[D66] De Laatste Stuiptrekking van de Psychiatrische Macht

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Fri Nov 28 16:40:35 CET 2025


De Laatste Stuiptrekking van de Psychiatrische Macht:
Een Polemische Heropleving van de Antipsychiatrische Woede

De psychiatrie is een instituut dat weigert zijn eigen geschiedenis 
onder ogen te zien. Een geschiedenis van normalisering, disciplinering, 
institutionele ontsporing en een hardnekkig geloof in een epistemische 
macht die ze nooit werkelijk bezit heeft. Het is de hoogste tijd om de 
antipsychiatrische erfenis niet alleen te herdenken, maar te herbewapenen.

Want wat Laing, Szasz, Foucault en Cooper al vijftig jaar geleden 
blootlegden, blijft nog steeds schrijnen:
de psychiatrie regeert niet dankzij kennis, maar dankzij een perfect 
uitgevoerde illusie van kennis.

En een illusie die macht vergaart, verdient ontmaskering — of desnoods 
vernietiging.

1. Psychiatrie als instituut van normalisering — een inzicht dat we 
vergeten lijken te zijn

De antipsychiatrie van de jaren ’70 begreep al iets dat wij opnieuw 
moeten begrijpen:
de psychiatrie is geen medische neutraliteit, maar een apparaat dat 
afwijking produceert door haar te benoemen.

Foucault wees erop dat “gekte” geen ontdekking was, maar een constructie 
— een categorie die samenvalt met de belangen van de maatschappij die 
haar hanteert.
Laing liet zien hoe psychisch lijden vaak een reactie is op een 
ziekmakende omgeving, niet op een ziek individu.
Cooper toonde hoe de instelling meer trauma creëerde dan ze ooit behandelde.
Szasz fileerde het concept “mentale ziekte” als metaforische machtstaal.

Maar wat deed de psychiatrie met deze kritiek?

Ze poetste haar handboeken op, veranderde haar taal, maar niet haar 
fundamentele positie.
De witte labjas bleef staan waar hij altijd stond: centraal, autoritair 
en zelfverzekerd.

2. De psychiatrie van nu verschilt weinig van die van toen — alleen het 
decor is veranderd

De gesloten inrichting heeft plaatsgemaakt voor ambulante protocollen;
de isoleercel voor medicatiedruk;
de autoritaire psychiater voor de vriendelijk glimlachende diagnostische 
poortwachter.

Het repressieve gezicht is gemoderniseerd, niet opgeheven.

Waar vroeger opsluiting de norm was, is het nu labeling — een subtielere 
maar even machtige vorm van disciplinering.
Waar vroeger de instelling je leven bepaalde, doet nu het dossier dat — 
een dossier dat je sociale en medische toekomst kan vastzetten met een 
enkele zin.

De antipsychiatrische beweging wilde de muren slopen;
de psychiatrie heeft ze eenvoudig digitaal gereconstrueerd.

3. De “wetenschappelijke” schijnzekerheid blijft de kern van de misleiding

Geen enkele antipsychiatrische denker verwierp menselijke zorg of 
menselijke pijn.
Wat ze verwierpen was de pretentie van wetenschappelijke zekerheid waar 
geen zekerheid bestaat.

En dat blijft vandaag exact het probleem.

Ja, er is onderzoek.
Ja, er zijn inzichten.
Maar de psychiatrie weet nog steeds niet wat de menselijke geest 
fundamenteel is, hoe subjectiviteit ontstaat, en waarom lijden zich 
manifesteert zoals het doet.

Toch blijft ze spreken met de autoriteit van een natuurwet.

Dit is wat Szasz “the therapeutic state” noemde:
een hybride macht die tegelijk zorgzaam en disciplinair optreedt en haar 
eigen grenzen weigert te erkennen.

4. De psychiatrie kan geen drager van definitiemacht zijn — nooit 
geweest, nooit worden

Het centrale dogma dat moet sneuvelen is dit:

De psychiatrie heeft het recht om te bepalen wat een menselijk leven 
betekent.

Niet omdat psychiaters slechte intenties zouden hebben.
Niet omdat er geen waardevolle kennis bestaat.
Maar omdat geen enkele discipline die geen volledige epistemische greep 
heeft op haar object — de geest — een monopolie mag bezitten op de 
interpretatie ervan.

De antipsychiatrie zag het al scherp:

Mensen lijden niet in DSM-categorieën.

Gedrag wordt pas stoornis wanneer macht het zo noemt.

Normaliteit is een cultureel project, geen medische waarheid.

De geest past niet in protocollen, tenzij je hem eerst verminkt.

We moeten deze observaties niet verzachten.
We moeten ze radicaliseren.

5. De toekomst ligt in de ontmanteling van psychiatrische hegemonie

De psychiatrie hoeft niet afgeschaft;
ze moet onttroond.

Haar diagnostische macht moet worden gedeconstrueerd.
Haar monopolie op interpretatie moet worden gebroken.
Haar definities moeten worden onderworpen aan democratische, 
filosofische en sociale correctie.
Haar protocollen moeten gedegradeerd worden tot een perspectief — niet 
het perspectief.

De mens is geen verzameling symptomen.
De geest is geen defect apparaat.
En de psychiatrie is geen laatste rechtbank van normaliteit.

De antipsychiatrische beweging heeft het vuur ooit ontstoken.
Het is aan ons dat vuur opnieuw te laten oplaaien —
niet uit destructieve woede, maar uit intellectuele noodzaak en 
menselijke waardigheid.


More information about the D66 mailing list