Definitief tussentijds rapport "Basisinkomen".

H.K. Nijkamp nijka002 at WXS.NL
Sat Aug 14 21:53:07 CEST 1999


Arie Dirkzwager wrote:
> 
> Beste Lijsters,
>         Gaarne adhesie om het onderstaande hoog op de politieke agenda te plaatsen
> zodat een voor de samenleving heilzaam “Basisinkomen” snel ingevoerd kan
> worden.
> 
> Hartelijke groet,
> 
> Arie
> 
> Rapport discussie basisinkomen en voorstel.
> 
>         Dit rapport resulteerde uit discussies op de “PNYX”, een
> niet-partijpolitiek gebonden e-mail discussielijst van burgers en
> kamerleden over politiek aktuele onderwerpen (zie: http://www.db.nl/pnyx ).
> Ook bijdragen op de D66 discussielijst, de lijst van GroenLinks, en de open
> discussielijst van de Digitale Burgerbeweging (zie http://www.db.nl ) zijn
> er in verwerkt. De conclusie is dat invoering van een basisinkomen haalbaar
> is zonder de financieel-economische structuur van ons land ingrijpend te
> veranderen en hoog op de politieke agenda moet staan.
> 
> UITGANGSPOSITIE.
>         Onze huidige maatschappij in Nederland kent een tweedeling tussen hen die
> in een eigen inkomen kunnen voorzien met betaald werk en hen die dat niet
> kunnen. Die laatste categorie krijgt een uitkering om in de levensbehoeften
> te voorzien. Om voor een uitkering in aanmerking te komen moet men zich aan
> alle mogelijke restricties onderwerpen: invullen van formulieren om de
> uitkering aan te vragen cq. te behouden, slechts tot een bepaald bedrag
> bijverdienen
> opdat niet op de uitkering gekort wordt (dit beperkt het aanbod op de
> arbeidsmarkt), plicht te solliciteren op baantjes waar men eigenlijk geen
> belangstelling voor heeft, niet samenwonen op straffe van korting op
> (gezamelijke) uitkering, beperking mogelijkheden om een studie te volgen
> (men moet “beschikbaar blijven voor de arbeidmarkt”), verbod om vrij op
> vacantie te
> gaan, en het onderworpen zijn aan allerlei bureaucratische controles
> ("sociale rechercheurs" en dwang om “volgens het boekje” te “studeren” in
> plaats van creatief zichzelf ontplooiend) om de regels te handhaven.
>         Dit alles wordt door betrokkenen ervaren als inbreuk op de privacy en een
> keurslijf waaraan men zich moeilijk onttrekken kan, het werkt fraude zoals
> zwart werken en illegaal samenwonen door hen die zich enige vrijheid willen
> toe-eigenen in de hand, en is tamelijk frustrerend en ondermijnt het
> zelfrespect, wat de motivatie tot productief werk (betaald of onbetaald)
> tot vrijwel nihil doet dalen. Bovendien grijpen velen drugs en (kleine)
> criminaliteit als ontsnappingsmogelijkheid aan.
>         Daarmee vergeleken hebben zij die in eigen inkomen kunnen voorzien een
> veel bevredigender en comfortabler leven. Zij worden gerespecteerd, in
> tegenstelling tot uitkeringstrekkers die in hun ogen "op kosten van de
> maatschappij leven".
>         Invoering van een basisinkomen als een onvoorwaardelijk eigen inkomen,
> even hoog (voorstel: Fl.1500 per maand, in totaal 30% van het bruto
> nationaal inkomen) voor IEDEREEN boven de 15 jaar, zou aan deze
> mensonterende tweedeling een eind aan kunnen maken. Zoals momenteel
> niet-werkelozen hun inkomen krijgen van het bedrijf waarbij zij productief
> zijn, zo zou dan iedere Nederlander een basisinkomen moeten ontvangen van
> de “BV Nederland”, aan het welzijn waarvan iedereen op zijn manier
> bijdraagt (“productief” is, zij het niet altijd in strict economische zin
> maar ook bijv. in kunst, wetenschap, zorg, of  op andere manieren als
> gewaardeerd medemens in de samenleving). Boven dit basisinkomen kan
> iedereen in het normale economische proces een aanvullend inkomen verdienen.
