Dubbele rechtsschending in zaak Jezus C.
Henk Elegeert
HmjE at HOME.NL
Tue Apr 9 18:07:33 CEST 2002
REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl
http://www2.openbaarministerie.nl/basis/jezusfrm.htm
"
De zaak Jezus Christus:
Een juridische ontsporing in Judea
(GPD/PZC, door A. J. Snel)
Vandaag (red. 30 maart 2002) is het, binnen de christelijke traditie,
de
zaterdag van de stilte die voorafgaat aan Pasen. Met Pasen wordt door
christenen herdacht dat Jezus Christus opstond uit de dood. Voor de
zaterdag
van de stilte was het, gisteren, Goede Vrijdag, de dag waarop Jezus aan
het
kruis ter dood werd gebracht. Op de Schedelplaats werd een vonnis
voltrokken, dat volgde op een dubbele, juridische wanvertoning in
Jeruzalem.
Op basis van de juridische maatstaven naar welke ruim tweeduizend jaar
geleden werd gemeten, had Jezus niet veroordeeld mogen worden. De
executie aan het kruis vloeide voort uit religieus fanatisme en
bestuurlijk
gekonkel. De Zaak Jezus Christus, waarvan de uitwerking op de
wereldgeschiedenis weergaloos zou zijn, had met het recht heel weinig
van
doen. Tijdens het proces, dat een kleine tweeduizend jaar geleden
uitmondde
in de terechtstelling van Jezus Christus, verkwanselden de joodse en de
Romeinse autoriteiten hun eigen rechtsbeginselen. Zowel de joden als de
Romeinen beschikten over geacheveerde, hoogwaardige rechtssystemen. De
joodse autoriteiten negeerden in de eerste fase van het proces de eigen
regels.
Zij werden gedreven door hun ijver een vermeende religieuze dissident
de dood
in te jagen. De Romeinse stadhouder en legerbevelhebber Pontius Pilatus
liet
zich in de tweede fase van de rechtsgang niet leiden door de vraag naar
een
bewijs van schuld. Hij handelde uit angst dat de openbare orde in Judea
ernstig zou worden verstoord.
Tot die conclusies komt J. L. de Wijkerslooth, voorzitter van het
college van
procureurs-generaal. De hoogste ambtenaar van het openbaar ministerie
oordeelt bij beschouwing van het proces rond de persoon van Jezus dat,
getoetst aan de regels die bijna twintig eeuwen geleden in Judea
golden,
sprake is geweest van een dubbele rechtsschending. ,,Het recht heeft
niet zijn
loop gekregen. Aan de kruisiging van Jezus Christus ging een proces
vooraf
waarbij alle procedures en regels die men toen kende, werden
veronachtzaamd. Het rammelde aan alle kanten.''
De Wijkerslooth beziet de Zaak Jezus als jurist. Niet als gelovige. Hij
heeft een
katholieke achtergrond en koestert een grote belangstelling voor de
joods-christelijke traditie, die deel uitmaakt van onze cultuur. ,,Maar
ik ben
agnost. Mijn waarnemingen zijn die van een jurist. De lijdensverhalen
in de
Bijbel, die natuurlijk geen rechtbankverslagen zijn, maar
getuigenissen,
bevatten niettemin tal van juridische verwijzingen. Die laten er geen
misverstand over bestaan dat veel regels met voeten zijn getreden.''
Hij zegt:
,,Om de geschiedenis rond Jezus te begrijpen, moet je beseffen dat
Judea in
zijn tijd een door de Romeinen bezette provincie was. De hoogste
autoriteit
was bevelhebber Pontius Pilatus. Judea had een Romeins bestuur met als
gevolg dat aan Rome belasting moest worden betaald. Daar was oppositie
tegen. Er was bovendien religieus verzet. Tenminste een stroming
streefde
naar een onafhankelijke theocratische staat Judea. Een natie dus die op
religieuze basis georganiseerd zou moeten worden en waar God erkend zou
worden als de ultieme macht. Die onderstroom was sterk, dat zou later
ook
blijken. Dertig jaar na de dood van Jezus brak een opstand uit, die
ertoe leidde
dat de Romeinen de tempel verwoestten en Jeruzalem innamen. Nog eens
vijf
jaar later werd de laatste tegenstand gebroken met de massale zelfmoord
op
Massada, het laatste bolwerk. Toen Jezus predikte in Judea, Galilea en
Samaria, broeide het al. Die atmosfeer was mede bepalend voor de manier
waarop de autoriteiten zijn dood bewerkstelligden.''
