[D66] Manifest voor een Vrij Limburg

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Mon Oct 6 14:11:19 CEST 2025


Limburg verdient het recht om zichzelf te zijn

Een essay over identiteit, geschiedenis en de roep om zelfbeschikking

Door de eeuwen heen heeft Limburg geleerd wat het betekent om tussen 
werelden te leven. Tussen Nederland en België, tussen Germaanse en 
Romaanse invloeden, tussen dialect en standaardtaal, tussen 
zelfbewustzijn en onderschatting. Die tussenpositie heeft onze cultuur 
rijk gemaakt — maar ook onze stem verzwakt. Limburg is steeds opnieuw 
onderwerp geweest van beslissingen die elders genomen werden. Misschien 
is het tijd om dat te veranderen.

Een geschiedenis van tijdelijke verbondenheid

Wie de Limburgse geschiedenis kent, weet dat de band met Nederland jong 
is — en nooit vanzelfsprekend is geweest.
Na de val van Napoleon in 1815 werd Limburg op het Congres van Wenen 
toegevoegd aan het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. Niet omdat het 
volk erom vroeg, maar omdat de Europese grootmachten dat politiek handig 
vonden.

In 1830, toen België zich afscheidde van Nederland, koos vrijwel heel 
Limburg de kant van de Belgische revolutionairen. Alleen Maastricht 
bleef trouw aan koning Willem I. Pas in 1839, na het Verdrag van Londen, 
werd Limburg gesplitst: het westelijke deel ging naar België, het 
oostelijke — ons huidige Nederlands Limburg — bleef onder Den Haag.

Toch bleef Limburg nog bijna dertig jaar een bijzondere status houden: 
van 1839 tot 1867 was het officieel het Hertogdom Limburg, een lidstaat 
van de Duitse Bond, met de Nederlandse koning als hertog. Pas met het 
tweede Verdrag van Londen, in 1867, werd Limburg volledig geïntegreerd 
in Nederland.

Dat is dus nog geen twee eeuwen geleden — korter dan veel landen in hun 
huidige vorm bestaan. Historisch gezien is Limburgs zelfstandigheid geen 
fantasie, maar een vergeten realiteit.

Een eigen cultuur die niet verdwijnt

Taal, muziek, religie, feesten — alles in Limburg ademt eigenheid.
Het Limburgs is geen accent, maar een erkende streektaal onder het 
Europees Handvest voor regionale talen. Het kent nuances van Venlo tot 
Vaals, maar drukt overal dezelfde warmte, ironie en identiteit uit.
Carnaval is geen folklore, maar een diepgewortelde sociale traditie 
waarin macht wordt omgekeerd en gemeenschap herleeft.

In de rest van Nederland lijkt die eigenheid soms als curiositeit te 
worden gezien: charmant, folkloristisch, maar niet serieus.
Toch is het juist die culturele vitaliteit die bewijst dat Limburg meer 
is dan een provincie.
Het is een regio met een eigen tempo, eigen waarden en een sterk gevoel 
voor samenhang — precies wat een moderne, zelfbewuste regio nodig heeft.

De Randstad kijkt, maar ziet niet

Decennialang is Limburg onderwerp geweest van beleid dat ontworpen werd 
met de Randstad als norm.
Toen de mijnen sloten in de jaren zestig en zeventig, verloor de regio 
tienduizenden banen en haar economische ruggengraat. Wat volgde was geen 
structureel heropbouwplan, maar een trage reeks pleisters en projecten.
Nog altijd kampt Limburg met bevolkingskrimp, afnemende voorzieningen en 
een gevoel van afstand tot Den Haag — letterlijk en figuurlijk.

Die afstand is niet alleen geografisch.
Ze is mentaal, bestuurlijk, cultureel.
In Den Haag denkt men in nationale gemiddelden; in Limburg denkt men in 
mensen, dorpen, en onderlinge zorg. Dat verschil is fundamenteel — en 
misschien onoverbrugbaar.

Een nieuwe toekomst in het hart van Europa

Limburg ligt niet aan de rand van Nederland, maar in het midden van Europa.
De Euregio Maas–Rijn, met steden als Aken, Luik, Hasselt en Maastricht, 
vormt één van de meest dynamische grensregio’s van het continent.
De economische, culturele en wetenschappelijke samenwerking over de 
grenzen heen groeit al jaren — ondanks, niet dankzij, Den Haag.

Een toekomst waarin Limburg meer autonomie krijgt, of zelfs zelfstandig 
zou opereren binnen een Europese context, is niet onrealistisch.
Kleine staten en regio’s als Luxemburg, Vlaanderen of Zuid-Tirol laten 
zien dat lokale identiteit en Europese samenwerking elkaar juist versterken.
Een zelfstandig Limburg zou zichzelf kunnen profileren als meertalig, 
duurzaam en grensoverschrijdend — een Europese microstaat met een eigen 
stem.

Van provincie naar persoonlijkheid

Afscheiding hoeft geen breuk te betekenen. Het kan ook een uitnodiging 
zijn: een oproep tot herziening van de verhouding tussen centrum en 
periferie.


Tot slot: een stem die gehoord mag worden

Het pleidooi voor Limburgse autonomie is geen kwestie van nationalisme, 
maar van respect.
Respect voor geschiedenis, voor taal, voor eigenheid.
Te lang werd Limburg gezien als de zachte achterkant van Nederland — 
terwijl het in feite de menselijke voorkant is.

De Maas stroomt niet naar Den Haag, maar naar de wereld.
Misschien is het tijd dat Limburg dat ook doet.

