Trendbreuken in de zorg, het beleid van Els Borst

Ad Huikeshoven adhuikeshoven at WANADOO.NL
Thu Apr 18 14:22:32 CEST 2002


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Geïnterresseerden in het Beleid van Els Borst, hierna een artikel van
Carla Pauw over wat Els bereikt heeft (en wat niet).
 
- - - - -
 
Trendbreuken in de zorg; het beleid van Els Borst  
 
1. Meer geld voor de zorg.  
 
Het is aan het ministerschap van Els Borst te danken dat aan een periode
van twintig jaar bezuinigen in de zorg een einde is gekomen. 
Acht jaar paars, acht jaar Borst,  heeft de zorgsector 13 miljard euro
(ca. 29 miljard gulden) extra opgeleverd. (In de periode ’94-’98 was de
groei 2% per jaar; in de periode ‘98-’02 
3,5% per jaar (in volumetermen). 
Dat geld is goed besteed: voor betere arbeidsvoorwaarden/beloning, voor
vermindering van wachtlijsten, voor het opleiden van meer artsen en
verpleegkundigen, voor betere geneesmiddelen, voor
kwaliteitsverbetering.   
 
Toen Paars aantrad in 1994 had de gezondheidszorg 15 jaar bezuinigen
achter de rug: 
geen investeringen in bouw en apparatuur zonder toestemming van de
overheid; ziekenhuizen, andere instellingen en artsen gebudgetteerd,
opleiding van artsen beperkt. 
Het aanbod van zorg bleef steeds meer achter bij de vraag. De citroen
raakte steeds verder uitgeknepen.  Positief effect van het
bezuinigingsbeleid was de sterke prikkel tot doelmatiger werken: meer
patienten helpen voor hetzelfde geld. Maar ook daaraan is een grens. Het
gevolg was oplopende wachtlijsten. 
Ook paars 1 moest nog bezuinigen en zette alles op werk, werk, werk. Dat
is buitengewoon succesvol geweest van Kok, Zalm en Wijers. Want de
economische motor sloeg weer aan en het begrotingstekort verdween. Paars
1 was kortom nodig om weer ruimte te scheppen, weer perspectief te
krijgen. 
 
In 1998 bij de formatie van paars 2 was de inzet van D66 en minister
Borst dan ook: alleen  regeren als er echt kan worden geinvesteerd in
zorg. De jarenlange verschraling, de opgelopen achterstanden kunnen niet
in een jaar, of zelfs in een kabinetsperiode worden hersteld, maar er
moest en zou een trendbreuk komen. Het economische herstel gaf die
mogelijkheid. 
 
De omslag kwam er, het geld kwam er: de zorg kreeg dankzij D66 in paars
2 financiele prioriteit. Voor het eerst sinds 20 jaar geen forse
bezuinigingen meer. Er kwam 5,6 miljard gulden extra bij
(regeerakkoord). En daar heeft Els Borst in deze kabinetsperiode nog
zo’n zelfde bedrag bijgepraat.  
In 1999 – dat is nog maar drie jaar geleden – zat de sector voor het
eerste sinds jaren weer ruimer in de middelen, en kon de inhaalslag
beginnen.  
Een inhaalslag die in de ziekenhuizen bestaat uit: meer capaciteit
(intensive care-bedden, bestralingstoestellen) en meer personeel. 
 
Acht jaar paars, acht jaar Borst,  heeft de zorgsector uiteindelijk zo’n
13 miljard euro extra opgeleverd. Dat geld is goed besteed.  
Ruim de helft daarvan is besteed aan loon- en prijsontwikkeling om de
salarissen gelijke tred te laten houden met de marktsector. De rest is
besteed aan meer zorgverlening, meer en betere geneesmiddelen,
werkdrukvermindering en arbeidsmarktbeleid – er kunnen weer meer artsen
en verpleegkundigen worden opgeleid. 
 
2. Wachtlijstoffensief 
 
We zijn er nog lang niet. Maar de omslag is er. De eerste resultaten van
het wachtlijstoffensief (dat pas in paars 2 echt kon worden ingezet!)
worden zichtbaar. 
In de thuiszorg, bij de gehandicapten – de sectoren die het eerst
mochten profiteren van het extra geld – zijn de wachtlijsten met 35,
resp. 25% afgenomen. 
De persoonsgebonden budgetten zijn in drie jaar verviervoudigd. 
Maar ook in de ziekenhuizen – die pas een jaar ruimer in de middelen
zitten - zien we een voorzichtige omslag. De wachttijden stijgen niet
verder en er is een grote toename van het aantal staar-, heup- en
hartoperaties en dotteren. De spiraal naar beneden is omgebogen. 
 
