[D66] Tegen het technologisch rationalisme
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Thu Apr 20 06:40:55 CEST 2023
groene.nl <https://www.groene.nl/artikel/tegen-het-rationalisme>
Profiel: Herbert Marcuse en het gelijk van de complotdenker
Tegen het rationalisme
Dat het begrip vrijheid tijdens de coronacrisis gekaapt werd door rechts
is ook te wijten aan het feit dat het voor links geen waarde van belang
meer lijkt te zijn. Links verwordt tot de hoeder van de status quo.
Marian Donner <https://www.groene.nl/auteur/marian-donner>
23 februari 2022 – verschenen in nr. 8 <https://www.groene.nl/2022/8>
24–32 minutes
------------------------------------------------------------------------
Herbert Marcuse op een evenement op de Freie Universität Berlin, 1967
© Jung/ Ullstein bild / Getty Images
‘Maak kapot wat jou kapot maakt.’ Aan die dichtregel van Menno Wigman
moet ik steeds weer denken als ik iets over antivaxxers, ‘flatearthers’
of QAnon-aanhangers lees. Dit met dank aan de Duits-Amerikaanse filosoof
Herbert Marcuse.
Tegenwoordig worden complotdenkers vooral geduid via hun onderbuik; ze
zouden angstig zijn, rancuneus, houvast zoeken in een onzekere wereld,
of gewoon kwaadaardig zijn. Maar Marcuse bood een ander perspectief. Ook
al schreef hij nooit direct over complotdenkers, ze passen wel perfect
bij wat hij ‘de irrationaliteit van de gevestigde rationaliteit’ noemde.
Marcuse, dat weet ik bijna zeker, zou complotdenkers beschouwen als een
uitvloeisel van de gevestigde rationaliteit. Niet als tegenhanger van de
weldenkende klasse die in wetenschap en feiten gelooft, maar als hun
spiegelbeeld. Slechts een logisch resultaat.
Wat wij in het Westen als rationeel beschouwen, stelde Marcuse, is dat
wat in cijfers en data kan worden gevat. En vervolgens in statistieken,
protocollen en procesmanagement. Het is een technologische rationaliteit
die gericht is op beheersing. De materie, inclusief de mens, dient
gemanipuleerd te worden om zo te komen tot meer efficiëntie en meer
groei. Dat is waar alles om draait, dat is wat we vooruitgang noemen:
sneller, beter en meer. Wat niet gemeten kan worden en de productie niet
bevordert, telt niet mee.
Maar daarmee is volgens Marcuse een (westerse) samenleving ontstaan die
zelf ten diepste irrationeel is. In zijn beroemdste werk, /De
eendimensionale mens,/ schrijft hij: ‘Het samengaan van een stijgende
productiviteit met een stijgende kans op vernietiging, het balanceren
boven de afgrond der complete uitroeiing, de algehele overgave van eigen
denken, hopen en vrezen aan de beslissingen van de heersende machten,
het laten voortbestaan van een bittere armoede naast een rijkdom zonder
weerga, dit alles vormt ook voor de volstrekt onpartijdige toeschouwer
een akte van beschuldiging – ook al is dit slechts een bijproduct van
deze samenleving en niet haar /raison d’être:/ haar overweldigende
rationaliteit, die doelmatigheid en groei bevordert, is zelf irrationeel.’
Zou het kunnen, vraag ik me daarom soms heel voorzichtig af, het is maar
een theorie, dat complotdenkers officiële cijfers en statistieken
afwijzen omdat ze onbewust aanvoelen hoe vernietigend de gevestigde
rationaliteit is? Als akte van beschuldiging? Ze keren zich tegen de
feiten van de gevestigde orde, ze komen met hun eigen cijfers, met
alternatieve feiten, zelf nadenken en doe je eigen onderzoek! Maar
tegelijkertijd beroepen ze zich ook voortdurend op onmeetbare waarden
als liefde en vrijheid. De inzet van hun strijd lijkt de rede zelf te zijn.
‘Maak kapot wat jou kapot maakt’, maak het heersende systeem kapot door
haar fundamenten aan te vallen: de opvatting wat redelijk en logisch is.
Dat is wat complotdenkers feitelijk doen. En daarin hebben ze, althans
volgens Marcuse, geen ongelijk.
Bijna zestig jaar na /De eendimensionale mens/ hoef je alleen maar om je
heen te kijken om de irrationaliteit van de gevestigde rationaliteit te
zien. Terwijl ondernemers hun deuren sloten in de zoveelste lockdown
stegen wereldwijd de beurzen en groeide de economie. Vanaf het begin van
de pandemie in 2020 tot nu verdubbelde het vermogen van de tien rijkste
mensen ter wereld, aldus een Oxfam-rapport. Het is de grootste stijging
ooit gemeten, gezamenlijk verdienden deze tien mensen vijftienduizend
dollar per seconde, 1,3 miljard dollar per dag. Tijdens de pandemie was
Amazon-baas Jeff Bezos de eerste persoon in de moderne geschiedenis die
een persoonlijk bezit van tweehonderd miljard dollar aantikte.
