alcoholverkoop sportkantines

Paul Doucet doucet at BIO.VU.NL
Mon Jul 5 17:44:39 CEST 1999


Reactie op Arjan Stoffels, Joop Swarte, Mark Giebels, Chido Houbraken.

1. Ik vind het goed om een discussie over dit -op zichzelf niet zo grote-
onderwerp te voeren, omdat hier aan een concreet voorbeeld belangrijke
politieke keuzes zichtbaar worden; hoever de bemoeienis van de overheid
moet gaan, en het spanningsveld tussen sociaal en liberaal.
Wel denk ik dat de discussie af en toe wat zorgvuldiger zou kunnen.

2. Het verhaal van Arjan Stoffels is gedegen en plausibel. Alleen: het gaat
over de betekenis van kantines; maar we hadden het alleen over alcohol.
Wanneer je het daartoe inperkt, dan schrompelt het verhaal flink in elkaar.
Niet helemaal, dat erken ik (en erkende ik al eerder).

3. Ik heb het niet over verbieden (Chido H) maar over voorwaarden aan een
subsidie; voorwaarden die dienen om het beoogde effect van de subsidie niet
tegen te werken/ongedaan te maken. En, misschien ook goed om te zeggen: dat
is wat mij betreft geen kwestie van doorgeslagen puritanisme. In
sportkantines wordt niet alleen (alcohol) gedronken, er wordt ook heel
_veel_ gedronken. Soms? Nee, vaak.

Tja, en dan het stuk van Mark Giebels. Je haalt ineens heel veel overhoop,
Mark. Een paar punten om de boel te ontwarren.

4. Bij sportsubsidies, zegt hij, draait het erom dat sport bevorderlijk is
voor het welzijn.
Niks welzijn. De motieven en de criteria voor gemeentelijke subsidies
plegen heel wat specifieker te zijn dan dat. Hier: lichaamsbeweging,
conditie. Bij andere subsidies: muziek maken; boeken lezen; enz. De laatste
jaren is dat sterker geworden, en met die tendens ben ik het eens: de
overheid/gemeenschap geeft geld met de bedoeling om [...], en verwacht
daarvoor ook dat die bedoelingen gerealiseerd worden; hoe de instellingen
dat doen mogen ze zelf uitmaken. Belangrijke politieke verschuiving (minder
bemoeizucht van de overheid), door D66 steeds ferm gesteund.

5. En passant stelt Mark een radicale verandering voor in het systeem van
subsidieren:
"... niet meer het tijdsverdrijf 'an sich' subsidieren [...] maar
individuen [...] daarvoor stimulerende ondersteuning bieden (bv. via
kortingskaarten [...] etc)"
Aan de deelnemers dus, en niet langer aan de verenigingen & instellingen.
Dat betekent nogal wat als je erover doordenkt. Steun aan (minder
draagkrachtige) sportbeoefenaars, museumbezoekers, treinreizigers,
huurders; en niet meer aan sportverenigingen, musea, de spoorwegen, de
sociale woningbouw.
Interessant alternatief. Maar voordat ik het omarm zou ik het -voorzichtig
gezegd-  wel graag wat verder uitgewerkt willen zien..

6. Nog een echt cruciaal punt. Na 'paternalisme van de bovenste plank' en
nog wat andere verfijnde uitdrukkingen haalt Mark het motto
'sociaal-liberaal' erbij. Terecht, want in dat spanningsveld zitten we
hier. Maar het verschijnsel subsidie (voor wat-dan-ook; aan instellingen of
aan deelnemers, maakt niet uit) is in feite ook paternalistisch: de
overheid (= gemeenschap) beslist dat sommige dingen goed voor ons zijn en
ondersteunt ze daarom.
Sociaal en liberaal, dat kan elkaar behoorlijk bijten. Dat is waar onze
echte politieke keuzes liggen, en dat verlangt meer uitwerking dan er op
dit ogenblik is.
Tenzij je de zaak (alcohol in sportkantines, daar ging het hier over)
inbedt in een drastisch veranderd systeem (kom maar door, ik luister!) dan
houd je in Mark's voorstel het platte sociaal-liberalisme over van de
verwende consument:  een overheid die geld geeft (want dat is sociaal), en
verder zijn kop houdt (want dat is liberaal). En dat is niet helemaal wat
mij voor ogen staat.


Paul Doucet



More information about the D66 mailing list