3. De kwaliteit van de zorg is verbeterd
 
Er komen steeds betere en nieuwe behandeltechnieken. Er kan veel meer en
we willen ook veel meer. 
Ook een 85-jarige wil en krijgt tegenwoordig een nieuwe heup. En voor
een behandeling van staar kom je nu ook in aanmerking op hoge leeftijd
en met een gezichtsverlies van maar 30%. 
Ook In de verpleeg- en verzorgingstehuizen is de kwaliteit verbeterd.
Patienten in verpleeghuizen kunnen kiezen voor 1 of 2-persoonskamers in
plaats van standaard 4 
Toename van de ruimte per wooneenheid in verzorgingshuizen met 20% 
Toename van extramurale zorgverlening, zodat ouderen langer thuis kunnen
blijven wonen
 
Er komen steeds nieuwe geneesmiddelen op de markt. Vaak duur, maar wel
effectief voor ernstige ziekten (reuma, AIDS, kanker) Vroeger kwamen
zulke geneesmiddelen maar mondjesmaat in het ziekenfondspakket: ze
gingen eerst jaren in de ‘wachtkamer’. Maar Els Borst heeft ervoor
gezorgd dat zulke middelen direct in het ziekenfondspakket worden
opgenomen.  
Voor hulpmiddelen geldt hetzelfde: een toename in het gebruik en een
forse kwaliteitsverbetering (rollators, sportrolstoelen,
tilhulpmiddelen, betere gehoorapparaten.
Zaken die de kwaliteit van het leven van de patienten aanmerkelijk
verbeteren.  
 
4. Arbeidsmarktbeleid 
 
Alle sectoren in Nederland kampen met een tekort aan personeel. Met een
vacaturegraad van 2% tegenover een Nederlands gemiddelde van 2,7% steekt
de zorgsector nog relatief gunstig af. 
In zes jaar tijd nam het aantal banen in de zorg toe met 19%: dit zijn
ruim 140.000 mensen extra. Voor al die andere sectoren in de economie
was dat 14%. 
 
Zorginstellingen kunnen de snel groeiende vraag naar zorg met hun
huidige personeelscapaciteit moeilijk het hoofd bieden. Een probleem is
het hoge ziekteverzuim in de sector. 
Tien jaar geleden was er nog een overschot aan artsen en konden
verpleegkundigen na hun opleiding geen baan vinden. Vijf jaar geleden
kwam de omslag, die de laatste jaren pas goed zichtbaar is geworden.
Daarvoor is een aantal oorzaken aan te wijzen: 
Verkorting van de werkweek, we zijn allemaal 36 uur gaan werken, we
willen allemaal meer vrije tijd, dus ook in de zorg waar traditioneel
sprake was van lange werkweken van meer dan 50 uur. 
Maar vooral ook het toenemend aantal mensen dat in deeltijd wil werken. 
Voor de opleiding tot arts melden zich al jaren veel meer vrouwen aan.
Drie jaar geleden werkte 60% van de vrouwelijke huisartsen drie dagen of
minder per week. Die ontwikkeling zal doorgaan, niet alleen bij
vrouwelijke artsen. 
Niemand heeft kunnen voorzien dat die maatschappelijke ontwikkeling zo
snel zou gaan. 
 
De verruiming van zowel opleidingsplaatsen als van personeel in de zorg
is de afgelopen jaren aanzienlijk geweest. Dat moet de komende jaren
doorgaan. 
Concreet: 
De capaciteit van de huisartsenopleiding wordt verhoogd van 360 tot 670
per jaar. 
De opleidingsplaatsen voor medisch specialisten zijn met een derde
toegenomen. De komende jaren komt er nog eens een kwart bij. 
De numerus fixus tandheelkunde is van 180 tot 300 plaatsen per jaar
gegaan. 
Voor verloskundigen is de instroom in de opleiding bijna verdrievoudigd.

Het aantal eerstejaars geneeskunde is de afgelopen 7 jaar met bijna de
helft toegenomen. Vanaf dit jaar kan deze instroom met nog eens een
derde groeien. 
 
Alle medische opleidingen moeten in deeltijd gevolgd kunnen worden. 
 
