[D66] Ondernemers staan weer te lachen bij zoveel rechtse partijen

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Thu Oct 30 13:21:00 CET 2025


Ondernemers staan weer te lachen bij zoveel rechtse partijen

I. Inleiding: de lach van de markt

De Nederlandse ondernemer lacht weer. Niet uit vreugde om innovatie of 
maatschappelijke vooruitgang, maar uit opluchting: de politiek is weer 
veilig terrein. De vele rechtse partijen in het parlement, van 
conservatief-liberaal tot populistisch-nationalistisch, hebben samen een 
klimaat geschapen waarin het bedrijfsleven zich geborgen weet. Terwijl 
de rest van de samenleving worstelt met bestaanszekerheid, woningnood en 
culturele polarisatie, lijkt één groep haar positie herwonnen te hebben: 
de ondernemer, de aandeelhouder, de markt.

Nederland is te rechts geworden — niet slechts ideologisch, maar 
structureel. En die verrechtsing heeft de mogelijkheid om het 
multiculturele drama te verzachten, opnieuw ondermijnd.

II. De economische ideologie van de nieuwe rechterzijde

Waar de klassieke rechtsstaat een balans zocht tussen vrijheid en 
verantwoordelijkheid, tussen winst en welzijn, overheerst nu een 
economisch dogma waarin de markt als maat der dingen geldt. Belastingen 
zijn verdacht, sociale voorzieningen worden als kostenpost gezien, en 
solidariteit is vervangen door efficiëntie.

Deze hernieuwde verering van het ondernemerschap heeft een symbolische 
dimensie: de ondernemer wordt voorgesteld als de morele held van de 
moderne tijd — autonoom, daadkrachtig, vrij van bureaucratie. Maar 
achter die retoriek schuilt een diepere verschuiving: het sociale 
contract dat burgers met elkaar verbond, is ingeruild voor een contract 
van concurrentie.

III. De prijs van politieke verrechtsing

De veelheid aan rechtse partijen — variërend van technocratisch liberaal 
tot cultureel autoritair — heeft geleid tot een nieuw soort consensus: 
men verschilt over migratie, maar niet over de markt. Waar links ooit de 
sociale dimensie van beleid bepaalde, is die ruimte verschrompeld. De 
economische agenda is uniform: dereguleren, flexibiliseren, privatiseren.

In die uniformiteit schuilt een gevaar. Want de verrechtsing van het 
economisch denken heeft niet alleen de inkomensverschillen vergroot, 
maar ook het maatschappelijke gesprek verengd. De zorgen van de werkende 
klasse, van migranten, van jongeren op de woningmarkt, verdwijnen onder 
de jubel van de beurskoersen.

De ondernemers lachen — en de politiek lacht mee.

IV. De multiculturele paradox

Het multicultureel drama, ooit gezien als een sociaal en cultureel 
vraagstuk, blijkt intussen ook een economisch drama te zijn. De 
segregatie op de arbeidsmarkt, de achterstand in onderwijs, de groei van 
flexwerk en schijnzelfstandigheid: het zijn niet slechts culturele 
kwesties, maar structurele consequenties van een politiek die de markt 
voorrang geeft boven de mens.

Terwijl de rechterzijde de retoriek van ‘eigen verantwoordelijkheid’ 
predikt, creëert zij een systeem waarin juist die verantwoordelijkheid 
onmogelijk wordt voor wie buiten de economische elite valt. Integratie 
wordt dan niet beloond, maar geëxploiteerd; arbeid is geen brug tot 
deelname, maar een instrument van onderscheid.

V. De afwezigheid van moreel tegenwicht

Wat Nederland tegenwoordig mist, is niet kapitaal, maar tegenkracht. De 
sociale correctie die ooit kwam van vakbonden, progressieve partijen, of 
kerken, is verzwakt of verdwenen. De neoliberale geest heeft zelfs het 
morele vocabulaire van solidariteit uitgehold: woorden als gemeenschap, 
zorg, of gelijkheid klinken ouderwets, als relikwieën uit een tijd 
waarin men nog geloofde dat winst niet het hoogste goed was.

Het resultaat is een land dat zichzelf als efficiënt beschouwt, maar 
moreel inefficiënt is. Een land dat zijn diversiteit als probleem ziet, 
omdat het geen sociaal fundament meer heeft dat verschil kan dragen.

VI. Slotbeschouwing: de glimlach en de schaduw

De glimlach van de ondernemer is het spiegelbeeld van het verlies van de 
burger. Een samenleving die de belangen van kapitaal tot maatstaf 
verheft, verliest vroeg of laat haar vermogen tot empathie. De 
verrechtsing van Nederland heeft de economische elite gerustgesteld, 
maar de culturele en sociale cohesie uitgehold.

Zolang de politiek zich laat vangen in de logica van groei en 
concurrentie, blijft het multiculturele drama bestaan — niet als botsing 
van culturen, maar als botsing van belangen.

De lach van de ondernemer klinkt helder in de stilte die volgt, wanneer 
de rest van het land niet meer gehoord wordt.


More information about the D66 mailing list