of partieel geprivatiseerde ondernemingen met publieke
taken moeten worden hervormd, zodanig dat democratische controle en
publieke verantwoordingsplicht gewaarborgd zijn. D66 is voor de
afsplitsing van de netwerken van verzelfstandigde energiebedrijven omdat
strategische infrastructuur bij de kerntaken van een sterke overheid
behoren. De Mainports Rotterdamse haven en Schiphol zijn voortreffelijk
functionerende maatschappelijke ondernemingen die hun publieke taken in de
vorm van een onderneming vervullen zonder dat er noodzaak is om private
financiers te laten deelnemen.

> Overheidsdeelnemingen blijven van de overheid. Het beheer van
  overheidsdeelnemingen in ondernemingen die over collectieve goederen
  gaan baseert zich op lange termijn ontwikkelingen van deze voorzieningen
  voor ons land. De overheid verkoopt deze in beginsel niet en houdt zich
  aan de Corporate Governance Code. De overheid streeft daarbij niet naar
  maximaal aandeelhoudersrendement maar naar duurzame vermogensgroei ten
  behoeve van de publieke taken en naar maximaal maatschappelijk nut.

> Vergunningverlening op basis van vertrouwen. Bij vergunningverlening
  voor bedrijven en instellingen moet het potentieel van die organisaties
  benut worden op basis van ver- trouwen en eigen verantwoordelijkheid
  (bedrijfsinterne milieuzorg, maatschappelijk verantwoord ondernemen,
  risicomanagement en interne audit).

> Toezichthouders naar behoefte van de markt. Toezichthouders (Opta,
  media, zorg, NMA, agentschap telecom etc) worden ingesteld voor zolang als
  in de analyse van de verantwoordelijke minister de markt dat toezicht
  noodzakelijk maakt; toezichthouders worden niet vanzelfsprekend in stand
  gehouden. Toezichthouders met een toegevoegde waarde moeten voldoende
  middelen krijgen om effectief te zijn.


Duurzaamheiddoelstellingen laten meewegen

De overheid kan een belangrijke rol spelen in het verduurzamen van de
economie. Dat zal ze moeten doen door duurzaamheiddoelstellingen bij
voortduring te laten meewegen in haar handelen.

> Ecosystemen benaderen op economisch belang. Ecosystemen hebben een
  breder economisch belang dan vaak wordt aangenomen. De totale waarde van
  een ecosysteem is dan groter dan een van de op de markt gebrachte
  diensten. Zo leveren bossen niet alleen kaphout, maar zijn ook bron van
  zuurstof en leverancier van geneeskrachtige planten. Economische kosten
  door schade aan ecosystemen kunnen aanzienlijk zijn. Door overbevissing
  kan een hele visserij instorten, gepaard gaand met banenverlies en
  kosten voor bijstand en omscholing.

> Milieuaspecten opnemen in WTO-onderhandelingen. De aantasting van de
  ecosystemen is een barriere voor het realiseren van de millenniumdoelen.
  D66 pleit voor het opnemen van de milieuaspecten in de
  WTO-onderhandelingen op een zodanige manier dat zij niet contraproductief
  uitpakken voor ontwikkelingslanden. Dat kan bijvoorbeeld ver door labeling.
  In de volgende onderhandelingsronde moet actiever worden ingezet op
  eerlijke wereldhandel, het aanpakken van verstorende subsidies en tarief-
  barrieres en het aanpakken van het `verplicht' open stellen van markten
  door ontwikkelingslanden.

> 100% duurzaam inkopen. De overheid en semi-overheden zijn grote afnemers
  van consumptiegoederen. In haar aankoopbeleid moet de overheid het goede
  voorbeeld geven. Binnen vier jaar zal 100% van alle producten die
  worden aangeschaft door overheden en semi-overheden moeten voldoen aan
  duurzaamheidscriteria. Door de aanschaf van bij- voorbeeld biologische
  producten wordt een enorme impuls gegeven aan het verbeteren van de
  marktpositie van duurzaam geproduceerde goederen.


Verhogen inzet millenniumdoelen

In de 21ste eeuw leeft nog steeds een groot deel van de wereldbevolking in
armoede. Armoede wordt vooral geassocieerd met ontwikkelingslanden, maar
ook in de rijkste landen van de wereld wordt armoede geleden. In de
Europese Unie leeft ongeveer15% van de bevolking rond de armoedegrens. D66
wil dat Nederland voorop blijft lopen in het actief bestrijden van de
armoede. Armoede is onvrijheid.

Het bestrijden van armoede in de rest van de wereld moet in de komende
vier jaar een krachtige impuls krijgen. D66 pleit voor het doortrekken van
de twee lijnen, creëren van randvoorwaarden en gerichte hulp ­ `trade and
aid', op mondiaal niveau en steunt daarmee in volle overtuiging de
millenniumdoelen. De millenniumaanpak krijgt veel kritiek, maar op dit
moment is het de beste aanpak die we hebben; de doelen zijn helder,
meetbaar en haalbaar. Het initiatief ligt bij de ontvangende landen die
hun eigen ontwikkelingsplannen opstellen. Daarnaast hebben de westerse
landen de verplichting op zich genomen om hun deel te doen. Die
verplichting moet worden nagekomen. In 2010, in de komende
kabinetsperiode, wordt de tweede voortgangsrapportage gehouden. D66 zet
daarbij hoog in.

> Armoede hoog op de Europese agenda. Nederland dient armoedebestrijding
  ook binnen de Unie hoog op de agenda te zetten. Uitwisseling van kennis en
  ervaring via de open coordinatiemethode en het onderzoeken van
  mogelijkheden die de interne markt biedt, kunnen bijdragen aan het
  uitbannen van armoede binnen Europa.

> Meer coherentie. D66 streeft naar meer coherentie en pleit voor een
  accentverschuiving van bilaterale hulp naar hulp via de Europese Unie en
  internationale organisaties. Betere donorcoordinatie binnen de Unie en
  meer samenhang in het buitenlandbeleid zijn voorwaarden voor een effectief
  Europees ontwikkelingsbeleid. Nederland moet zich actief inzetten voor het
  totstandkomen van een Europees buitenlandbeleid.

> Voortrekkersrol ontwikkelingssamenwerking. Nederland is een van de
  weinige landen in de wereld die het streefpercentage voor
  ontwikkelingssamenwerking haalt. Daarmee is Nederland in een uitstekende
  positie om de Europese lidstaten en overige westerse landen aan te sporen
  hun aandeel te verhogen.

> Budget voor ontwikkelingssamenwerking opschonen. D66 wil het budget van
  0,8% minimaal handhaven, maar tegelijkertijd kritisch kijken naar de
  besteding en waar nodig opschonen. Zo behoort schuldensanering niet tot de
  Official Development Aid, en kan het dus niet ten laste komen van het
  budget voor ontwikkelingssamenwerking. D66 pleit ervoor om ook
  kwijtschelding van exportkredietschulden niet langer tot ODA te rekenen,
  maar te financieren bovenop de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking.

> Zelfredzaamheid centraal. In de ontwikkelingshulp staat de
  zelfredzaamheid van mensen centraal. Nederland moet daarom prioriteit
  geven aan onderwijs, gezondheidszorg (de beschikbaarheid van medicijnen en
  de strijd tegen HIV-AIDS) en ondernemerschap (microkrediet). Er moeten
  meer mogelijkheden komen voor private financiering van
  ontwikkelingsprojecten door middel van belastingvoordelen.

> Klimaatbeleid integreren. Nederland moet klimaatbeleid en de bescherming
  van de 2 bio-diversiteit integreren in ontwikkelingsbeleid en strijden
  tegen illegale houtkap en de palmolie en soja-industrie, waarvoor
  regenwouden sneuvelen en kleine lokale boeren worden onteigend en
  vervolgd.

> Schuldenkwijtschelding. Schulden mogen geen belemmering vormen voor het
  halen van de millenniumdoelen. Landen die daarvoor onvoldoende middelen
  hebben moeten in aanmerking komen voor schuldenkwijtschelding. Ook
  dienen zij hulp zoveel mogelijk in de vorm van schenkingen (in plaats van
  leningen) te ontvangen.

> Microfinancieringsinstellingen stimuleren. Financiële diensten zoals
  kleine leningen, spaarmogelijkheden en verzekeringen, zijn een effectief
  instrument tegen armoede en bieden mensen de mogelijkheid hun
  bestaanszekerheid te vergroten.


Investeren in milieuvriendelijke energie

Energiebesparing heeft prioriteit. Daarnaast zal komende jaren
geïnvesteerd moeten worden in onderzoek naar meer milieuvriendelijke
vormen van energievoorziening, met een stimulans van wat nu al effectief
kan worden.

Investeren in duurzame energie vormt ook een grote potentiële economische
kracht voor Nederland. Op dit moment zijn in Europa circa 300.000 mensen
werkzaam in deze sector, voornamelijk in Duitsland. Ook in landen als
Oostenrijk, Denemarken, Finland en Portugal wordt in de sector een grote
groei van werkgelegenheid verwacht. Jaarlijks zet deze industrie in Europa
15 miljard euro om. Nederland blijft in deze ontwikkelingen vooralsnog
achter. Dat moet veranderen.

> Verdubbeling inzet milieuvriendelijke energie. Het budget voor duurzame
  energie moet de komende jaren, analoog aan de aanbevelingen van de
  taskforce energietransitie, worden verdubbeld van 1 miljard naar 2 miljard
  per jaar. Grootschalige toepassing van windenergie op zee, biomassa en
  andere vormen van milieuvriendelijke energie kunnen hiervan gefinancierd
  worden.

> Teruglevergarantie zonne-energie. Er moet een teruglevergarantie voor
  zonne-energie ver komen, vergelijkbaar met de systemen in Duitsland en
  Spanje. Gedurende een periode van 20 jaar krijg je een vast
  teruglevertarief als je stroom teruglevert aan het elektriciteitsnet. D66
  wil een honderdduizend-daken-programma voor PV zonne-energie in Nederland
  starten bij overheidsgebouwen en de semi-publieke sector.

> Informatie. Consumenten moeten op hun energierekening kunnen zien van
  welke vorm van energievoorziening de geleverde energie afkomstig van is.

> Steun aan schone biomassa. Landbouwsubsidies die nu nog bestemd zijn
  voor conventionele landbouw kunnen gebruikt worden voor de productie van
  biomassa.


De biomassa moet wel op duurzame wijze verkregen zijn: het mag niet ten
koste gaan van regenwouden of biodiversiteit.

> Bijmengen biodiesel. Het gebruik van biobrandstoffen en het bijmengen
  van biobrandstoffen bij diesel moet fiscaal worden gestimuleerd. Deze
  verplichting zou de komende jaren stap voor stap moeten worden verhoogd.

> Subsidies. D66 is geen voorstander van marktverstorende subsidies. Voor
  groene stroom moet dan ook de reële prijs worden betaald. In plaats
  daarvan stelt D66 een opslag op niet- groene stroom voor. De opbrengst
  hiervan wordt gebruikt voor onderzoek naar milieuvriendelijkere
  energievoorziening.

> Schoon fossiel. Het gebruik van fossiele brandstoffen kan schoner. D66
  kiest voor kolenvergassingtechnologie, de mogelijkheid van het
  meevergassen van biomassa en het afvangen van ondergrondse opslag van CO2.

> Grootschalige zonne-energie. De toepassing van grootschalige
  zonne-energie (Concentrating Solar Power) heeft grote potentie. Hoewel dit
  soort centrales niet kunnen worden geplaatst in Nederland, door een gebrek
  aan zon, moet Nederland voorop lopen in de financiering en technologische
  ontwikkeling voor toepassing in landen als Spanje en Noord-Afrika.

> Strenge normen energiebesparing. Er moeten strenge normen komen voor
  energie- besparing. Standby-apparatuur moet wettelijk worden
  teruggedrongen. Op verspillende apparaten kan een CO2-heffing worden
  geheven. Het keurmerk voor de mate van energievriendelijkheid van
  apparaten moet regelmatig aan de nieuwste stand van de techniek worden
  aangepast.

> Energievriendelijke nieuwe woningen. De eisen aan de energiezuinigheid
  van nieuwe woningen moet de komende jaren stapsgewijs worden verscherpt.

> Korting op overdrachtsbelasting. Bij aankoop van een oud huis krijgt de
  eigenaar korting op de overdrachtsbelasting, wanneer hij investeert in
  het energiezuiniger maken van de woning.

> Kernenergie. Met de huidige stand van techniek en de kosten hebben
  nieuwe kerncentrales niet de eerste voorkeur en krijgen geen financiele
  steun van de overheid. Bestaande kerncentrales kunnen een rol spelen
  in het overbruggen van de tijd naar een duurzame energiehuishouding en
  eventueel later sluiten. Onderzoek naar betere verwerking van het
  kernafval moet doorgaan.

> Groen energiebeleid kern EU-samenwerking. D66 vindt dat een gezamenlijk
  energie-beleid een nieuwe pijler moet worden van de Europese Unie.
  Doordat de lidstaten nog nauwelijks samenwerken in onderzoek en
  ontwikkeling van milieuvriendelijke energie mist Europa zowel economisch
  als ecologisch de boot.

> Groen energieverdrag. Met een gemeenschappelijk Europees programma
  zouden 31 miljarden euro's vrij moeten komen voor het ontwikkelen van
  zonnekrachtcentrales, wind op zee, de toepassing van waterstoftechnologie
  en het verbeteren van de elektriciteitsnetten. D66 wil daarom een groen
  Europees energiebeleid. Het bedrag dat nu wordt uitgetrokken voor
  gezamenlijk onderzoek naar duurzame energie moet worden vertienvoudigd
  naar 5 miljard euro tot 2013.

> Een nieuw klimaatverdrag. Europa moet een voortrekkersrol blijven spelen
  bij het nieuwe Kyotoprotocol om te komen tot een vermindering van CO2-
  uitstoot. Europa moet minstens inzetten op een reductie van 30%
  broeikasgassen in 2030.

------------------------------------------------------------------------------
Mensen en hun kunst

> Reclame op publieke zenders afschaffen/1% rijksbegroting investeren/
  Kunstenaars in de klas

Kunst en cultuur vormen het DNA van de samenleving die D66 voor ogen
staat. Cultuur is een waardevol doel op zich en niet slechts een
instrument voor het bereiken van andere beleidsdoelstellingen. D66 wil dan
ook structureel 1% van de Rijksbegroting besteden aan kunst en cultuur.
Deze middelen worden ingezet in een kwalitatief hoogstaand en divers
cultureel aanbod voor het hele land.

Cultuur heeft ook een belangrijke economische waarde. Een breed cultureel
aanbod garandeert een aantrekkelijk vestigingsklimaat. D66 wil dan ook
extra investeren in dwarsverbanden tussen cultuur en economie. Hiermee
dringt Nederland door tot de internationale voorhoede van de creatieve
industrie.

Bij de publieke omroep haken vooral jonge kijkers en luisteraars massaal
af. Dat is een gemiste kans voor jongeren; de programma's zijn educatief
en informatief en dat is voor deze doelgroep van belang. De omroep zal
moeten worden klaargestoomd voor het huidige digitale tijdperk, waarin
jongeren meer tijd op internet dan voor de televisie doorbrengen. Internet
wordt dan ook een speerpunt van de publieke omroep.


Ruimte voor cultureel offensief/Jongeren meer aandacht/Publieke omroep
versterken

Ruimte voor cultureel offensief

> Ruimte voor `Grand Projects'. Er moet een royaal fonds zijn voor
  bijzondere culturele ver projecten; grand projects, dat ingezet kan worden
  voor architectuur met internationale grandeur, aankoop van een uniek
  schilderij, organisatie van een festival of museale innovaties.

> Koppelsubsidies. Voor een breed cultureel offensief is participatie van
  particulieren, bedrijven en fondsen onontbeerlijk. Het is tijd voor een
  nieuwe gouden eeuw van het cultuurmecenaat. De overheid stimuleert het
  schenken aan cultuur met koppelsubsidies (matching grants) en
  belastingmaatregelen.

> Internationale samenwerking. Nederland heeft baat bij sterke culturele
  banden met het buitenland. Het budget voor internationale culturele
  samenwerking moet daarom verhoogd worden.

