[D66] Nitrocratie (Plutocratie ?): Hoogopgeleide maakt in Nederland de dienst uit
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Mon Mar 13 12:01:27 CET 2023
Bron: NRC Handelsblad
Datum: 11 maart 2023
Auteur: Rosa Uijtewaal
URL:
https://www.nrc.nl/nieuws/2023/03/11/hoogopgeleide-maakt-in-nederland-de-dienst-uit-a4159197
Hoogopgeleide maakt in Nederland de dienst uit
----------------------------------------------
Nederland is een klassenmaatschappij, aldus een SCP-rapport deze week.
Pal voor de verkiezingen toont het hoezeer de democratie draait om de
bovenlagen. 'Er zijn plutocratische trekjes.'
De Kloof bestaat, en ze is hardnekkig. Nederland, schrijft het Sociaal
en Cultureel Planbureau (SCP) deze week in het rapport Eigentijdse
Ongelijkheid, kent grote sociale en economische verschillen, en die
verschillen worden niet kleiner. Niet alleen inkomen, maar ook sociale,
persoonlijke en culturele factoren spelen mee. Je uiterlijk, je
woordenschat, je beheersing van het Engels, je netwerk: ook die factoren
bepalen je plaats op de maatschappelijke ladder.
Opvallend aan het onderzoek is hoe deze kloof zich politiek vertaalt. De
werkende bovenlaag (19,9 procent van de bevolking), de groep die alles
meeheeft volgens de criteria van het SCP, gaat het actiefst stemmen. Ze
stemmen op partijen als de VVD, D66 en GroenLinks. En onder de twee
meest kwetsbare groepen, volgens het SCP de 'onzekere werkenden' (10
procent) en het 'precariaat' (6,3 procent), is het percentage
niet-stemmers juist het grootst. Als zij al gaan stemmen, is dat meestal
op flankpartijen als de PVV of Denk.
De kwetsbaarste sociale groepen in Nederland zijn politiek het meest
verweesd. Bijna twee derde van de respondenten in de onderste drie
klassen, 34 procent van het electoraat, denkt dat zij geen invloed heeft
op wat 'de politiek' doet. De kwetsbaarste klasse, het precariaat, stemt
veruit het minst van de zeven klassen en bestaat uit bovengemiddeld veel
uit vrouwen, ouderen en mensen met een migratie-achtergrond. Dertig
procent van deze groep zegt niet te stemmen, tegenover vier en vijf
procent van de werkende of rentenierende bovenlaag - de structurele
winnaars in het klassenstelsel.
Deze groepen zijn dus niet alleen achtergesteld en voelen zich het meest
veraf staan van Den Haag, maar zij zijn ook ondervertegenwoordigd in het
politieke proces. En dat is een waarschuwing voor de verkiezingen voor
de Provinciale Staten, komende woensdag: worden de belangen van mensen
die politiek ingrijpen het hardst nodig hebben, wel voldoende meegewogen
bij de partijen die wel op trouwe kiezersgroepen kunnen bouwen? Groepen
die het bovendien al goed hebben?
Hoogopgeleiden zijn niet alleen oververtegenwoordigd in de politiek en
ambtenarij, maar ook het beleid is beter afgestemd op de wensen van de
hoogste klassen dan op die van de praktisch geschoolden, bleek eerder
uit onderzoek van politicoloog Wouter Schakel en Daphne van der Plas.
Naast stemgedrag verklaart ook de sterke lobbykracht van de bovenste
klassen en de afnemende invloed van de vakbonden waarom de
(sociaal-cultureel) kapitaalkrachtige Nederlanders veel vaker hun zin
krijgen.
Hokjesdenken
Neem de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, zegt politicoloog
Armen Hakhverdian, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en auteur
(samen met Wouter Schakel) van Nepparlement. Een pleidooi voor politiek
hokjesdenken. 'De midden- en lage inkomens waren geen voorstander van de
verhoging. De hogere inkomens wel en hun belangenorganisaties drukten
zwaarder op de beleidsvorming dan de vakbonden. Dus ging de
pensioengerechtigde leeftijd omhoog.'
De gegoede klassen drukken dus hun stempel op beleid, terwijl de lagere
klassen gefrustreerd achterblijven. Nederlandse kiesgerechtigden vallen
structureel uiteen in twee vaste groepen van politieke winnaars en
verliezers. Slechts tien procent van de werkende bovenlaag, de hoogste
klasse in het SCP-rapport, vindt dat de overheid te weinig doet voor
mensen zoals zij, tegenover vijfenvijftig procent van het precariaat.
