[D66] De Ontmaskering van de Psychiatrische Toren

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Fri Nov 28 16:34:22 CET 2025


De Ontmaskering van de Psychiatrische Toren:

Waarom Een Instituut Zonder Epistemische Grond Geen Macht Meer Verdient

Er is een klasse in onze samenleving die zich verschuilt achter jargon, 
protocollen en diagnostische rituelen alsof dit de moderne equivalent is 
van priesterlijke altaars. Ze loopt rond met een stethoscoop die niets 
meet, een handboek dat zijn eigen waarheid steeds herschrijft, en een 
gezag dat groter is dan haar kennis toelaat. Die klasse heet: de 
psychiatrie.

Wat volgt is geen beleefde kritiek. Het is een intellectuele aanval op 
een institutie die structureel meer zekerheid claimt dan ze bezit, en 
daardoor meer macht dan ze zou mogen dragen.

1. De psychiatrie als pseudo-epistemologisch machtsapparaat

De psychiatrie draagt de medische mantel, maar die mantel is dun, 
doorschijnend en intellectueel wankel. Achter het aura van klinische 
objectiviteit schuilt een feitelijke leegte: de psychiatrie beschikt 
over modellen, niet over mechanismen; over classificaties, niet over 
verklaringen; over symptomenlijsten, geen ontologies van de geest.

En toch spreekt ze alsof haar stem de enige toegang tot de psyche is.

Dat is geen wetenschap.
Dat is epistemisch imperialisme.

2. De diagnose als politiek wapen

De diagnose wordt gepresenteerd als inzicht, maar functioneert als 
dispositief van macht. Het label — depressief, oppositioneel, 
persoonlijkheidsgestoord — is geen neutrale beschrijving, maar een 
categorie die sociale orde bewaart onder de dekmantel van medische noodzaak.

Niet omdat psychiaters bewust onderdrukken, maar omdat het systeem zelf 
de neiging heeft om afwijking te medicaliseren, conflict te 
individualiseren en maatschappelijke tekorten te reduceren tot 
hersenstoornissen.

De diagnose is een politiek instrument dat weigert zichzelf als zodanig 
te erkennen.

3. De intellectuele hybris van een instituut zonder fundament

De harde wetenschappen kunnen pronken met meetbare entiteiten; de 
psychiatrie kan dat niet. Ze heeft geen biomarkers die haar labels 
objectiveren. Geen universeel model dat haar categorieën fundeert. Geen 
causaal raamwerk dat haar interpretaties noodzakelijk maakt.

En toch gedraagt ze zich als de laatste rechter van normaliteit.
Dat is hybris — academisch vermomde arrogantie.

De menselijke geest is een filosofische oceaan.
De psychiatrie probeert die oceaan te kanaliseren in plastic gootjes.

4. De structurele onhoudbaarheid van psychiatrisch gezag

Elke machtsvorm die pretendeert universele uitspraken te doen over het 
menselijk binnenste, moet voldoen aan één voorwaarde: epistemische 
legitimiteit. Die legitimiteit heeft de psychiatrie slechts 
gedeeltelijk. Ze bezit klinische ervaring, empirische patronen, 
werkhypothesen — maar dat zijn middelen, geen mandaten.

Toch bepaalt de psychiatrie toegang tot zorg, sociale legitimiteit, 
juridische uitspraken, ouderlijke rechten, arbeidspositie, 
verzekeringsstatus en maatschappelijke perceptie.

Dit is een monopolie op menselijke betekenisgeving dat geen enkele 
discipline zou mogen hebben — zeker niet één die de grenzen van haar 
eigen kennis erkent zodra ze onder kritiek staat.

5. Waarom de psychiatrie haar troon moet verliezen

Ik pleit niet voor de afschaffing van psychiatrische zorg, maar voor de 
radicale onttroning van de psychiatrie als definitorische autoriteit. 
Een instituut dat geen volledige conceptuele greep heeft op zijn eigen 
object — de geest — kan geen hegemonie opeisen over dat object.

Psychiatrie verdient een rol.
Maar niet de troon.
Niet het monopolie op definities.
Niet het recht om menselijk gedrag te reduceren tot stoornissen zonder 
tegenspraak.

De menselijke geest is te complex, te veelstemmig, te innig, te wild om 
te laten inkapselen door één beroepsgroep die opereert op epistemisch 
drijfzand.

Slot: Het einde van de witte labjas als metafysische autoriteit

De psychiatrie moet worden gedegradeerd van haar zelfverklaarde status 
als ultieme interpretator van de psyche. Niet uit woede, maar uit 
principiële intellectuele noodzaak.

De toekomst van het begrijpen van menselijk lijden ligt niet in de 
handen van één discipline, maar in een pluraliteit van stemmen: 
filosofisch, sociaal, neurologisch, ervaringskundig, cultureel.

De psychiatrie is een stem. Geen orakel.
Een perspectief. Geen waarheid.
En als ze dat niet kan accepteren, verdient ze simpelweg geen macht.


More information about the D66 mailing list