> Huis der Culturen. De verrijking van ons land door andere culturen wordt
  zichtbaar in het Huis der Culturen, waar nieuwe- en oorspronkelijk
  Nederlandse kunstenaars een podium krijgen. D66 pleit ervoor het Huis
  ruimte te geven om te groeien.

> Monumenten behouden. Er moet worden geinvesteerd in de vele monumenten
  die ons land rijk is om ze voor verval te behoeden en restauratie-
  achterstanden in te halen.

> Overheid stelt financiele kaders en bemoeit zich niet met de inhoud.
  Kunstenaars en culturele instellingen worden zo min mogelijk
  lastiggevallen met bureaucratie en politieke bemoeienis. De overbelaste
  cultuurnotacyclus, het verdeelsysteem voor Rijks- subsidies, wordt herzien
  volgens het principe dat de overheid op afstand staat. D66 pleit voor
  eenvoudige, transparante subsidieprocedures met een heldere rol voor
  cultuurfondsen en deskundigen uit de sector.


Jongeren meer aandacht

> Kunstenaars in de klas. D66 wil dat er vanaf de basisschool meer ruimte
  komt voor cultuureducatie en kunstenaars voor de klas, en meer ruimte
  voor vrije expresie. En meer aandacht voor de canon: het geheel van
  teksten, beelden, kunstwerken en gebeurtenissen dat voor onze gedeelde
  cultuur het referentiekader vormt.

> Cultureel aanbod in naschoolse opvang. Scholen en kunstinstellingen
  moeten een ruimer budget krijgen om voor de naschoolse opvang samen een
  breed cultureel aanbod te ontwikkelen.

> Musea gratis tot 1 jaar. Ondersteuning binnen en buiten het reguliere
  onderwijs is en blijft van belang. Daarom pleit D66 ook voor het gratis
  toegankelijk maken van musea voor jongeren tot 18 jaar en het faciliteren
  van `jongerencultuur' zoals popmuziek en dj's.


Publieke omroep versterken

D66 is voor een sterke, volwaardige publieke omroep, waarin niet
marktaandelen of kijkcijfers, maar kwaliteit, onderscheidende
programmering, oorspronkelijkheid en on- afhankelijkheid centraal staan.
Nieuws en informatie, kunst, cultuur en educatie vormen de centrale
opdracht voor de publieke omroep, omdat juist die programma's
onafhankelijk van commerciele of andere belangen moeten kunnen worden
gemaakt.

Ook in het digitale tijdperk is een grote rol voor de publieke omroep
weggelegd, maar modernisering is noodzakelijk. Er is centrale regie nodig,
maar geen eenheidsworst: de diversiteit in onze samenleving moet ook in de
programmering van de publieke omroep tot uitdrukking komen, op radio,
televisie en op internet.

D66 wil de kwaliteit en onafhankelijkheid van de publieke omroep waarborgen.

> Reclame op de publieke zenders moet worden afgeschaft. Financiele
  compensatie is daarvoor noodzakelijk, zonder dat zal het leiden tot
  verschraling en verkleining van de publieke omroep. Of `Hilversum' een,
  twee of drie algemene netten maakt is een achterhaalde vraag - inmiddels
  is de publieke omroep gestart met 17 digitale themakanalen, en dat is
  nog maar het begin van een ontwikkeling. Hoofddoel is dat de programma's
  die door de publieke omroep worden gemaakt hun weg zo goed mogelijk naar
  de kijkers vinden, waar die kijkers ook maar te bereiken zijn.

> Omroepgelden zijn voor programma's en programmamakers. Ook voor de
  omroep geldt dat het salaris van omroepmanagers wordt gemaximeerd
  volgens publieke normen. Er komt verder een royaal gegarandeerd budget
  voor opera- en concertregistraties, kunstprogramma's, documentaires en
  andere culturele producties.

> Ook andere media staan onder druk. D66 wil een snelle verruiming van de
  zogenaamde cross-ownershipregeling, waardoor mediabedrijven (kranten,
  uitgevers) meer armslag krijgen. Wel moet de pluriformiteit in de
  uitgevers- en krantenwereld gewaarborgd blijven.

> Lokale omroepen stimuleren. Lokale omroepen zijn van belang voor de
  lokale samenleving en voor een levendige lokale democratie. Gemeenten
  mogen de rijksbijdrage voor lokale omroep niet naar believen aan andere
  doelen besteden, want ook lokaal moet de onafhankelijkheid van de omroep
  voorop staan.

------------------------------------------------------------------------------
Mensen besturen zelf

> Minister van deregulering/Een Randstad-bestuur/Provincies worden landsdelen/
  Europese taken niet dubbel doen

Het gesloten model van de Nederlandse politiek heeft de afgelopen eeuw
slechts een paar kleine concessies gedaan. Dankzij volhouden van D66 is er
meer zelfbeschikking geko- men in kwesties als abortus, euthanasie en het
homohuwelijk. Er is een ombudsman, spreekrecht voor slachtoffers en ruimte
voor het burgerinitiatief. Deze mede door D66 gestimuleerde veranderingen
hebben voor meer openheid gezorgd, maar de oogst blijft mager: zelfs de
kleinste wijzigingen in het staatkundige bestel die door D66 zijn voorge-
steld werden vertraagd, gesmoord in staatscommissies of verworpen in de
Eerste Kamer. En toch is er verandering op til. De Nationale Conventie
heeft belangrijke voorstellen gedaan die ongetwijfeld hun weg zullen
vinden. D66 blijft dit vuur aanwakkeren.

Mensen moeten zich kunnen herkennen in de zaken waar de politiek mee bezig
is. Daardoor ontstaat de voedingsbodem voor vertrouwen tussen burger en
politiek en dat is een essentiele randvoorwaarde voor het functioneren van
de democratie.

In de democratie moeten de juiste bestuurders op de juiste plaatsen
zitten. Wie dat zijn wordt bepaald door de burgers. Mensen weten zelf wat
goed voor hen is en moeten zelf kunnen bepalen hoe hun leven en land
worden ingericht. Visie, leiderschap en resultaat- Mensen besturen zelf
gerichtheid zijn de echte sleutels om de afstand tussen burger en bestuur
te overbruggen. Een sleutel die deuren opent als we hem in handen geven
van die bestuurders die direct door de burgers gekozen worden. Bestuurders
met reele en heldere doelen die verantwoording afleggen.

Op dit moment zijn de verantwoordelijkheden bij de overheid zo diffuus
verdeeld dat niemand zich meer verantwoordelijk voelt voor het geheel.
Beslissingen worden vertraagd door bureaucratische structuren. Gevestigde
belangen en de overheid houden elkaar in een wurgende houdgreep. Politici
moeten rekening houden met de belangen in de samenleving, maar
belangenorganisaties en de overheid zijn te veel met elkaar verknoopt
geraakt. Publieke discussies, beslissingen en besteding van publieke
middelen horen ver thuis bij regering en parlement en mogen niet worden
weggeschoven naar de belangengroepen van het poldermodel.

De politiek durft nu bovendien te weinig aan te geven dat de overheid niet
de oplossing voor alles is. In de jacht op de kiezersgunst worden beloften
gedaan die de overheid hele- maal niet waar kan maken. De overheid is geen
geluksfabriek.

De overheid moet democratisch genomen besluiten dienstbaar en
klantvriendelijk uitvoeren. Mensen moeten zien en weten dat de overheid
zich bezighoudt met dingen die voor hen relevant zijn. De overheid weet
dat alleen als ze luistert. En kan alleen slagvaardig reageren en snel de
juiste voorwaarden scheppen als de juiste structuur daarvoor aanwezig is.
De meest fundamentele vraag is op basis van welk principe wij onze
samenleving organiseren; wantrouwen of vertrouwen. D66 wil waar mogelijk
vertrouwen op de eigen verantwoordelijkheid van individuen en het
bedrijfsleven en alleen daar waar nodig toezicht laten houden door de
overheid. De overheid werkt nog steeds verkokerd en niet gezamenlijk aan
een helder en aantrekkelijk doel.


Directe invloed van mensen/Betere dienstverlening/Een einde aan de verkokering
/Aanpassing van grondwet/Maatwerk in bestuurlijke organisatie/Beter
georganiseerde Europese samenwerking


Directe invloed van mensen

> Gekozen bestuurders op alle niveaus. Wat we nodig hebben zijn
  authentieke politici en bestuurders die bereid zijn verantwoording af te
  leggen over bereikte resultaten. Daar- om vindt D66 dat de belangrijkste
  politieke bestuurders rechtstreeks moeten worden gekozen (Burgemeesters,
  Commissarissen van de Koningin, minister president en voorzitter Europese
  Commissie). Partijen die dit niet willen hebben blijkbaar onvoldoende
  vertrouwen in het oordeelsvermogen van Nederlanders. Deze gekozen
  bestuurders kunnen vervolgens hun eigen kabinet of college samenstellen.
  Vooruitlopend op de directe verkiezing van de Minister-president willen
  wij overigens dat de formateur direct wordt gekozen. Verder vinden wij dat
  de voorstellen van de nationale conventie die meer macht geven aan de MP
  (zoals een aanwijzingsbevoegdheid) alleen doorgevoerd moeten worden indien
  deze direct verkozen wordt.

> Referendum. Bestuurders moeten er natuurlijk voor zorgen dat op meer
  manieren dan alleen de verkiezingen de burgers betrokken zijn bij de
  beslissingen die worden genomen. Daarom wil D66 dat burgers op buurt,
  stadsdeel, gemeentelijk, provinciaal, landelijk en Europees niveau zelf
  beslissingen kunnen nemen. D66 is voorstander van het invoeren van een
  correctief en raadgevend referendum op deze niveaus en het volks-
  initiatief met een reele drempel. Ook van het raadplegend referendum is
  D66 voorstander, dit biedt mensen de mogelijkheid zich uit te spreken over
  alternatieve voorstellen (meerkeuzereferendum/preferendum). Overigens is
  voor dit laatste geen wettelijke basis nodig. Wij vinden dat partijen zich
  van tevoren moeten committeren aan de uitslag van een referendum.

> Jaarlijkse raadpleging via internet. Het kabinet moet Nederlanders
  jaarlijks via een internetraadpleging vragen om drie prioriteiten aan te
  geven voor het beleid en zich eraan te verbinden die punten ook
  werkelijk aan te pakken. In een jaarlijkse huis-aan-huis krant - op de
  derde woensdag van mei - legt het kabinet in gewone mensentaal
  verantwoording af over de bereikte resultaten. Op de site van het
  parlement komen daarnaast discussies over actuele onderwerpen. Het
  parlement is het praathuis van de Nederlandse democratie, waarom laten
  we belangrijke discussies dan over aan maatschappelijke initiatieven of
  door de overheid opgerichte en zwaar gesubsidieerde clubjes?

> Betere herkenbaarheid bestuurders. Wij willen al langer een ander
  kiesstelsel, waarbij de binding tussen kiezer en gekozene wordt versterkt.
  Dit betekent ten minste dat de drempel voor voorkeursstemmen omlaag moet
  gaan. In het vorige programma was D66 voorstander van een gemengd stelsel
  waarin 75 leden worden gekozen via evenredige vertegenwoordiging en 75
  via het districtenstelsel. In de komende maanden komen de voorstellen
  van het burgerforum kiesstelsel naar buiten (www.burgerforumkiesstelsel.
  nl) en op basis daarvan zullen we bepalen aan welk stelsel we
  uiteindelijk de voorkeur geven. Het stelsel moet eenvoudig in gebruik
  zijn.


Betere dienstverlening

> Vertrouwen staat voorop. Zelfregulering is de regel. Dit principe kan
  bijvoorbeeld worden toegepast in de bouw: zelfregulering van aannemers en
  burgers leidt dan tot het afschaffen van bouwvergunningen. De overheid
  verwacht dat er volgens de regels ge- Mensen besturen zelf opereerd wordt,
  doet steekproefcontrole en certificeert aannemers (vergelijk APK). Dit
  leidt tot aanzienlijke lastenverlichting en minder bureaucratie. Op
  gebieden als milieu en voedselveiligheid kan het ook. Zo wordt de
  uitvoering van regels beter gewaarborgd en ligt de verantwoordelijkheid
  daar waar hij hoort: bij de mensen zelf. Daarom wil D66 dat vergunningen -
  als deze toch nodig zijn - zoveel mogelijk worden geintegreerd. Verder
  geldt dat als overheden nalaten binnen de wettelijke termijnen de
  vergunning te weigeren of aanvullende vragen te stellen de vergunning
  geacht wordt te zijn verleend.

> De overheid is servicegericht. De overheid is er voor de burger en niet
  andersom. Daarom wil D66 dat het project Andere Overheid wordt doorgezet.
  Het DIGID en het burgerservicenummer worden verder doorgevoerd en er komt
  een telefoonnummer en ver een website voor de overheid. Ook via
  internet en e-mail moet de overheid beter bereikbaar zijn. In 2010 moet
  100% van de diensten via internet te verlenen zijn. Naast deze concept
  maatregelen moet de overheid dwingende mechanismen voor zichzelf creeren.
  Harde servicenormen bij dienstverlening bijvoorbeeld; `goede' dienstver-
  lening wordt hierdoor concreet en meetbaar. En goede dienstverlening
  betekent ook dat de overheid op eigen initiatief burgers moet wijzen op
  mogelijkheden of voordelen.

> Minister X voor deregulering. In Belgie gaat niet alles beter maar op
  sommige fronten kunnen we leren van onze zuiderburen. Daarom stelt D66
  (net als de Nationale Conventie) voor een minister X aan te stellen
  die een operatie Kafka uitvoert om de overdaad aan regels en voorschriften
  een halt toe te roepen. Dat moet Nederland ruimte geven. De inzet is het
  verminderen van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. We
  willen deze lasten in deze periode met 25% verminderen.


Een einde aan de verkokering

> Huidig commissiesysteem Tweede Kamer vervangen. D66 wil ook afschaffing
  van het huidige commissiesysteem van de Tweede Kamer. De commissies
  overstijgen geen departementen en versterken zo de verkokering. Dat vormt
  een ernstige belemmering voor een integrale belangenafweging. Het huidige
  commissiestelsel moet worden vervangen door themacommissies - jeugd,
  kenniseconomie etc. - die de departementen overstijgen. Dit zal ook moeten
  leiden tot een forse afname van het aantal vergaderingen en meer overleg
  op hoofdlijnen.

> Beperkte departementale herindeling. De gekozen minister president
  formeert zijn of haar kabinet. Dit kabinet doorbreekt de verkokering bij
  de besturing van belangrijke maatschappelijke terreinen. Hiervoor is naar
  onze mening geen grootschalige departementale herindeling nodig, dat leidt
  alleen maar tot stilstand. Wel willen we het ministerie van Landbouw
  opheffen, de omvang aanzienlijk verkleinen en onderbrengen bij Economie
  zodat het een gewone economische sector wordt. Verder willen we
  Economische Zaken en Sociale Zaken integreren om onze inzet om mensen te
  activeren te versterken. Voor Buitenlandse Zaken en Defensie geldt dat
  deze kunnen worden opgeheven zodra Europa deze taken uitvoert.

> Een rijksbegroting. Daarin staan de integrale afwegingen en is het
  algemene beleid duidelijk te lezen. Bij de onderscheiden hoofdstukken kan
  dan met een kleinere memorie van toelichting worden volstaan. De
  verkleinde ministerraad is verantwoordelijk voor het opstellen hiervan en
  de Tweede Kamer heeft zo als vertegenwoordigend orgaan ook echt invloed op
  de politieke belangenafweging tussen de huidige kokers.

> Ambtenaren gehoord door volksvertegenwoordiging. Ambtenaren moeten door
  de volksvertegenwoordiging kunnen worden gehoord. Dit is een nuttig
  aanvullend instrument voor informatievoorziening aan de Tweede Kamer dat
  overigens de ministeriële verantwoordelijkheid intact laat en zelfs beter
  tot zijn recht laat komen.


