[D66] Schokeffecten: Klimaatangst, Klimaatcatastrofe, Klimaatpaniek, Klimaatstress, Klimaatwanhoop
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Sat Mar 25 19:10:19 CET 2023
Bron: Vrij Nederland
Datum: 23 maart 2023
Auteur: Elke van Riel
URL: https://www.vn.nl/wouter-kusters-klimaatwanhoop/
Klimaatwanhoop is een reele gemoedstoestand, volgens filosoof Wouter
Kusters
----------------------------------------------------------------------------
De gevolgen van klimaatverandering en ecologische crisis werkelijk tot
je laten doordringen, veroorzaakt onherroepelijk stress, zegt filosoof
Wouter Kusters. 'Als je het monster in de bek kijkt, ga je het beter
begrijpen en kun je beter bepalen hoe je ermee wilt omgaan.'
Zijn we niet vooral bezig de dekstoelen op de Titanic te herschikken? In
zijn net verschenen boek Schokeffecten. Filosoferen in tijden van
klimaatverandering stelt filosoof Wouter Kusters (56) meer van zulke
ongemakkelijke vragen. Het draait daarin niet om het zoeken naar
oplossingen, maar om diepgravende analyse. Zijn focus ligt bij wat hij
noemt 'de sombere delen van de klimaatbezorgdheid': trauma, angst en
depressie. 'Ik wil de diepte verkennen en onderzoeken wat er gebeurt als
de doemberichten echt tot je ziel doordringen,' zegt hij in zijn
kantoortje in een bedrijfsverzamelgebouw in het Zuid-Hollandse Reeuwijk.
Negatieve gevoelens worden vaak beschouwd als sta-in-de-weg voor
praktische klimaatactie, en daarom gaan we te snel naar optimisme, vindt
Kusters. 'Al snel wordt de gapende leegte van de ondergang aangekleed
met woorden. Met maatregelen, verklaringen, discussies, acties,
relativeringen, woorden over woorden, praktische uitwerkingen,
uitvoerbare oplossingen,' schrijft hij in Schokeffecten.
De titel verwijst naar het moment waarop mensen zich plotseling
realiseren dat klimaatverandering een existentiele bedreiging is.
Kusters noemt dat 'O shit, we are really in trouble'-momenten en mentale
tipping points, omdat mensen daarna blijvend veranderd zijn. Niet
iedereen beleeft dat zo, beseft hij. 'Je krijgt een schok als je
wereldbeeld aan diggelen gaat, omdat je merkt dat je ideeen over hoe het
allemaal in elkaar zit en waar het heengaat met de wereld niet meer
kloppen. Maar voor jonge mensen is de kans groter dat dit al bij hun
wereldbeeld hoort.'
COLLAPSOREALIST
Een belangrijke schok voor hemzelf was het interview 'Het is al te laat'
met de Australische klimaatexpert en hoogleraar publieke ethiek Clive
Hamilton in Vrij Nederland, in 2014. 'Hamilton is een collapsorealist en
gaat ervan uit dat we afstevenen op de afgrond en dat hooguit nog kunnen
afremmen. Vervolgens las ik zijn boek Requiem for a Species en allerlei
artikelen over klimaatverandering en werd het dieper en naarder.'
Kusters heeft met tussenpozen vijf jaar aan zijn boek gewerkt. In die
periode zag hij het bewustzijn rond klimaatverandering enerzijds sterk
toenemen. Zo werd het een politiek thema. Tegelijk dringen de sombere
boodschappen nog altijd niet werkelijk door het pantser van
alledaagsheid heen en gaat het roer onvoldoende om, constateert hij. 'Op
het Journaal zie je hoe mensen massaal op vliegvakanties blijven gaan en
in kranten staan advertenties voor verre reizen onbeschaamd naast
artikelen over klimaatverandering.'
Als we de dreigingen van klimaatverandering en ecologische destructie
werkelijk tot ons laten doordringen, leidt dat tot stress en de reactie
daarop is: vechten, vluchten en bevriezen, schrijf je. Waarom hamer je
erop dat we niet moeten volstaan met de eerste twee, maar ook moeten
bevriezen?
'Dat gaat over stilstaan en reflecteren en in de diepte durven kijken.
Het is een confrontatie met onze existentiele angst, het besef dat we er
nu zijn, maar dat we er in de eeuwigheid niet zijn en dat het leven
vluchtig is. Om echt te zijn en te leven, moet je iets met de gedachte
van de dood en het niets. Angst voor het niets is een existentiele laag
in de mens en als je daaronder lijdt, kun je niet zeggen: die angst moet
weg. Dat geldt ook voor klimaatangst. Het is belangrijk dat je daar iets
mee doet, hoewel die angst onoplosbaar is. Want ook als er opeens een
wondermiddel tegen klimaatverandering zou komen, blijven we sterfelijk.