“Zelfbeschikking is geen afscheiding, het is erkenning.”

— Essay voor een Vrij Limburg, 2025

Op 06-10-2025 om 14:01 schreef René Oudeweg:
> Manifest voor een Vrij Limburg
> “Tussen Maas en Mergel ontwaakt het eigene.”
> 
> Er komt een moment waarop een volk, te lang genegeerd, de stilte van 
> beleefdheid verbreekt. Een moment waarop het zuiden zijn rug recht. Dat 
> moment is nu. Want Limburg, onze heuvelige, zachte, trotse provincie, is 
> meer dan een geografisch aanhangsel van Nederland. Limburg is een land 
> op zichzelf — een land met een ziel, een taal, een geschiedenis die niet 
> geschreven werd in de zalen van Den Haag, maar in de echo van 
> kerkklokken in Maastricht, in de mijnschachten van Heerlen, in de lemen 
> straten van Thorn.
> 
> Wij zijn geen provincie. Wij zijn Limburg.
> 
> 1. De geschiedenis die Den Haag vergat
> 
> Limburg werd nooit écht Nederlands.
> Toen in 1815, na het Congres van Wenen, de Europese machten besloten 
> Limburg aan het nieuw gevormde Koninkrijk der Nederlanden toe te voegen, 
> gebeurde dat niet uit culturele verwantschap, maar uit diplomatiek 
> gemak. De Limburgers zelf werden zelden iets gevraagd.
> 
> In 1830 koos het volk van Limburg — met uitzondering van Maastricht — de 
> zijde van België in de revolutie tegen het noorden. Negen jaar lang, tot 
> het Verdrag van Londen (1839), was Limburg Belgisch in hart en ziel. Pas 
> toen de grootmachten de kaarten opnieuw schudden, werd de Maas de grens 
> van een verscheurde identiteit.
> 
> Van 1839 tot 1867 was Limburg zelfs een hertogdom, een staat binnen de 
> Duitse Bond, met de Nederlandse koning als soeverein maar met een eigen 
> status, eigen wetten en eigen symboliek. Pas met het tweede Verdrag van 
> Londen (1867) werd Limburg volledig opgenomen in Nederland.
> Nog geen anderhalve eeuw — dat is hoe kort Limburg formeel Nederlands is.
> 
> Is het dan werkelijk onnatuurlijk om te dromen van zelfstandigheid? Of 
> is het slechts het herstel van een historische waarheid?
> 
> 2. De eigenheid die overleeft
> 
> Limburgers spreken anders, denken anders, vieren anders.
> Het Limburgs, met zijn diepe klanken en zachte zinnen, is een 
> volwaardige streektaal erkend door de Raad van Europa. Het is geen 
> accent — het is een identiteit.
> Carnaval, met zijn omkering van macht, is geen folklore voor toeristen, 
> maar een levend politiek ritueel waarin het volk zichzelf regeert, al is 
> het maar drie dagen per jaar.
> 
> Onze heuvels, onze dorpen, onze kerktorens vormen geen landschap, maar 
> een herinnering aan een gemeenschap die leeft buiten het ritme van de 
> Randstad. Hier, tussen Maas en Geul, leeft een gevoel van samenhang dat 
> Den Haag nooit begreep.
> 
> 3. De verwaarlozing van het zuiden
> 
> De Randstad bepaalt, Limburg gehoorzaamt.
> Decennia van beleid hebben bewezen dat Den Haag kijkt met cijfers, niet 
> met hart.
> Toen de mijnen sloten, liet men duizenden gezinnen in het donker achter.
> Toen de spoorlijnen, ziekenhuizen en rechtbanken verdwenen, klonk uit 
> Den Haag slechts stilte.
> 
> Limburg is niet arm aan potentie — Limburg is arm gemaakt door afstand, 
> door onbegrip.
> Een eigen bestuur, gericht op de euregionale samenwerking met België en 
> Duitsland, zou Limburg kunnen doen herleven als economisch kruispunt van 
> Europa.
> Niet langer als provincie aan de rand, maar als centrum van de Euregio 
> Maas–Rijn.
> 
> 4. Een toekomst van zelfbeschikking
> 
> Afscheiding is geen breuk, het is emancipatie.
> Een Vrij Limburg zou kunnen staan als een trotse, tweetalige, Europese 
> republiek — met open grenzen, sterke lokale democratie en beleid dat 
> wortelt in de bodem waarop het wordt gevoerd.
> 
> De wereld kent voorbeelden genoeg: Luxemburg, Malta, Slovenië. Klein, 
> maar fier. Onafhankelijk, maar verweven met Europa. Waarom niet Limburg?
> Een Limburg dat zijn eigen onderwijs vormgeeft, zijn eigen taal 
> beschermt, zijn eigen economie bouwt rond duurzaamheid, toerisme, 
> technologie en grensoverschrijdende handel.
> 
> 5. Tot slot: het ontwaken
> 
> De tijd van vragen is voorbij.
> Wij hoeven geen toestemming meer om onszelf te zijn.
> Wat in 1839 werd gesplitst, wat in 1867 werd stilgelegd, kan in onze 
> eeuw herleven — niet uit haat of rancune, maar uit liefde. Liefde voor 
> wat wij zijn.
> 
> Limburg is geen rand. Limburg ís het hart.
> En het klopt, heviger dan ooit.
> 
> “Laat de Maas niet langer de grens zijn van onze mogelijkheden, maar de 
> ader van onze vrijheid.”
> 
> — Manifest voor een Vrij Limburg, 2025



More information about the D66 mailing list