Aanpassing van de Grondwet

> Eerste Kamer afschaffen. De Eerste Kamer is ooit ingesteld als
  tegenwicht tegen de `volkse' Tweede Kamer en behoort als `chambre de
  reflection' de wetsvoorstellen nogmaals te bestuderen. In de werkelijkheid
  van alledag is het politieke karakter echter gaan overheersen. En dat
  terwijl de Eerste Kamer niet direct wordt gekozen. Daarom wil D66 de
  Eerste Kamer afschaffen. Het beoordelen van de kwaliteit en
  uitvoerbaarheid van wetgeving laten we dan over aan hen die ervoor
  toegerust zijn: juristen en praktijkdeskundigen. Hun beoordeling is zowel
  een uitvoeringstoets als een toets op kwaliteit van wetgeving. Totdat de
  Eerste Kamer is afgeschaft dient zij een eenmalig terugzendrecht te
  krijgen. Verder vindt D66 met de nationale conventie dat alle rechters
  wetten aan grondrechten uit de Grondwet moeten kunnen toetsen en dat een
  constitutioneel hof zou moeten worden ingesteld.

> Aanpassen procedure voor grondwetswijziging. Wetsvoorstellen worden door
  een gewone meerderheid in Tweede en Eerste Kamer aangenomen.
  Grondwetswijzigingen echter behoeven twee lezingen met verkiezingen
  ertussen met respectievelijk een gewone en een tweederde meerderheid.
  Dit is een bijzonder zware en tijdrovende procedure die niet langer
  houdbaar is in een tijd waarin veranderingen zich bijzonder snel
  voltrekken. De procedure voor een grondwetswijziging moet daarom worden
  vereenvoudigd. Daarbij wil D66 echter niet voorbijgaan aan het feit
  dat de verandering van de grondwet van een andere orde is dan die van
  een gewone wet en er waarborgen moeten bestaan voor wijziging door een
  toevallige meerderheid. Daarom is D66 met de Nationale Conventie van
  mening dat een grondwetswijziging in een kabinetsperiode moet kunnen
  worden afgerond (slechts een lezing dus), maar dat in die
  kabinetsperiode dan wel een tweederde meerderheid (in beide Kamers of in
  een verenigde vergadering) moet bestaan voor het voorstel. Daarnaast zou
  een nader te bepalen categorie van fundamentele wijzigingen vervolgens
  door een referendum moeten worden bezegeld.

> Modernisering monarchie. D66 wil dat de koning een ceremoniele rol
  speelt in ons staatsbestel. De koning moet uit de regering en de formateur
  wordt niet langer door de koning aangewezen maar door de Tweede Kamer of
  liever nog direct gekozen door de Mensen besturen zelf burgers. De koning
  is niet langer voorzitter van de Raad van State.


Maatwerk in bestuurlijke organisatie

Elk vraagstuk vraagt een eigen schaal en is meestal niet te vangen in
toevallige grenzen van territoriale eenheden. In de organisatie van het
bestuur moet daarom maatwerk het devies zijn.

D66 wil een kleine, kwalitatief hoogwaardige overheid die optreedt waar
dat nodig is en ver regisseert waar het kan. We doen dat door op plaatsen
waar de overheid over voldoende `spek' beschikt te snijden. Denk maar aan
de inefficiente benutting van veel beleidsambtenaren op elk ministerie.
Het verminderen van de hoeveelheid ambtenaren is geen doel op zich, maar
een resultante van een overheid die zich beperkt tot zijn belangrijke
taken. Veel ambtenaren willen zelf ook anders maar worden belemmerd door
de structuur waarin ze moeten werken. Het geeft geen pas om bij het
pleiten voor een efficientere overheid alle ambtenaren en bestuurders over
een kam te scheren.

De verkleining en slagvaardigheid van de overheid krijgt onder meer vorm
door privatisering maar alleen als concurrentie mogelijk is. Daarnaast
nemen gemeenten (alleen of gezamenlijk) uitvoeringstaken die zich daartoe
lenen over van het Rijk en de provincie. Vooral waar sprake is van grote
samenhang met andere gemeentelijke taken (denk aan sociale dienst, CWI,
UWV) kan dat de effectiviteit van de overheid vergroten. Een voorwaarde
daarvoor is overigens dat gemeenten over meer financiele vrijheid
beschikken.

> Gemeente kiest zelf. Ook moet er meer vrijheid komen in de inrichting
  van de gemeente. Hoewel D66 vindt dat de burgemeester direct moet worden
  gekozen willen wij het aan gemeenten zelf overlaten welk model van
  verhoudingen tussen burgemeester, wethouders en raad zij precies kiezen.
  De inwoners van een gemeente kunnen bij referendum hun keuze kenbaar
  maken.

> Voortzetten beleid gericht op grote steden (GSB). De afgelopen jaren
  hebben de grote steden als de plek waar economische kansen en sociale
  uitdagingen samenkomen hard gewerkt aan het verbeteren van hun positie.
  Het succes van de steden toont aan dat met gerichte aandacht wel degelijk
  voortgang kan worden geboekt. Wij hechten aan het opnieuw maken van
  overzichtelijke en harde prestatieafspraken met steden individueel en als
  groep en aan het afleggen van verantwoording over de realisatie daarvan.
  Daarbij is maatwerk en het bieden van financiele en juridische ruimte
  voor nieuwe oplossingen essentieel. Forse vermindering van de
  administratieve lasten voor de betrokken grote steden is daarbij
  noodzakelijk. Daarbij gaat het in ieder geval om het bundelen van
  geldstromen.


Bestuurlijke indeling verbeteren

De bestuurlijke indeling van Nederland is al lange tijd onderwerp van
gesprek. D66 wil daarin nu een doorbraak forceren omdat langer wachten de
ontwikkeling van Nederland in de weg staat. Daarom komen wij tot de
volgende voorstellen:

> Provincies laten opgaan in landsdelen. De provincie is voor de burgers
  lang niet overal een herkenbare eenheid en leidt op de schaal van
  Nederland vooral tot bestuurlijke drukte. Het gebrek aan herkenbaarheid
  blijkt ook wel uit de lage opkomst bij de verkiezingen. Daarbij komt dat
  de aanwezigheid van provincies op de schaal van Nederland nogal eens tot
  bestuurlijke drukte leidt, niet in het minst vanwege onderlinge
  concurrentie. Juist ook vanwege het ontwikkelen van kracht op Europees
  niveau is een grotere schaal geboden. Wij willen de provincies afschaffen.
  Daarvoor in de plaats komen landsdelen. Deze landsdelen hoeven echter
  helemaal niet overal een zelfde bevoegdhedenpakket te vervullen, maatwerk
  is immers het devies. De huidige plantaken van de provincie kunnen door de
  landsdelen worden uitgevoerd en de uitvoeringstaken door (samenwerkende)
  gemeenten.

> Randstadsbestuur. De vierhoek Amsterdam - Den Haag - Rotterdam - Utrecht
  moet omgevormd worden tot een landsdeel Randstad. Dit landsdeel kan de
  uitdagingen op het gebied van ruimte, economie en infrastructuur
  daadkrachtig tegemoet treden. Dit Randstadbestuur heeft een uitgebreide
  set bevoegdheden (niet alleen die van provincies maar ook rijkstaken op
  het terrein van economie, infrastructuur en ruimte) nodig en 43 daar ligt
  een open huishouding voor de hand. De omvang van het takenpakket zal in de
  landsdelen Noord-Nederland, Oost-Nederland en Zuid-Nederland veel
  beperkter kunnen zijn.

> Taken waterschappen elders onderbrengen. De waterschappen zijn als
  oudste bestuurslaag en de enige functionele bestuursorganen met
  democratische legitimatie een teken uit een andere tijd. Waar het
  ontegenzeggelijk zo is dat waterschappen een belangrijke, voor Nederland
  zelfs essentiele, taak vervullen zien wij niet in waarom deze taken
  fundamenteel anders zijn dan andere kritische taken (zoals openbare orde
  en onderhoud openbare ruimte ) die door overheden op rijks- en
  gemeentelijk niveau worden verricht. Daarom zijn wij voorstander van het
  afschaffen van de waterschappen en het onder- brengen van deze taken bij
  ofwel Rijkswaterstaat ofwel bij de in te richten landsdelen.

> Herindeling op eigen initiatief. Herindeling van gemeenten is geen doel
  op zich. Een herindeling moet leiden tot betere dienstverlening aan de
  inwoners. D66 neemt daarbij als uitgangspunt dat het initiatief daartoe
  vanuit de gemeenten zelf moet worden genomen. Als gemeenten dit echter
  nalaten en toch blijkt dat zij niet in staat zijn te zorgen voor een
  acceptabel voorzieningenniveau, goede dienstverlening of de aanpak van
  regionale vraagstukken, dan kan dit ook een reden zijn voor herindeling.
  Voor het intensiveren van samenwerking op het gebied van uitvoering en
  bedrijfsvoering tussen gemeenten moet wetgeving geen belemmering zijn.

> D66 is voor een eigen gemeentelijk belastinggebied. In de lokale
  democratie moet ook een goede afweging tussen belastingheffing en
  voorzieningenniveau kunnen worden gemaakt. Nu de OZB voor huurders is
  afgeschaft is snelle besluitvorming daarover nodig. Inkomenspolitiek
  blijft echter een landelijke taak.


Beter georganiseerde Europese samenwerking

D66 is een groot voorstander van Europese samenwerking. Vanuit economisch,
politiek en sociaal opzicht is Europa immers ons binnenland. Europa is
niet iets wat van buiten op ons af komt, daar zitten we zelf bij!

> Transparant bestuur. De manier waarop wij als progressieve
  sociaal-liberalen de samen- leving in Nederland inrichten moet ook op
  Europees niveau navolging krijgen. De grote hoeveelheid regels
  en remmende procedures en instituties die vanuit Brussel op de
  lidstaten worden afgevuurd moet - net als in ons eigen land - worden
  teruggebracht tot een doorzichtig en helder bestuurlijk systeem.

> Federaal. D66 kiest voor een federaal Europa. Een dergelijke EU vraagt
  om sterke democratische waarborgen. Daarom moet het Europees Parlement een
  volwaardig parlement worden met de bijbehorende wetgevende en
  controlerende bevoegdheden. Verder zijn wij voorstander van een direct
  gekozen voorzitter van de Europese Commissie en van het omvormen van de
  Raad van Ministers tot de senaat van Europa. Ook de Nederlandse regering
  moet meer slagvaardig opereren door Europa daadwerkelijk als binnenland te
  gaan zien. Om ook in de Haagse realiteit tot uiting te brengen dat Europa
  ons binnenland is zou de coordinatie van de inzet van Nederland in Europa
  niet door Buitenlandse Zaken maar door Algemene Zaken moeten gebeuren.
  Naar Deens model dient de Tweede Kamer in een veel vroeger stadium bij de
  Europese besluitvorming te worden betrokken. Ingrijpende wijzigingen van
  het Europees Verdrag kunnen alleen bij referendum worden goedgekeurd. Dat
  moet mede tot uiting komen door instemming van de Tweede Kamer met de
  Nederlandse eurocommissaris.

> Europese taken niet zelf overdoen. Een belangrijke kans voor verhoging
  van de efficiency van de Europese samenwerking is ook om Europese taken
  volledig aan Europa over te laten en niet nog eens per lidstaat over te
  gaan doen. Voorbeelden daarvan zijn defensie en buitenlandse zaken. D66 is
  voorstander van het oprichten van een Europees leger en een vergaande
  specialisatie van de Nederlandse krijgsmacht.

> Nieuwe toetreders. De EU kan niet onbeperkt door blijven groeien. Dat
  zou de Unie te star maken en daarmee de oplossingsgerichte houding naar de
  EU in de weg staan. Landen kunnen toetreden als ze voldoen aan de
  criteria die hieraan gesteld worden. Toetreding van de landen binnen de
  buitengrenzen van de EU; IJsland, Noorwegen, Zwitserland en de Balkan -
  dient gestimuleerd te worden. D66 is ook voorstander van toetreding van
  Turkije tot de EU, mits er verregaande hervormingen zijn doorgevoerd op
  het gebied van mensenrechten, minderheden en democratie.

> Europese grondwet. Nu de grondwet niet is aangenomen neemt de urgentie
  toe om een doorbraak te forceren in het denken en doen met betrekking
  tot Europa. Daarom wil D66 de burgers van Europa een grondwet laten
  vaststellen die tot uitdrukking brengt dat Europa een waardengemeenschap
  is. De kern van die grondwet bestaat uit de fundamentele waarden van
  onze Nederlandse en dus ook Europese samenleving. Dit zijn vrijheid voor
  en gelijkwaardigheid van ieder mens, ongeacht opvattingen, geloof,
  seksuele geaardheid of herkomst. Lichamelijke integriteit, geweldloze
  oplossing van belangenconflicten en een respectvol gehanteerde vrijheid
  van meningsvorming en -uiting, inclusief respect voor de democratische
  rechtsstaat. In deze grondwet moeten ook de basisvoorwaarden voor
  democratische besluitvorming in de Unie zijn opgenomen.

> Maandelijks Brussel - Straatsburg. Verder is het van groot belang om de
  maandelijkse geldverslindende verhuizing van Brussel naar Straatsburg zo
  snel mogelijk af te schaffen. Nederland neemt het initiatief voor een
  hiertoe strekkende verdragswijziging.


Koninkrijksrelaties

Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit drie afzonderlijke landen:
Nederland, Aruba en de Nederlandse Antillen. D66 wil dat de
zelfstandigheid van de Nederlandse Antillen en Aruba zo veel mogelijk
wordt bevorderd. Omdat deze eilanden onderdeel zijn van ons koloniaal
verleden hebben we over en weer verplichtingen. Vanwege het feit dat de
eilan- 4 den echter geen eenheid zijn steunt D66 de totstandkoming van een
nieuw statuut dat de eilanden de mogelijkheid geeft een meer of minder
nauwe relatie met Nederland op te bouwen. De inwoners van Curaçao en Sint
Maarten willen een status aparte, vergelijkbaar met Aruba. De andere drie
eilanden zoeken naar een nieuwe, meer directe, relatie met Nederland.

> Herfinancieren staatsschuld. D66 vindt dat Nederland de
  Koninkrijksonderdelen moet ondersteunen bij het aanpakken van de acute
  financieel-economische problemen en de opbouw van de economie. Daarom
  vindt D66 dat Nederland een bijdrage moet leveren aan het herfinancieren
  van de staatsschuld onder voorwaarde van een samenhangend plan voor
  opbouw, perspectief op ontwikkeling van de democratie, voldoende uniforme
  wetgeving van goede kwaliteit, een goed functionerende rechtsstaat en een
  integer bestuur.

------------------------------------------------------------------------------
Mensen leven langer en gezonder

> Patient beslist/Eerstelijn centraal/Illegalen niet wegsturen/Jeugd beter
  beschermen

Gezondheidszorg voorziet in de fundamentele behoefte van ieder individu
gezond te zijn, te blijven en zo volwaardig mogelijk aan de samenleving en
het sociale leven te kunnen deelnemen. Omdat gezondheidszorg zo belangrijk
is, is de toegankelijkheid van een goede basiszorg een onvervreemdbaar
recht.

Gezondheidszorg is ook een bron van werkgelegenheid, economische groei,
technologische innovatie en zingeving. Gezondheid en gezondheidszorg
kunnen niet los van elkaar beschouwd worden. Gezondheid heeft immers ook
te maken met de woon- en leefsituatie, voedingsgewoontes en
voedselveiligheid, goed onderwijs, tolerantie, een goede luchtkwaliteit,
gezond gedrag, een veilige leefomgeving en dergelijke.
Gezondheidsbevorderende maatregelen dienen dan ook een integraal onderdeel
van het gezondheids- zorgbeleid te zijn.

Gezondheidszorg heeft veel baten, maar is ook duur. De zorg neemt een
steeds groter deel van het BNP in beslag, mede door vergrijzing en de
groeiende technische en medicamenteuze mogelijkheden. Het behoud van een
solide basispakket vereist daarom een effectief management van de zorg.

D66 steunt het huidige overheidsbeleid, dat zich niet langer uitsluitend
richt op regulering van het aanbod, maar vooral op versterking van de
positie van de patiënt en het sturen op resultaat via de vraag. Met de
toenemende vergrijzing en het voorzienbare personeelstekort in de zorg zal
er de komende jaren een balans gevonden moeten worden tussen marktwerking
en publiek aanbod en tussen solidariteit en eigen verantwoordelijkheid.

