Roken in de horeca

drs. W.E. van de Griendt (Universiteit Twente, faculteit W.E.vandeGriendt at UTWENTE.NL
Wed Sep 15 14:40:37 CEST 2004


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

> Fris mijn geheugen even op inzake rechtvaardigheidstheorie. Met het
> utilitarisme strookt het in elk geval niet en ook achter de sluier van
> Rawls ben ik nog steeds tegen een rookverbod in alle cafe's. Wat is er
> nog meer populair tegenwoordig?

Dag Henk,

zoals ik aangaf in mijn antwoord richting Ger, kijk ik meer naar de
reciprociteitsgedachte, zoals geformuleerd door Coase en meer expliciet
gemaakt in het werk van Calabresi en Melamed. Onderstaand stuk is zeer lang
geworden en ik hoop dat mensen de moeite willen nemen om het te lezen. Ik
heb mijn best gedaan om mijn positie en afwegingen in deze duidelijk te
maken en zou graag met jullie op basis van dit verhaal verder willen
discussieren. Mocht je het artikel zelf willen lezen, dan staat de
referentie in een vorige reply van mij op Ger. Voor zover ik weet, is het
artikel niet in pdf-form beschikbaar (mocht dit wel het geval zijn, dan hoor
ik het graag).

Property rules, liability rules and inalienability: one view of the
cathedral
Calabresi en Melamed geven aan dat als rechters in dit soort gevallen
uitspraken moeten doen, dat zij dan twee beslissingen moeten nemen.
Beslissing 1 heeft betrekking op de 'entitlement'. Een entitlement is een
claim dat je een positie hebt die inhoudt dat jij bepaalt wat er op een
bepaald punt cq wat er met een bepaald object gebeurd en hoe anderen zich in
relatie tot jou daartoe moeten gedragen. En deze claim is dermate sterk dat
je normaal gesproken, binnen straks te bespreken voorwaarden, een geschil
hierover zou winnen. Dit houdt in dat de rechter moet beslissen wie het
recht aan zijn kant heeft in een voorliggende geval. Dat betekent in dit
geval dat of de roker recht heeft om te roken of de niet-roker om
gevrijwaard te blijven van rook (positief gesteld, een recht op (relatief)
'schone lucht').

Beslissing 2 gaat over de wijze van bescherming van dit recht. Een rechter
kan kiezen uit 3 soorten bescherming. Nr.1 is de 'property rule'
bescherming. Dit houdt in dat de houder van de 'entitlement' zonder zijn
toestemming geen afstand hoeft te doen van zijn entitlement, maar wel
gerechtigd is om zijn positie voor een door hem ingestemde prijs te
verkopen. Bescherming nr. 2 is de 'liability rule'. De 'liability rule'
bescherming houdt in dat als iemand tegen de wil van de entitlement houder
toch iets wil doen, dat hij dit alleen mag als hij daarvoor een door een
derde partij (meestal een rechter) vastgestelde vergoeding betaald. Doet hij
dat, dan heft hij de positie/de entitlement van de entitlement houder op. De
derde bescherming is de 'inalienability rule'. Deze regel betekent dat
iemand geen afstand mag doen van zijn entitlement, maar ook door niemand
anders gedwongen kan worden om van zijn entitlement afstand te doen.

Voor de beslissing over de toewijzing van de entitlement, zijn in de ogen
van Calabresi en Melamed 3 soorten redenen aan te voeren: 1. economische
efficientie; 2. verdelingsvoorkeuren; 3. andere rechtsvaardigheids
overwegingen. Deze laatste is een restcategorie, waarvan zij aangeven dat
die zeer klein is, omdat bijna alles wel gelinked kan worden aan efficiency
of verdelingsvoorkeuren.

Economische efficientie
Bij economische efficientie geven zij aan dat er 5 regels zijn voor
toewijzing van de entitlement: a. als het alleen om economische efficientie
gaat, dan zou je die set van entitlements moeten toewijzen die het grootste
verschil tussen de sociale baten en de kosten van het behalen daarvan
enerzijds en de sociale lasten en de kosten van het vermijden daarvan
anderzijds, bewerkstelligd. b. in afwezigheid van de zekerheid over of een
baat waardevol genoeg is voor de samenleving, zouden de kosten gedragen
moeten worden door die partij of activiteit die het beste in staat is om een
kosten-baten analyse te maken. c. In bepaalde situaties, zoals ongevallen of
vervuiling, betekent dit dat de kosten moeten drukken op de partij die ze
het meest makkelijk kan vermijden d. in de afwezigheid van zekerheid over
wie of welke activiteit de laagste kostenvermijder is, zouden de kosten
gedragen moeten worden door die partij die de laagste transactiekosten heeft
om een fout in de toewijzing van de entitlements te kunnen corrigeren door
de entitlement over te nemen van de andere partij, die de sociale kosten na
de initiele toewijzing toch makkelijker kan vermijden. e. in een situatie
dat hypothethische marken niet perfect werken - er zijn transactiekosten -
moet een beslissing worden genomen of markttransacties of collectieve
fiatbeslissingen ons dichter brengen naar het pareto-optimale resultaat, dat
bereikt zou worden in een 'perfecte markt'.

