(Im)migratie in Nederland, een lesje

Hein van Meeteren heinwvm at CHELLO.NL
Thu Sep 23 14:18:10 CEST 2004


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Wie denkt dat de komst van migranten naar Nederland een betrekkelijk
nieuw verschijnsel is vergist zich. Ook in het verleden heeft de komst
van migranten een grote invloed op de Nederlandse samenleving gehad.
De komst van de Franken en Saksen veranderde de positie van de Friezen
ingrijpend. Sommigen beschouwen deze grote volksverhuizing als de
eerste, grote migratiestroom in de geschiedenis van Nederland. Kortom:
al honderden jaren zijn in Nederland migranten met een van oorsprong
niet-Nederlandse cultuur komen wonen. Dit neemt echter niet weg dat er
wel degelijk een sterke toename van migranten valt waar te nemen in de
afgelopen decennia. Zo groeide hun aantal tussen 1971 en 1997 van
200.000 naar 1,5 miljoen mensen. Over de totale Nederlandse bevolking
genomen is dit een groei van 1,6 naar 9,4 procent. In sommige grote
steden maken migranten op het moment een derde deel van het aantal
inwoners uit. Het Amsterdams Bureau voor Onderzoek en Statistiek
becijferde onlangs dat etnische minderheden rond 2020 bijna de helft
zullen uitmaken van de Amsterdamse bevolking. De Nederlandse samenleving
is met andere woorden een multi-etnische samenleving geworden en zal dit
ook blijven.
Uiteraard brengen deze migranten ook hun eigen godsdienst mee. Vaak
betreft dit niet-christelijke godsdiensten, zoals islam, boeddhisme,
hindoeïsme. Dikwijls wordt echter vergeten dat er onder de vele
migranten die ons land rijk is minstens net zoveel christenen te vinden
zijn. De Stichting Samen Kerk in Nederland (SKIN), een koepelorganisatie
van niet-westerse kerken in Nederland, schat hun aantal zelfs op 700 à
800.00 personen, waarvan ongeveer 200.000 protestant zijn.

