Referendum: Alle wetenschappelijke publicaties
Henk Elegeert
HmjE at HOME.NL
Sun Apr 29 12:05:45 CEST 2001
REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl
"Dr. Marc-Alexander Fluks" wrote:
>
> REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl
[..]
> Je zou haast zeggen: daar moet toch iets voor ons bijzitten...
"hybride democratie" ?
http://www.binnenlandsbestuur.nl/archief/1998.50/OOPSTEL_50.html
"
BB Archief
Bron: Binnenlands Bestuur, 1998 nummer 50, 11-12-1998
Identiteitscrises bij interactieve beleidsvorming
- Jurian Edelenbos en RenÈ Monnikhof -
Interactieve beleidsvorming stort politici, ambtenaren, burgers en
belangengroepen soms in een
zware identiteitscrisis. In interactieve beleidsprocessen wordt van
hen een volstrekt andere rol
verwacht dan zij gewend waren. De Delftse wetenschappers Jurian
Edelenbos en RenÈ
Monnikhof analyseren dit rolconflict op basis van de ervaringen met
interactieve beleidsvorming
in acht gemeenten. Dit stuk is een bewerking van een hoofdstuk uit
het boek 'Spanning in
Interactie', dat maandag 14 december verschijnt.
Interactieve beleidsvorming is een poging om burgers en andere
belanghebbenden een meer directe invloed
te geven op overheidsbeleid, in een vroeg stadium van de
beleidsproductie. Dit leidt tot een nieuw soort
democratie, die niet puur het karakter draagt van de bestaande
vertegenwoordigende democratie, maar ook
niet dat van een directe democratie. In de beleidspraktijk zullen
vormen van directe en vertegenwoordigende
democratie elkaar vaak aanvullen. Zo'n mengvorm van directe en
indirecte democratie zouden we een
hybride democratie kunnen noemen.
In een hybride democratie zullen zowel bestuurders, politici,
ambtenaren als burgers zich anders moeten
opstellen dan voorheen. In onderlinge wisselwerking meten de
verschillende deelnemers zich nieuwe rollen
aan. In de praktijk is te constateren dat dit allerlei
aanloopproblemen oplevert.
Vooral raadsleden zijn nog erg op zoek naar hun nieuwe rol, zo
blijkt uit de acht praktijkvoorbeelden in het
boek 'Spanning in Interactie'. (Het betreft projecten in de
gemeenten Zeewolde, Amsterdam, Leerdam,
Enschede, Dordrecht, Rotterdam, De Bilt en Wijchen). In essentie
laat deze zoektocht zich herleiden tot
twee vragen. WannÈÈr treed je op: is dat aan het begin, tussentijds
en/of aan het eind van het interactieve
proces? En hÛe treed je op: actief of passief, als politicus of als
burger, maatgevend of toetsend?
Daarbij bestaat soms de vrees dat het primaat van de politiek wordt
aangetast. Nergens blijkt echter uit de
praktijkvoorbeelden dat burgers het primaat van de politiek ter
discussie willen stellen. Wel laten de cases
zien dat dit primaat een andere invulling krijgt.
Bij interactieve beleidsvorming worden raadsleden nadrukkelijker
aangesproken op hun rol als
volksvertegenwoordiger. Om die reden wordt ook een actieve
betrokkenheid van raadsleden tijdens het
proces op prijs gesteld. Deze actieve betrokkenheid is natuurlijk
niet afdwingbaar. In de praktijk zien we dat
raadsleden op drie verschillende manieren positie kiezen.
Ten eerste zijn er raadsleden die er voor kiezen niet actief
betrokken te zijn in het proces. Zij zijn bang al in
een vroegtijdig stadium tot standpunten te worden gedwongen. De
tweede positiekeuze staat hier lijnrecht
tegenover en kenmerkt zich van meet af aan door een actieve
betrokkenheid. Juist door actief betrokken te
zijn, willen deze raadsleden te weten komen welke motieven, belangen
en overwegingen onder burgers een
rol spelen. Het levert informatie op die kan helpen betere
afwegingen te maken. Ten derde zijn er
raadsleden die wel blijk geven van betrokkenheid bij het
interactieve proces door aanwezig te zijn op
bijeenkomsten, maar die hun inbreng beperken tot het stellen van een
enkele vraag.
De positiekeuzes die raadsleden voor zichzelf maken, vertalen zich
ook in verwachtingen over de
besluitvorming. 'Kun je', zo vragen raadsleden zich af, 'als je
actief betrokken bent geweest bij het
interactieve proces, nog wel met een stofkam door de voorstellen of
moet je volstaan met het toetsen van
randvoorwaarden?'