>         In dit rapport zal worden nagegaan wat de meest waarschijnlijke
> consequenties  zijn voor de arbeidsmarkt en de productiviteit die de hoogte
> van het BNP (waaraan het Basisinkomen gekoppeld zou moeten zijn) bepaalt.
> Tevens zal aangetoond worden dat een basisinkomen financieel haalbaar is.
> We zullen ook nagaan hoe invoering van een basisinkomen zich verhoudt tot
> de grondwet. Maar eerst zullen we laten zien hoe de transformatie van onze
> samenleving van een industriele in een informatie-maatschappij de invoering
> van een basisinkomen urgent, althans zeer wenselijk, maakt.
> 
> VERANDERENDE MAATSCHAPPIJ.
> 
>         Ons denken en onze taal is in de loop der eeuwen gevormd en in belangrijke
> mate beinvloed door het 16e eeuwse Calvinisme zoals dat opkwam in het
> pre-industriele tijdperk van boeren, ambachtslieden en kooplui. De moraal
> was dat “wie niet werkt zal ook niet eten” en een belangrijke levensregel
> “ora et labora”, bid en werk. Personeel werd veel in natura betaald (kost
> en inwoning) en de zorg voor de armen bestond uit “liefdadigheid”.
> Daarnaast was het houden van slaven en slavenarbeid ook niet ongewoon, de
> eigenaar zorgde voor zijn slaven zodat zij -gezien de omstandigheden- ook
> een redelijk goed leven hadden.
>         Met de opkomst van de industrie werd (naast enige kapitaalsinvestering)
> arbeid de belangrijkste productiefactor waarbij de “arbeiders” niet (als
> ambachtslieden) hun eigen product maakten, maar waarbij zij (dikwijls tegen
> een zeer laag loon) “in dienst waren” van hen die de fabrieken bezaten. Zij
> waren -als (goedkope) “machines”- deel van het grotere productie-apparaat
> en werden dienovereenkomstig betaald. Er was steeds minder aanleiding om
> een gevoel van eigenwaarde en zelfrespect te ontlenen aan het werk dat men
> deed: de hoogte van het loon, het salaris, het vermogen en de
> vermogensaanwas werd hiervoor bepalend.
>         Met de opkomst van het socialisme werden arbeiders mondiger en kreeg men
> er ook oog voor dat zij door de “kapitalisten” werden “uitgebuit” (het
> besef dat het eigenlijk slavenarbeid was, maar dan zonder de zorg van de
> “eigenaar” voor zijn “slaven”, was vrijwel niet aanwezig). Die “uitbuiting”
> was een gevolg van het feit dat “arbeid” een op de “arbeidsmarkt”
> verkoopbaar iets werd, waarbij op die markt het “aanbod” de vraag overtrof
> omdat het loon (hoe laag ook) voor de arbeider noodzakelijk was om te
> kunnen leven en de “werkgever” feitelijk de prijs (het loon) bepaalde
> (“voor jou een ander als je met dit loon geen genoegen neemt”). Armoe nam
> daardoor toe (althans werd schrijnender zichtbaar) en vanuit de
> Calvinistische arbeidsmoraal had men weinig “medelijden” met de armen. In
> plaats van de (christelijke) zorg voor de armen (en ook voor het personeel
> dat men in dienst had) door hen die daarvoor de middelen hadden en er dus
> ook voor verantwoordelijk waren, kwam het liberale idee op dat ieder
> (uitsluitend) voor zijn eigen inkomen en leven verantwoordelijk was en werd
> een hoog inkomen gezien als “God’s zegen” waarvan men moest en mocht
> genieten. Terecht kwam hier een reactie op en eisten de arbeiders hun
> *recht* op een goed loon en op verzorging, wat resulteerde in de ons
> bekende “verzorgingsstaat” met al haar sociale voorzieningen met bijkomende
> regelgeving. Het besef dat werk op zich de moeite waard is en gedaan moet
> worden nam af, het zwaartepunt kwam te liggen op inkomen (uit betaald werk
> of  uit een uitkering waar men “recht” op had). Dat onder deze
> omstandigheden de kwaliteit van het werk en de productiviteit niet optimaal
> waren (zijn?) is niet verbazingwekkend - de diepste oorzaak is dat het
> economische “geld” alle waarden is gaan bepalen en het ethische aspect
> (“arbeidsethos”) achter de horizon verdwenen is. Dit is verklaarbaar uit de
> noodzaak om -ook in die industriele maatschappij- voor iedereen een nog
> enigzins menswaardig bestaan mogelijk te maken, bij handhaving van het
> primaat van de economie die steunt (steunde?) op de industriele productie
> en het stimuleren van het consumeren van die producten, ongeacht of zij in
> werkelijke levensbehoeften voorzien of bijdragen aan de waarde van het
> mens-zijn.