Els Borst heeft vorig jaar 600 miljoen en dit jaar 1 miljard gulden
beschikbaar gesteld om de zorgsector aantrekkelijk te maken voor de
arbeidsmarkt. Voor betere beloning, loopbaanbeleid, meer
functiedifferentiatie, kinderopvang, bestrijding van het hoge
ziekteverzuim.  
En voor extra opleidingsplaatsen in de ziekenhuizen. 
 
Dat beleid heeft succes: het offensief tegen de personeelstekorten in de
academische ziekenhuizen is een succes. De academische ziekenhuizen zijn
er in geslaagd in een jaar tijd 1000  extra opleidingsplaatsen te
creeren  voor spilfuncties in de zorg, zoals  intensive care- en
operatiekamerverpleegkundigen, anesthesieassistenten. 
Wanneer de opleidingen zijn afgerond zal dit ook effect hebben op de
wachttijden. 
 
Maar hier geldt ook: de overheid is niet zaligmakend en kan hier niet op
worden aangesproken: het is een hardnekkig misverstand dat de overheid,
dus de minister, de werkgever zou zijn van de mensen die in de zorg
werken. We hebben in Nederland geen National Health Service.
Ziekenhuizen en zorginstellingen zijn private instellingen,
verantwoordelijk voor hun eigen management en prestaties. 
Waarom is de aanpak van de wachtlijsten in het ene ziekenhuis wel en het
andere nog niet effectief?
Waarom heeft het ene verpleegtehuis een ziekteverzuimpercentage van ruim
10% en zit het andere op 5 of daaronder? 
Waarom zijn de academische ziekenhuizen zo succesvol in het werven van
personeel en blijven de andere ziekenhuizen hierin achter? 
Hier kunnen we de overheid niet op aanspreken, maar de managers in de
zorg des te meer. 
 
5. De hervorming van de gezondheidszorg
 
Meer geld voor de zorg is belangrijk. Maar minstens zo belangrijk zijn
de veranderingen in de sturing en de organisatie van de zorg. Els Borst
heeft die hervorming onder paars 1 al in gang gezet. 
We zitten in een overgangssituatie: van een systeem waarin niet langer
het aanbod, maar de vraag naar zorg centraal staat, en met een andere
verantwoordelijkheidsverdeling: niet de overheid, maar de partijen in de
sector zelf bepalen de spelregels.  
Een stelsel waarin patienten meer te zeggen hebben. Hun behoeften en
wensen staan centraal. Met een grotere regie-functie voor verzekeraars. 
Waarin zorgaanbieders en professionals meer ruimte krijgen en worden
gestimuleeerd tot het leveren van de beste kwaliteit tegen de laagste
prijs. 
Een stelsel, kortom, met een zo terughoudend mogelijke overheid. 
 
De patient heeft meer keuzemogelijkheden: via een persoonsgebonden
budget, de mogelijkheid van operaties in het buitenland. Patienten in
verpleeghuizen kunnen kiezen voor 1 of 2-persoonskamers in plaats van
standaard 4. 
Er wordt meer in zorgketens gewerkt. 
De overheid bemoeit zich niet meer met verbouwingen en met de aanschaf
van apparatuur. 
 
De nieuwe overheid
 
De rol van de overheid in de zorg zal straks drastisch veranderd zijn.
De overheid wordt regisseur, die stimuleert en toeziet, evenwicht tussen
vraag en aanbod bevordert en over mogelijkheden beschikt om in de sector
in te grijpen als de publieke belangen – de toegankelijkheid, de
kwaliteit en de betaalbaarheid – in het geding zijn. Bewaken van het
publieke belang, dat is haar verantwoordelijkheid. 
 
6. Nieuw verzekeringsstelsel; sluitstuk van de stelselwijziging 
 
Daar waar haar voorgangers faalden is Els Borst geslaagd: het plan voor
een houdbaar nieuw stelsel van ziektekostenverzekeringen is bij de Kamer
ingediend. 
 
Het huidige stelsel is niet toekomstbestendig en nodeloos ingewikkeld:
-Met vijf verschillende verzekeringen
- Deels strijdig met Europese regels (WTZ)
- Met een kloof tussen ziekenfonds en particulier
- En ongewenste risicoselectie bij de particuliere verzekering. 
 
Er komt een wettelijk verplichte  ziektekostenverzekering voor iedereen;
kernelementen: solidariteit tussen oud en jong, ziek en gezond. 
Er komt een basispakket: alle noodzakelijke zorg is verzekerd. Mensen
worden gestimuleerd tot kostenbewust handelen door een verplicht eigen
risico. Een hoger vrijwillig risico is mogelijk. Voor de verzekeraars
geldt een acceptatieplicht. Risicoselectie is daarmee uitgesloten. Per
verzekeraar betaalt iedereen dezelfde premie: dus ook geen
premieselectie. De verzekering heeft een publiekrechtelijke basis –
anders komen we in strijd met Europa -, maar kan worden uitgevoerd door
private verzekeraars, die winst mogen maken.  
 
