[D66] De Slimste Mens: het theater van triviale waanzin
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Fri Sep 19 14:16:32 CEST 2025
De Slimste Mens: het theater van triviale waanzin
Wanneer je De Slimste Mens bekijkt, lijkt het even alsof je getuige bent
van een prestigieuze intellectuele strijd. Maar wie beter luistert,
hoort geen diepgravende inzichten over quantummechanica of de werking
van de democratie. Nee, hier wint degene die in dertig seconden kan
opsommen dat Willem-Alexander in 1987 een yo-yo-wedstrijd verloor in
Lisse en dat de favoriete kleur van Julius Caesar turquoise was.
De kandidaten strooien met weetjes die variëren van onmisbaar tot
belachelijk. “Wat weet jij van pizza?”
– “Ronde vorm, uitgevonden door een bakker met pleinvrees, eerste
exemplaar belegd met postzegels, geliefd door Beethoven, verboden in
Zwitserland tot 1964.”
En hup: tien punten.
De absurditeit wordt versterkt door Maarten van Rossem, die elk
nonsens-feitje met grommend gezag bekrachtigt. Een kandidaat roept:
“Koningin Victoria was de eerste vrouw die een magnetron gebruikte!” En
Maarten knikt bedachtzaam: “Ja, dat klopt, in 1849, ze verwarmde er soep
in van schapenvet.” Alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Het wonderlijke van dit programma is dat kijkers thuis ook mee gaan
doen. Je voelt je opeens slim omdat je onthoudt dat Vincent van Gogh
niet alleen schilderde, maar ook de uitvinder was van de fietspomp met
ingebouwde fluitje. Of dat Albert Einstein ooit in Zandvoort strandwacht
was, maar werd ontslagen omdat hij voortdurend in de verkeerde badhokjes
differentiaalvergelijkingen stond te krabbelen.
Het quizsysteem beloont geen logica, maar pure opslagcapaciteit voor
absurde feiten. Wie weet dat Napoleon ooit een hamster als lijfwacht
had, gaat verder. Wie niet weet dat de eerste Nederlandse astronaut
eigenlijk gewoon een verdwaalde duivenmelker uit Oss was, valt af.
En toch: misschien ligt daarin de ware genialiteit van De Slimste Mens.
Het programma toont ons dat slimheid niet draait om waarheid, maar om de
overtuigende snelheid waarmee je onzin kunt uitkramen. In dat opzicht is
het minder een quiz, en meer een oefening in improvisatie, een soort
jazzmuziek van trivialiteiten.
Uiteindelijk maakt De Slimste Mens duidelijk dat het menselijk brein een
rare opslagplaats is: een universum waarin plaats is voor alle koningen
van Engeland, de hobby’s van alle leden van BZN, én de wetenschap dat
koeien in 1923 probeerden een eigen politieke partij op te richten. De
vraag is niet wat weet je, maar hoe snel kun je het eruit gooien voordat
de zoemer gaat?
More information about the D66
mailing list