Verdelingsvoorkeuren
Bij de verdelingsvoorkeuren kijken Calabresi en Melamed naar twee
onderdelen, nl. de verdeling van welvaart zelf en de distributie van de
goederen, vaak merit goods, zelf. Daarbij definieren ze
verdelingsvraagstukken als betrekking hebbend op alle redenen, met
uitzondering van efficiency, op basis waarvan mensen prefereren om een of
bepaalde perso(o)n(en) 'rijker' te maken dan anderen (daaronder valt ook
gelijkheid, etc.). Als perfecte gelijkheid niet mogelijk is, dan zal de
samenleving de entitlements moeten toewijzen op basis van een methode, die
ze moeten kiezen op basis van criteria die anders zijn dan perfecte
gelijkheid. En de gekozen methode heeft belangrijke implicaties voor de
welvaarts-/welzijnsverdeling. Ultimo komt de keuze neer op het vaststellen
van welke methode de welvaartsverdeling totstand brengt die de samenleving
nastreeft. Als de keuze voor entitlements de welvaartsverdeling in het
algemeen beinvloed, dan beinvloed het ook de kansen die mensen hebben om
voor zichzelf bepaalde merit goods te verwerven. Als een samenleving van
mening is dat de kansen voor individuen gemaximaliseerd moeten worden zodat
ze tenminste een bepaald minimale hoeveelheid kunnen afnemen, dan zijn zij
geneigd om bij hen te beginnen bij de verdeling van entitlements en deze dan
ook gelijk door middel van een 'inalienability rule' te beschermen.

Het is onvermijdelijk dat we entitlements moeten toekennen. Mensen kunnen
namelijk niet op het zelfde moment een entitlement op stilte hebben als
anderen in dezelfde situatie/omstandigheid op het zelfde moment een
entitlement op het maken van geluid hebben. Het is namelijk een andere
zijde, maar wel van dezelfde medaille. En een van beide moet bovenop liggen,
want door hun onverenigbaarheid kunnen ze niet tegelijk boven liggen. Daarom
moet er ergens een vertrekpunt zijn.
Onder zulke omstandigheden zal een samenleving die prefereert dat mensen
stilte kunnen hebben of iets kunnen bezitten, maar niet een dermate sterke
preferentie hebben dat dit tegengestelde voorkeuren van anderen zou moeten
doorkruisen, de entitlements toekennen op basis van de collectieve
preferentie, maar tevens toestaan dat deze entitlements
overdraagbaar/verkoopbaar zijn.
Echter in een situatie waarin het kopen of verkopen van deze entitlements
erg kostbaar zou zijn, betekent dit dat een initiele toewijzing een
definitieve toewijzing betekent en de praktijk net zo effectief is als
zeggen dat het beschermd wordt door een inalienability rule. In zulke
omstandigheden zal een samenleving de entitlement kiezen die haar voorkeur
heeft en zich niet druk maken over dwang/pressie van een minderheid of
overdraagbaarheid.

Wat betekent dit nu voor de situatie rond het rookverbod?
Als ik kijk naar de efficientie vraag, dan is het moeilijk om een goede
kosten-baten analyse te maken. Zeker gezien het feit dat velen kosten en
baten anders zullen waarderen, en dan met name over de baten kant. Want de
kosten (geen accijnzen, verandering in de kosten van de gezondheidszorg,
etc.) zullen we wel redelijk kunnen inschatten, denk ik. Als we dan naar b
kijken, dan weet ik niet wie het beste deze kosten-baten analyse (en daarmee
kan bepalen of hij de ander kan/wil afkopen) kan maken. Dan komen we bij c
uit. In mijn ogen is wel wat te doen met deze regel. Volgens mij zijn rokers
het beste in staat om de kosten te vermijden, omdat zij makkelijker hun
gedrag kunnen aanpassen dan dat niet-rokers apparaten of andere zaken kunnen
aanschaffen om de rook af te weren. Maar ik hoor graag wat anderen hier van
zeggen.

En als we dan kijken naar de verdelingsvoorkeuren, dan denk ik dat op het
ogenblik de samenleving de balans richting de bescherming van de niet-roker
laat doorslaan. En aangezien de transactiekosten te hoog zijn om een
overeenkomst te sluiten tussen alle rokers en niet-rokers, lijkt een verbod
op roken in openbare ruimtes dan op zijn plaats.

Met vriendelijke groet,

Wim van de Griendt

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list