>         De opkomst van “computers” (“ICT”: Informatie- en
> Communicatie-Technologie) deed en doet de maatschappij ingrijpend
> veranderen door automatisering van administratieve en productie-processen.
> “Arbeid” wordt als productiefactor in de ICT-maatschappij steeds minder
> belangrijk en de productiekosten worden steeds meer bepaald door de
> noodzakelijke kapitaalsinvesteringen. De werkgelegenheid voor
> laag-geschoolden (“arbeiders”) neemt daardoor af, de toename van
> werkgelegenheid voor de hoger-geschoolden (informatici!) is tijdelijk en
> zal afnemen naar mate de ICT-systemen geperfectioneerder worden en we de
> (technische en theoretische) problemen van de informatica
> (“computer-science”) beter onder de knie krijgen. Dit lijkt te leiden tot
> een structurele afname van de werkgelegenheid en toename van de
> werkeloosheid, al dan niet door “arbeidsongeschiktheid”. Dit heeft tot
> gevolg dat -bij handhaving van het huidig systeem- er een steeds zwaarder
> beroep gedaan zal worden op de sociale voorzieningen die steeds moeilijker
> opgebracht kunnen worden door belasting van arbeid en inkomen. Zwaardere
> belasting van kapitaalsintensieve bedrijven vergeleken met
> arbeidsintensieve bedrijven lijkt noodzakelijk te worden, maar wanneer dit
> niet mondiaal gebeurt dreigt “kapitaalsvlucht” en neergang van de economie
> in Nederland. Een oplossing van deze problematiek zal zo veel mogelijk
> budgettair neutraal moeten zijn en geen ingrijpende wijziging van het
> belastingstelsel mogen inhouden. De ultieme oplossing waarnaar Nederland
> ook in internationaal verband dient te streven is echter een mondiale
> invoering van belastingen op kapitaalsinvesteringen en een mondiale
> invoering van een basisinkomen (eventueel gekoppeld aan het nationaal BNP)
> ten laste van deze belastingen.
>         De kern van het probleem is echter niet primair economisch maar
> sociaal-maatschappelijk en de oplossing vraagt om een herziening van ons
> denken over werk, inkomen, privacy, verantwoordelijkheid, vrijheid,
> individualisme en solidariteit, die een mentaliteitsverandering  en een
> andere arbeidsethos tot gevolg kan hebben. De betekenis van deze begrippen
> en hun samenhang moet in de verander(en)de maatschappij opnieuw kritisch
> onder de loupe genomen worden. Het idee van de sociale voorzieningen als
> “vangnet” voor hen die niet op “normale” wijze in hun inkomen kunnen
> voorzien was in het industriele tijdperk misschien adequaat, in het
> informatietijdperk kan dit concept niet langer gehandhaafd blijven:
> werkloosheid en “vrije tijd” wordt structureel steeds normaler en de roep
> om een basisinkomen voor *iedereen*, zodat dit “vangnet” overbodig wordt,
> wordt steeds sterker.We moeten ons opnieuw bezinnen over over wat "eigen
> verantwoordelijkheid" inhoudt en in zou moeten houden. Niet (zoals nu)
> verantwoordelijkheid voor het verwerven van een eigen inkomen en
> (gedwongen) “solidariteit” van de rijkeren met de armen, maar -bij een
> basisinkomen- verantwoordelijkheid voor de keuze van het eigen werk
> (betaald of onbetaald)  en solidariteit met mede-burgers (rijk en arm) voor
> een welvarende maatschappij, zodat een basisinkomen van voldoende niveau
> gehandhaafd kan blijven. Tevens geen “collectieve” verantwoordelijkheid
> voor uitkering(sregeling)en waarvan “misbruik” met privacy-schendende en
> vrijheidbeperkende (controle)maatregelen:bestreden moet worden, maar ieder
> zelf verantwoordelijk voor hoe hij/zij haar basisinkomen wil besteden en
> hoe hij/zij haar leven  en arbeid wil inrichten, eventueel door met
> betaalde arbeid het eigen inkomen boven dit basisniveau te brengen. Velen
> zullen voor dit laatste kiezen om zich enige luxe te kunnen veroorloven,
> dat houdt de economie gaande zonder arbeids*dwang* of sollicitatie*plicht*.