Over de premieverdeling – nominaal of inkomensafhankelijk – woedt een
typisch Haagse strijd, waarbij ideologische stokpaardjes worden bereden.
Wil het systeem werken dan moeten verzekeraars ook op de premie kunnen
concurreren. Die moet dus substantieel nominaal zijn. De negatieve
inkomenseffecten kunnen fiscaal gecompenseerd worden. De solidariteit is
met deze praktische oplossing gegarandeerd. 
 
7. Medisch-ethische vraagstukken
 
Els Borst heeft veel geregeld op medisch-ethisch gebied, netelige
vraagstukken die vorige kabinetten hebben laten liggen. 
 
In 1994, toen het eerste paarse kabinet aantrad: 
Was het proefdier beter beschermd dan de proefpersoon;
Was het gebruik van organen voor transplantatie slechts gebaseerd op een
artikel in de Wet op de lijkbezorging; 
Was het embryo vogelvrij;
Was het gebruik van foetaal weefsel aan geen enkele regel gebonden; 
Was de melding van euthanasie een zaak die zich nog geheel in de
strafrechtelijke sfeer bevond;
Werd afbreken van een zwangerschap boven 24 weken als het kind niet
levensvatbaar is nog als strafbaar handelen beschouwd.  
 
Op al deze punten heeft D66, in de persoon van Els Borst, veel tot stand
gebracht. 
Illustratief daarvoor is de Euthanasiewet: artsen die zorgvuldig
handelen op uitdrukkelijk verzoek van de patient zijn niet langer
strafbaar. Maar ook de wetgeving inzake medische experimenten met
mensen,  wetgeving over foetaal weefsel en de Embryowet zijn voorbeelden
van typisch D66-beleid: het stellen van randvoorwaarden en het trekken
van grenzen, van transparantie en van de bescherming van alle in het
geding zijnde belangen.  
 
8. Meer invloed van patienten op het beleid (typisch D66-punt) 
 
Els Borst heeft vanaf haar aantreden de patientenbeweging in Nederland
gestimuleerd en gesteund. Ook in financiele zin: er is ruim 30 miljoen
gulden per jaar beschikbaar, waardoor de patientenverenigingen zich
beter kunnen organiseren. 
Els Borst heeft de Wet medezeggenschap clienten zorginstellingen in het
Staatsblad gekregen: elke instelling is nu verplicht een clientenraad te
hebben en deze bij het beleid te betrekken. 
 
9. Meer carrieremogelijkheden voor verpleegkundigen 
 
Els Borst heeft voor verpleegkundigen vele nieuwe mogelijkheden
gecreeerd. Zij kunnen nu ook carriere maken aan het bed: als
praktijkverpleegkundige in de huisartsenpraktijk, als nurse
practitioner, als iemand die chronisch zieken zelfstandig begeleidt. 
 
10. Vernieuwing in de Geestelijke Gezondheidszorg 
 
Al in 1996 is de zogenoemde zorgvernieuwing geintroduceerd. Mensen met
een psychische handicap kunnen via allerlei nieuwe vormen van zorg
maatschappelijk actief blijven: beschermd wonen, begeleid wonen,
psychiatrische thuiszorg. 
En ook voor psychiatrische patienten heeft Els Borst het
persoonsgebonden budget ingevoerd. 
 
11. Vernieuwing in de huisartsenzorg 
 
Els Borst heeft veel geld uitgetrokken voor de huisartsenzorg. 
De opleidingsplaatsen tot huisarts zijn sterk uitgebreid: van 360 tot
670 per jaar. 
De beloning van de huisartsen in opleiding is verhoogd. 
De vergoeding voor de praktijkkosten van huisartsen is verhoogd. 
Een goede regeling van de avond-, nacht- en weekenddiensten door het
creeren van een centrale dokterspost is een goede methode gebleken om de
werkdruk van de huisartsen te verminderen. Els Borst heeft de landelijke
invoering en vergoeding van zo’n regeling (die via afspraken tussen
huisartsen en lokale verzekeraars tot stand moest komen) sterk
gestimuleerd en volledig financieel ondersteund (200 miljoen gulden per
jaar).  
 