Maar door te filosoferen over de gedachte dat de gehele mensheid
misschien ten onder gaat, kun je je ertoe verhouden. Net zoals je je
verhoudt tot het besef van je eigen dood.
Door de klimaatangst spelen nog twee andere vormen van angst. De eerste
is de directe angst voor als het misgaat en je in een levensbedreigende
situatie komt met doorbrekende dijken, orkanen of voedseltekorten.
Vluchten is een goede reactie als de dijken doorbreken. Tussen de
existentiele angst en de directe angst zit ook nog wat ik de
obsessionele angst noem. Die gaat erover dat je controle wilt hebben
over wat er in de verre toekomst kan gebeuren en wellicht nog te
verhinderen valt. Daarvoor is vechten nodig. Er zijn dus drie soorten
reacties op drie soorten angst die met verschillende situaties te maken
hebben. Waarbij sommige karaktertypes geneigd zijn tot de ene reactie,
en andere juist tot een andere. Maar we hebben alle drie de reacties
nodig.'
Je noemt klimaatstress een trauma over gebeurtenissen in de toekomst dat
we - net als een gewoon trauma - moeten doorleven. Waarom is dat zo
belangrijk?
'Als je de stress en angst niet meer ontwijkt, maar recht in de ogen
kijkt en erdoorheen gaat, kun je tot een herorientatie en nieuwe
inzichten komen. Wereldbeelden en zelfbeelden breken dan in
gruzelementen en uit de scherven kan weer iets nieuws worden gemaakt. Ik
kom in mijn boek niet met antwoorden. Ik onderzoek hoe we die schok
kunnen verwerken, zowel individueel als collectief, hoe we kunnen
laveren op die angst, en hoe je kunt wisselen tussen die verschillende
niveaus: vluchten, vechten en bevriezen. En ook: hoe je ermee kunt
omgaan zonder het te psychologiseren. Want door het lijden te zien als
iets van de psyche wordt het weggepsychologiseerd.'
Het wordt dan ook geindividualiseerd?
'Ik verzet me tegen het idee dat die angst iets zou zijn van het
individu, iets dat kan worden gemanaged. Als het enige wat die schok
teweegbrengt is: ben jij angstig of wanhopig, dan helpen we je wel, want
we hebben een therapie en dan praten we je moed in en is het weg, dan is
er niks gebeurd. Ik wil laten zien dat klimaatwanhoop een belangrijke en
reele gemoedstoestand is bij veel mensen. En dat je daar wat mee kunt
doen, innerlijk en uiterlijk. En dat het niet een toestand is die je met
termen als doemdenken of alarmisme aan de kant moet schuiven.'
Waardoor mensen zich schamen dat ze te 'zwaar op de hand' zijn?
'Of: 'Ik denk dat we allemaal ten onder gaan, maar dat hoor ik niet te
denken, want ik moet een positieve klimaatactivist zijn en ik mag niet
zeuren, maar moet doen.' Ik ben juist erg voor 'zeuren'.
Sommige mensen kijken niet meer naar het nieuws en denken: ik doe wel
braaf wat ze vragen en zal m'n afval scheiden en neem minder de auto en
zo. Maar als je wilt omgaan met die schok en de wereld en je eigen
plaats daarin wilt verhelderen, dan moet je rondom die schok
verschillende verhalen hebben. Dan voldoet het niet om een verhaal te
vertellen en te komen met een soort wetenschappelijke verklaring die
zegt: hier is het begonnen en dat is de oorzaak en dit is de oplossing,
namelijk vechten.
Zo las ik laatst een interview met schrijver en activist George Monbiot
in VN. Daarin zette hij helemaal in op precisiefermentatie voor
voedselproductie wereldwijd. Die techniek is volgens hem nu al erg goed
en de veeteelt kan dan helemaal weg. Inhoudelijk prima, maar het is een
oplossing in het vechten. Als je alleen maar praat over hoe die
transitie moet, is dat onvolledig. Andere gesprekken zijn ook nodig,
zoals met de mensen die het totaal niet meer zien zitten en helemaal in
een depressie zitten. Daar zitten veel jongeren tussen.'
TUSSEN KLIMAATPANIEK EN WAANZIN
Een belangrijk deel van Schokeffecten gaat over de raakvlakken tussen
klimaatpaniek en waanzin. Daarin stelt Kusters onder meer de vraag wie
er nu gek is; is dat wie de schok tot zich door laat dringen, of degene
die dingen zegt als: 'Ja jongen, we gaan eraan,' en vervolgens overgaat
tot de orde van de dag?
