[D66] Waarom de inzet van drones geen aanleiding is voor artikel 4 van de NAVO
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Wed Sep 10 11:49:07 CEST 2025
[guttegut, een handvol verdwaalde drones en men reageert weer alsof
Hitler Polen weer is binnegevallen...]
Waarom de inzet van drones geen aanleiding is voor artikel 4 van de NAVO
De inzet van drones in gewapende of verkenningsoperaties roept vaak
vragen op over de mogelijke implicaties voor internationale veiligheid
en de verplichtingen binnen bondgenootschappen zoals de NAVO. Artikel 4
van het Noord-Atlantisch Verdrag stelt dat de lidstaten elkaar
consulteren “wanneer naar het oordeel van één van hen de territoriale
integriteit, politieke onafhankelijkheid of veiligheid van een der
partijen wordt bedreigd.” Dit artikel vormt dus een politiek-diplomatiek
instrument, geen automatische verplichting tot collectieve actie.
Hoewel drones steeds vaker worden ingezet in conflicten, rechtvaardigt
hun gebruik op zichzelf doorgaans niet de toepassing van artikel 4. Daar
zijn verschillende redenen voor:
Beperkte schaal en impact
In tegenstelling tot grootschalige militaire acties of invasies zijn
drone-operaties vaak kleinschalig, gericht en beperkt van aard. Zij
veroorzaken zelden een existentiële bedreiging voor de territoriale
integriteit van een NAVO-lidstaat.
Ambiguïteit en interpretatie
Drones kunnen zowel voor verkenning als voor offensieve doeleinden
worden ingezet. Het onderscheid is niet altijd duidelijk, en veel
dronevluchten vinden plaats in of nabij grijze zones. Deze ambiguïteit
bemoeilijkt het stellen dat een drone-inzet automatisch de veiligheid
van een bondgenoot bedreigt.
Proportionaliteit en escalatie
Artikel 4 is bedoeld om ernstige veiligheidsdreigingen gezamenlijk te
bespreken. Het inroepen van dit artikel bij relatief beperkte incidenten
– zoals de inzet van een drone voor observatie of een geïsoleerde aanval
– kan leiden tot diplomatieke overreacties en escalatie, wat haaks staat
op het beoogde de-escalerende karakter van het artikel.
Internationale precedenten
In de afgelopen jaren zijn drones herhaaldelijk ingezet door zowel
staten als niet-statelijke actoren in NAVO-grensgebieden. Toch is
artikel 4 slechts enkele keren ingeroepen, en dan uitsluitend in
situaties waarin de bredere veiligheidssituatie voor een lidstaat
daadwerkelijk in gevaar kwam, bijvoorbeeld door grootschalige militaire
operaties in de directe nabijheid.
Conclusie
Hoewel drones een groeiend veiligheidsvraagstuk vormen en tot incidenten
kunnen leiden, overstijgen zij op zichzelf zelden de drempel die artikel
4 van het NAVO-verdrag vereist. Het instrument is bedoeld voor
structurele of existentiële bedreigingen, niet voor incidentele of
beperkte acties met onbemande systemen. Diplomatieke kanalen, bilaterale
communicatie en regionale veiligheidsmechanismen bieden in de meeste
gevallen voldoende mogelijkheden om drone-incidenten te adresseren
zonder dat de NAVO formeel artikel 4 moet activeren.
More information about the D66
mailing list