Het is van groot maatschappelijk belang de cruciale rol van de huisarts
en de huisartsenzorg als spil in ons systeem van gezondheidszorg te
handhaven en waar mogelijk te versterken. 
Op lokaal niveau  moeten passende antwoorden worden gevonden op de
veranderende vraag naar zorg, de toegenomen mondigheid, maar ook de
bewerkelijkheid van patienten.  
Het delen van verantwoordelijkheid, de wens om samen te werken met
andere eerstelijns zorgverleners en de wens te kunnen werken in deeltijd
(vooral bij het snel toenemend aantal vrouwelijke artsen) zijn alleen
mogelijk in samenwerkingsverbanden. 
Steeds meer artsen willen daarom in groepsverband werken. De oplossing
voor de toenemende zwaarte van het beroep van huisarts wordt gevonden in
het oprichten van groepspraktijken of gezondheidscentra en in een
professionele praktijkondersteuning. 
Deze ontwikkeling moet worden gestimuleerd en gefaciliteerd. 
 
De financiele en organisatorische regelingen voor huisartsen gaan nog
hoofdzakelijk uit van de huisarts als solist, hoewel dit nog slechts
voor 45% van de huisartsen in ons land geldt. 
Daarom wordt er gewerkt aan een nieuw honoreringssysteem: praktijkkosten
en inkomen worden gescheiden. Lokale differentiatie van kosten wordt
mogelijk. 
Loon naar werken wordt het uitgangspunt voor de bepaling van het inkomen
van de huisarts. 
 
Rol van gemeenten 
Voor gemeenten is een belangrijke rol weggelegd bij het realiseren van
een goede infrastructuur voor de eerstelijnszorg. De gemeente heeft
hiervoor de instrumenten op het gebied van ruimtelijke ordening,
grondbeleid, huisvesting, parkeerbeleid, vergunningenbeleid, coordinatie
en op het gebied van subsidiering.  
 
12. Maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en vrouwenopvang 
 
Het budget voor de specifieke uitkeringen maatschappelijke opvang en
verslavingsbeleid en vrouwenopvang is met ingang van 2002 met 22,5
miljoen EURO verhoogd. 
De verhoging is bestemd voor de begeleiding van bijzondere groepen,
zoals vrouwen, slachtoffers van geweld, dak- en thuislozen en
zwerfjongeren,  maar ook voor verlaging van de werkdruk en vergroting
van de veiligheid. 
 
Voor de specifieke uitkeringen maatschappelijke opvang,
verslavingsbeleid en vrouwenopvang is nu in totaal een bedrag van
212.881.000 EURO  beschikbaar.  
In vijf jaar tijd zijn de specifieke uitkeringen gestegen met  circa
37,5%. 
 
 
Samenvatting
 
*Eindelijk veel meer geld naar de zorg 
*Aanval op de wachtlijsten ingezet: de eerste successen zichtbaar
*Aanpak van het tekort aan intensive care plaatsen,
bestralingstoestellen,           verpleeghuisbedden
*Sterke uitbreiding van opleidingsplaatsen voor artsen,
verpleegkundigen, verloskundigen
*Betere arbeidsvoorwaarden, voor verzorgenden, verpleegkundigen, voor
verloskundigen en voor huisartsen 
*Nieuwe geneesmiddelen direct beschikbaar voor ziekenfondsverzekerden
*De hervorming van de gezondheidszorg is ingezet: de patient centraal,
van aanbod- naar vraagsturing
*Een nieuw verzekeringsstelsel in de steigers, gebaseerd op solidariteit

*Veel geregeld op medisch ethisch gebied: de euthanasiewet, de Embryowet
enz. 
*Patienteninvloed vergroot 
*Meer carrieremogelijkheden voor verpleegkundigen
*Een plaats in de samenleving voor psychiatrische patienten
*Meer geld voor maatschappelijke opvang. 
 
Waarom  zijn er nog wachtlijsten en personeelstekorten? 
 
a) Omdat je 20 jaar bezuinigen niet in 4 jaar ongedaan kunt maken
b) Omdat bovendien de vraag naar zorg heel snel stijgt, mede door de
welvaart
c) Omdat de arbeidsmarkt – eveneens door de welvaart – krap is, 
d) En omdat steeds meer mensen in de zorg parttime zijn gaan werken.  
 
- - - - - - - 
 
Met vriendelijke groeten,
 
Ad Huikeshoven
Vondelstraat 33
2513 EN  's-Gravenhage
telefoon/fax +31(070)3608510
 

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list