Eerder schreef Kusters twee goed ontvangen boeken over waanzin en
filosofie. Zelf maakte hij twee keer een psychose door, op zijn
twintigste en op zijn veertigste. Hij ziet parallellen tussen
klimaatpaniek en de symptomen van een psychose. Zo gaat het bij allebei
om een existentiele worsteling, waarbij iemand buiten het alledaagse,
routineuze leven treedt. Ook is het in beide gevallen een
transformatieve ervaring. Verder is er sprake van een onconventionele
taal om inzichten te verwoorden en problemen die andere mensen liever
niet zien of ontkennen te duiden. 'En wie die schok doorleeft, ziet
overal signalen van de klimaatcatastrofe, zoals mensen in een psychose
allemaal betekenisvolle tekens zien,' zegt hij.
De psychotische ervaring noemt Kusters een uitvergroting van het gevoel
van vervreemding dat ook hoort bij klimaatangst. 'Vooral voor jongeren
kan het gaan voelen alsof de normale wereld schijn is. Een gevoel van:
deze wereld is fake, iedereen doet maar alsof het goed is, maar onder de
oppervlakte is de wereld verrot. Als je het eenmaal doorziet, zit dat
een beetje tegen waanzin aan, dan kun je echt derealiseren (de wereld om
je heen als onwerkelijk ervaren, red.). Dat wordt bijna psychotisch.
Daarom zeg ik: kijk ook naar mensen die in een andere geestestoestand
zijn, zoals mensen met een psychose, want daar valt iets van te leren,
wellicht. Zoals je ook iets kunt leren van jongeren die stoppen met hun
studie en zich aansluiten bij Extinction Rebellion, of soep over kunst
gooien. Dat is hoe zij met die schok omgaan.'
Je houdt rekening met 'de dood van alle volkeren en toekomsten'. Zie je
het echt zo zwart?
'Dat is het meest extreme scenario. Maar ik zie dat niet alleen als een
gedachte waarmee het leuk is om even te spelen, zoals in een rampenfilm.
Er zijn wel aanwijzingen dat het die kant opgaat.
Veel jongeren hebben niet meer het idee dat het vooruitgaat in de
wereld. Mijn generatie heeft dat wel lang gedacht. We dachten dat
onderwijs, kennis, technologie en samenwerking ons verder zouden
brengen. Dat dit niet zo is, is een schok.
In de geschiedenis van de filosofie speelt het idee van vooruitgang een
ontzettend grote rol. De filosofische Verlichting ging over het afwerpen
van de ketenen, je vrijmaken en het idee dat kennis macht over de natuur
is. Adorno en de kritische school plaatsten daar later wel
kanttekeningen bij, maar daarin zat nog de hoop dat de mens door die
kritiek voor verheldering en verbetering zou zorgen.'
Inmiddels heeft ons zelfbeeld gevoelige deuken opgelopen?
'Ja, als je kijkt hoe het er nu voorstaat met de wereld, ontkomen we
niet aan het besef dat klimaatverandering een probleem van en in onszelf
is. Ons gebruik van fossiele brandstoffen heeft veel welvaart,
gezondheid en andere verworvenheden van de moderniteit opgeleverd. Maar
het leidt nu ook tot ontzettend veel vernietiging, tot ondergang van de
natuur en van allerlei andere vormen van leven waarmee we verbonden zijn
en waarvan we afhankelijk zijn.'
'We hebben,' schrijf je, 'de band met het heilige doorgesneden'. Moeten
we die herstellen, willen we als soort nog een kans maken?
'Dat denk ik wel. Leven en dood, ondergang en tijd: het zijn
existentiele zaken waarbij je helemaal niks hebt aan een strikt
wetenschappelijke benadering. Dan weet je namelijk nog niet waarom we
uberhaupt die klimaatcrisis zouden moeten vermijden. Want de wetenschap
zegt niet dat je moet leven, of dat je moet zorgen voor je kinderen, of
voor andere wezens. De wetenschap zegt alleen: als dit je doel is, is je
middel dit of dat, maar het doel zelf kun je niet uit de wetenschap
halen. Het is historisch zo gegroeid dat religie een claim legt op het
heilige, maar mij gaat het om diep ecologisch denken. Daarbij kunnen
noties van heiligheid een rol spelen. Al zie ik ook in deep ecology niet
'de' oplossing.