D66 is van mening dat de wensen van burgers serieus genomen moeten worden.
Patiënt en hulpvraag staan centraal. Dit kan het beste in een systeem van
gereguleerde, beperkte marktwerking in de zorg. Dit is een goede manier om
de kosten van de zorg te beteugelen en tegelijkertijd de kwaliteit van de
zorg te verhogen. Marktwerking kan alleen daar ingevoerd worden waar
burgers daadwerkelijk kunnen kiezen. Voor acute zorg bijvoorbeeld ver
geldt dit niet. Marktwerking ontslaat de overheid niet van haar algemene
verantwoordelijkheid voor kwaliteit en toegankelijkheid van de
noodzakelijke gezondheidszorg, En voor de bescherming van kinderen die in
de knel zitten. De omgeving, met de ouders voorop, staat daarin centraal,
maar als er problemen zijn moet de overheid snel en adequaat handelen.


Keuzevrijheid en autonomie voor individu/Verbetering organisatie,
transparantie, kwaliteit en financiering/Jeugdzorg handelt sneller en
effectiever/Preventie

Keuzevrijheid en autonomie voor individu

> Persoonsgebonden budgetten toepassen. Persoonsgebonden budgetten
  vergroten de keuzevrijheid en autonomie van de patient en moeten zo vaak
  mogelijk worden toegepast. Om de bureaucratische lasten voor de burger
  te verminderen hoeft het eerste deel van het budget (bijvoorbeeld tot een
  bedrag van 5.000) niet volledig administratief verantwoord te worden.

> Burgerservicenummer en elektronisch dossier. In de gezondheidzorg wordt
  nog onvoldoende gebruik gemaakt van de mogelijkheden van ICT en andere
  technologische innovaties. Daardoor blijft veel doelmatigheids- en
  kwaliteitswinst liggen. D66 wil daarom een snelle invoering van het
  burgerservicenummer en het elektronisch patientendossier, met voldoende
  waarborgen voor de privacy. Patienten moeten elektronisch inzage hebben
  in hun behandeldossiers en de mogelijkheid hebben daaraan zelf bijdrages
  te leveren.

> Patientenbeweging speelt belangrijke rol. De patientenbeweging heeft
  zich de laatste jaren ontwikkeld tot een effectieve belangenbehartiger en
  beleidsbeinvloeder. Toch kunnen patienten nog niet volledig de rol spelen
  die in het nieuwe zorgstelsel voor hen is voorzien. Daarom dient de
  overheid meer financiele middelen ter beschikking te stellen dan thans het
  geval is. Dat geld verdient zichzelf terug door de kwaliteitsverbetering
  die hieruit zal volgen. De patientenbeweging is, naast de zorgaanbieders
  en de zorgverzekeraars, de derde partij in de gezondheidszorg en zou
  daarom ook uit de zorgpremies gefinancierd moeten worden.

> Duidelijk onderscheid alternatieve geneeskunde. D66 wil dat burgers in
  vrijheid kunnen kiezen voor alternatieve genezers, maar hecht aan een
  duidelijk onderscheid tussen het reguliere en het alternatieve circuit.
  Verzekeringsmaatschappijen dienen gewezen te worden op hun
  maatschappelijke verantwoordelijkheid en alternatieve geneeswijzen in
  aparte modules aan te bieden. Hiermee kunnen verwarrende signalen aan
  verzekerden worden voorkomen.

> Ouderen kunnen langer thuis blijven wonen. De positie van ouderen die zo
  lang mogelijk thuis willen blijven wonen, dient versterkt te worden.
  Daarom wil D66 goed gekwalificeerde thuiszorg, technologische innovaties
  en andere ondersteuning. Door gemeentes moet meer `levensloopbestendig'
  gebouwd worden. Eerstelijnszorg dient zoveel mogelijk geintegreerd te
  zijn in wooncomplexen

> Europees zorg inkopen makkelijker. Het moet voor burgers eenvoudiger
  worden hun zorg Europees in te kopen. Deze mogelijkheid moet ook breder
  bekend worden gemaakt.

> Mantelzorgers ondersteunen. Met de toegenomen zorgvraag,
  personeelsschaarste en de introductie van de WMO worden mantelzorgers
  zwaarder belast. D66 vindt dat mantelzorgers beter in hun waardevolle
  werk ondersteund moeten worden, bijvoorbeeld in de vorm van fiscale
  maatregelen. Ook dienen de mogelijkheden voor momenten vrijaf,
  `respijtzorg', verruimd te worden en beter bekend te worden.

> Vrij verkrijgbare middelen uitbreiden. In 2007 treedt de nieuwe
  geneesmiddelenwet in werking. Onderdeel van die wet is een nieuwe
  indeling in vrij verkrijgbare middelen. De UA-status (Uitsluitend
  Apotheek, zonder recept maar wel met controle van de apotheker) is
  opnieuw ingevoerd en geeft de ruimte om een aantal middelen waarvoor nu
  nog een recept noodzakelijk is, op een veilige manier vrij te stellen
  van die receptplicht. D66 wil middelen die (mede) als lifestylemiddelen
  kunnen worden gekarakteriseerd - zoals erectiebevorderende middelen -
  onder dat regime laten vallen, en tevens onderzoek doen naar een vrijere
  verkrijgbaarheid van middelen die nu nog alleen via recept worden vergoed,
  zoals cholesterolverlagers.

> Patienten moeten hun rechten kennen. Veel patienten zijn niet voldoende
  op de hoogte van hun rechten. Daarom wil D66 dat de huidige
  patientenwetten beter geimplementeerd worden en patienten beter op de
  hoogte worden gesteld van hun rechten.


Zelfbeschikking aan het eind van het leven...

> Zelfgekozen levenseinde. Met de vergrijzing en toenemende mondigheid van
  patienten zal het vraagstuk van het zelfgekozen levenseinde van mensen die
  `klaar zijn' met leven zich steeds vaker voordoen. D66 gaat daarbij uit
  van zelfbeschikking voor alle wilsbekwame volwassenen. Daarom wil D66
  zoeken naar verantwoorde wegen waarlangs die zelfbeschikking gerealiseerd
  kan worden.

> Euthanasie blijft keuzemogelijkheid. Met de protocollering van
  palliatieve sedatie dreigt ver het gevaar dat palliatieve sedatie voor
  artsen een alternatief wordt voor euthanasie. Euthanasie is echter een
  wezenlijk andere praktijk dan palliatieve sedatie. Daarom moet
  euthanasie naast palliatieve sedatie een reele keuzemogelijkheid voor
  patienten blijven.

Ook niet-lichamelijke aandoeningen kunnen een grond voor euthanasie of
hulp bij zelfdoding zijn.

> Behandelverbod van patient respecteren. Nog steeds vindt in de laatste
  levensfase zinloos medisch handelen plaats, met onnodig lijden tot gevolg.
  Voor veel ouderen gaat welzijn echter boven levensverlenging. Artsen
  dienen dit te respecteren. Voor D66 is het ontoelaatbaar dat artsen een
  behandelverbod van patienten negeren.

...en aan het begin

> Autonomie van ouders. D66 is voor een zo groot mogelijke autonomie van
  toekomstige ouders. Daarom moet zinvolle prenatale diagnostiek aan alle
  zwangere vrouwen worden aangeboden, ook met het oog op toekomstige
  ontwikkelingen die prenatale diagnostiek minder risicovol en veel
  laagdrempeliger zal maken. (Maternale serumscreening/diagnostiek)

> Afschaffen bedenktijd abortus. Uit de evaluatie van de abortuswet blijkt
  dat vrouwen niet overhaast tot abortus besluiten. D66 is dan ook voor het
  afschaffen van de wettelijke bedenktijd van vijf dagen.

> Overtijdbehandeling valt niet onder abortuswet. D66 ziet geen reden de
  overtijdbehandeling onder de abortuswet te laten vallen. De
  toegankelijkheid van medicamenteuze abortus moet verbeterd worden,
  bijvoorbeeld door de abortuspil door de huisarts te laten voorschrijven.


Verbetering organisatie, kwaliteit, transparantie en financiering

De komende decennia zullen de kosten van de zorg als gevolg van
vergrijzing en techno- logische innovaties sterk stijgen. Als gevolg
hiervan zullen er discussies ontstaan over de verdeling van schaarse
middelen, de grenzen van de solidariteit en de toelating van nieuwe
voorzieningen in het zorgaanbod. D66 pleit ervoor om bij het maken van
dergelijke pijnlijke keuzes een transparant, democratisch proces te
ontwerpen waarin betrokkenen in de gezondheidszorg (vooral zorgverleners
en patienten) een belangrijke rol spelen. Overwegingen van
kosteneffectiviteit kunnen in een dergelijk keuzeproces een hulpmiddel
zijn, maar nooit de plaats van het democratische proces innemen. De
politiek bepaalt de grenzen van de zorg, niet de zorgverzekeraar.


Financiering effectiever

> Concurrentie eerste lijn met ziekenhuis. Zorgverzekeraars kunnen
  momenteel niet onderhandelen over het grootste deel van het budget.
  Daardoor heeft het voor hen nauwelijks zin te zoeken naar een ziekenhuis
  met de beste prijs-kwaliteit verhouding. Zorgverzekeraars moeten hier
  meer ruimte te krijgen. Het financieringssysteem moet het mogelijk maken
  dat de eerste lijn (o.a. huisartsen, fysiotherapeuten, gezondheidscentra)
  beter met ziekenhuizen kan concurreren.

> Huisartsen centraal. Huisartsen houden een centrale plaats in de
  eerstelijnszorg en krijgen voldoende mogelijkheden voor praktijkonder-
  steuning en het opzetten van gezondheidscentra.

> Transparantie en kostenbesparing in de zorg vergroten. D66 wil een
  verdere liberalisering van de zorginkoopmarkt en een vergroting tot 90%
  van het B-segment waarvoor vrije, kostendekkende tarieven gelden (is nu
  10%).

> Prikkels inbouwen in AWBz. De huidige organisatie van de AWBz voldoet
  niet en is daardoor niet toekomstbestendig. Op dit moment zijn er geen
  prikkels om efficient zorg in te kopen voor ouderen en gehandicapten.
  Het is noodzakelijk aan de verzekeringskant deze prikkels wel te
  introduceren waardoor dit wel het geval zal zijn. Meer dan de
  gehandicaptenzorg leent de ouderenzorg zich voor onderbrenging in de
  zorgverzekeringswet, maar er zijn nog onzekerheden over de
  uitvoerbaarheid. Als na nadere uitwerking blijkt dat overheveling van
  ouderenzorg mogelijk is zal dit worden nagestreefd. Scheiden van wonen
  en zorg in de AWBz wordt bevorderd.

> Investeren in uitbreiding generieke geneesmiddelen. Voor het
  voorschrijven en gebruiken van geneesmiddelen geldt: goedkoop als het kan,
  duur als het moet. Om die reden wil D66 investeren in het stimuleren van
  de ontwikkeling van generieke geneesmiddelen, en in het actief
  implementeren van onafhankelijke, evidence based richtlijnen en
  protocollen zoals die door de beroepsorganisaties zijn ontwikkeld.


Organisatie effectiever

> Clientgerichte wijkcentra introduceren. Gemeentes hebben meer zicht op
  wat lokaal mogelijk en wenselijk is. Daarom wil D66 zoveel mogelijk
  zorgvoorzieningen lokaal organiseren. Om de individuele vraag van de
  patient zoveel mogelijk centraal te stellen Mensen leven langer en
  gezonder pleit D66 voor de introductie van laagdrempelige, clientgerichte
  wijkcentra, die zowel medische als maatschappelijke zorg en ondersteuning
  bieden. Financiering vindt plaats door een verschuiving te laten
  plaatsvinden van de AWBz naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

> Zorgvuldige invoering WMO. In 2007 zal in alle gemeenten de Wet
  Maatschappelijke Ondersteuning worden ingevoerd. Deze wet beoogt
  welzijnsbeleid, het beleid rondom voorzieningen voor gehandicapten en
  ouderen, en de thuiszorg goed op elkaar af te stemmen. Een zorgvuldige
  invoering en voldoende financiele middelen voor de gemeenten zijn
  daarvoor een voorwaarde: de WMO is geen bezuiniging. D66 wil dat
  organisaties van gehandicapten en ouderen in elke gemeente nauw
  betrokken zijn bij de ver te maken keuzes, en dat hulp en voorzieningen
  van hoge kwaliteit zijn. Bij de evaluatie van de WMO zal in het
  bijzonder worden gekeken naar structurele nadelige effecten,
  bijvoorbeeld voor vrouwelijke mantelzorgers. D66 is tegen verdere
  overheveling van AWBz-aanspraken naar gemeenten op dit moment. Eerst moet
  blijken hoe de WMO in de praktijk uitpakt.

> Personeelstekorten aanpakken. Er dreigen op verschillende specifieke
  gebieden personeelstekorten in de zorg. Oplossingen kunnen gevonden
  worden in het aantrekken van buitenlandse artsen en verpleegkundigen.
  Het moet voor hen eenvoudiger worden hun diploma in Nederland erkend te
  krijgen. Het dient voor Nederlandse studenten ook eenvoudiger te worden
  in het buitenland een erkend diploma te behalen. Een andere oplossing
  voor het personeelstekort is taakherschikking: taken van artsen
  (bijvoorbeeld in de chronische zorg) kunnen worden overgenomen door
  gespecialiseerde verpleegkundigen, die weer taken kunnen delegeren aan
  bijvoorbeeld praktijkondersteuners. Bevoegdheden moeten hiertoe
  duidelijk worden omschreven in de Wet BIG en de Geneesmiddelenwet.

> Bureaucratie terugdringen. De bureaucratie in semi-medische instellingen
  zoals thuiszorginstanties en indicatieorganen wil D66 terugdringen,
  zodat bij een hulpvraag sneller gehandeld kan worden zonder tijdrovende
  besluitvorming.

> Indicatieorganen toetsen achteraf. De bureaucratie kan ook worden
  teruggedrongen door de indicatie tot zorg veel vaker door professionals
  zelf te laten stellen (met een check achteraf). De centrale
  indicatieorganen krijgen daarmee een andere rol: zij stellen niet langer
  zelf de indicatie, maar toetsen achteraf de door de professional gestelde
  indicatie.

> Managementlagen beperken. Het aantal managementlagen in zorginstellingen
  kan beperkt worden door zorgprofessionals een flink deel van de
  managementtaken zelf te laten doen. De combinatie met hun zorgtaak
  vergroot de werkvreugde en de effectiviteit.

> Technologische innovaties breder toepassen. Innovaties als tele-medicine
  dienen breder toegepast te worden en al tijdens de opleiding van artsen en
  verpleegkundigen aan de orde te komen.

> Reclamerichtlijnen strikter handhaven. Reclamerichtlijnen voor
  geneesmiddelen dienen veel strikter te worden gehandhaafd: zelfregulering
  is daarvoor ontoereikend.


Verdere voorstellen voor de zorg

> Embryo's kweken onder strikte voorwaarden. D66 gaat ervan uit dat een
  menselijk embryo in de loop van de zwangerschap in toenemende mate
  beschermwaardig is. Dit betekent dat de waarde van het embryo niet
  absoluut is, maar kan worden afgewogen tegen andere belangen. Deze andere
  belangen zijn bijvoorbeeld gelegen in de grote medische verwachtingen die
  er bestaan ten aanzien van stamceltechnologie. Daarom pleit D66 voor het
  beeindigen van het moratorium op het speciaal kweken van menselijke
  embryo's voor medisch wetenschappelijk onderzoek, uiteraard onder strikte
  voorwaarden.

> Internationale samenwerking infectieziektes. Effectieve bestrijding van
  infectieziektes vereist internationale samenwerking. D66 vindt dat, voor
  onze eigen veiligheid en uit internationale solidariteit, Nederland in de
  komende kabinetsperiode een inspanning moet leveren om bij te dragen aan
  een effectieve bestrijding van ziekten zoals TBS, malaria en HIV/Aids,
  in Europees en internationaal verband.

> Orgaandonatie beschouwen als wederkerigheid. Iedereen die een orgaan zou
  willen ontvangen, mag ook geacht worden een orgaan te willen doneren.
  Doneren is de norm. Daarom pleit D66 voor een systeem van orgaandonatie
  waarin iedereen die zich na 3 herhaalde oproepen niet laat registreren
  in het Donorregister, als donor geregistreerd wordt. Belangrijke
  randvoorwaarde hierbij is wel dat wetenschappelijk moet worden aangetoond
  dat dit systeem werkelijk effectiever is dan het huidige systeem.