> 
> BASISINKOMEN EN “WERKGELEGENHEID” IN DE ICT-MAATSCHAPPIJ.
> 
>         We zagen dat te verwachten is dat, naarmate onze samenleving meer het
> karakter krijgt van een “informatie-maatschappij”, de “werkgelegenheid”
> waarschijnlijk structureel zal afnemen. “Werkgelegenheid” tussen
> aanhalingstekens want ook deze term heeft in de geindustrialiseerde
> maatschappij een betekenis gekregen die herziening behoeft. Momenteel lijkt
> de betekenis ingeperkt tot “de gelegenheid een eigen inkomen te verwerven”
> in plaats van “de gelegenheid zinvol werk te doen”. Dit heeft te maken met
> een toenemend individualisme en een beperking van het begrip “werk” tot
> het economisch aspect, als zou alleen werk dat bijdraagt aan het BNP
> (meestal *betaald* werk) van waarde zijn. De andere en hogere aspecten
> worden (ten onrechte) genegeerd. Werk heeft alles te maken met  het
> technisch-cultureel aspect van “produceren” en heeft als aktiviteit of in
> het product ook waarde in de aesthetische (kunst) en ethische (zorg)
> aspecten van de werkelijkheid. Deze laatste aspecten zijn wellicht zelfs
> belangrijker dan het economische. Maar ook wat het economisch aspect
> betreft gaat het om meer dan het geld dat het werk opbrengt. Het is een
> economische eis dat men zijn werk efficient uitvoert (zuinig en zorgvuldig
> met millieu, grondstoffen en inspanningen, ook: dat men dat werk kiest
> waarbij men zijn beperkte talenten optimaal benut en geen werk dat
> eigenlijk boven zijn krachten gaat). Idealiter zouden al deze aspecten een
> rol moeten spelen bij de beoordeling van “werk” zodat “beter” werk ook
> “beter” betaald zou kunnen worden. Het is wat al te kort door de bocht om
> “beter werk” gelijk te stellen met “werk dat producten oplevert die tegen
> een (hoge) prijs verkocht kunnen worden”.
>         In primitieve culturen is (was) er volop “werk”gelegenheid en was (is)
> niemand “werkeloos”. Met de toenemende dominatie van “geld” als
> waarde-bepalend ruilmiddel en de culturele ontsluiting van de verschillende
> aspecten  van de werkelijkheid, met name het economische, is dit veranderd.