De klimaatcrisis betekent de mogelijke ondergang van de hele mensheid en
heeft schokkende gevolgen voor het hele ecologische weefsel. We zitten
al in een massa-extinctie. Dat confronteert ons met vragen als: gaat het
niet om meer dan ons hier en nu, of dat de mens overleeft? Als je vanuit
die angst alleen aan vluchten of vechten denkt, kom je tot egocentrische
of etnocentrische oplossingen voor het klimaatprobleem, want dan gaat
het alleen om jezelf en jouw groep.
Door die bevriesreactie, door erover na te denken, niet alleen op een
wetenschappelijk-technocratische manier, maar ook op een filosofische
manier, kom je bij dieperliggende vragen als: waarvoor en waartoe? Dan
heb je het over waarden. En in de verte zit dan dat heilige,
uiteindelijk. Dat gaat erover dat je die waarden niet kunt omzetten in
kwantiteiten en berekenbare eenheden die je vervolgens kunt gaan
managen.
De klimaatcrisis kan niet worden weggewerkt of opgelost met de
ontwikkeling van technologieen. Want je moet ook weten: waar willen we
heen? Dan moet je die schok niet vermijden en zo snel mogelijk naar de
vlucht- of vechtmodus gaan om naar oplossingen te zoeken, maar verder
kijken en nadenken over wat die schok te betekenen heeft voor wat de
mens eigenlijk is.'
Leidt dat tot het besef dat we moeten leren leven binnen ecologische
grenzen?
'Als er al een soort conclusie is, is het dat de groei zal stoppen en
dat er krimp komt, vanwege die grenzen. Het ecomodernisme verwacht heil
van de technologie. Daar kan ik kort over zijn: was het maar waar...
Tegelijk is technologie niet het kwaad. Daar zit ook hoop. Technologie
bemiddelt tussen mensen onderling en tussen mens en natuur, het is een
medium. Maar het kan natuurlijk ook een bedreiging vormen.'
WE ZIJN VERSLAAFD
In het derde deel van Schokeffecten gaat Kusters kritisch in op de
ideeen van een groot aantal klimaatdenkers. Naast filosofen als Bruno
Latour, Timothy Morton en Michel Serres bespreekt hij minder bekende of
radicale denkers en stromingen als deep ecology, anti-natalisme en
ecofascisme. Ook gaat hij in een diepgravende zoektocht naar de oorzaken
van de ecologische crisis terug in de tijd, terug naar de
neoliberalisering in de jaren tachtig, de welvaartsexplosie na de jaren
zestig, de ontdekking van olie, de industriele revolutie en het
kapitalisme en kolonialisme en het ontstaan van de landbouw. Het brengt
hem op de vraag of wijzelf als soort het probleem zijn. 'Aan de ene kant
geeft het inzicht dat de wereldondergang al heel lang gaande is enige
rust. Maar je realiseert je dan ook dat de oorzaken veel dieper liggen.
Het besef dat we een miniem onderdeel in de machinerie van de tijd zijn,
geeft een gevoel van nietigheid. Dat leidt tot wat sommigen misschien
doemdenken noemen, maar wat je ook collapsorealisme zou kunnen noemen.
Want de CO2-uitstootgrafieken laten zien dat het alleen maar doorgaat.
De enige keren dat het wat minder was, kwam dat door externe factoren:
door corona en door de financiele crisis van 2008. De olie zit in alle
porien, we zijn verslaafd aan wat die ons biedt.'
Onze olieverslaving komt aan bod in het nogal beangstigende hoofdstuk
'Monsters, machines en mensen'. Daarin beschrijf je hoe we een
superorganisme hebben gecreeerd dat ons dreigt te vernietigen.
'Als we het hebben over wat er bestaat in de wereld, hebben we het over
natuurlijke wezens, maar ook over bovenpersoonlijke actoren, zoals 'de
overheid', 'het Westen' en 'het kapitalisme'. Dan kun je ook zeggen: er
is een entiteit en dat is het monster - opgebouwd uit kapitalisme,
landbouw en onze olieverslaving - en wij zijn daar onderdeel van. En het
enige wat dat monster wil is meer fossiele brandstof omzetten en meer
groei.
Het idee van een superorganisme heb ik van sociobioloog en
mierenonderzoeker Edward O. Wilson. Volgens hem is een mierenhoop een
levend wezen - een organisme - dat wil overleven. De individuen
genereren samen iets dat uitstijgt boven het individuele, iets op
sociaal niveau, met belangen. Zoals ook de staat of Shell belangen
heeft. De logica van de mierenhoop kan ervoor zorgen dat individuele
mieren zich opofferen voor de mierenhoop.
Ecologisch econoom Nathan Hagen heeft het ook over een superorganisme.
