[D66] De Ongepaste Oproep van D66 tot Onwankelbaar Optimisme
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Mon Dec 1 16:20:54 CET 2025
De Ongepaste Oproep tot Onwankelbaar Optimisme: Waarom de Positieve
Politiek van D66 Niet Past in Ons Tijdsgewricht
Er bestaat iets aandoenlijks in het hardnekkige optimisme van D66—een
soort politiek op wieltjes, voortgeduwd door de overtuiging dat het
allemaal wél kan, wél moet, en vooral: wél goed komt. Het is de
blijmoedige bestuursvariant van “even doorzetten, dan wordt het leuk.”
Maar zoals iedereen die ooit een relatietherapiesessie heeft bijgewoond
weet: wanneer de problemen structureel zijn, werkt een opgewekte toon
slechts als cosmetica.
De positieve politiek van D66 is precies dat: een glanzende laag vernis
over een tijdperk dat kraakt in zijn voegen. We bevinden ons in een
periode waarin mensen onzeker zijn, instituties piepen, geopolitieke
breuklijnen groeien, en het vertrouwen in de politiek tot het laagste
punt in decennia is gezakt. In deze context voelt een opgewekte, bijna
didactische positiviteit niet alleen misplaatst, maar ronduit wereldvreemd.
Het technocratische geloof als religieuze overgave
D66’s positieve politiek is gestoeld op een technocratisch geloof in
maakbaarheid. Een geloof dat in rustiger tijden charmant naïef mocht
heten, maar onder de huidige omstandigheden vooral de trekken heeft van
een opgewekte priester die de gelovigen oproept “gewoon even te
vertrouwen" terwijl het dak van de kerk al brandt.
De boodschap lijkt te zijn: als we maar genoeg diploma’s, experts, en
beleidsnota’s hebben, dan komt alles goed.
Maar precies dat ethos wordt nu door grote delen van de bevolking gezien
als het probleem—niet de oplossing.
Het falen van de verheffingsfantasie
Het positieve narratief gaat ervan uit dat burgers vooral “meegenomen”
moeten worden, alsof zij verwonderde kinderen zijn die gerustgesteld
dienen te worden door de welwillende onderwijzer. Het is een politiek
die niet spreekt met de samenleving, maar tegen haar—vanuit een verheven
positie die de eigen rationaliteit als superieur beschouwt.
In een tijd waarin grote groepen burgers het gevoel hebben dat hun
zorgen structureel worden genegeerd, klinkt die opgewektheid bijna als
minachting: Waarom ben je boos? Zie je dan niet hoe leuk het wordt als
je gewoon doet wat we voorstellen?
De misplaatste sereniteit in een gepolariseerde tijd
Positiviteit werkt slechts wanneer ze geloofwaardig is. Maar het huidige
tijdperk kenmerkt zich door oplopende spanningen, radicalisering,
economische onzekerheid, en geopolitieke dreiging.
In zo’n context klinkt de D66-retoriek alsof iemand op een begrafenis
het woord neemt en met glinsterende ogen zegt dat dit vooral een “kans
is om samen te bouwen aan nieuwe herinneringen.”
De serene glimlach van de positieve politiek wekt daardoor vooral
wrevel—want wie serene rationaliteit predikt in een tijd van
maatschappelijke onrust, verraadt een fundamenteel gebrek aan affectieve
intelligentie.
Optimisme als onbedoeld elitair project
Een partij die “positief” wil zijn, plaatst zichzelf impliciet in een
positie van controle: men heeft overzicht, perspectief, en de middelen
om optimistisch te kunnen zijn.
Voor de burger die kampt met woningnood, financiële druk, of
onveiligheidsgevoelens klinkt dat optimisme eerder als een echo uit een
andere klasse dan als een bemoedigende boodschap.
Daarmee raakt D66’s positieve politiek verstrikt in haar eigen valkuil:
wat bedoeld is als verbindend, wordt ervaren als neerbuigend.
Conclusie: De verkeerde emotie voor de juiste problemen
Onze tijd vraagt niet om naïef optimisme, maar om nuchtere eerlijkheid,
morele ernst en politiek die het ongemak niet schuwt.
D66’s aanhoudende pogingen om de werkelijkheid te bezingen met het
opgewekte timbre van een inspiratiespreker doen denken aan iemand die
tijdens een storm paraplu’s uitdeelt met de boodschap: “Maar kijk eens
hóé vrolijk geel ze zijn!”
In een tijdgeest die schuilt onder donkere wolken, is zo'n zonnige
politiek niet verbindend, maar vervreemdend. Positiviteit als
programmapunt is geen politiek—het is een houding. En helaas een houding
die steeds minder aansluit bij de realiteit waarin de samenleving zich
bevindt.
De wereld staat in brand. Het minste wat je van een politieke partij mag
verwachten, is dat ze ophoudt te doen alsof het slechts een sfeervol
kampvuur is.
More information about the D66
mailing list