> Illegalen krijgen noodzakelijke zorg. Illegaal in Nederland verblijvende
  mensen hebben recht op alle noodzakelijke medische zorg. Wat
  `noodzakelijk' is moet door artsen worden bepaald, niet door het
  baliepersoneel. De overheid moet hulpverleners in staat stellen een
  dergelijk beleid te voeren.

> Verslaafden van straat. In meer steden moet de mogelijkheid van
  methadon- en heroineverstrekking onder medisch toezicht worden geboden.
  Hierdoor kan verslaafden uitzicht op stabiliteit en behandeling worden
  geboden en neemt de drugscriminaliteit af.

> Testen van drugs in het uitgaansleven. Om gezondheidsrisico's van
  zogenaamde partydrugs te verminderen moet het eenvoudiger worden om drugs
  te laten testen op vervuiling. Daarnaast moet er meer actieve informatie
  worden verstrekt over het risico van partydrugs.

> Niet roken in horeca. Niet-rokers mogen geen last ondervinden van rokers
  en alle werkenden hebben recht op een rookvrije werkplek. Daarom steunt
  D66 een rookverbod in de horeca. Wel dienen er mogelijkheden te blijven
  bestaan voor het roken in verblijfsin- richtingen (zoals instellingen
  voor chronisch psychiatrische patienten).


Jeugdzorg: het kind centraal

Ontplooiing kan niet zonder bescherming. De omgeving, met de ouders
voorop, staat cen- traal bij het beschermen van kinderen, maar bij
problemen moet ook de overheid snel en adequaat kunnen handelen. Helaas is
duidelijk dat het belang van het kind niet altijd voor- op staat in de
wijze waarop de jeugdzorg is ingericht en te werk gaat. De werkwijze van
de jeugdzorg moet en kan veel beter. Het belang van het kind moet veel
centraler komen te staan.

> Bezoek consultatiebureaus naar 100%. Ouders worden verplicht met hun
  kind het consultatiebureau te bezoeken. Alle kinderen die niet verschijnen
  op het consultatiebureau worden gemeld bij Bureau Jeugdzorg en actief
  opgespoord. Waar nodig gaat iemand op huisbezoek om te zorgen dat een
  afspraak op het consultatiebureau nagekomen wordt. Dat kan iemand zijn van
  het consultatiebureau dan wel van Bureau Jeugdzorg.

> Vermindering bureaucratie. In de jeugdzorg gaat veel tijd verloren aan
  overleg tussen verschillende hulpverleningsinstanties. D66 wil een eind
  maken aan de bureaucratie en de verkokering. Daarom dient ten minste
  zeventig procent van de mensen in de jeugdzorg uit directe hulpverleners
  te bestaan. Ook wil D66 dat er binnen 24 uur een huisbezoek wordt afgelegd
  als er een serieuze melding van kindermishandeling binnenkomt.

> Jeugdzorg naar de gemeentes. D66 wil de jeugdzorg weghalen bij de
  provincies en zo veel mogelijk in handen van de gemeenten geven.


Preventie

Met preventie kan veel gezondheidswinst worden behaald en kunnen de kosten
van gezondheidzorg beperkt worden. Daarom wil D66 een structureel hoger
budget bestemmen voor preventie en voor onderzoek naar de effectiviteit en
doelmatigheid ervan. Er moeten effectieve preventieprogramma's worden
ontwikkeld en uitgevoerd, gericht op hart- en vaatziekten, obesitas,
verslaving, waaronder nicotinegebruik (roken) en overmatig alcoholgebruik.
Preventie betekent ook: zorgen voor een gezonde leefomgeving, schone
lucht, voldoende ruimte, veilige mogelijkheden voor lichaamsbeweging,
voldoende mo- gelijkheden om te sporten en armoedebestrijding.

> Verkoopverbod onder de 1 jaar strenger handhaven. Om roken en overmatig
  alcoholgebruik tegen te gaan moet het verkoopverbod aan jongeren onder
  de 16 jaar strenger gehandhaafd worden. Niet alleen verkopers van alcohol,
  maar ook ouders en kinderen moeten hiervoor wettelijk aansprakelijk
  worden. Er moet meer voorlichting komen over de gevolgen van roken, drugs
  en alcoholgebruik.

> Integrale aanpak psychische aandoeningen. Depressies, angststoornissen
  en andere psychische aandoeningen zullen in de toekomst de meest
  voorkomende gezondheids- problemen zijn. D66 pleit voor een integrale
  aanpak van dit complexe probleem. Dit betekent dat er naast een medicinale
  aanpak, ook aandacht moet zijn voor maatregelen in de preventieve sfeer,
  vroegdiagnostiek (bijvoorbeeld in het onderwijs), gezonde schoolomgeving,
  goede arbeidsomstandigheden en dergelijke.

> Voorlichting seksualiteit. Bij voorlichting over seksualiteit,
  anticonceptie en het voor- komen van SOA's dient speciale aandacht uit te
  gaan naar vrouwen van niet-Nederlandse afkomst.

> Laagdrempelige beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen blijft een
  belangrijke voorwaarde voor het voorkomen van infectieziektes en
  ongewenste zwangerschappen.

------------------------------------------------------------------------------
Mensen en hun rechten

> Identificatieplicht verdwijnt/Prestatiecontracten politie afgeschaft/
  Inburgeringscursus niet verplicht

Nederland is een democratische rechtsstaat en moet dat ook blijven.
Rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en het voorkomen van willekeur zijn de
pijlers van onze rechtsstaat. Een onafhankelijke, goed functionerende
rechtspraak is essentieel voor het vertrouwen van burgers daarin.

Veiligheid en de grondrechtelijke vrijheden van burgers zijn basiswaarden
die door de rechtsstaat zo goed mogelijk gewaarborgd worden. Dat betekent
dat veiligheidsmaatregelen via democratisch vastgestelde regels tot stand
moeten komen, Maatregelen tegen personen op grond van die regels moeten
door de rechter getoetst kunnen worden. Het Europees Verdrag van de
Rechten van de Mens en de uitspraken van het Europese Hof zijn leidraad
voor de omgang met vrijheden en eventuele beperkingen daarvan.

Nederland is een open samenleving en daardoor kwetsbaar. Voortdurend moet
gezocht worden naar het juiste evenwicht tussen macht en recht. Tussen
vrijheden van individuele burgers en bescherming van de samenleving als
geheel. Op angst en onzekerheid gestoelde wetgeving en handhaving kan
leiden tot een rechtsorde waarin de fundamentele vrijheden en rechten die
we juist willen verdedigen onevenredig worden aangetast.  Mensen en hun
rechten Mensenrechten moeten niet ondergesneeuwd worden in de drang steeds
meer mogelijkheden voor de aanpak van terrorisme en georganiseerde
criminaliteit te creëren.

Veiligheid kan niet volledig gegarandeerd worden. We moeten ons bewust
zijn van het feit dat niet alle maatschappelijke problemen die tot
onveiligheid leiden opgelost kunnen worden door het uitvaardigen van een
verbod of het verhogen van de strafmaat. Er kan wel veel gedaan worden om
onveiligheid te bestrijden. In de eerste plaats door de over- heid, die
maatregelen moet nemen om inbreuk op veiligheid te voorkomen en krachtig
en effectief moet optreden tegen criminaliteit.

Bestrijding van terrorisme en criminaliteit is echter niet alleen een zaak
van politie, AIVD ver en defensie. De aanpak zal zich moeten verbreden
naar het verminderen van de politieke, economische, sociale en culturele
spanningen die aan terrorisme en criminaliteit ten grondslag liggen.
Gebrek aan kansen, uitsluiting en discriminatie kunnen leiden tot
verzet tegen de maatschappij en tot radicalisering.

Nederland heeft de afgelopen kabinetsperiode een integratiebeleid gevoerd
dat geken- merkt wordt door hardvochtigheid en willekeur. Nog nooit werd
zo vaak een bewinds- persoon voor individuele beslissingen door de rechter
op de vingers getikt. Individuele beslissingen zijn verworden tot
spraakmakende zaken (voetballer Kalou, scholiere Pasic). Het heeft vele
vluchtelingen en immigranten onnodig hard getroffen en groot persoonlijk
leed teweeg gebracht. Daarnaast is het internationale aanzien van
Nederland geschaad. Een streng beleid kan volgens D66 ook humaan worden
uitgevoerd. Maar als politieke munt wordt geslagen uit ongepaste flinkheid
is ons land op de verkeerde weg.


Investeren in kwaliteit rechterlijke macht/Europese samenwerking/Aandacht
voor aanpak jonge criminelen/Positie slachtoffer versterken/Humaan
vreemdelingenbeleid


Investeren in kwaliteit rechterlijke macht

> Rechters blijven bij. Om onze kwalitatief hoogstaande rechtspraak te
  behouden zal blijvend geinvesteerd moeten worden. De investeringen zullen
  gedaan moeten worden in verbetering van arbeidsvoorwaarden, bijscholing en
  opfriscursussen voor rechters. In het versnellen van de doorlooptijden van
  zaken en in het versterken van de communicatie met het publiek; mensen
  moeten kunnen begrijpen waarom een rechtelijke uitspraak zo is gedaan als
  hij is.

> Functioneren van rechters regelmatig in kaart. Rechters zijn voor het
  leven benoemd. Wel zou binnen de rechterlijke macht regelmatig en
  strikter naar het functioneren van individuele rechters moeten worden
  gekeken met de mogelijkheid van ingrijpen. Ook hier gaat het om waardering
  voor - en beoordelen van - professionals. Er moet meer ruimte voor
  beloningsverbetering komen door promotie van goede rechters die geen
  managementtaken verrichten.

> Openbaar Ministerie blijft bij zijn leest. De kwaliteit van het openbaar
  ministerie staat onder druk. Er moeten hoge eisen worden gesteld aan de
  kwaliteit van de organisatie. Het OM moeten zich concentreren op haar
  kerntaak - het opsporen en vervolgen van overtreders in het strafrecht -
  en niet streven naar uitbreiding van taken of bevoegdheden of het overgaan
  tot opsporingsmethoden die niet passen in een rechtsstaat.

> Politici zijn geen rechters. Politici en vertegenwoordigers van het
  openbaar bestuur mengen zich niet in zaken zolang deze onder de rechter
  zijn.

> Geen minimumstraffen. Opgelegde straffen moeten gerelateerd zijn aan
  daad, persoon en omstandigheden. Daarvoor geeft de wet maximumstraffen.
  D66 is tegenstander van de invoering van minimumstraffen. Daarmee zou de
  rechter de mogelijkheid ontnomen worden om in het individuele geval een
  passende straf op te leggen.

> Preventie in woonomgeving. Het voorkomen van criminaliteit ligt vooral
  op het gebied van onderwijs en opvoeding en de hulpverlening aan
  probleemgezinnen en -jongeren. Ook in de woonomgeving zijn preventieve
  maatregelen nodig. Wijkveiligheidsplan- nen zijn daarvoor een goed
  lokaal middel. Er moet consequent meer toezicht komen in het openbaar
  vervoer. Verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte, waaronder
  trein-, bus- en metrostations, draagt ook bij aan preventie.


Politie efficienter organiseren

> Lokaal verankerde versterking van nationale diensten. De voorkeur van
  D66 voor lokale differentiatie, voor wijkgerichte aanpak, betekent niet
  dat er niet moet worden gewerkt aan vermindering van versnippering en de
  problemen bij het uitwisselen van informatie. Het vormen van een nationale
  politie schiet echter zijn doel voorbij.

> Meer uitvoering, minder beleid. Het executieve werk is waar het om
  draait. Beleid is er al genoeg. Het wordt tijd dat meer politiemensen, ook
  als zij een hogere rang hebben, achter het bureau vandaan komen. Daarbij
  zal ook aandacht nodig zijn voor mogelijkheden tot beloningsdifferentiatie.

> Afschaffen prestatiecontracten. D66 wil onmiddellijk af van
  prestatiecontracten. Planning en rekenschap afleggen zijn betere
  prestatie-instrumenten. Prestatiecontracten leiden tot agenten die
  `bonnenjagers' worden om hun quotum te halen, die niet de juiste dingen
  gaan doen, of voor de verkeerde acties worden beloond.

> Afschaffing identificatieplicht. D66 wil afschaffing van de
  identificatieplicht, die te weinig toevoegt aan de veiligheid om de
  inbreuk op de privacy te rechtvaardigen.

> Digitale criminaliteit. Dit wordt een steeds groter probleem. Door het
  aantrekken van expertise en het investeren in apparatuur zullen opsporing
  en vervolging de benodigde inhaalslag kunnen maken.


Drugs

> Regulering teelt van softdrugs. De coffeeshops waarin softdrugs mogen
  worden verkocht hebben hun waarde bewezen. Nu is de tijd gekomen om ook de
  teelt van softdrugs te reguleren. Dit kan door middel van een
  vergunningenstelsel voor de teelt. Hierdoor kan een deel van de
  criminaliteit en gevaarlijke thuisteelt worden tegengegaan, en kunnen
  volksgezondheidrisico's worden ingeperkt. Telers en handelaren die zich
  aan deze regels onttrekken dienen hard te worden aangepakt. D66 wenst
  uiteindelijk een echte legalisering van softdrugs, waartoe de
  internationale verdragen dienen te worden gewijzigd. Nederland moet zich
  hier in het buitenland hard voor maken.

> Geen coffeeshops bij scholen. Coffeeshops mogen niet in de buurt van
  scholen worden geplaatst en geen drugs verkopen aan jongeren onder de 18.
  Vooral voor jongeren onder de 18 moet er meer voorlichting komen over de
  risico's van het gebruik. D66 vindt dat openheid over softdrugs een
  grotere bijdrage levert aan de volksgezondheid dan het onbespreekbaar
  laten.

> Heroverweging harddrugsbeleid. D66 is van mening dat de internationale
  `War on Drugs' zijn doel voorbij schiet. Bij het harddrugsbeleid moet het
  voorkomen van gezondheidsschade voorop staan. Voorlichting en het testen
  van harddrugs is thans moeilijk. Nederland moet internationaal het
  voortouw nemen om de War on Drugs ter discussie te stellen.


Aandacht voor aanpak jonge criminelen

> Pedagogische doelstelling blijft leidend beginsel in het
  jeugdstrafrecht. De kwaliteit van de zorg in de Justitiele
  Jeugdinrichtingen moet gewaarborgd blijven. Er moeten meer
  jeugdinrichtingen komen en de inrichting moet toegerust zijn op haar
  resocialiserende taak. Dat betekent meer ruimte voor psychiatrische
  hulp, behandeling en begeleiding. Op basis van de eerste ervaringen met
  het vergroten van de groepen en het samen plaatsen van meerdere jongeren
  in een cel moet opnieuw bekeken worden of dit wel wenselijk is.

> Lik op stuk beter invullen. Waar `gestraft' moet worden, moet dat, zeker
  bij de jeugd, zo snel mogelijk gebeuren. Lange wachttijden maken dat de
  relatie tussen delict en straf verdwijnt. Het lik op stuk-beleid dat
  theoretisch wordt aangehangen moet nu eindelijk eens vorm krijgen.
  Snelrecht en alternatieve straffen, zoals voorwaardelijke
  invrijheidstelling en de straffen van Bureau Halt moeten daartoe vaker
  worden ingezet. In alle opgelegd of voorwaarden die aan de
  invrijheidstelling zijn gesteld, ook volledig zijn uitgevoerd en
  opgevolgd.

> Gedragsgestoorde jongeren niet naar een jeugdgevangenis. Er moet zo snel
  mogelijk alternatieve opvang komen in zorginstellingen, voor alle
  niet-criminele jongeren met gedragsstoornissen die nu onterecht in de
  crisisopvang van de Justitiële Jeugdinrichtingen zijn geplaatst. Tot dat
  er voor alle civielrechtelijk geplaatste jongeren elders alternatieve
  opvang is gerealiseerd, worden zij in elk geval niet meer samen met
  strafrechtelijk geplaatste jongeren in een groep geplaatst. Het experiment
  waarin jonge kinderen van 8 tot 12 jaar uit het justitiele circuit zijn
  gehaald en besloten binnen een zorginstelling worden opgevangen, wordt zo
  snel mogelijk over het hele land ingevoerd.