Dat is wat sommige mensen 'het systeem' noemen, dat ons in bedwang heeft
en alsmaar meer wil en waartegen we moeten vechten. Het is ook datgene
waar we niet buiten kunnen, want onze breinen zijn verslavingsgevoelig
en het monster beloont ons met plezier dat we niet kunnen missen. En
alles wat we doen is er onderdeel van. Maar uiteindelijk is het een
verhaal, een sprookje voor volwassenen. We leven met verhalen over
monsters.'
Heeft dit monsterverhaal niet vooral een verlammend effect?
'Dat hoeft niet, want als je je eenmaal bewust bent van de
alomvattendheid van het systeem, het monster, dan geldt nog steeds: ik
kan er niets aan doen, dus ik ga er iets aan doen. Als morgen de wereld
vergaat, dan plant ik vandaag een boom. En dan niet om mijn stemming om
te buigen, of met het idee: ik word een activistisch bomenplanter en als
we honderdduizend bomen planten, gaat het beter. Maar er is altijd een
moment van vrijheid, in het hier en nu.
De klimaatbeweging zegt: laat je niet door somberheid overmannen, kom
mee demonstreren en ga iets doen. Het idee is dat activisme ook
optimisme in zich sluit. Ik zeg: ga ook in die bevriesmodus en bekijk
het ruimer en van meerdere kanten. Daar kan activisme en optimisme uit
volgen, maar ook een meer gelaten en afstandelijke houding van: het gaat
allemaal toch ten onder, ik houd me gedeisd en ga niet naar die
klimaatdemonstratie, maar geniet van de tuin die er gewoon nog is.'
Of: ik schrijf een boek?
Lacht: 'Ja, precies. Het meer doorleven en je bewuster zijn van die
diepere historische en filosofische dimensie en daarbij stilstaan, staat
niet in contrast met iets doen. Als je het monster in de bek kijkt, ga
je het beter begrijpen en kun je beter bepalen hoe je ermee wilt omgaan.
Dat kan ook juist leiden tot actie. Als je een jongere bent en je pikt
niet dat het monster er is, valt het te beargumenteren, zoals Andreas
Malm doet in zijn boek over ecosabotage, dat de toestand van de wereld
je ertoe dwingt om benzineslangen door te snijden. Dat we dat niet doen
en een heleboel andere dingen wel doen, die ook gewoon bij ons leven
horen, en dat alles maar doorgaat, zonder dat we het er steeds over
hebben, is ook omdat je niet de hele dag in die afgrond kunt kijken, of
je er steeds van bewust zijn. Klimaatangst gaat over de toekomst, maar
we leven vooral in het nu. En dan ben je ook gewoon weer blij als de zon
schijnt.'
Je komt in je boek uiteindelijk uit bij 'filosofische paniek' in plaats
van de eerste paniek na de schok. Wat is er dan veranderd?
'Dan redeneer je de onderliggende angst niet meer weg, maar je staat
erbij stil en kunt je ten volle verhouden tot wat er allemaal gebeurt in
jezelf en de wereld, op een wijzere manier. Je ervaart meer rust door
het uitzoomen in de tijd.'
Is dat het omarmen van je lot?
'Ja, je accepteert het. Maar niet in de zin van: we kunnen er niks meer
aan doen, dus laat het allemaal maar gaan. Je onderkent: zo is het. En
laat ik vandaag een boom planten.'
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
WOUTER KUSTERS
Wouter Kusters (1966) is filosoof, schrijver en taalkundige. Na zijn
studie taalwetenschappen en een promotie in dat vakgebied (2003),
studeerde hij filosofie. Voor zijn boeken Pure Waanzin. Een zoektocht
naar de psychotische ervaring (2004) en Filosofie van de Waanzin.
Fundamentele en grensoverschrijdende inzichten (2014) kreeg hij de
Socrates Wisselbeker voor beste filosofische boek. Filosofie van de
Waanzin is vertaald in het Engels, Chinees en Arabisch. Kusters werkt
voor uitgeverijen en begeleidt auteurs. Ook is hij actief binnen de
Stichting Psychiatrie en Filosofie en Stichting Waardenwerk. Hij woont
met zijn vrouw en twee kinderen in het Groene Hart.
Wouter Kusters, Schokeffecten. Filosoferen in tijden van
klimaatverandering, ISVW Uitgeverij, 364 pp., EU 29,95. Boekpresentatie
op 6 april bij Athenaeum Amsterdam. https://isvw.nl/shop/schokeffecten
--------
(c) 2023 Vrij Nederland
More information about the D66
mailing list