> De industriele maatschappij en het daaruit voortkomende socialisme hebben
> daar krachtig toe bijgedragen: “Werk” werd als bron van inkomsten iets waar
> men “recht” op heeft, en niet meer iets wat men van nature deed. Soms nam
> dit extreme vormen aan gecombineerd met (op zichzelf toe te juichen)
> vrouwen-emancipatie: ook voor vrouwen werd betaald werk het enig
> respectabele zodat zij zich moesten onttrekken aan huishoudelijk werk en de
> zorg voor hun gezin en de kinderen. Het dient positief gewaardeerd te
> worden als mannen zich ook voor dit soort werk willen gaan inzetten,
> eventueel ten koste van de tijd die zij steken in betaald werk
> (“flexi-werken”) en dat mede daardoor vrouwen meer vrijheid krijgen zich te
> wijden aan werk dat zij zinvol vinden en waarbij ook zij hun talenten
> kunnen ontplooien. Dit is echter een vrij recente ontwikkeling die slechts
> mogelijk is als man en vrouw als “twee-verdieners” voor voldoende inkomen
> kunnen zorgen. Tevens dienen mannen huishoudelijk werk en zorg voor
> kinderen als (niet minderwaardig) werk te ambieren, dit is steeds meer het
> geval. Het idee van een basisinkomen sluit hierbij aan en geeft iedere
> Nederlander de vrijheid werk te kiezen dat hij/zij zinvol vindt en waarbij
> hij/zij ook haar talenten het best kan ontwikkelen. Dit is echter slechts
> mogelijk als de Nederlanders gezamelijk als “veel-verdieners” voor
> voldoende inkomen (BNP) kunnen zorgen. Momenteel is het BNP en zijn de
> belasting-inkomsten hoog genoeg om dit te realiseren.
>         We stelden dat in de ICT-maatschappij de werkgelegenheid structureel
> minder wordt. Dit is niet geheel juist. Veel individuen en kleine bedrijven
> grijpen de kansen, die ICT (bijv. het Internet) biedt, aan om (tegen
> betaling) producten en diensten aan te bieden (“tele-werken” en
> “e-commerce”). Deze bedrijvigheid is weinig kapitaalsintensief maar bergt
> voor beginnende ondernemers natuurlijk wel een zeker risico in zich. Dit
> risico wordt minder riskant als men verzekerd is van een basisinkomen. Op
> deze wijze draagt het basisinkomen ook bij aan het ontsluiten van deze tak
> van bedrijvigheid en dus aan het realiseren van de toenemende
> werkgelegenheid die ICT biedt.
> 
> BASISINKOMEN EN DE GRONDWET.
> 
>         In deze paragraaf zullen we nagaan hoe het idee van een basisinkomen zich
> verhoudt tot de grondrechten zoals vastgelegd in de Nederlandse grondwet.
> Daarbij moet wel bedacht worden dat deze (nog) niet geformuleerd is vanuit
> het denken van de ICT-maatschappij maar grotendeels bepaald is vanuit
> inzichten gebaseerd op een geindustrialiseerde maatschappij en het
> socialisme dat daar een reactie op was. We geven per artikel commentaar:
> 
> Art. 10 . - 1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen
> beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
> 
>         Onder de huidige regelingen wordt hier -om uitkeringen binnen de perken
> van het betaalbare te houden- op grove wijze door de overheid inbreuk op
> gemaakt.
> 
> Art. 19 . - 1. Bevordering van voldoende werkgelegenheid is voorwerp van
> zorg der overheid
> 
>         Te zeer wordt bij de implementatie van dit artikel door de overheid
> uitgegaan van van “werk” uitsluitend als middel om een persoonlijk inkomen
> te verwerven. Tevens dreigt “werkgelegenheid” een eufemisme te worden van
> “dwang tot betaald werk”, alweer om de uitkeringen betaalbaar te houden.
> .
> - 2. De wet stelt regels omtrent de rechtspositie van hen die arbeid
> verrichten en omtrent hun bescherming daarbij, alsmede omtrent
> medezeggenschap.
> 
>         De “rechtspositie” is niet het enige wat van belang is - enige financiele
> onafhankelijkheid van (potentiele) werknemers is nodig om hun
> onderhandelings-positie te versterken.
> 
> - 3. Het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt
> erkend, behoudens de beperkingen bij of krachtens de wet gesteld.
> 
>         Ook hier dient “arbeid” als “werk” in zijn oorspronkelijke betekenis
> gelezen te worden en niet beperkt te zijn tot betaalde arbeid. Die “vrije
> keuze” wordt onmogelijk gemaakt als er -bij gebrek aan basisinkomen- de
> financiele noodzaak bestaat om welk-werk-dan-ook ter hand te nemen. Om de
> uitkeringen betaalbaar te houden worden bij wet veel te veel beperkingen
> gesteld.