Strafinrichting aanpassen aan gestraften

Voor kortdurende detentie voldoen sobere strafinrichtingen die lokaal
beheerd kunnen worden, voor langgestraften zijn inrichtingen nodig met
meer voorzieningen en mogelijkheden tot resocialisatie. TBS-ers die
onbehandelbaar zijn en een gevaar vormen voor hun omgeving moet een
afgeschermde woonomgeving geboden worden. Straffen voor recidiverende
minderjarigen en jong-volwassenen zullen meer in de sfeer van trainingen
in speciale internaten gezocht moeten worden.


Positie van slachtoffer verder versterken

> Straffen die slachtoffer beschermen. D66 heeft bereikt dat het
  slachtoffer spreekrecht heeft tijdens het strafproces; de positie van het
  slachtoffer moet nog verder versterkt worden. Zo moet het arsenaal aan
  straffen worden uitgebreid om aan gerechtvaardigde behoeften van
  slachtoffers te voldoen. Naast het straatverbod moet ook een verhuisgebod
  voor zedendelinquenten mogelijk zijn.

> Meer service bij aangifte. Bij het doen van aangifte moet de burger meer
  aandacht en service krijgen. Elektronische aangifte voor eenvoudige
  misdrijven moet tot de standaard mogelijkheden behoren.

> Geen eigenrichting. Eigenrichting moet tegengegaan worden. Natuurlijk
  mogen mensen die bedreigd of aangevallen worden zichzelf verdedigen, maar
  de grens van wat Mensen en hun rechten geoorloofd is, zal altijd door de
  rechter bepaald moeten worden.


Immigratie beschouwen als natuurlijk sociaal proces

Nederland heeft de afgelopen kabinetsperiode een integratiebeleid gevoerd
dat geken- merkt wordt door hardvochtigheid en willekeur. Het heeft vele
vluchtelingen en immigranten onnodig hard getroffen en groot persoonlijk
leed teweeg gebracht. Daarnaast is het internationale aanzien van
Nederland geschaad. In het integratiedebat wordt ver gehamerd op de
Nederlandse gebruiken en tradities, zonder besef dat deze al eeuwenlang
beinvloed worden door ontmoetingen met andere culturen. Het krampachtig
vasthouden aan zogenaamde `gezamenlijke' Nederlandse gebruiken heeft
impliciet tot gevolg dat grote groepen van de Nederlandse bevolking worden
uitgesloten.

D66 wil af van het `onder dwang' integreren en inburgeren. Een open
samenleving in een globaliserende wereld biedt ruimte voor verschil.

> Onderbrengen van vluchtelingenbeleid bij Binnenlandse Zaken en van
  arbeidsmigratie bij Economische Zaken.

> Automatisch Nederlanderschap voor in Nederland geboren kinderen wier
  ouders vijf jaar of langer legaal in Nederland wonen; dubbele paspoorten
  zijn mogelijk.

> Geen kinderen in gevangenis. Minderjarige asielzoekers en kinderen van
  vluchtelingen die op uitzetting wachten horen niet in een gevangenis te
  zitten. Ook moeten zij altijd onderwijs kunnen volgen.

> Europees asielbeleid ontwikkelen. Nederland moet een actieve rol gaan
  spelen bij het ontwikkelen van een ruimhartig Europees vluchtelingen- en
  asielbeleid. Nadruk moet daarbij liggen op preventie; bestrijden van
  extreme armoede, bemiddelen in conflictsituaties, hulp bieden bij
  rampen, beschermen mensenrechten, waardoor de noodzaak tot migratie en
  vluchten zal afnemen.

> Arbeidsmigratie binnen EU stimuleren. D66 wil de arbeidsmigratie binnen
  de Europese Unie stimuleren. De Europese arbeidsmarkt biedt mogelijkheden
  die nog onvoldoende belicht zijn. Krapte op de arbeidsmarkt in de ene
  lidstaat kan ondervangen worden door ruimte binnen een andere lidstaat. De
  Europese Commissie heeft al stappen in deze richting gezet, onder andere
  door het oprichten van een Europese vacaturebank. Deze initiatieven moeten
  meer bekendheid krijgen en verder ontwikkeld worden. Een gewenst zijeffect
  is meer bekendheid van en begrip voor andere culturen binnen de Unie.

> Invoeren Greencard. D66 wil dat de Europese Unie een Greencard verstrekt
  aan mensen uit derde landen die - voor korte of langere tijd - in de
  Unie willen werken.


Internationale rechtsorde

Het Nederlands buitenlands beleid stoelt op de positie die Nederland in de
wereld in neemt: een middelgrote lidstaat van de Europese Unie, gastland
van het internationaal echt, niet direct partij in een conflict en
uitgebreide ervaring met militaire (vredes) missies, nood- en
ontwikkelingshulp.

> Europese minister van Buitenlandse zaken. Nederland moet streven naar
  een Europees buitenlands beleid onder leiding van een Europese Minister
  van Buitenlandse zaken. Binnen Europa dient Nederland vrijheden als
  homohuwelijk, progressief drugsbeleid en zorgvuldige abortuswetgeving te
  verdedigen. Bij nieuwe lidstaten dringt Nederland aan op de bescherming
  van mensenrechten en de positie van minderheden, zodat bijvoor- beeld de
  Roma gemeenschap in Oost Europa kan delen in onderwijs en gezondheidszorg.

> Nederland voortrekkersrol. Nederland moet een voortrekkersrol spelen in
  de bescherming van de mensenrechten waar ook ter wereld, Nederland
  spreekt landen aan wanneer mensenrechten geschonden worden en zoekt op een
  productieve manier naar oplossingen. Zo moet er meer aandacht komen voor
  de schending van mensenrechten van vrouwen in Congo, de onderdrukking van
  oppositie in Tibet, Burma of Cuba en moet Nederland zich hard maken
  voor de bescherming van religieuze en etnische minderheden. Nederland moet
  in bilaterale betrekkingen met Rusland niet aarzelen de oorlog in
  Tsjetsjenie en het toenemende racisme in Rusland op de agenda te zetten.
  Ook in handelsmissies naar China moet Nederland de autoriteiten aanspreken
  op dissidenten in de gevangenis.

> Democratisering staat centraal. Naast mensenrechten staat
  democratisering centraal in het Nederlands buitenlands beleid. Nederland
  moet bijdragen aan democratiseringsprogramma's zoals het opleiden van
  journalisten, rechters en advocaten. Nederland moet zich inzetten tegen
  corruptie en willekeur door bijvoorbeeld in ontwikkelingslanden en nieuwe
  democratieen politiecorpsen op te leiden.

> Dialoog en onderhandeling. Nederland moet in het Midden-Oosten zich niet
  eenzijdig uitspreken voor een van de partijen maar dialoog en
  onderhandeling stimuleren. Hierbij moet Nederland meer ambitie tonen bij
  de oplossing van het conflict tussen Israel en de Palestijnen. Nederland
  moet illegale wapenhandel in het Midden Oosten aan de kaak stellen en
  lokale organisaties ondersteunen in hun strijd voor meer
  vrouwenemancipatie en democratie.

> Afrika hoger op de agenda. In Afrika moet Nederland de nationale en
  internationale tribunalen steunen die duurzame democratie mogelijk
  maken. Nederland moet verkie- zingen faciliteren en militaire middelen
  of mankracht beschikbaar maken om de oorlog in Soedan te stoppen.

> Nederlandse burgers beter beschermd. De Nederlandse burgers in het
  buitenland Mensen en hun rechten moeten beter beschermd worden en
  geassisteerd worden door de Nederlandse overheid dan tot nu toe is
  gebeurd. Goede diplomatieke betrekkingen met dictaturen zoals Syrie of
  Saoedi Arabie mogen niet prevaleren boven het belang van kinderen met de
  Nederlandse nationaliteit die door vaders zijn ontvoerd en niet naar hun
  moeder in Nederland terug mogen. Gevangenen in slechte en corrupte
  buitenlandse gevangenissen moet in Nederland hun straf kunnen uitzitten.

> Strenge voorwaarden aan vredesmissies. Nederland moet bij het besluiten
  tot militaire (vredes-) missies streng de voorwaarden toepassen die door
  de Commissie-Bakker zijn opgesteld, zoals het afzien van Nederlandse
  militaire deelname aan een kansloze missie of een missie die niet
  dienstbaar is aan de plaatselijke bevolking.

> VS moet Internationaal Strafhof erkennen. Samen de wereldwijde
  rechtsorde bevorderen betekent ook dat partners kritisch zijn naar elkaar;
  het is daarom onaanvaardbaar dat de VS het Internationale Strafhof niet
  erkent. D66 blijft benadrukken dat Nederland zich hiervoor bij de VS en
  zijn andere partners moet inzetten. De democratie kan alleen bestaan
  wanneer ook de overheid zelf de wet in acht neemt. Waar het gaat om
  universele mensenrechten en het internationale humanitaire recht geldt
  dit des te sterker.

> Non-proliferatieverdrag blijft staan. D66 vindt het zeer schadelijk dat
  de VS als ondertekenaar van het non-proliferatie verdrag nu spreekt over
  de tactische inzet van kernwapens en verdragen afsluit die alsnog kunnen
  leiden tot een bredere verspreiding van kernwapens. Dit is een ernstige
  ontwikkeling waartegen Nederland zich met haar partners moet verzetten
  door de VS hierop constant op aan te spreken.

> Versterken fragiele democratieen. D66 is van mening dat het vergroten
  van de veiligheid in de wereld een belangrijke impuls kan krijgen door het
  vergroten en versterken van de democratie in landen waar dit nog een
  fragiel en beginnend proces is. Terroristen hebben een plek nodig om
  zich voor te bereiden op grootscheepse aanslagen. Ideaal hiervoor zijn
  staten waar wetteloosheid en corruptie heersen; de `falende staten'. D66
  is voor het aangaan van contacten met falende staten en fragiele
  democratieen. Door met kansrijke er mee in gesprek te gaan, kennis en
  kunde te bieden en ondersteuning te bieden.

> Liberalisering met mate. Ontwikkelingslanden moeten grotere inspraak
  krijgen in multilaterale organisaties als IMF, Wereldbank en WTO. Deze
  organisaties moeten bovendien democratischer van aard worden. Export- en
  importheffingen moeten geleidelijk opgeheven worden, waarbij
  geindustrialiseerde landen een sneller traject volgen en
  ontwikkelingslanden langer de tijd krijgen om hun economieen op een niveau
  te brengen waarmee ze in een open markt kunnen concurreren. Instant
  liberalisering is voor deze landen geen zegen.

> Hervorming VN. De Verenigde Naties moeten worden hervormd, vooral de
  macht van de Veiligheidsraad moet minder worden bepaald door de Koude
  Oorlogmachten.

> EU vervult veiligheidstaken zonder hulp van buitenaf. De EU moet zonder
  hulp van buitenaf alle veiligheidstaken in Europa op zich kunnen nemen,
  inclusief stabilisatie- en wederopbouwoperaties waar nodig. Hiertoe moet
  de EU haar militaire en civiele vermogens op gecoordineerde wijze
  versterken. De aanstaande civiele EU-missie naar Kosovo, waar de EU eind
  2006/begin 2007 de verantwoordelijkheid voor het civiele bestuur van de
  VN zal overnemen, is volgens D66 een belangrijke toetssteen voor het
  vermogen van de EU om zulke taken op zich te nemen en moet daarom ook
  door Nederland zeer kritisch worden gevolgd.

> Mensenrechtenexperts in crisisbeheersingsoperaties. D66 wil dat de EU
  mensen- rechtenexperts opneemt in alle crisisbeheersingsoperaties, en
  dat Nederland zelf zulke experts beschikbaar stelt.

> Europees wetboek van strafrecht. Als gevolg van harmonisatie van
  strafrecht zou er een Europees wetboek van strafrecht moeten komen voor
  grensoverschrijdende criminaliteit, die ook op Europees niveau wordt
  aangepakt. Er zijn al veel losse afspraken die gebundeld kunnen worden;
  hiaten moeten worden opgevuld. Een EU-variant van het Amerikaanse systeem
  verdient het om bestudeerd te worden.


Terrorismebestrijding

De bestrijding van terrorisme vraagt een krachtig en effectief
overheidsoptreden. We voeren echter geen `oorlog' tegen terrorisme en de
suggestie dat dit wel zo is zet de deur gevaarlijk op een kier naar `alles
is geoorloofd in deze strijd'. D66 is geen voorstander van een
superministerie van veiligheid.

> Naleven beloftes. Met onze democratische partners in de wereld wil D66
  werken aan het vergroten van de stabiliteit en veiligheid.
  Geloofwaardigheid is hierbij cruciaal. Als een van de partners niet
  naleeft wat nagestreefd wordt, verzwakt dat de positie van het hele
  samenwerkingsverband.

> Afschaffen veto's. D66 wil dat de strijd tegen grensoverschrijdende
  misdaad en terrorisme efficient en democratisch gevoerd kan worden. De
  Europese Commissie stelt voor om de veto's af te schaffen, en het
  Europees Parlement medebeslissingsbevoegdheid te geven. Dit kan op basis
  van artikel 42 van het huidige EU Verdrag. De lidstaten moeten hiertoe
  besluiten. D66 vindt dat Nederland een grote inspanning moet plegen om
  dit voorstel aangenomen te krijgen.

> Investeren in uitvoering. De wetgeving ten behoeve van de aanpak van
  terrorisme is in Nederland inmiddels voldoende uitgebreid; investering in
  een goede uitvoering daarvan is nu aan de orde. De AIVD moet haar werk
  kunnen doen en waar mogelijk moeten personen die zich schuldig maken aan
  (het beramen van) terroristische daden strafrechtelijk worden aangepakt.
  Rechterlijke controle op de verkrijging van bewijs is daarbij een
  vereiste. Waar het strafrecht niet aan de orde is, moeten andere
  maatregelen worden Mensen en hun rechten ingezet om terroristische acties
  te voorkomen. Europese samenwerking is daarbij essentieel.

> Marteling en illegale gevangenissen misdadig. Ook in de strijd tegen
  terrorisme moeten de rechten van de mens worden eerbiedigd. Het is dan
  ook onacceptabel dat informatie verkregen uit marteling worden gebruikt
  door de inlichtingendiensten. Marteling is in iedere strijd misdadig.
  Guantanamo Bay is een illegale gevangenis en Europa moet bij de VS
  blijven aandringen op een legale oplossing.

> Privacy beschermen. In de internationale strijd tegen het terrorisme
  moet Nederland verschillende maatregelen kritisch tegemoet treden en
  altijd evalueren op effectiviteit. De privacy van Nederlandse burgers
  mag niet in het geding komen en Nederland mag onder geen enkele
  voorwaarden meewerken aan marteling, illegale opsluiting of uitlevering
  van gevangenen.

> Militaire en civiele vermogens opbouwen. Voor een evenwichtiger
  partnerschap met de oude en nieuwe grootmachten in de wereld zal de EU
  haar militaire en civiele vermogens verder op moeten bouwen en haar
  samenhang moeten verbeteren. Tezamen moeten de EU en de VS een
  wereldwijde rechtsorde bevorderen gebaseerd op universele mensen-
  rechten, `human security', de VN-mensenrechtenverdragen en -convenanten
  en het internationale humanitaire recht.

> Politie en inlichtingendiensten werken samen. Bij terrorismebestrijding
  en bestrijding van internationale misdrijven moeten politie en
  inlichtingendiensten beter samenwerken met collega-diensten uit andere
  landen en met Europol en Interpol.


Emancipatie opnieuw op de agenda

De emancipatie van vrouwen in Nederland is nog lang niet `af'.
Maatschappelijke aandacht voor de vrouw blijft nodig, in het bijzonder
voor de positie van oudere en migrantenvrouwen. Vrouwen in Nederland zijn
structureel armer dan mannen: het salaris van vrouwen is bijna de helft
van dat van mannen. D66 streeft naar economische zelfstandigheid voor
zoveel mogelijk vrouwen, en wil barrieres die dat verhinderen weghalen.
Het dient aantrekkelijker te worden voor vrouwen om meer uren te gaan
werken. Een werkweek van 12 uur zal zelden toereikend zijn om aan het
criterium voor economische zelfstandigheid, het minimuminkomen, te
voldoen.