Stikstofwoede
En die onderklasse heeft gelijk, zegt Hakhverdian: 'Een rijk persoon die
niet stemt, zo liet Wouter Schakel in zijn proefschrift zien, heeft nog
steeds meer invloed dan een arm persoon die wel stemt.'
Wat blijft er dan over? Protesteren of afhaken, lijkt het. Protesteren
doen mondige burgers uit andere sociale klassen die naar Den Haag
trekken om hun klimaatstem, stikstofwoede of antiregeringssentiment
kenbaar te maken. Het precariaat, een groep van 850 duizend
stemgerechtigden, kiest veelal voor het laatste en haakt af. Om die
reden lukt het protestpartijen vaak niet goed om bij verkiezingen
maatschappelijke sentimenten in politieke winst om te zetten: kiezers
die flankpartijen gunstig gezind zijn, blijven vaker thuis.
Het rapport De lokale niet-stemmer, dat in opdracht van het ministerie
van Binnenlandse Zaken de lage opkomst van de vorige
gemeenteraadsverkiezingen (51 procent) onderzocht, stelde dat de term
'afgehaakt' de niet-stemmer tekort doet. Vaak spelen tal van emoties een
rol, zoals een gevoel van machteloosheid, berusting, teleurstelling en
boosheid. Zo gaf een 39-jarige man in Almere in het onderzoek aan: 'Als
het lijkt alsof alles van tevoren al is beslist, dan heeft het voor mij
geen zin om te gaan stemmen'. Een ander: 'Waarom zou ik stemmen als ik
geen verandering zie?'.
Hoogopgeleiden maken in onze maatschappij de dienst uit, zegt ook Jeroen
van der Waal, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam. Het gevolg is dat praktisch geschoolden een culturele afstand
voelen tot politici, rechters en wetenschappers - die de formele
instituties belichamen.
'Economische motieven zijn maar een kleine component voor de verklaring
van stemgedrag', zegt Van der Waal. 'Een deel van de SP- en VVD-stemmers
is te verklaren vanuit het eigen belang van de allerarmsten en
allerrijksten, maar die gevoelde culturele afstand is veel
belangrijker.'
Dat deze verkiezingen om vooral cultuurstrijd draaien, rond thema's als
migratie, klimaat of stad-regiotegenstellingen, toont volgens Van der
Waal juist die tweedeling tussen de theoretisch geschoolden en de
praktisch geschoolden aan. 'In heel Nederland hingen vlaggen andersom.
Dat zijn niet allemaal mensen die zich op basis van economische belangen
tegen de stikstofproblematiek verzetten. Een groep Nederlanders kan zich
beter identificeren met de spreekwijze van Caroline van der Plas dan die
van Sigrid Kaag.'
Migrantenzoon
Op dit soort cultuurverschillen spelen politieke partijen in, zegt Armen
Hakhverdian. 'Er zijn zo veel zaken die een mens definieren: ik ben een
vader, maar ook een migrantenzoon, academisch geschoold, noem maar op.
Politieke partijen proberen precies die identiteit in mij te activeren
waar zij wat aan hebben. Op dit moment zijn er veel partijen die er
belang bij hebben dat ieder onderwerp wordt platgeslagen tot een
cultuurconflict.'
Hakhverdian zegt dat 'kansrijke jongeren' en 'laagopgeleide
gepensioneerden' uit het SCP-rapport vergelijkbaar economisch kapitaal
hebben. 'Deze groepen zouden eigenlijk zij aan zij moeten staan,
bijvoorbeeld op de woningmarkt of als het gaat om hun koopkracht. Maar
politieke partijen polariseren de culturele verschillen. Zo profiteert
BBB van het uitvergroten van de stad-platteland tegenstelling.'
De kloof tussen de rijke, hoogopgeleide klasse die de politiek kan
sturen en de laagste klassen die dat niet kunnen, creeert een groot
democratisch tekort, stelt Armen Hakhverdian. 'Op papier is in Nederland
sprake van het systeem van een persoon, een stem. In de praktijk heeft
Nederland plutocratische trekjes. We wijzen graag naar Amerika met hun
grote inkomensongelijkheid waar miljarden in verkiezingscampagnes gaan
zitten, maar Nederland heeft soortgelijke problemen. Als rijke mensen
meer impact hebben op beleid dan armere mensen, dan is er geen sprake
van gelijke vertegenwoordiging.'
--------
(c) 2023 Mediahuis
More information about the D66
mailing list