> 
> Art. 20 . - 1. De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart
> zijn voorwerp van zorg der overheid.
> 
>         Hierop sluit een basisinkomen naadloos aan,  huidige sociale voorzieningen
> zijn slechts een (slecht) lapmiddel.
> 
> - 2. De wet stelt regels omtrent de aanspraken op sociale zekerheid.
> 
>         In plaats van de huidige gecompliceerde regels, die kostbaar zijn om uit
> te voeren en te handhaven, zou een basisinkomen voor iedere Nederlander
> boven de 15 jaar zeer eenvoudig te regelen en uit te voeren zijn. In plaats
> van “aanspraken op sociale zekerheid” komt er dan “recht op een
> basisinkomen dat voldoende sociale zekerheid biedt”.
> 
> - 3. Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien,
> hebben een bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege.
> 
>         Kan vervallen als iedereen met een basisinkomen “in het bestaan kan
> voorzien”.
> 
> Art. 22 . - 1. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de
> volksgezondheid.
> - 2. Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der
> overheid.
> - 3. Zij schept voorwaarden voor maatschappelijke en culturele ontplooiing
> en voor vrijetijdsbesteding.
> 
>         Wat dit laatste (lid 3) betreft dient een basisinkomen hiervoor ook de
> nodige financiele ruimte te geven (binnen de beperkte middelen). Bij
> uitkeringen wordt met dit aspect onvoldoende rekening gehouden. Wat de
> eerste twee leden betreft: dit zal ook bij een basisinkomen nodig blijven -
> ook al is er nu -in tegenstelling tot enkele decennia geleden- voldoende
> woongelegenheid.
> 
> BASISINKOMEN: HOOGTE EN FINANCIERING.
> 
>         Het basisinkomen moet hoog genoeg zijn om iedere Nederlander in staat te
> stellen volwaardig aan de (ICT-)samenleving deel te nemen, zonder enige
> luxe. Het mag echter niet zo hoog zijn dat “iedereen er van gaat
> rentenieren”, een zekere stimulans om betaald werk te verrichten moet er
> blijven bestaan. Een zeker realistisch evenwicht dient gevonden te worden.
> We zagen dat, bij invoering in Nederland, dit zo veel mogelijk budgettair
> neutraal zou moeten zijn, dit bepaalt hoe hoog een “haalbaar” basisinkomen
> kan zijn. De vraag wordt dan in hoeverre met een basisinkomen voorzien kan
> worden in de elementaire levensbehoeften (die in onze maatschappij meer
> kosten dan in een niet-westerse samenleving). We willen eerst onderzoeken
> wat “haalbaar” is.
>         Als financiering is voorgesteld: afschaffing van alle uitkeringen (die bij
> een basisloon overbodig worden) bij handhaving van het huidig niveau van
> belastingen (inclusief “premies volksverzekeringen”) en verhoging van de
> belasting op toegevoegde waarde, afschaffing van minimum-loon en iedere
> Nederlander boven de 15 jaar een onvoorwaardelijk basisinkomen van 1100
> gulden per maand, zonder verdere administratieve rompslomp automatisch uit
> te keren via een aan het bevolkingsregister gekoppeld computersysteem.
