[D66] Het Kan Wèl: Het 'WIr Schaffen Das' van D66

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Wed Sep 3 22:23:01 CEST 2025


Het Kan Wèl: De Neurose van de Hoogmoed

Er zijn politieke slogans die een volk weten te raken in zijn ziel, die 
de loop der dingen veranderen. En er zijn slogans die, als je ze van 
dichtbij bekijkt, klinken als een dapper kind dat zijn vader imiteert 
door in de spiegel stoer te poseren. Rob Jettens “Het kan wèl” behoort 
zonder twijfel tot de tweede categorie. Het is een echo, een nerveus 
gefluit in het donker.

Wie “Het kan wèl” roept, verraadt meteen de angst dat het eigenlijk níet 
kan. Het is een defensieve kreet, een bijna religieuze bevestiging dat 
de werkelijkheid zich wel zal voegen naar de wil van het idee. Het is de 
Nederlandse editie van Angela Merkels “Wir schaffen das” – een slogan 
die, hoe geruststellend bedoeld ook, uitgroeide tot een nationale 
bezweringsformule. De werkelijkheid bleek koppiger dan de retoriek.

In Jettens versie krijgt dit een typisch Nederlandse saus: de 
bouwneurose. Of het nu om huizen, windparken of spoorlijnen gaat, we 
beloven elkaar dat het allemaal kan, mits we de juiste 
PowerPointpresentatie erbij maken. Ons land lijdt aan de illusie van 
maakbaarheid: dat de bakstenen, vergunningen, stikstofcijfers en 
belangenclubs zich schikken als legoblokjes zodra een minister met 
opgeheven kin “het kan wèl” zegt. Intussen weten we allemaal dat dit 
land een bouwvergunning nog net iets moeizamer uitspuugt dan een Romeins 
slakenslak.

Wat werkelijk door de slogan heen sijpelt is hoogmoed. De gedachte dat 
wilskracht en optimisme voldoende zijn om natuurwetten, bureaucratie en 
menselijke weerstand te overwinnen. Het is de hybris van een technocraat 
die gelooft dat de werkelijkheid zich laat disciplineren door 
spreadsheets en beleidstafels. Het kan wèl klinkt dan minder als een 
belofte en meer als een uitdaging aan de natuur zelf: stikstofregels, 
grondprijzen, menselijk geduld — het zal allemaal buigen.

Maar slogans hebben een ironisch geheugen. Ze keren zich vroeg of laat 
tegen hun uitvinder. Wir schaffen das werd een symbool van politieke 
zelfoverschatting, een litteken in de Duitse ziel. Het kan wèl loopt 
hetzelfde lot tegemoet: straks wordt het herhaald, niet als belofte, 
maar als bittere grap, ergens in een eindeloos vertraagd bouwproject, 
tussen kranen die stilhangen en bewoners die nog steeds op hun woning 
wachten.

Het ware motto van dit land zou niet moeten zijn “het kan wèl”, maar 
“het loopt altijd anders”. Dat is minder sexy, maar eerlijker. Jettens 
kreet is hoogmoed verpakt als hoop, een toverformule voor beleidsmakers 
die zelf nog geloven in het sprookje van hun eigen daadkracht.


More information about the D66 mailing list