[D66] TV eruit, open haard erin: de herwaardering van het vuur in huis
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Mon Dec 15 19:18:24 CET 2025
TV eruit, open haard erin: de herwaardering van het vuur in huis
Er was een tijd waarin de open haard het kloppend hart van de woning
was. Niet alleen letterlijk, als bron van warmte, maar ook figuurlijk:
het punt waar men samenkwam, waar verhalen werden verteld, waar stilte
mocht bestaan zonder ongemakkelijk te worden. Daarna kwam de televisie.
Eerst bescheiden, in zwart-wit, later dominant, plat, steeds groter,
steeds luider. De haard verdween achter een gipsplaat, werd
dichtgemetseld of gereduceerd tot decoratief relict. En toch: vandaag
keert zij terug. Niet als nostalgisch curiosum, maar als bewuste keuze.
TV eruit, open haard erin.
Deze herwaardering zegt iets wezenlijks over hoe wij wonen, leven en ons
verhouden tot aandacht, tijd en aanwezigheid.
Van scherm naar vlam
De televisie heeft decennialang de woonkamer ingericht. Banken werden
eromheen geplaatst, stoelen licht gedraaid, tafels lager zodat ze het
zicht niet belemmerden. Het meubelstuk was geen object meer, maar een
oriëntatiepunt. Wie een huis binnenkwam, wist instinctief waar men
hoorde te kijken. De televisie dicteerde niet alleen de ruimte, maar ook
het ritme van de avond: journaal, serie, nog één aflevering.
De open haard daarentegen vraagt iets anders. Zij zendt niets uit,
behalve licht en warmte. Ze dwingt geen tempo af. Er is geen begin, geen
einde, geen cliffhanger. Wie naar vuur kijkt, kijkt niet om iets te
begrijpen, maar om te zijn. Dat verschil is cruciaal.
In een tijd waarin onze aandacht voortdurend wordt opgeëist—door
schermen, meldingen, nieuws en meningen—biedt de open haard een zeldzame
vorm van passiviteit die geen leegte is, maar rust.
Het vuur als sociale technologie
Lang voordat we spraken over “media”, was vuur al een verbindend
element. Antropologen wijzen erop dat het kampvuur de eerste sociale
technologie was: mensen verzamelden zich eromheen, deelden voedsel,
taal, mythes. Het vuur maakte het donker bewoonbaar en de stilte draaglijk.
De moderne open haard heractiveert dat oude mechanisme. Gesprekken rond
een haard zijn anders dan gesprekken voor een televisie. Ze zijn minder
onderbroken, minder concurrerend. Stiltes vallen natuurlijker. Men kijkt
niet samen naar iets, maar samen in iets. Het vuur is een gedeelde focus
zonder inhoud, en precies daardoor ontstaat ruimte voor inhoud tussen
mensen.
Wanneer de TV verdwijnt, verandert de woonkamer van een consumptieruimte
in een verblijfsruimte.
Esthetiek en zintuiglijkheid
Er is ook een esthetische herwaardering gaande. De open haard past
wonderwel in zowel minimalistische als klassieke interieurs. Strak
ingebouwd beton, gietijzer, natuursteen of juist een ouderwetse schouw
met houtmantel: het vuur laat zich niet vangen in één stijl, maar
versterkt ze allemaal.
Belangrijker nog is de zintuiglijke rijkdom die de haard biedt. Het
knisperen van hout, de geur van rook, het spel van licht en schaduw op
muren en gezichten. Waar de televisie vooral het oog aanspreekt (en vaak
vermoeit), betrekt de haard het hele lichaam. Warmte is geen beeld, maar
een ervaring.
In een cultuur die steeds abstracter wordt—digitale valuta, virtuele
meetings, cloud-opslag—biedt de open haard iets onmiskenbaar fysieks. Je
moet hout dragen. Je moet aansteken. Je moet wachten.
Tijd heroveren
Misschien is de diepere aantrekkingskracht van de open haard wel haar
omgang met tijd. Vuur laat zich niet haasten. Het brandt op zijn eigen
tempo. Het dwingt ons om dat tempo te respecteren.
De televisie daarentegen is een versneller. Zelfs ontspanning wordt
efficiënt: afleveringen achter elkaar, samenvattingen, doorspoelen. De
open haard herstelt het idee dat ontspanning niet productief hoeft te
zijn. Dat een avond geslaagd kan zijn zonder verhaal, zonder conclusie.
Wie voor het vuur zit, doet niets—en precies dat blijkt steeds waardevoller.
Een bewuste keuze
De herwaardering van de open haard is geen afwijzing van technologie,
maar een herijking ervan. Het is een keuze om niet alles wat kan, ook te
willen. Om één dominant scherm minder te hebben, en één element meer dat
verbindt zonder te sturen.
Natuurlijk zijn er kanttekeningen: duurzaamheid, rook, fijnstof. Daarom
zien we ook alternatieven opkomen: elektrische haarden, bio-ethanol,
moderne houtkachels met hoge efficiëntie. Maar ongeacht de techniek
blijft het principe hetzelfde: een levend middelpunt in plaats van een
uitzendscherm.
Tot slot
TV eruit, open haard erin is meer dan een interieurtrend. Het is een
cultureel signaal. Een verlangen naar vertraging, naar aandacht zonder
agenda, naar samenzijn zonder script. In het flakkerende vuur herkennen
we iets wat we dreigden te vergeten: dat een huis niet alleen een plek
is om te kijken, maar om te leven.
En misschien, als de vlammen rustig dansen en niemand haast heeft om
iets aan te zetten, ontdekken we dat stilte geen leegte is—maar ruimte.
More information about the D66
mailing list