[D66] Een rampzalig dogma
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Sat Jun 10 07:41:30 CEST 2023
https://theanarchistlibrary.org/library/paul-lafargue-the-right-to-be-lazy
Paul Lafargue
The Right To Be Lazy
google translated:
Hoofdstuk I. Een rampzalig dogma
Laten we in alles lui zijn, behalve in liefhebben en drinken,
behalve in lui zijn. — Lessing
Een vreemde waanidee beheerst de werkende klassen van de naties waar de
kapitalistische beschaving de scepter zwaait. Deze waanvoorstelling
sleept de individuele en sociale ellende met zich mee die twee eeuwen
lang de trieste mensheid heeft gekweld. Dit waanidee is de liefde voor
werk, de woedende passie voor werk, zelfs gedreven tot de uitputting van
de levenskracht van het individu en zijn nageslacht. In plaats van zich
tegen deze mentale afwijking te verzetten, hebben de priesters, de
economen en de moralisten een heilige aureool over het werk geworpen.
Blinde en eindige mensen, ze hebben wijzer willen zijn dan hun God;
zwakke en verachtelijke mannen, ze hebben het aangedurfd te herstellen
wat hun God had vervloekt. Ik, die niet belijd een christen, econoom of
moralist te zijn, doe een beroep op hun oordeel op dat van hun God; van
de prediking van hun religieuze, economische of vrije gedachte-ethiek
tot de verschrikkelijke gevolgen van werk in de kapitalistische samenleving.
In de kapitalistische samenleving is werk de oorzaak van alle
intellectuele ontaarding, van alle organische misvormingen. Vergelijk de
volbloed in de stallen van Rothschild, bediend door een gevolg van
tweevoeters, met de zware bruut van de Normandische boerderijen die de
aarde ploegen, de mest vervoeren, de gewassen vervoeren. Kijk naar de
nobele wilde die de missionarissen van de handel en de handelaars van
religie nog niet hebben verdorven met het christendom, syfilis en het
dogma van het werk, en kijk dan naar onze ellendige slaven van machines. [1]
Als we in ons beschaafde Europa een spoor van de aangeboren schoonheid
van de mens willen vinden, moeten we het gaan zoeken in de landen waar
economische vooroordelen de haat tegen werk nog niet hebben uitgeroeid.
Spanje, dat helaas aan het degenereren is, mag zich nog steeds beroemen
op het bezit van minder fabrieken dan wij aan gevangenissen en kazernes
hebben; maar de kunstenaar verheugt zich in zijn bewondering voor de
geharde Andalusiër, bruin als zijn inheemse kastanjes, recht en flexibel
als een stalen staaf; en het hart springt op bij het horen van de
bedelaar, schitterend gedrapeerd in zijn haveloze capa, die besprekingen
voert over voorwaarden van gelijkheid met de hertog van Ossuna. Voor de
Spanjaard, bij wie het primitieve dier niet is weggekwijnd, is werk de
ergste vorm van slavernij. [2] De Grieken in hun tijd van grootheid
hadden allen minachting voor werk: alleen hun slaven mochten werken: de
vrije man kende alleen oefeningen voor lichaam en geest. En zo was het
in deze tijd dat mannen als Aristoteles, Phidias, Aristophanes zich
onder de mensen bewogen en ademden; het was de tijd dat een handvol
helden bij Marathon de hordes van Azië verpletterde, die binnenkort door
Alexander zouden worden onderworpen. De filosofen uit de oudheid leerden
minachting voor werk, die vernedering van de vrije mens, de dichters
zongen over luiheid, dat geschenk van de goden:
O Melibae Deus nobis haec otia fecit.
Jezus predikte in zijn Bergrede luiheid: “Kijk eens naar de leliën des
velds, hoe ze groeien: ze zwoegen niet en spinnen ook niet. een van
deze." Jehovah, de bebaarde en boze god, gaf zijn aanbidders het ultieme
voorbeeld van ideale luiheid; na zes dagen werken rust hij voor eeuwig.
Aan de andere kant, wat zijn de rassen waarvoor werk een organische
noodzaak is? de Auvergniërs; de Scotch, die Auvergniërs van de Britse
eilanden; de Galiciërs, die Auvergniërs van Spanje; de Pommeren, die
Auvergniërs van Duitsland; de Chinezen, die Auvergniërs van Azië. In
onze samenleving zijn dat de klassen die houden van werk omwille van het
werk. De boereneigenaren, de kleine winkeliers; de eerste boog zich
dubbel over hun akkers, de laatste hurkte in hun winkels, hol als de mol
in zijn onderaardse gang en stond nooit op om op zijn gemak naar de
natuur te kijken.
En ondertussen het proletariaat, de grote klasse die alle voortbrengers
van beschaafde naties omvat, de klasse die door zichzelf te bevrijden de
mensheid zal bevrijden van slaafse arbeid en van het menselijke dier een
vrij wezen zal maken, — het proletariaat, dat zijn instincten verraadt,
zijn historische missie, heeft zich laten verdraaien door het dogma van
het werk. Ruw en verschrikkelijk is de straf geweest. Al zijn
individuele en sociale ellende komt voort uit zijn passie voor werk.
[...]
More information about the D66
mailing list