Voor de joodse gevestigde orde gold Jezus als een profeet die
afwijkende
opvattingen verkondigde. Sterker nog, hij keerde zich, bij voorbeeld
toen hij de
tempel in Jeruzalem reinigde van handelaren en woekeraars, tegen het
establishment. Dat ontsnapte niet aan de aandacht van de hogepriester
Kajafas. Die was niet alleen geestelijk leider, maar ook voorzitter van
het
hoogste joodse rechtscollege, het Sanhedrin, te vergelijken met onze
Hoge
Raad. Het Sanhedrin telde zeventig leden: priesters, schriftgeleerden
en
ouderlingen. De Wijkerslooth: ,,Dat rechtsorgaan, samengesteld uit
diverse
groepen, hoorde te werk te gaan volgens zorgvuldig opgestelde regels.
Zo kon
iemand alleen terechtstaan op basis van een aanklacht van een of meer
medeburgers. Een openbaar ministerie, dat onderzoekt en aanklaagt,
kende
men niet.''
,,En dan waren er strenge bewijsregels. Er dienden minstens twee
getuigen te
zijn, van wie de verklaringen met elkaar moesten overeenstemmen. Een
loutere bekentenis was onvoldoende voor een veroordeling. Een regel was
ook,
dat het Sanhedrin niet in de nacht, en dus min of meer in het geheim,
zitting
mocht houden. Verder was vastgelegd dat een verdachte vrijuit ging als
het
Sanhedrin unaniem tot een schuldigverklaring kwam. De verdachte kreeg
namelijk geen advocaat van buiten, maar zijn verdediging moest vanuit
het
Sanhedrin zelf komen. Tenminste één lid van dat rechtscollege moest
zich
verplaatsen in het standpunt van de verdachte en hem verdedigen. Kwam
het
tot een unanieme veroordeling, dan was er kennelijk geen eerlijke
verdediging
geweest en ging de verdachte vrijuit. Het systeem was dus niet zo
primitief; er
was over nagedacht.''
Het kost de voorzitter van het college van procureurs-generaal, met de
Bijbel in
de hand, weinig moeite aan te wijzen dat de regels tijdens het proces
tegen
Jezus terzijde werden geschoven. ,,Wie de lijdensverhalen leest, ziet
dat het
proces gedeeltelijk 's nachts moet hebben plaatsgevonden. Dat was niet
toegestaan. De besluitvorming in het Sanhedrin veronderstelde bovendien
twee
stemmingen over de schuldvraag. Zij moesten worden gehouden met een
tussenpauze van tenminste een etmaal. Dat is niet gebeurd. In Matteüs
26
vers 65 zegt Kajafas: ,,Hij heeft God gelasterd! Waartoe hebben wij nog
getuigen nodig? Zie, nu hebt gij de godslastering gehoord. Wat dunkt
u?'' Die
zinnen geven een wereld van onmacht weer. Het ging niet aan dat de
hogepriester en voorzitter van de rechtbank het initiatief nam bij het
formuleren
van de aanklacht. Dat had een buitenstaander moeten doen. Mogelijk
Judas,
maar die pleegde zelfmoord voor het zover was. Kajafas beroept zich op
een
bekentenis, maar die mocht niet als bewijs worden gebruikt. Er moesten
getuigen zijn, maar die ontbraken. Mensen waren in die tijd terecht
voorzichtig
met valse verklaringen. Meineed bestond niet, maar het afleggen van een
valse
getuigenis in een proces dat tot de doodstraf kon leiden, werd zelf ook
met de
doodstraf bedreigd. De apostel Marcus maakt gewag van het optreden van
valse getuigen, die Jezus hadden horen zeggen dat hij de tempel zou
afbreken
en een andere, niet door mensenhanden gemaakt, in drie dagen zou
opbouwen. Marcus 14 vers 59: ,,Maar ook zo' stemde hun verklaring niet
overeen.'' Aan de voorwaarde dat er tenminste twee verklaringen waren
die
overeenstemden, kon dus niet worden voldaan.''
Marcus 14 vers 64: ,,Gij hebt de godslastering gehoord: wat is uw
oordeel? En
zij allen veroordeelden Hem als des doods schuldig''. De Wijkerslooth:
,,Die
'allen', dat zijn de zeventig leden van het Sanhedrin. Die unanimiteit
had ertoe
moeten leiden dat Jezus vrijuit ging. Er blijkt uit dat niemand hem had
verdedigd en dat had volgens de regels gemoeten.''
