[D66] Het Zwarte Gat van het Onbesliste...
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Wed Nov 26 16:40:44 CET 2025
Het Zwarte Gat van het Onbesliste
Er bestaat een soort stilte die niet louter de afwezigheid van geluid
is, maar een kloppend vacuüm dat alle gedachten naar binnen zuigt. Het
is de stilte van het onafgemaakte, van datgene wat weigert een einde te
vinden. In die stilte woont een vreemd soort leven—een schim die zich
voedt met elke poging tot afronding en die ieder woord dat op een
conclusie lijkt, langzaam verslindt.
Het niet kunnen afsluiten is een vorm van existentiële drift. Het is als
het ronddolen door een huis waarin alle kamers deuren hebben, maar geen
daarvan leidt naar buiten. Je loopt eindeloos rond, de vloer kraakt
onder elke stap, maar het kraakt nooit té hard, nooit zó dat het huis
instort en je gedwongen wordt iets definitiefs onder ogen te zien.
Nee—het huis laat je ronddwalen. Misschien geniet het zelfs van je
omzwervingen.
In dit voortdurende uitstel schuilt een duisternis die niet dreigend is
door wat ze verbergt, maar door wat ze onthult: de zinloze honger van de
menselijke geest naar antwoord, naar afronding, naar een laatste punt
dat alles ordent. Maar sommige lijnen willen geen punt. Ze blijven
doorlopen, als scheuren door de muur van je bewustzijn—je probeert ze te
volgen, maar hoe verder je komt, hoe meer je beseft dat ze geen
bestemming dragen. Ze zijn de bestemming. Of misschien de ontkenning
daarvan.
Afsluiting veronderstelt een grens, een einde, een moment waarop men
zegt: hier stopt het. Maar wanneer het verleden zich als een levende
schaduw blijft bewegen, wanneer gedachten hun eigen echo worden, dan
valt afsluiting uiteen tot een fractie van wat het ooit had kunnen zijn.
Het is niet de afwezigheid van een antwoord die kwelt, maar het
voortdurende vermoeden dat een antwoord ergens bestaat—terwijl je steeds
net niet bij die plek komt.
Zo ontstaat een cirkel, een soort mentale orbit: je draait rond iets wat
je nooit kunt benaderen, laat staan aanraken. Misschien is de
onmogelijkheid tot een conclusie niet een mislukking van het denken,
maar het ultieme bewijs dat sommige ervaringen geen einde toelaten. Dat
bepaalde wonden weigeren te helen omdat hun functie níét genezing is,
maar herinnering. En herinneringen gehoorzamen niet. Ze blijven bestaan,
zelfs wanneer men probeert ze te begraven.
Misschien is dat het ware duister: niet de angst voor het onbekende,
maar de confrontatie met datgene wat zich nooit laat afronden. Het
onafgeslotene is een open wond in de tijd, en tijd zelf weigert hechtingen.
En dus blijven we schrijven zonder epiloog, spreken zonder slotzin,
denken zonder laatste gedachte. We blijven ronddolen in dat huis zonder
uitgang, terwijl ergens diep in de muren iets luistert. Niet om ons te
begeleiden naar een conclusie, maar om te verzekeren dat die er nooit
zal zijn. Misschien is dat de essentie: dat sommige verhalen alleen
bestaan zolang ze onafgemaakt blijven—en dat het einde, als het ooit zou
komen, het verhaal zelf zou doden.
Het onafsluitbare leeft juist dankzij de onmogelijkheid van zijn conclusie.
En wij leven—of blijven hangen—met de duisternis ervan.
More information about the D66
mailing list