Referendum-mania: Nederlandse Bank geeft Euro-fiasco toe

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at DDS.NL
Sat Apr 30 08:54:24 CEST 2005


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Bron:  Nederlands Dagblad
Datum: 30 april 2005
URL:   http://www.nd.nl/newsite/artikel.asp?id=61213


Gulden te goedkoop de euro ingeloodst
-------------------------------------
Door Ton Damen

Dat de Nederlandse gulden op 1 januari 1999 tegen een verkeerde koers tot
de euro zou toetreden, stond van tevoren vast. Opwaardering was nu eenmaal
uitgesloten. 'Er is ook nooit over gesproken', zegt Henk Brouwer, directeur
van De Nederlandsche Bank. 'Het veranderen van de wisselkoers ligt ongeloof-
lijk gevoelig.'


AMSTERDAM - Op donderdag 9 november 1989 viel de Berlijnse Muur en in
oktober 1990 werden West- en Oost-Duitsland herenigd. Er was al het nodige
voorwerk verricht: alle Oost-Duitse marken konden in de verhouding een
op een worden omgeruild in West-Duitse marken. Die ruilverhouding was
genereus, want Oost-Duitsland was zo goed als bankroet. Nog steeds heeft
de Duitse economie zich niet volledig hersteld van de klap die haar toen
werd toegebracht.

Bijna tien jaar na de val van de Berlijnse Muur kwam de euro. Op 31
december 1998 werd de waarde van de euro ten opzichte van de deelnemende
munten vastgesteld. De girale euro was daarmee een feit, op 1 januari 2002
gevolgd door echte munten en bankbiljetten.

Niet alleen de Duitse economie, maar ook de mark had door de hereniging
aan kracht ingeboet. De gulden was daardoor ten opzichte van de mark
sterker geworden. Maar de kracht van de gulden ten opzichte van de Duitse
mark werd genegeerd toen de waarde van de euro werd vastgesteld.


Te goedkoop

De gulden trad zo te goedkoop toe tot de euro. De koers van de euro ten
opzichte van de gulden werd vastgeklonken op 2,20371 euro. Dat was vijf
tot tien procent boven de werkelijke waarde, stellen deskundigen vast. De
koers had 2,10 of 2,00 euro moeten zijn.

De Nederlandsche Bank (DNB) en het ministerie van Financien hebben hier
nooit over gepraat. In 1997 hadden sommige banken de onderwaardering van
de gulden ten opzichte van de D-Mark al gerapporteerd. DNB en Financien
reageerden echter niet. Daar waren goede redenen voor. Als bekend werd dat
de gulden was ondergewaardeerd, en/of de Duitse mark overgewaardeerd, zou
dat tot veel onrust op de valutamarkten hebben geleid.

Een revaluatie van de gulden of een devaluatie van de D-Mark was bovendien
ondenkbaar. Het zou het herenigde Duitsland, trots als het was op zijn
D-Mark, in verlegenheid hebben gebracht. Alleen al daarom was het beter
een lagere koers van de gulden voor lief te nemen; de munt werd dan ook
geruisloos en te goedkoop de euro ingeloodst.


Gevoelig

Directeur Henk Brouwer van De Nederlandsche Bank (DNB) weet hoe gevoelig
de omwisselingsoperatie van de nationale valuta naar de gezamenlijke
munteenheid, de euro, lag. Hij was van 1992 tot 1998 thesaurier-generaal
van het ministerie van Financien. 'We hebben in de jaren zeventig en
negentig dramatische valutacrises gehad. De Portugese escudo, de Italiaanse
lire en de Franse franc gingen alle kanten op. In dat licht bezien was het
ondenkbaar dat je de harde kern van het wisselkoersstelsel ook nog eens aan
het schuiven bracht. Het laatste wat we wilden is onrust zaaien door over de
spilkoers te praten.'

Puur technisch gezien was er wel wat voor een revaluatie, een opwaardering
van de gulden, te zeggen. Brouwer: 'Tussen 1990 en 1998 steeg de waardering
van de Duitse mark. Dat betekende dat de concurrentiepositie  van de
Duitsers verslechterde ten opzichte van Nederland. Dat was vooral
het gevolg van ontwikkelingen in Duitsland zelf, zoals de dure hereniging,
de oplopende inflatie en de stijgende loonkosten door de spanningen op de
Duitse markt. We konden vaststellen dat de gulden vijf of tien procent -
afhankelijk van de manier waarop je zou meten - was ondergewaardeerd in
koers tegenover de D-Mark. Het is altijd heel moeilijk om een evenwichtskoers
te bepalen, maar je mag wel zeggen dat de gulden ondergewaardeerd was.'


Spanningen

In de tweede helft van de jaren negentig groeide de economie bovengemiddeld.
De vraag van consumenten steeg en er ontstonden spanningen op de arbeids-
markt. Maar er was ook sprake van enorme stijgingen van de huizenprijzen en
de beurzen, die zorgden voor vermogenseffecten. Nederlandse burgers hadden
veel geld. Normaal gesproken zou de regering wat hebben moeten afremmen,
maar in plaats daarvan gebeurde het omgekeerde.

Brouwer: 'De ruimte voor een stijging van de overheidsuitgaven werd
maximaal benut, gevolgd door een forse lastenverlichting, nog in 2001.
Daar waren allemaal argumenten en oorzaken voor aan te geven, maar gezien
het klimaat van sterke economische groei en de daardoor ontstane spanning
op de arbeidsmarkt, valt met de kennis achteraf te zeggen dat het ontbrak
aan een politiek die zorgde voor enige afremming van de economie.'

Vervolgens kwam daar de ondergewaardeerde gulden bij. Een goedkope gulden
trekt vraag aan en versterkt de concurrentiepositie. Er kwam geen
revaluatie. Brouwer: 'In plaats daarvan kregen we een andere aanpassing:
lonen en prijzen stegen, de inflatie nam toe. Daardoor is uiteindelijk
toch sprake geweest van een reele appreciatie. Nu de koers niet was
aangepast, pasten de prijzen zich aan. Er kwam later wel een ander effect
bij: doorschieten. Onze concurrentiepositie verslechterde sterk door te
forse loonkostenstijgingen.'


Verkeerd

Professor Sweder van Wijnbergen, destijds secretaris-generaal van het
ministerie van Economische Zaken, wijst erop dat in januari 2001 de
inflatie 5,1 procent bedroeg. 'Nederland stond ineens bovenaan in het
rijtje van eurolanden met een hoge inflatie. Dat was de reflectie van de
verkeerde eurokoers.'

Minister Zalm (Financien) schreef in mei 2002 aan de Tweede Kamer dat het
lastig was het effect van de invoering van de euro op de inflatie te
meten. Van Wijnbergen: 'Maar hij kon wel weten dat een verkeerde eurokoers
was gehanteerd.'

De verkeerde koers had volgens Van Wijnbergen diverse gevolgen. 'Wat er
gebeurde, is te vergelijken met de afwaardering van een munt met tien
procent. Vervolgens zorgde de hoge inflatie in Nederland ervoor dat binnen
een jaar of vijf het gat tussen de goedkopere Nederlandse producten en de
buitenlandse, weer werd gedicht.'

--------
(c) 2005 Nederlands Dagblad

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list