> Reguliere schooltijden uitbreiden. Door een uitbreiding van de
  schooluren komt de tussentijdse opvang te vervallen en wordt de voor- en
  naschoolse opvang gereduceerd. De extra schooltijd kan bijvoorbeeld met
  sport- of culturele activiteiten worden opgevuld.

> Gratis kinderopvang. D66 ziet kinderopvang als een basisvoorwaarde om
  zorg en werk te kunnen combineren. D66 wil kinderopvang voor werkenden
  dan ook gratis maken, eventueel in de vorm van een kindgebonden budget.

> Afschaffen thuiszitbonus. Het afschaffen van de overdraagbare
  heffingskorting (met overgangsregeling voor degenen die voor 1972 zijn
  geboren).

> Zwangerschapsverlof ook voor zelfstandigen. Ook zelfstandig werkende
  vrouwen moeten aanspraak kunnen maken op betaling van het
  zwangerschapsverlof. De overheid moet de kaders scheppen voor een goede
  particuliere voorziening.

> Meer vrouwen in (inter)nationale topposities. Het nieuwe kabinet moet
  zich de komende vier jaar actief gaan inzetten bij het opsporen van
  vrouwelijk talent voor senior functies bijvoorbeeld bij internationale
  organisaties.

> Ouders blijven hun kinderen zien. Elk jaar weer verliezen duizenden
  kinderen bij een scheiding het contact met een van hun ouders. Vaak de
  vader. Veel wetgeving staat een goed werkend co-ouderschap in de weg.
  Uitgangspunt moet zijn de eigen verantwoordelijkheid en gelijkwaardigheid
  van beide ouders bij het uitoefenen van het ouderlijk gezag en de zorg.
  Ook na een scheiding.

> Millenniumdoelen. Bij het halen van de millenniumdoelen spelen vrouwen
  een cruciale rol. Tegelijkertijd lopen de doelen die gericht zijn op
  verbetering van de gezondheid en de maatschappelijke positie van de
  vrouw het meest achter op schema. D66 wil dat Nederland prioriteit
  blijft geven aan de verbetering van de positie van meisjes en vrouwen in
  ontwikkelingslanden.


Homo-emancipatie

Het klimaat in Nederland voor homoseksuele mannen en vrouwen is nog altijd
relatief tolerant en de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor
paren van gelijk geslacht heeft gezorgd voor een grote mate van juridische
gelijkstelling. Toch lijkt de emancipatie van lesbiennes, homoseksuelen,
biseksuelen en transgenders (LGBT's) de laatste jaren te haperen. Om
afnemende homotolerantie te keren zijn specifieke maatregelen nodig.

> Investeren in aanpak problemen. De politie moet antihomoseksueel geweld
  registreren, docenten moeten specifiek aandacht besteden aan
  homovijandigheid in de klas en er moet opvang komen voor allochtone
  homoseksuelen die tussen wal en schip raken. Om scholen in staat te
  stellen een homovriendelijk klimaat te creeren, agenten te trainen in de
  aanpak van homofoob geweld en multiculturele problemen aan te pakken is
  een serieuze investering nodig. Net als bij de bestrijding van
  discriminatie op grond van huidskleur of geslacht.

> De juridische gelijkstelling van homoseksuelen spoedig voltooien.
  Homoseksuele ouderparen moeten de juridische band met hun kind op
  dezelfde eenvoudige wijze kunnen vastleggen als heteroparen,
  interlandelijke adoptie door homoseksuele paren wordt op korte termijn
  mogelijk en er worden geen nieuwe trouwambtenaren aangenomen die
  weigeren een homopaar te trouwen.

> Inzetten voor internationale bescherming. Nederland veroordeelt de
  schending van homorechten in het buitenland en steunt buitenlandse
  homo-organisaties. Homoseksuele asielzoekers die in eigen land vervolgd
  worden vinden in Nederland een veilige haven.

------------------------------------------------------------------------------
Mensen houden van groen

> Niet langs het Naardermeer/Snel en frequent openbaar vervoer/
  Kilometerheffing vervangt motorrijtuigenbelasting/Meer ruimte voor
  biotechnologie/Landbouwsteun naar groen

Nederland is klein en kent vele dicht bij elkaar gelegen steden. Nederland
functioneert in feite steeds meer als een groot uitgevallen stadsstaat
binnen Europa. Een dichtbevolkte delta waarbinnen de steden, het landschap
en de natuur sterk met elkaar zijn verweven.  Dat geeft onze leefomgeving
een unieke rijkdom, maar stelt de inrichting van het land ook voor
gecompliceerde uitdagingen. Daarbij kunnen ruimtelijke ordening,
mobiliteit, wonen en landschapsontwikkeling niet los van elkaar worden
gezien. Het rijk heeft een grote verantwoordelijkheid om die samenhang te
bewaken en de grote uitdagingen waar we met z'n allen voor staan
krachtdadig tegemoet te treden.

Zo'n uitdaging is de snelle verandering in de samenstelling en
verspreiding van de bevolking. Hoe gaan we om met vergrijzing en
ontvolking in de meer landelijke delen van de Nederlandse stadsstaat? Hoe
kunnen we met ruimtelijke maatregelen de Nederlandse concurrentiekracht
versterken en hoe gaan we om met groei, nieuwe verstedelijking,
internationalisering en verkleuring in grootstedelijke regio's? Om
ontwrichtingen te voorkomen maar ook om grote kansen te benutten, moeten
bakens worden verzet. Mensen houden van groen

Een andere uitdaging is de groei van de mobiliteit. D66 vindt dat die
groei, essentieel voor welvaart en welzijn in onze stadsstaat, niet meer
met hap-snap weguitbreidingen kan worden opgevangen. Nederland moet
eindelijk gericht gaan werken aan een echt hoogwaardig en samenhangend net
van openbaar vervoer, zoals verschillende stedelijke regio's in het
buitenland dat hebben.

Nieuwe impulsen zijn ook nodig om de woningmarkt beter te laten
functioneren, optimaal gebruik te maken van de bestaande woningvoorraad en
van het bestaande bebouw- de gebied en ervoor te zorgen dat getto-achtige
situaties in de grote(re) steden worden voorkomen. D66 wil de ruimtelijke
inrichting laten bijdragen aan de emancipatie- en ver integratiemogelijkheden
van alle inwoners van Nederland. Het is nodig te zorgen dat niemand wordt
buitengesloten en eenzijdig samengestelde wijken worden voorkomen.

D66 wil een beperking van de hypotheekrenteaftrek uitsluitend herbezien in
het kader van een algehele belastinghervorming, waarin ook de
overdrachtsbelasting en het eigen- woningforfait worden meegenomen. Mensen
mogen er niet op achteruit gaan of moeten ruimschoots de gelegenheid
hebben om te kunnen reageren op een nieuw belastingregime.

Een intensiever ruimtegebruik verkleint de druk op het landschap en
ondersteunt het voorzieningenniveau. Tegelijkertijd moeten de Nederlandse
steden aantrekkelijk zijn voor kenniswerkers en voor mensen die nieuwe
initiatieven nemen op het gebied van cultuur, media en andere creatieve
vlakken. Ondersteuning is ook nodig voor tal van ideeen en initiatieven
die ontstaan vanuit de vele culturen die onze steden rijk zijn en die de
vitaliteit van Nederland ten goede komen.

De grootste uitdaging is om op korte en langere termijn zowel voldoende
ruimte te kunnen bieden aan economische groei en stedelijke en
maatschappelijke dynamiek, als aan stedelijk erfgoed, recreatie, waardevol
landschap en natuur. Volgens D66 gaat dat heel goed samen. Dat verlangt
wel een verfrissende, innovatieve aanpak die ruimte biedt voor
gebiedsgericht maatwerk. De eerste stappen op het gebied van
gebiedsontwikkeling en ontwikkelingsplanologie zijn de afgelopen jaren
gezet, maar er is meer nodig. Lobbygroepen moeten hun barricaden verlaten
en nieuw ontwerpend, technisch en milieukundig vernuft, waar Nederland zo
rijk aan is, moet alle kansen krijgen.

Dit vraagt om zowel een bestuurlijke als inhoudelijke visie op de langere
termijn en daad- kracht op de korte termijn. Het nieuwe kabinet moet
meteen aan de slag om samen met andere overheden en maatschappelijke
partners een nationale strategie te maken voor de toekomst van Nederland
als aantrekkelijke stadsdelta in de Europese context.


Efficienter ruimtegebruik/Hoogwaardig openbaar vervoer/Investeren in
Nederlands landschap/Minder files, meer milieu/Investeren in stedelijke
vernieuwing/Gezondere woningmarkt/Duurzame landbouw

Efficienter ruimtegebruik

> Sterkere regie op ruimtelijke ontwikkeling. De provincie (en later de
  landsdelen) heeft het toezicht op de ruimtelijke ontwikkeling gekregen.
  Deze rol moet waar worden gemaakt. Zij moeten de middelen krijgen om
  in te grijpen wanneer het groen ten onrechte wordt aangetast.

> Bedrijventerreinen beter benutten. De ruimte op de bestaande
  bedrijventerreinen moet beter worden benut en nieuwe terreinen kunnen
  alleen bij hoge uitzondering worden aangelegd; alleen als is aangetoond
  dat het onmogelijk is de behoefte te accommoderen op een van de
  bestaande terreinen of als daarmee verplaatsing van bedrijven uit de
  stad mogelijk wordt en er daardoor nieuwe woningen kunnen worden
  gebouwd. Een uitwisseling tussen terreinen is vanzelfsprekend ook
  mogelijk.

> Gebruik vaarwegen en Betuweroute stimuleren. D66 wil het gebruik van
  vaarwegen voor goederen en personen stimuleren en wil het gebruik van de
  Betuweroute voor goederen vanuit met name de Rotterdamse en
  Amsterdamse haven, stimuleren.


Hoogwaardig openbaar vervoer

> D66 kiest voor een hoogwaardig openbaar vervoer. In de stedelijke
  gebieden zal dat er anders uitzien dan op het platteland. Er moet maatwerk
  geleverd worden. In de Rand- stad zullen alle besturen moeten samenwerken
  om een integrale strategie rond het OV uit te werken. De landsdelen zijn
  als vervoersautoriteit verantwoordelijk voor een sluitend OV-netwerk.

> Hoogwaardige verbinding tussen de steden. Tussen de steden in de
  Randstad moeten met grote regelmaat snelle treinen rijden. Ook tussen de
  steden in Brabant moeten dit soort hoogwaardige verbindingen gerealiseerd
  worden. Het Rondje Randstad en het Rondje Brabantstad moeten met voorrang
  worden gerealiseerd.

> Snel OV in andere landsdelen. Rond Nijmegen en Arnhem dienen de
  lightrailprojecten voorrang te krijgen. Het geld dat bestemd was voor de
  Zuiderzeelijn naar Noord-Nederland kan beter worden besteed aan projecten
  met een grotere (economische) meerwaarde. D66 kiest voor het hoogwaardige
  OV-project Kolibri (openbaarvervoersysteem voor de regio Groningen-Assen)
  dat in de oorspronkelijke vorm moet worden gerealiseerd.

> Hogesnelheidslijn. Een beter internationaal netwerk van
  hogesnelheidstreinen is nodig als alternatief voor luchtverkeer.
  Investeringen in het huidige netwerk en doortrekking van
  hogesnelheidstreinen en snelle intercity's zijn wel degelijk hoognodig:
  bijvoorbeeld in zuidoostelijke, oostelijke en noordoostelijke richting.

> Vervoer op maat in landelijke gebieden. Er moet extra geld beschikbaar
  worden gesteld om in de meer landelijke gebieden van Nederland openbaar
  vervoer op maat te bieden. Lege bussen laten rijden heeft geen zin,
  maar beltaxivervoer en kleinere bussen kunnen het OV-gebruik op peil
  houden en zelfs een impuls geven.

> Toegankelijkheid minder-validen. Het toegankelijk maken en houden van
  haltes en ver opstapplaatsen van het OV voor minder validen moet worden
  versneld.

> Weg met het OV-plafond voor gehandicapten. D66 wil af van het plafond
  van het goedkoop reizen per OV voor gehandicapten en chronisch zieken.
  Gehandicapten moeten maximaal in staat worden gesteld zich te bewegen in
  de maatschappij.


Investeren in Nederlands landschap

Natuur en landschap zijn onderdeel van onze primaire levensbehoefte. D66
wil in de komende kabinetsperiode fors investeren in natuur, landschap en
water. Bestaande natuur en landschap moet worden beschermd, maar er moet
ook nieuwe natuur en recreatie bijkomen. Vooral in verstedelijkte gebieden
moet er nieuw groen bijkomen.

> Groen in steden. Bij de bouw van elke nieuwe woning moet minimaal 75m2
  binnenstedelijk openbaar groen per (nieuwe) woning worden gerealiseerd.
  Dat betekent meer stadsparken en meer groen. Bij nieuwe woonwijken mag er
  niet worden bezuinigd op de groenvoorzieningen.

> Groen rond steden. De aanleg van groene recreatiegebieden rondom steden
  blijft achter. Een forse inhaalslag is nodig.

> Bescherming en verbinden bestaande natuur. D66 wil dat de natuurgebieden
  van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) sneller worden beschermd en aan
  elkaar verbonden. D66 is er voorstander van de EHS robuuster en
  `klimaatproof' te maken.

> Nationale parken beschermen. D66 wil de bestaande nationale parken en
  landschappen (zoals De Veluwe, De Biesbosch en De Utrechtse Heuvelrug)
  nadrukkelijk beschermen tegen versnippering en verstedelijking. Deze
  parken zijn parels van de rijke natuurwaarden van Nederland. Extra
  investeringen in beheer en het tegengaan van versnippering zijn nodig.

> Voorkomen wateroverlast. D66 onderschrijft de maatregelen ter voorkoming
  van wateroverlast en het anders omgaan met water, zoals vastgelegd in het
  Nationaal Bestuursakkoord Water en de implementatie van de
  Kaderrichtlijn Water en pleit voor extra investeringen om Nederland ook
  in de toekomst droge voeten te laten houden.

> Maatschappelijke initiatieven steunen. D66 steunt inititiatieven (zoals
  het Deltaplan voor het landschap) voor de verbetering en instandhouding
  van de kwaliteit en kwantiteit van de landelijke gebieden in Nederland.
  Biodiversiteit, cultuurhistorie en recreatieve ontsluiting vormen
  daarbij richtsnoeren om de eigenaren en beheerders in staat te stellen
  (bijvoorbeeld door de instelling van een fonds) deze extra landschapszorg
  duurzaam voor hun rekening te nemen.

> Een fonds voor het landschap. De zorg voor het landschap moet duurzaam
  gefinancierd worden via een fonds adequaat het (beheer van het) landschap
  kan verbeteren.

> Gaswinning Waddenzee. Gaswinning via een schuine buis onder de Waddenzee
  heeft geen gevolgen voor de natuur en geeft geen zichthinder. Daarom
  steunt D66 deze schone winning. Een aanzienlijk deel van de opbrengst moet
  worden besteed aan het uitkopen van de kokkelvisserij en forse
  investeringen in duurzame projecten.

> Mainport Schiphol. De luchthaven Schiphol is van belang voor de
  economische ontwikkeling van Amsterdam en de noordelijke Randstad. Bij
  de evaluatie van de Wet Luchtvaart is een kans gemist om een helder en
  handhaafbaar milieustelsel in te voeren dat de 1 verwachte groei (en
  belang) van de luchtvaart combineert met kwaliteit van leven in het
  omringende gebied. De komende vier jaar zal een milieustelsel tot stand
  dienen te komen dat duurzame ontwikkeling van de mainportfunctie van
  Schiphol mogelijk maakt.

> Groei van de luchtvaart op Lelystad. Een deel van het vliegverkeer van
  Schiphol kan worden uitgeplaatst naar vliegveld Lelystad. Dit kan ook een
  impuls betekenen voor de werkgelegenheid ten oosten van Almere.

> Heffing op vliegverkeer. Het vliegverkeer kent op dit moment geen
  belasting op brand- stof. D66 wil dat binnen Europa een beperkte heffing
  op het vliegverkeer komt, waarvan de opbrengst ten goede komst aan
  investeringen in schone energiebronnen.