>         Het bleek bezwaarlijk dat veel uitkeringstrekkers en AOWers er dan
> teveel op achteruit zouden gaan. Dit zou opgevangen kunnen worden door
> uitkeringen en AOW niet geheel af te schaffen - dan blijven we echter met
> kostbare en vrijheid en privacy aantastende regelingen zitten. Daar ben ik
> niet voor, liever zoek ik naar financiering van 1500 gulden basisinkomen
> uit (verhoging van) andere belastingen dan reeds genoemde BTW. Hiervoor
> wordt hieronder een aanvullend voorstel gedaan, maar eerst gaan we uit van
> 1100 gulden per maand. We krijgen dan het volgende sommetje (gegevens van
> CBS, CPB en betrokken ministeries en rijksbegroting, bedragen in milliarden
> guldens)
> 
> Uitkeringen met tussen haakjes de uitvoeringskosten en het aantal personen
> dat onder die regeling valt:
> 1. WW, AWF en wachtgelden                  7,062  (  1,600
> 391.000)
> 2. WAO en AAV                             12,206  (  1,875
> 609.000)
> 3. AOW en NNW                             36,600  (  0,275
> 2.085.000)
> 4. Bijstand                               10,470  ( onbekend
> 490.000)
> 5. Studiefinanciering (incl. leningen)     3,498  ( 0,171
> 495.000)
>     TOTAAL  minimaal:                     69.836 + (3.921) =  73,757
> 4.070.000)
>         Op de rijksbegroting staat echter 102 milliard als uitgaven voor “Sociale
> Zekerheid”. Als we aannemen dat met het vervallen van die (o.a.
> bovenstaande) regelingen (uitkeringen) die volledige 102 milliard
> uitgespaard wordt (het basisinkomen biedt voldoende “Sociale Zekerheid”),
> dan komen we tot de volgende globale berekening:
>         Nodig 1100 per maand voor 12 millioen Nederlanders is   158,4   milliard,
>         Uitgespaard op "Sociale Zekerheid:                      102   milliard
>         Dat betekent dat 56,4 milliard uit andere bron moet komen. Verhoging BTW
> (op “luxe” artikelen om kosten elementair levensonderhoud niet te laten
> stijgen) lijkt de meest aangewezen oplossing. BTW brengt nu 56,6 milliard
> op, door een gemiddelde verdubbeling van het BTW-tarief wordt een
> basisinkomen van Fl.1100 voor iedere Nederlander boven de 15 jaar dus
> haalbaar. Dat is voor samenwonenden Fl.2200, ongeveer het minimumloon. Dit
> betekent mogelijkheid tot een aanmerkelijke verlaging van de loonkosten en
> dus meer werkgelegenheid. Niet arbeid wordt extra belast maar het
> resulterend product , dat betekent een verschuiving van de belasting van
> arbeidsintensieve bedrijven naar kapitaalsintensieve bedrijven en is dus in
> overeenstemming met het principe dat “de sterkste schouders”
> (kapitaalkrachtigen) “de zwaarste lasten moeten dragen”, terwijl tevens de
> “zwakste schouders” met het basisinkomen voldoende draagkracht krijgen.
> 
>         Wanneer men zou besluiten ook de kinderbijslag en de huursubsidie af te
> schaffen levert dit als extra op:
> 
> 6. Huursubsidie                                      2,439  (  0,098)
> 7. Kinderbijslag                                      6,300  ( 0,170)
>      TOTAAL                                           8,739+(0,268) = 9,007
> 
>         Dan zou het basisinkomen met 62.50 gulden verhoogd kunnen worden en
> resulteert als haalbaar een basisinkomen van 1162,50 gulden per maand per
> persoon. Als twee personen samenleven hebben zij dan dus samen 2324 per
> maand, slechts iets meer dan het huidige minimumloon. Dit lijkt om te
> beginnen voldoende en niet zo hoog dat de motivatie om iets extras bij te
> verdienen wegvalt, vooral als men ook nog een of meer kinderen “op de
> wereld wil zetten” en/of comfortabeler wil wonen dan met dit inkomen
> mogelijk is.