PotentiÎle rolconflicten doen zich voor in de verhouding met de
fractie. Een actieve deelname aan het
interactieve proces zou de manoeuvreerruimte van de fractie kunnen
beperken. Ook in de relatie met het
College kunnen zich rolconflicten voordoen, wanneer de fractie op
voorhand het College steunt zonder dat
duidelijk is wat het Collegestandpunt zal zijn. Bovendien wil het
College soms niet dat raadsleden actief
meedoen, omdat het een ongeschreven regel is dat het bestuur eerder
handelt dan de raad. Als raadsleden
meedoen, worden bestuurders gedwongen ook actief aan het
interactieve beleidsproces deel te nemen.
De bevoorrechte bestuurder
Bestuurders gaan nogal verschillend om met hun nieuwe rol. In
Leerdam (waar het ging om de herinrichting
van een plein) kregen burgers alle ruimte om binnen de gestelde
randvoorwaarden met een eigen plan te
komen. De wethouder gaf bij voorbaat aan dat hij, als men het
gezamenlijk eens werd, zich voor dit plan
hard wilde maken in het College en de raad. Een dergelijke loyale
opstelling zagen we ook in Enschede
(herinrichting van het centrum).
Zeewolde (integraal veiligheidsbeleid) liet een andere rolopvatting
van bestuurders zien. Hier namen
bestuurders actief deel aan het interactieve beleidsproces. Het
voordeel van deze opstelling is dat zij zowel
de voor hen relevante beleidsvragen kunnen stellen, als informatie
kunnen geven over de financiÎle of
politieke haalbaarheid van bepaalde oplossingen. In De Bilt
(ontwikkeling structuurvisie) daarentegen viel op
dat bestuurders zich weinig lieten zien tijdens het interactieve
proces, maar vanaf de zijlijn wel een grote
invloed uitoefenden op het proces en de inhoud.
Een nieuwe rolopvatting is niet elke bestuurder direct op het lijf
geschreven. Met name in de fase van de
voorbereiding van de besluitvorming willen bestuurders nogal eens
terugvallen in hun oude rol door achter
gesloten deuren de raadsvoordracht te willen voorbereiden.
Bestuurders realiseren zich nog onvoldoende
dat deelnemers aan het interactieve proces verwachten dat de
resultaten doorklinken in de besluitvorming.
Het gaat er niet om alleen de eigen voorkeur over het voetlicht te
brengen, maar ook te verantwoorden
waarom andere oplossingen niet zijn overgenomen.
De pendelende ambtenaar
Ambtenaren hebben het vaak moeilijk met interactieve beleidsvorming,
zo blijkt uit diverse voorbeelden. In
de beginfase van het interactieve proces domineren de scepsis en de
argwaan. Ze vrezen extra werkdruk,
ze vinden dat burgers er onvoldoende verstand van hebben, ze denken
dat het proces de inhoud gaat
domineren of ze zijn van mening dat ze allang interactief bezig
zijn. Het ging toch goed op de oude manier,
waarom moet het allemaal anders?
In het interactieve proces wordt veel van ambtenaren gevergd; vooral
hn rol is aan ingrijpende
veranderingen onderhevig. Niet langer tellen zozeer de eigen
inhoudelijke kennis en expertise, maar moeten
ambtenaren vooral actie ondernemen om de kennis en expertise onder
de burgers te activeren. Ook
moeten ambtenaren proberen hun kennis met die van de burgers te
verbinden. De ambtenaar is vooral
kennismakelaar. Dat vraagt om nieuwe houdingen: het anders omgaan
met de eigen kennisvoorsprong, het
overbruggen van informatieverschillen, een grotere inzet van
communicatieve vaardigheden en een meer
generalistische opstelling.
De cases in het boek illustreren daarnaast dat ambtenaren in de fase
van het verkennen van oplossingen
verschillende benaderingen hanteren. In Enschede bijvoorbeeld gaven
ambtenaren en externe deskundigen
telkens een voorzet die deelnemers aan het interactieve proces van
commentaar voorzagen. In Leerdam
namen de burgers daarentegen iedere keer het initiatief. In andere
gemeenten zagen we een
terughoudender opstelling van ambtenaren. Zij traden meer op als
vraagbaak door op verzoek informatie te
geven over de financiÎle haalbaarheid of uitvoerbaarheid van
plannen, staand beleid of de relatie met lopende
projecten. Met name daar waar ambtenaren (of externe deskundigen) te
sterk hun eigen stempel willen
drukken op de inhoud en de uitkomsten van het proces sturen, roept
dit conflicten op (Zeewolde, Enschede
en De Bilt).
