[D66] De grenzen van de maakbaarheid: een kritiek op de moderne illusie
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Tue Nov 11 09:08:46 CET 2025
[D66 heeft haar 10-stedenplan al teruggetrokken, voor zover de
belachelijke maakbaarheidsidealen van een verdorven partij. Het was
ineens een 'metafoor'. Bij D66 zijn ze dommer dan je denkt ondanks hun
onderwijsimago...]
De grenzen van de maakbaarheid: een kritiek op de moderne illusie
De overtuiging dat een samenleving maakbaar is — dat de mens zijn
omgeving, gedrag en toekomst volledig kan sturen — behoort tot de
kernmythes van de moderne tijd. Sinds de Verlichting heeft het Westen
geloofd in vooruitgang: met rede, wetenschap en technologie zouden we de
natuur en onszelf kunnen beheersen. Maar deze gedachte vertoont steeds
meer scheuren. Ecologische crises, sociale vervreemding en psychische
ontwrichting tonen aan dat de wereld zich niet laat modelleren naar
menselijke plannen.
De Amerikaanse denker Ted Kaczynski, vooral bekend vanwege zijn manifest
Industrial Society and Its Future (1995), leverde een radicale kritiek
op deze illusie van maakbaarheid. Zijn teksten bevatten een
scherpzinnige analyse van de technologische samenleving. Kaczynski
betoogt dat elke poging om de samenleving rationeel te ontwerpen, juist
leidt tot meer complexiteit, afhankelijkheid en verlies van autonomie.
Technologie, ooit bedoeld als bevrijding, wordt volgens hem een kooi:
mensen verliezen hun directe relatie met natuur, arbeid en gemeenschap.
In die zin raakt zijn analyse aan oudere denktradities. Ook denkers als
Friedrich Hayek, Jacques Ellul en later Zygmunt Bauman benadrukten dat
sociale processen niet volledig te beheersen zijn. Zodra de staat of de
elite probeert het maatschappelijke leven te plannen, ontstaat een vorm
van overorganisatie die spontane orde en menselijk initiatief smoort. De
samenleving is, met Hayeks woorden, een “complex adaptief systeem” — het
groeit, maar laat zich niet ontwerpen.
De pogingen om sociale maakbaarheid af te dwingen, leiden paradoxaal
genoeg tot verlies van vrijheid. Beleidsmakers willen ongelijkheid,
gedrag, zelfs geluk “managen” met data, algoritmen en beleid. Maar hoe
meer regels en systemen men schept, hoe minder ruimte overblijft voor
natuurlijke variatie en menselijkheid. De samenleving wordt dan een
technisch project in plaats van een levend organisme.
De les is duidelijk: niet alles wat we kunnen plannen, moeten we
plannen. De menselijke orde is altijd fragiel, spontaan en deels
onvoorspelbaar. De echte uitdaging ligt niet in het ontwerpen van de
perfecte maatschappij, maar in het leren omgaan met haar imperfectie.
Een gezonde samenleving ontstaat niet uit blauwdrukken, maar uit het
evenwicht tussen vrijheid en beperking, tussen traditie en vernieuwing.
De gedachte dat de samenleving niet maakbaar is, vormt daarmee geen
pessimisme, maar een vorm van wijsheid. Zij herinnert ons eraan dat
vooruitgang zonder bescheidenheid tot vervreemding leidt. Technologie,
beleid en idealen zijn middelen — geen goden. Zodra we dat vergeten,
dreigt de menselijke maat verloren te gaan.
More information about the D66
mailing list