> 
>         We stelden echter dat een voldoende basisinkomen ter vervanging van alle
> uitkeringen met hun nadelige bijverschijnselen 1500 gulden per maand zou
> moeten bedragen. Voor de verhoging met 337,50 gulden is 48,6 milliard extra
> nodig,
>         Een consequentie van het basisinkomen is dat feitelijke lonen 1500 gulden
> lager
> kunnen zijn zonder dat werknemer er op achteruit gaat. In plaats van dit
> ten voordele van de werkgever te laten komen ligt een werkgeversheffing
> voor de hand, deze zou een percentage van de af te dragen loonbelasting
> (=inkomstenbelasting) kunnen zijn. Loon en inkomstenbelasting brengt
> momenteel 48 milliard op die nu ten laste van de werknemer komt. De heffing
> ten laste van de
> werkgever zou dus 101,25% daarvan moeten bedragen. Het ligt voor de hand dat
> werkgevers dit uit verlaging van de huidige lonen willen betalen. Bij 6,4
> millioen werknemers betekent dit gemiddeld een verlaging met 632,81 gulden per
> maand. Vergeleken met de mogelijke (gemiddelde) verlaging van 1500 (het
> basisinkomen) betekent dit dus dat men er (gemiddeld) maximaal 867,19 gulden
> op vooruit kan gaan als men naast het basisinkomen betaald werk verricht
> zonder dat de arbeidskosten van de werkgevers omhoog gaan. Waarschijnlijk
> is dit voor de laagstbetaalde functies (dikwijls het minder aangename werk)
> niet voldoende: uitgaande van het huidige minimumloon komen we op een
> maandloon van ongeveer 1561 per maand (2194-1500+867,19) of 9,76 gulden per
> uur. Daar zullen slechts weinigen het voor doen. Feitelijk zullen dus de
> lonen van de laagstbetaalden minder omlaag kunnen dan van de hoogst
> betaalden, deze zullen
> wellicht (vanaf een modaal inkomen?) op het huidige inkomensniveau moeten
> blijven (afgezien van reeds nu gangbare loonsverhogingen): hun loon zal
> verlaagd moeten worden met het volledige bedrag dat zij aan basisinkomen
> ontvangen. Als werkgevers dit doen voor de 50% best betaalden dan gaan deze
> er niet op achteruit terwijl gemiddeld 867,19 voor de 50% slechtst
> betaalden ter beschikking komt - dat betekent dat een uurloon van minimaal
> vijftien gulden per uur voor hen die nu op minimum-loon niveau zitten
> haalbaar is. Dat lijkt alleszins redelijk en voor hen voldoende motiverend
> om werk te zoeken (zonder “sollicitatieplicht”).
> 
> Samenvattend:
> 216 milliard nodig voor onvoorwaardelijk basisinkomen van 1500 gulden per
> maand voor iedere Nederlander van 15 jaar of ouder, te financieren uit:
> 102 milliard bezuiniging op uitkeringen etc. (voorzieningen die momenteel
> “Sociale Zekerheid” moeten bieden).
>   9 milliard bezuiniging op kinderbijslag en huursubsidie,
>  56,4 milliard uit (gemiddelde) verdubbeling BTW, gemiddeld want primaire
> levensbehoeften moeten minder belast worden dan luxe en
> millieu-onvriendelijke artikelen.,
>  48,6 milliard uit een werkgeversheffing per werknemer ter hoogte van
> 101,25% van de betaalde loonbelasting.
>         Een evenwichtige spreiding van de extra “lasten” tussen productheffing
> (BTW) en werkgeversheffing moet onderhandelbaar zijn, de hier genoemde
> percentages zijn tentatief.
>         Een minimum uurloon van vijftien gulden voor (legaal) “bijklussen” blijft
> haalbaar.
> 
> 14-8-’99 A. Dirkzwager.

Ik ben niet verder gekomen dan de uitgangspositie. Het ontgaat mij ten
ene male waarom ik belasting zou moeten betalen voor de uitkering van
iemand die wel in staat is om te werken maar het hem/haar aangeboden
werd niet interessant vindt. Of voor iemand die met een ander gaat
samenwonen maar, ongeacht de hoogte van het inkomen van die persoon -
die er geen bezwaar tegen heeft te voorzien in de kosten van
levensonderhoud van de baanloze - zijn/haar financiele onafhankelijkheid
wil bewaren. 
Alle mooie bespiegelingen over een basisinkomen dat zo hoog is dat het
financiele onafhankelijkheid kan waarborgen gaan voorbij dat het betaald
moet worden. En onder de geschetste omstandigheden pas ik daarvoor.

m.v.g.
Henk Nijkamp



More information about the D66 mailing list