Zo kwam dus het Sanhedrin op grond van een in elk opzicht gebrekkig
proces
tot een soort fatwa, een religieuze veroordeling. Men mocht echter het
vonnis
niet zelf ten uitvoer leggen. Voltrekking van de doodstraf was
voorbehouden
aan de Romeinen en dus moesten de joodse autoriteiten te biecht bij
Pilatus,
de Romeinse stadhouder en legerbevelhebber. En daarmee belandde Jezus
in
een tweede fase van het proces, dat zou uitlopen op de kruisiging.
De Wijkerslooth: ,,De aanklacht moest worden veranderd. Het Sanhedrin
voerde hoogverraad en opruiing aan. Godslastering als kapitaal delict
bestond
voor de Romeinen niet. In de God der joden waren zij niet
geïnteresseerd en
ook Jupiter namen zij in die tijd met een korreltje zout. Los daarvan,
Pilatus
heeft van het begin af aan gezien dat hij met een onschuldige te maken
had.
Als ik goed geteld heb, zegt hij tot vijf keer toe dat Jezus geen
schuld heeft.
Maar Pilatus staat onder druk en hij gaat al heel gauw spartelen. Hij
ondervraagt Jezus en wil weten of die heeft gezegd dat hij de koning
der joden
is. Johannes 18 vers 36: ,,Jezus antwoordde; mijn Koninkrijk is niet
van deze
wereld''. De Wijkerslooth: ,,Pilatus was een ontwikkeld man. Hij heeft
heel
goed begrepen dat dat een religieuze metafoor was. Hij probeert van
alles om
het dramatische einde af te wenden. Hij bedenkt dat Jezus uit Galilea
afkomstig is en hij vraag Herodus Antipas, de half-joodse gezaghebber
die
heerst over de aan Judea grenzende Romeinse vazalstaat Galilea, of die
zich
over de zaak wil buigen. Herodus vermaakt zich dan even met Jezus, maar
hij
schuift de zaak al gauw terug naar Pilatus. Die probeert het joodse
volk
tevreden te stellen door Jezus te laten geselen. Dat is nogal wat; dat
gebeurde
met leren riemen waarin loden kogeltjes zaten. Maar het volk vond het
niet
genoeg. Ook een laatste zet van Pilatus mislukt. Hij laat het volk
kiezen wie
gratie zal krijgen: Jezus of Barabbas. Er wordt voor Barabbas gekozen.
Dan
ziet Pilatus geen uitweg meer en laat Jezus kruisigen. Waarbij hij, als
een
zwak gebaar, zijn handen in onschuld wast om nog eens te laten blijken
dat
het aan hem niet heeft gelegen. Hij is er zich terdege van bewust dat
er geen
enkele juridische rechtvaardiging is voor het vonnis. Hij laat
tenslotte een
bordje op het kruis bevestigen met de tekst: Iesus Nazarenus Rex
Iudaeorum.
I. N. R. I. ; Jezus van Nazareth, de Koning der Joden. Ook uit die hoon
blijkt
hoe Pilatus afstand neemt. Hij heeft geen schuldige tegenover zich
gezien. Hij
is bang geweest voor een volksopstand en heeft een beslissing genomen,
uitsluitend om de openbare orde te handhaven.''
De eerste ambtenaar van het openbaar ministerie: ,,Jezus verspreidde
als
leraar opvattingen die in strijd waren met de joodse orthodoxie. Dat
werd als
een gevaar gezien en leidde tot een diepgeworteld conflict, een
religieus
meningsverschil dat tot onzalige proporties is uitgegroeid. De eigen
rechtsregels zijn overboord gezet. Daarna oordeelde de Romein Pilatus,
die
een dubbele functie uitoefende. De bevelhebber Pilatus won het van de
rechter
Pilatus.''
,,Of uit het proces iets valt te leren? Ja. Recht en religie moeten van
elkaar
gescheiden gehouden worden. Een religieuze overtuiging is iets anders
dan
een rechtsoordeel. En de rechter moet onafhankelijk staan tegenover
degenen
die de openbare orde moeten handhaven.'' ,,Al die gedachten die wij
hebben
over de waarborging van een goede rechtspleging, hebben we niet zomaar.
Om
te voorkomen dat een onschuldige wordt veroordeeld, bewaken we vormen,
procedures en regels. We moeten ons behoeden voor rechterlijke oordelen
die
uiteindelijk tot stand komen door andere belangen, zoals de publieke
opinie of
religie. Als je kijkt naar het proces rond Jezus dan zie je hoe
desastreus de
gevolgen kunnen zijn als de uitgangspunten en regels van het recht
terzijde
worden geschoven.''
"
**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********
More information about the D66
mailing list