Een tweede ingrijpende verandering betreft de omvang van het
speelveld. In de traditionele politieke cultuur
vond het overleg tussen ambtenaren en bestuurders achter gesloten
deuren plaats. Dit 'veilige wereldje'
wordt opengebroken bij interactieve beleidsvorming. De ambtenaar is
niet alleen dienstbaar aan het
bestuur, maar ook aan de burgers. Deze 'dubbele dienstbaarheid'
plaatst de ambtenaar voor moeilijkheden
als hij te maken krijgt met tegenstrijdige wensen. Maar het
interactieve proces biedt ambtenaren ook
kansen. Door het proces komt veel informatie vrij die de ambtenaar
naar hartelust kan gebruiken om
beleidsvoorstellen te schrijven. Het kan echter wel voor de nodige
problemen zorgen als deze voorstellen
zich niet meer goed verhouden tot de gewenste resultaten van de
burgers of van het bestuur.
Het enthousiasme van de burger
Ook burgers zullen van rol moeten veranderen binnen interactieve
beleidsvorming. Het gaat niet meer om
het opsporen van zwakke plekken in beleidsvoorstellen en het
schrijven van een vlammende inspraakreactie
of bezwaarschrift. Het gaat nu om het leveren van ideeÎn en het
constructief bijdragen aan het ontwikkelen
van beleid. De praktijkvoorbeelden laten zien dat het enthousiasme
van burgers en georganiseerde
belanghebbenden het grootst is in de fase van het in kaart brengen
van de problemen en het zoeken naar
oplossingen hiervoor. Vaak worden ze in de fase van de voorbereiding
van de besluitvorming vergeten, zoals
in de gemeente De Bilt te zien was. Om zicht en grip te houden op
het proces en de inhoud dwongen
deelnemers de instelling van een zogenaamde 'klankbordgroep' af.
Essentieel voor het enthousiasme van
burgers is de doorwerking van hun bijdrage. Die moet zichtbaar
terugkomen in de besluitvorming, anders
trekken burgers zich weer snel terug op de oude barricaden van
bezwaar en beroep.
De ellebogen van de belangengroepen
Interactieve beleidsvorming brengt voor georganiseerde
belangengroepen met zich mee, dat zij hun plaats
aan de vergadertafel moeten delen met (andere) belanghebbende
burgers. Belangengroepen reageren
hierop vaak negatief. Ze weigeren deel te nemen aan interactieve
beleidsvorming, of verlangen een
bevoorrechte behandeling binnen of buiten het interactieve proces.
Het kost dus vaak moeite om hen aan
tafel te laten aanschuiven. Maar zijn ze eenmaal overtuigd van het
nut, dan zijn ze bereid om hun belangen
goed toe te lichten, zo leert onder andere de ervaring in De Bilt.
Toch is dit slechts de helft van het verhaal.
Het voorbeeld van De Bilt leert ook dat het vaak nog niet lukt om
marktpartijen bij het interactieve proces in
te schakelen, ook al staat of valt de status van de voorstellen met
hun inbreng.
Een probleem vormt de rol van meebetalende belangengroepen in
interactieve processen: ondernemers die
medefinanciers zijn van de herinrichting van een plein of
stadscentrum (Leerdam en Enschede). Het streven
om alle deelnemers aan een interactief proces een gelijkwaardige
positie te geven, is in zo'n geval moeilijk
vol te houden. De financiÎle afspraken kunnen best binnenskamers
worden gemaakt, maar ze moeten wel
tijdig worden ingebracht in het interactieve proces. Maar dit
gebeurt bepaald niet altijd, zoals het
Enschedese voorbeeld liet zien.
Interactieve beleidsvorming noodzaakt, kortom ,tot een heroriÎntatie
op de rol van alle deelnemers in het
interactieve proces. Vaak blijft deze heroriÎntatie echter
onbesproken, wat de verkeerde verwachtingen en
grote spanningen kan oproepen. Het is zaak vÛÛr de start van een
interactief beleidsproces helderheid te
verschaffen over ieders rol om zo teleurstelling en frustratie te
voorkomen. Een soepele integratie van
interactieve beleidsvorming in het bestaande stelsel van
vertegenwoordigende democratie vereist van de
vele deelnemers grote stuurmanskunst.
Tekening: Nicolette Wever
Spanning in Interactie. Een analyse van interactief beleid in lokale
democratie, onder redactie van Jurian
Edelenbos en RenÈ Monnikhof, ISBN 90-6473-361-9, Uitgeverij
Instituut voor Publiek en Politiek,
Amsterdam, 1998.
"
**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********
More information about the D66
mailing list