Werk en (basis)inkomen

Paul Doucet doucet at BIO.VU.NL
Thu Jul 15 10:43:14 CEST 1999


Allereerst: deze discussie is van het soort dat we in D66 vaker moesten
voeren. Te vaak roepen we maar wat omdat een idee ons wel aardig lijkt,
zonder veel te letten op de gevolgen en neveneffecten.
Maar ingewikkeld is het wel, en ik heb net als Chido Houbraken behoefte aan
een overzicht van de aspecten van het basisinkomen dat, inderdaad, niet
naar het basisinkomen toeredeneert (Arie Dirkzwager, Robert Jan Jonker), of
juist ervanaf (Emiel Stolp).

Over de discussie tot nu toe:

1. Emiel Stolp gaat naar mijn gevoel wat kort door de bocht met zijn
afwijzing ("ik zie nadelen, dus ben ik tegen"), maar hij noemt wel een paar
serieuze bezwaren. Sommige daarvan berusten echter vooral op de gekozen
financieringsconstructie: werkgevers betalen f 1500 belasting voor elke
werknemer. Als deze tamelijk willekeurig uitziende constructie (die
bovendien de zelfstandigen vergeet) zulke nadelen heeft zou je gewoon een
betere moeten kiezen die dat bezwaar niet heeft. Of zie ik dat te simpel?
Overigens is het mij een raadsel waarom Arie Dirkzwager in Emiels bezwaren
aanleiding ziet diens motieven in twijfel te trekken en onheus te worden.

2. De effecten op het arbeidsaanbod.
Volgens de gelovigen zullen die positief zijn, volgens de ongelovigen
negatief. Maar zo te zien delen zij het achterliggende waardeoordeel dat
dat "goed" resp. "slecht" is. Werk, werk, werk!
Maar mij lijkt een van de interessante kanten van het basisinkomen nu juist
dat het een minder krampachtige houding belichaamt tegenover het
arbeidsethos. Jullie kennen het verhaal: we doen stelselmatig, en met
succes, ons best de productiviteit te verhogen, waardoor de totale
hoeveelheid werk slinkt; maar tegelijkertijd eisen we dat ieder die kan
werken ook werkt. Dat wringt, en het wringt structureel. In feite is het
dan een welkom verschijnsel dat sommige mensen niet zo nodig hoeven. Het
basisinkomen komt daaraan tegemoet.
Dat zou anders worden als we met zijn 15 miljoenen thuis zouden blijvn en
maandelijks onze f 1500 hopen te incasseren. Dat zal niet gebeuren, maar de
vraag is natuurlijk: hoevelen zullen dat doen? Ik zie daarover alleen
gissingen, en dan nog niet eens gegiste aantallen. Is daar niets over
bekend?

3. De hoogte van het basisinkomen.
Mark Giebels zegt:
'[...] 1000 gulden per maand geschikter en realistischer. Daarmee wordt de
stimulans tot werk weer groter.'
Over de precieze bedragen wil ik niet twisten, maar -even aannemend dat je
van f 1000 niet kunt rondkomen- denk ik dat je de boel een beetje voor de
gek houdt wanneer je dat een basisinkomen noemt. Van een basisinkomen moet
je, zoals van de AOW, kunnen zeggen dat je ervan kunt leven.
Op zichzelf kun je een constructie verdedigen waarin je iedereen een
forfaitair bedrag geeft om van een hoop administratieve peanuts af te zijn
(zoals de belastingdienst dat bijv. doet met reiskosten). Maar dan heb je
het wat mij betreft wel over iets anders dan een basisinkomen.

4. Belastingen
Robert Jan Jonker schrijft dat je het basisinkomen moet combineren met een
verschuiving van de belasting op inkomen naar de belasting op uitgaven. Als
hij dat nader uitlegt kan ik misschien begrijpen waarom dat zo is.
Als hij gelijk heeft zou er wat mij betreft wel een probleem bijkomen. Het
zou namelijk neerkomen op het loslaten -geheel of gedeeltelijk- van de
belastingheffing naar draagkracht (dat wat je *kunt* uitgeven i.t.t. wat je
feitelijk uitgeeft). Dat beginsel, "de sterkste schouders ...", heb ik
altijd zeer billijk gevonden. En in elk geval is het een zeer politiek en
zeer basaal uitgangspunt, dat grondige discussie verdient als je het wilt
veranderen. Een belangrijk keuze-element ook in het spanningsveld tussen
sociaal en liberaal.

Paul Doucet



More information about the D66 mailing list