  Migrantenkerken
De verschillende kerken die deze migranten uit den vreemde meenamen
worden vaak aangeduid als migrantenkerken. Soms wordt daarbij een
onderscheid gemaakt tussen de historische migrantenkerken en de nieuwere
migrantenkerken. Met de historische migrantenkerken worden de kerken uit
Indonesië en Suriname bedoeld die Nederland kennen uit het koloniale
verleden en min of meer vertrouwd zijn met de Nederlandse cultuur en
taal. Met de nieuwere of jongere migrantenkerken duidt men de kerken aan
die de afgelopen vijftien à twintig jaar naar Nederland zijn gekomen,
zoals bijvoorbeeld de Ghanezen in de Amsterdamse Bijlmermeer.
Wie over deze kerken meer wil weten dan in het korte bestek van dit
hoofdstuk geboden kan worden kan het beste terecht bij het boek
Gemeenschapsvorming van Aziatische, Afrikaanse en Midden- en
Zuidamerikaanse christenen in Nederland onder redactie van dr. J.A.B.
Jongeneel, dr. R. Budiman en dr. J.J. Visser. Deze gouden gids van
niet-westerse christenen in Nederland beschrijft niet alleen hun
geschiedenis en problemen, maar geeft ook een beschrijving van de
talloze niet-westerse christelijke kerken en groepen, die in Nederland
hun weg en plaats gevonden hebben in de loop van de tijd.
In dit hoofdstuk zal veelvuldig worden teruggegrepen op het pionierswerk
dat in deze studie aan een breder publiek gepresenteerd werd.
Geschiedenis
Zoals gezegd is migratie in Nederland niet een verschijnsel van alleen
de laatste decennia. In het hiervoor genoemde boek wordt erop gewezen
dat de Reformatie en de daarop volgende godsdienstoorlogen een
aanzienlijke migratie binnen Europa tot gevolg hadden. Aan het eind van
de zestiende eeuw kwamen een kleine 100.000 zuidelijke Nederlanders naar
de Republiek. Zij hadden door hun kennis en vakbekwaamheid, onder hen
waren veel edellieden, predikanten en ambachtslieden, grote invloed op
de economische en sociale ontwikkeling van de Republiek. De vele
Franstaligen onder hen stichtten de zogenaamde Waalse kerken.
In de zeventiende eeuw kwamen joden groepsgewijs naar de lage landen,
van wie sommigen, in de tijd dat de islam uit Spanje werd verdreven,
noodgedwongen waren overgegaan tot de rooms-katholieke kerk. Eenmaal in
de Nederlanden aangekomen keerden de meeste van deze Christaos Novos
weer terug tot het jodendom.
Van 1680 tot 1703 vertrokken in verschillende fasen 50 à 60.000
hugenoten uit Frankrijk naar Nederland, waar hen een warm welkom
wachtte. Bij hun opvang speelden de Waalse kerken een belangrijke rol.
Het getal van hun gemeenten steeg door de komst van de hugenoten tot
boven de 80.
Het zou vervolgens tot aan het begin van de twintigste eeuw duren
alvorens Nederland plotseling ten gevolge van de eerste Wereldoorlog
opnieuw met een zeer groot aantal vluchtelingen geconfronteerd werd.
Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis werden vluchtelingen in
kampen ondergebracht. Hierop kwam de nodige kritiek.
Ook vanaf 1933, toen Hitler in Duitsland aan de macht kwam, kwamen
aanzienlijke aantallen vluchtelingen naar Nederland. Ze werden echter
slechts mondjesmaat toegelaten. Dit had te maken met de Nederlandse
neutraliteitspolitiek, de werkloosheid in eigen land en de angst voor
socialistische en communistische agitatie.
Wanneer de eerste niet-westerse immigranten naar Nederland zijn gekomen
is niet duidelijk. Voor zover ze er waren was hun aantal gering of
verbleven ze maar tijdelijk in Nederland. In elk geval kan gesteld
worden dat hun aantal vóór de Tweede Wereldoorlog klein was. Na de
Tweede Wereldoorlog zou dit aanzienlijk veranderen.
Naoorlogse migrantenstroom
De eerste grote naoorlogse stroom van niet-westerse migranten was een
rechtstreeks gevolg van de dekolonisatie van Indonesië. Hier moet men
denken aan Chinezen die zich onveilig voelden, Indische Nederlanders,
voor wie er geen toekomst meer was in Indonesië en de Molukkers uit het
Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL).
Vervolgens trokken na de onafhankelijkheid van Suriname in 1974 veel
Surinamers naar Nederland. Ondertussen kwamen vanaf de jaren vijftig ook
Antillianen in steeds grotere aantallen naar Nederland.
Een tweede stroom migranten zijn de trekarbeiders uit met name Turkije
en Marokko die om economische redenen naar Nederland werden gehaald of
op eigen initiatief kwamen. Een aparte categorie vormen hier de
zakenlieden uit de geïndustrialiseerde landen in Azië, zoals Korea en
Japan. Gezien hun sociaal-economische positie zijn zij niet
vergelijkbaar met de Turkse en Marokkaanse arbeidsmigranten.
Een derde stroom betreft de migranten om humanitaire redenen:
vluchtelingen en asielzoekers uit een scala van landen van Vietnam tot
Liberia, van Chili tot Sri Lanka.
De vierde stroom tenslotte zijn, zoals dat wel eens genoemd wordt, de
'overige' migranten: mensen die naar Nederland komen in het kader van
gezinshereniging en studenten.
Overheid, samenleving en kerken hebben zich sinds de Tweede
Wereldoorlog, ieder op eigen wijze, ingezet voor de opvang van
migranten. Het Nederlandse vreemdelingenbeleid is de laatste jaren door
het proces van Europese eenwording danig aangepast. Om onderling een
open maatschappij te kunnen ontwikkelen, worden de grenzen naar buiten
scherper getrokken en bewaakt.
Ook al is er aandacht voor de nieuwkomers, het minderhedenbeleid van de
Nederlandse overheid is vooral gericht op die groepen die al wat langer
in ons land verblijven.
De reacties in de samenleving op de komst van mensen uit vreemde landen
zijn wisselend. De vraag of racisme in onze samenleving voorkomt wordt
in verschillende studies verschillend beantwoord. Sociaal-economische
posities van bepaalde groepen en buurten in de Nederlandse samenleving
spelen hier een belangrijke rol en dragen er het hunne toe bij dat
migranten soms niet gezien worden als mensen die nieuwe vaardigheden
meebrengen, maar als bedreiging voor de eigen positie op de woning- of
arbeidsmarkt.
Tegelijkertijd is het ook een feit dat veel mensen zich inzetten voor
nieuwkomers. Zo kent de Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland zo'n
10.000 vrijwilligers die helpen bij de opvang van asielzoekers en
vluchtelingen.
De komst van migranten naar Nederland liet ook de kerken niet onberoerd.
In de verklaring van de Raad van Kerken in Nederland uit 1987 Voor
vluchtelingen partij kiezen werd het vluchtelingenvraagstuk in mondiaal
perspectief geplaatst. Op allerlei manieren is er binnen de kerken
aandacht voor de multiculturele samenleving. De contacten met de
migrantenkerken hier te lande blijven echter schaars, terwijl
Nederlandse kerken soms wel via zendingsorganisaties en oecumenische
verbanden contacten onderhouden met kerken in de landen van herkomst van
veel allochtone christenen in ons land.
Wat de toekomst betreft kunnen ook de kerken hier een rol spelen. Het is
beslist belangrijk dat zij hun invloed (blijven) aanwenden om
gastvrijheid te laten prevaleren boven xenofobie en contacten
stimuleren, ook tussen christenen van autochtone en allochtone kerken.
Om deze contacten te kunnen leggen is het nuttig meer te weten over de
achtergronden en situatie van de tientallen Aziatische, Afrikaanse en
Midden- en Zuid-Amerikaanse christelijke gemeenschappen en kerken in
Nederland

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list