Minder files en meer milieu

> Verbetering bestaande wegen eerste keus. D66 kiest voor verbetering en
  gerichte uitbreiding van bestaande wegen in plaats van nieuwe wegen.
  Bestaande wegen kunnen worden verbreed om meer verkeer aan te kunnen.

> Geen doorgetrokken A-A langs het Naardermeer. D66 is tegen deze plannen
  en steunt een slimme variant over bestaande wegen, waarbij luchtvervuiling
  wordt tegengegaan door overkapping van en verdieping van de
  (Gaasperdammer)weg. Ook andere varianten die natuur en landschap
  respecteren, zoals een tunnel onder het IJmeer, zijn Mensen houden van
  groen denkbaar.

> Kilometerheffing vervangt motorrijtuigenbelasting. Naast investeringen
  in Openbaar Vervoer en het bestaande wegennet moeten mensen ook slimmer
  gebruik maken van de auto. D66 wil zo snel mogelijk een kilometerheffing
  voor personenauto's invoeren. Zo worden automobilisten die niet per se in
  de spits hoeven te rijden gestimuleerd op een ander moment gebruik van de
  weg te maken. Hierdoor nemen de files af. Vieze auto's worden ook zwaarder
  belast dan schone. Introductie van deze heffingen moet de huidige
  generieke motorrijtuigenbelasting vervangen zodat de kilometerheffing niet
  leidt tot een verzwaring van de lasten.

> Schonere auto's. Er dient in Europa een harde afspraak gemaakt te worden
  voor schonere auto's. Als dat te traag gaat, moet Nederland voorop durven
  te lopen en strengere eisen stellen. Via de APK-keuring moeten binnen tien
  jaar auto's met een te grote uitstoot van de weg worden gehaald.
  Automobilisten die een roetfilter aanbrengen op hun oude auto krijgen een
  fiscaal voordeel.

> Woon-werkverkeer door bedrijf slimmer aangepakt. Bedrijven moeten worden
  gestimuleerd om hun werknemers op slimmere wijze naar hun werk te laten
  gaan. Flexibele werktijden, thuiswerken, nieuwe vormen van collectief
  vervoer, gedeeld autogebruik en bevordering van de fiets dragen bij aan
  minder files.

> Overkappingen en ondertunneling in steden. De hinder van bestaande
  traces door steden moet worden weggenomen door overkappingen en
  ondertunneling. Dat biedt nieuwe mogelijkheden voor verbetering van
  bereikbaarheid, milieu en ruimtelijke kwaliteit en spaart kwetsbare
  landschappen. De Gaasperdammerweg in Amsterdam, maar ook de A2-traverse
  door Maastricht zijn plaatsen waar dit mogelijk is.


Investeren in stedelijke vernieuwing

De ruimtelijke tegenstelling tussen verschillende buurten in de steden (en
tussen steden en randgemeenten) neemt toe en de integratie van met name
niet-westerse allochtonen neemt af. Dit geldt vooral in de vier grote
steden, maar het speelt ook elders. D66 wil meer financiele middelen om
tegen de afnemende integratie en toenemende segregatie in te gaan, een
beter en gevarieerder woningaanbod in deze wijken te scheppen en het
stads-gewestelijk openbaar vervoer te verbeteren zodat iedereen een betere
toegang tot werk en diverse voorzieningen krijgt. D66 acht
herstructurering en stedelijke vernieuwing ook de komende jaren hard
nodig, net als sociale investeringen en investeringen in zorg en
onderwijs. D66 wil dat er daarvoor ook na 2010 ISV en BLS middelen
beschikbaar worden gesteld. Er is hiervoor 1 miljard euro per jaar nodig.
Die gelden moeten gericht en met meer focus dan tot nu toe worden ingezet.
De huidige inzet in maar liefst 56 wijken is te versnipperd.

> Woningbouwcorporaties spelen actievere rol. D66 wil dat
  woningbouwcorporaties een nog actievere rol spelen in de stedelijke
  vernieuwing en meer middelen inzetten. Woningcorporaties moeten worden
  aangesproken op hun brede maatschappelijke opgave: nieuwbouw en
  renovatie, huurbeleid, leefbaarheid, sociaal kwetsbaren en ontwikkeling
  van maatschappelijk vastgoed. Hiervoor wil D66 dat er zowel een Nationaal
  Convenant wordt opgesteld als diverse regionale afspraken tussen gemeenten
  en corporaties. Het maatschappelijk bestemd vermogen van de
  woningcorporaties moet worden aangewend voor de vernieuwing en het beheer
  van de goedkope woningvoorraad en andere noodzakelijke investeringen. Dit
  moet ertoe leiden dat de investeringsruimte van de Nederlandse corporaties
  optimaal wordt benut ten behoeve van de stedelijke vernieuwing en
  benodigde kwaliteit in de steden. Mocht een corporatie zijn
  verantwoordelijkheid op dit punt niet nemen, dan moet het mogelijk zijn
  deze daartoe te dwingen.

> Particuliere eigenaren gaan leegstand tegen. Ook particuliere eigenaren
  moeten worden aangezet tot een actieve bijdrage aan de benodigde
  stedelijke vernieuwing. D66 wil ook dat zij nog actiever leegstand
  tegengaan en investeren in de omzetting van ongebruikte ruimtes
  (bijvoorbeeld boven winkelpanden) in woningen. Starters, senioren en
  mogelijk ook andere woningzoekenden krijgen daarmee meer kans om een
  woning te vinden. Bovendien draagt dat bij aan de sociale veiligheid.


Hypotheekrenteaftrek niet geisoleerd beschouwen

D66 plaatst de discussie over de fiscale aftrek van de hypotheekrente
binnen de context van de gehele woningmarkt. Op die woningmarkt bestaan
twee grote problemen: starters kunnen bijna geen huis kopen en de markt
voor huurwoningen zit verstopt. Uit verschillende analyses is gebleken
dat het beperken van de fiscale aftrek van de hypotheekrente de
doorstroming niet bevordert, en mogelijk zelfs belemmert. Dat hoge
inkomens meer kunnen aftrekken is weliswaar een feit, maar daaraan zijn in
de afgelopen kabinetsperiode al beperkingen gesteld; verder dit als
onrechtvaardig ervaren feit in isolement aanpakken heeft veel grotere
negatieve effecten dan dat het `probleem' rechtvaardigt. Daarmee bereiken
we niet wat we willen: outsiders toegang te geven op die markt. Want ook
hier gaat het primair om mensen en hun toekomst en niet om een stokpaardje
(inkomensbeleid) van sommige politici.

Een toename van het aanbod van woningen sorteert het meeste effect op de
doorstroming. D66 vindt dan ook dat de uitgifte van grond voor redelijke
prijzen moet worden gestimuleerd, en dat bij de verkoop van bouwgrond als
voorwaarde moet worden gesteld dat binnen een bepaalde termijn in
vastgestelde prijssegmenten wordt gebouwd. Het vergroten van het
woningaanbod is de belangrijkste prioriteit.

Fiscaal gezien dient de aftrek van de hypotheekrente in samenhang met
andere rege- lingen te worden beoordeeld. Het eigen huis wordt volgens
verschillende maatregelen fiscaal behandeld, zoals het eigenwoningforfait,
de overdrachtsbelasting, de OZB, de rente-aftrek in Box 1 en het vermogen
in Box 3. Bij noodzakelijke wijzigingen, vanuit het oogpunt van houdbare
overheidsfinancien, wordt vervolgens het netto effect beoordeeld. Mensen
mogen er niet op achteruitgaan of moeten ruimschoots de gelegenheid hebben
om te kunnen reageren op een nieuw belastingsregime. Vooral met het oog op
de door- stroming op de woningmarkt moet hierbij tevens de huurtoeslag in
overweging worden genomen. D66 bepleit het instellen van een
staatscommissie die deze problematiek in de genoemde samenhang onderzoekt
en met gedegen aanbevelingen komt.


Gezondere woningmarkt

De ruimtelijke inrichting kan bijdragen aan de emancipatie- en
integratiemogelijkheden ver van alle inwoners van Nederland. Het is nodig
ervoor te zorgen dat starters op de woning- markt niet worden
buitengesloten en eenzijdig samengestelde wijken worden voorkomen.

> Diversiteit. Het merendeel van de nieuwe woningen zal in de bestaande
  steden een plek moeten krijgen. Projectontwikkelaars en
  woningbouwcorporaties moeten worden gestimuleerd meer divers te bouwen.
  Er is een extra inspanning nodig om de woning- bouwproductie op peil te
  krijgen.

> Maatwerk voor doorstroming. De in gang gezette huurliberalisering biedt
  geen wezenlijke oplossing voor het beter functioneren van de woningmarkt,
  leidt waarschijnlijk niet tot een werkelijk grotere doorstroming en heeft
  naar verwachting wel negatieve sociale gevolgen voor de
  bevolkingssamenstelling van verschillende wijken. D66 wil daarom goed
  uitgezocht hebben hoe de rijksbijdragen aan huur- en koopwoningen kunnen
  worden teruggebracht, voordat met de liberalisering wordt verder gegaan.
  Meer maatwerk is nodig om tot meer doorstroming te komen, onnodige
  subsidies te beeindigen en gelijktijdig bij te dragen aan een gezonde
  samenstelling van wijken, steden en regio's. Verkleining van de
  tegenstelling tussen stad en rand ­ ook wat betreft woning- bestand - en
  een samenhangende ontwikkeling van beide zal door de nieuwe, vergrote
  gemeenten moeten worden opgesteld.

> Diversiteit van woningaanbod vergroten. D66 wil dat de diversiteit van
  het woningaanbod groter wordt. Vooral door de individualisering en
  grotere etnische en culturele diversiteit lopen de wensen van burgers
  verder uiteen dan ooit tevoren. De woning- markt speelt daar maar amper op
  in. Het gaat hierbij zowel om wensen met betrekking tot woon/zorgcomplexen
  voor ouderen en gehandicapten als om die van starters en studenten. D66
  wil een nieuwe Huisvestingswet die bijdraagt aan een evenwichtige en
  rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.

> Ruimtelijke projecten krijgen steun. Grote investeringsfondsen,
  waaronder de aardgas- baten, moeten worden ingezet om de toekomstvisie en
  -strategie te kunnen verwezenlijken. Geen door sectorale lobby's en
  ambtelijke circuitjes gestuurde verdeelpolitiek, maar een helder en
  samenhangend investeringenbeleid dat ook maximale aantrekkings- kracht
  heeft voor private investeringen. Geen incidentele verdeling van gelden
  aan min of meer toevallige projecten, maar een meerjarenprogramma voor
  gebiedsontwikkeling waarmee structureel en transparant rijksgelden
  beschikbaar komen voor ruimtelijke projecten.


Duurzame Landbouw

> Afschaffen van exportsubsidies. De exportsubsidies op landbouwproducten
  vanuit de Europese Unie hebben een zeer negatief effect op boeren in
  ontwikkelingslanden. Nederland dient zich hard te maken om deze
  landbouwsubsidies zo spoedig mogelijk af te bouwen.

> Biotechnologie als kans. Voor de duurzaamheid van de landbouw, het
  milieu, voor ontwikkelingslanden en voor een betere gezondheid. Ook biedt
  deze techniek economische kansen voor innovatie. Nederland zou op dit
  gebied ook veel meer voorop moeten lopen. D66 vindt dat deze technologie
  dan ook breder toegepast moet kunnen worden, zeker nu blijkt dat
  genetische modificatie van gewassen nauwelijks specifieke problemen met
  zich meebrengt. De bijzondere regelgeving en bijbehorende bureaucratie
  rond transgene gewassen kan dan ook langzaam worden afgebouwd. Wel moet er
  keuzevrijheid blijven bestaan; mensen moeten zelf kunnen kiezen of ze wel
  of geen genetisch gemodificeerd voedsel willen eten. Octrooiwetgeving moet
  zodanig worden herzien dat biotechnologische producten beter toegankelijk
  zijn voor ontwikkelingslanden.

> Biologische landbouw. Ook de biologische land- en tuinbouw heeft een
  innovatieve kracht D66 streeft ernaar dat in 2010 10% van het
  landbouwareaal biologisch is.

> Landbouwsteun naar groen. Nederland moet haar Europese landbouwsteun
  inzetten voor het leveren van `groene diensten' zoals het onderhoud aan
  landschap, de bescherming van weidevogels en weidegang van koeien.

> Alternatieve bemestingsvormen. Er moet ruimte komen voor alternatieve
  vormen voor bemesting van het land. Door de huidige vorm van bemesting
  wordt veel van de biodiversiteit verwoest.


Dieren

De komende decennia zal de consumptie van vlees en dierlijke producten
sterk toenemen. In veel gevallen zal dit leiden tot een verdere
intensivering van de veehouderij wat ten koste zal gaan van het welzijn
van dieren. D66 vindt die ontwikkeling zeer zorgelijk en wil dat Nederland
investeert in een duurzame veehouderij. Een beschaafde samenleving behoort
fatsoenlijk om te gaan met dieren.

> Einde aan de bio-industrie. De omstandigheden van dieren in de
  bio-industrie moeten versneld worden verbeterd. D66 kiest voor concrete
  maatregelen, zoals het fors vergroten van de hokken voor dieren, het
  buiten laten grazen van runderen, het verbieden van onverdoofd castreren
  van varkens en het aan banden leggen van diertransporten langer dan vier
  uur of verder dan 300 kilometer. Nederland moet met deze maatregelen niet
  Mensen houden van groen wachten op de rest van Europa.

> Label op alle dierlijke producten. Op alle dierlijke producten komt een
  label waarop eenvoudig af te lezen is wat de graad van dierenwelzijn is
  geweest. Zo worden consumenten in staat gesteld een verantwoorde keuze te
  maken. Nederlandse supermarkten moeten binnen twee jaar een convenant
  sluiten zodat er geen dierlijke producten worden verkocht die onder een
  aanvaardbaar niveau van dierenwelzijn zijn geproduceerd.

> Dierenwelzijnsaftrek voor boeren. Boeren die fors investeren in grotere
  hokken voor hun dieren moeten belastingkorting krijgen om hen tegemoet te
  komen in de kosten.

> Jacht op en handel in beschermde diersoorten aanpakken. Veel dieren
  worden met uitsterven bedreigd door vernietiging van hun leefgebied en
  door overbejaging. D66 wil een strengere controle op de handel in
  Nederland en in Europa. D66 verzet zich tegen het volledig vrijgeven van
  de Nederlandse jacht op vossen en andere dieren.

> Tegengaan overbevissing. Er moeten strenge internationale afspraken
  komen over het drastisch terugdringen van de bevissing van kwetsbare
  vissoorten. Als deze afspraken niet gehandhaafd worden dreigt er
  economische en ecologische ramp. Alternatieve vismethodes waardoor de
  bijvangst van vissen wordt voorkomen dienen te worden gestimuleerd. De
  jacht op walvissen moet verboden blijven.

> Productie en verkoop bont tegengaan. Het fokken van nertsen voor bont in
  Nederland moet worden verboden. Ook de verkoop van honden- en kattenbont,
  evenals zeehondenbont, moet aan banden worden gelegd.

> Grote terughoudendheid in toepassen dierproeven. Dierproeven zijn vaak
  een noodzakelijk kwaad en vaak ook een wettelijke vereiste. Betere
  internationale samenwerking en afstemming kunnen onnodige dubbeling van
  proeven voorkomen. Nederland moet daarom actief inzetten op een sluitende
  registratie van onderzoek. Daarnaast moet geinvesteerd worden in de
  ontwikkeling van alternatieve onderzoeksmethodes.

------------------------------------------------------------------------------
Colofon

De tekst van het conceptverkiezingsprogramma van D66 `Het gaat om mensen'
is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de programmacommissie
bestaande uit:

Joris Backer     voorzitter

Michiel Herter
Wim Kokx
Andre Meiresonne
Jan Paternotte
Marijke Rem
Maarten Schurink

met medewerking van:

Gert van Dijk    Kenniscentrum D66, secretaris
Frank van Mil    Kenniscentrum D66, secretaris
Maurice Eykman   eindredacteur

grafisch ontwerp > Wilmar Grossouw
concept          > Wilmar Grossouw/Lauwen Projects
druk             > Drukkerij Uleman-De Residentie

--------
(c) 2006 D66

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list