Om dat bedrag in perspectief te plaatsen: met tweehonderd miljard dollar
kun je vijfhonderd jaar elke dag een miljoen dollar uitgeven en nog de
bodem van je portemonnee niet zien. Het is een bedrag dat legaal is
verkregen, volgens de heersende wetten en regels, maar hier is niets
rationeels aan. Ondertussen krijgen Bezos’ werknemers niet eens genoeg
pauze om fatsoenlijk naar de wc te kunnen en stierven afgelopen december
veertien Amazon-medewerkers op hun werk omdat ze tijdens een tornado hun
loods niet mochten verlaten.
In Nederland, een van de rijkste landen ter wereld, gaan elke dag
duizenden kinderen hongerig naar school. Zijn er een kwart miljoen
werkende armen. Worden ouderen opgevangen in verzorgingshuizen waar het
personeel vijf minuten krijgt om ze één keer per week te wassen.
Dat ouderen zo leven is al erg genoeg, zou Marcuse zeggen, maar het
werkelijke probleem is dat deze levens het resultaat zijn van rationele
overwegingen die wetenschappelijk zijn onderbouwd, door managers met
statistieken, tabellen en rekenmodellen in hun hand.
Marcuse kwam uit een andere tijd, hij werd geboren in 1898, en toch, wie
/De eendimensionale mens/ nu leest, heeft het gevoel dat hij deze tijd
beschrijft. Of deze lezer had tenminste dat gevoel. Het landschap mag
dan veranderd zijn, in Marcuse’s tijd heerste de Koude Oorlog, de
grootste dreiging was een kernoorlog, het neoliberalisme van Thatcher en
Reagan moest nog komen, er waren nog geen smartphones, geen sociale
media, fake news was nog geen businessmodel. Maar we leven nog steeds
onder het kapitalisme, of zoals Marcuse het noemde: het technologisch
productieapparaat.
Aanvankelijk is Marcuse vooral geïnteresseerd in Duitse literatuur. Hij
studeert af op de /‘Künstlerroman’/ aan de Universiteit van Freiburg,
trouwt zijn jeugdliefde, Sophie Wertheim, een wiskundige (na haar dood
zal hij nog twee keer hertrouwen), en gaat werken bij een
uitgeverij/antiquariaat waarin zijn vader een aandeel voor hem heeft
gekocht. Tot hij /Sein und Zeit/ van Heidegger leest. Het boek slaat in
als een bom en op zijn dertigste gaat Marcuse terug naar de universiteit
om daar les te krijgen van Heidegger zelf. De liefde bekoelt al snel als
Heideggers nazisympathieën aan de oppervlakte komen, maar zijn theorieën
over technologie, vervreemding en /Dasein/ hebben een blijvende invloed
op Marcuse. Wanneer in 1933 Hitler aan de macht komt, vertrekt Marcuse
met zijn gezin naar Genève om te gaan werken voor het marxistische
onderzoeksbureau Institut für Sozialforschung dat daar in ballingschap
zit. Twee jaar later verhuist het gezin mee naar New York. Het instituut
zal later bekend worden als de Frankfurter Schule.
Naast onder anderen Max Horkheimer, Theodor Adorno, Erich Fromm en (op
afstand) Walter Benjamin groeit Marcuse uit tot een van de bekendste
namen van het instituut. Het zijn allemaal joodse denkers die met elkaar
verbonden zijn in hun kritiek op het kapitalisme. Ze combineren
marxistische theorieën met hegeliaanse dialectiek en inzichten uit de
psychoanalyse, sociologie en het existentialisme. Maar vooral zijn ze de
eersten die populaire cultuur serieus nemen als studieobject. Hun
onderzoek richt zich op film, muziek, kunst, mode en tv om zo de
werkingen van kapitalisme te ontleden, en alle manieren waarop de burger
geïndoctrineerd wordt om in de pas te lopen.
Zonder de Frankfurter Schule zou er vandaag de dag niet zo diepgravend
worden geschreven, of een poging daartoe worden gedaan, over
Netflix-series als /Emily in Paris,/ de betekenis van Kanye West of die
van influencers. En zouden rechtse politici en columnisten
waarschijnlijk ook niet zo klagen over cultureel marxisme of eventuele
woke-invloeden (al is de omkering op z’n zachtst gezegd ironisch):
dankzij de Frankfurter Schule zijn we gewend geraakt om massacultuur als
drager van ideologie te zien.
Het is een pessimistische club, veel uitwegen uit het kapitalisme zien
ze niet. Maar Marcuse geldt daarbij als een uitzondering. Hij is degene
die blijft geloven in de mogelijkheid van een nieuw soort samenleving,
een waarin elk mens vrij is van zware arbeid, van uitbuiting, van de
strijd om het bestaan, en zich naar eigen inzicht kan ontwikkelen. Als
Marcuse ergens in geloofde en voor vocht, is het wel individuele
vrijheid, voor ieder individu. In 1955 publiceert hij /Eros and
Civilization,/ waarin hij het denken van Freud verbindt met Marx en een
pleidooi houdt voor een wereld die in dienst staat van de
levensinstincten in plaats van de doodsdriften. Het boek brengt hem
internationale erkenning. Maar het is /De eendimensionale mens,/ uit
1964, dat van Marcuse op zijn 66ste een filosofische superster maakt.
Wereldwijd worden er miljoenen exemplaren van /De eendimensionale mens/
verkocht, het werk zal uitgroeien tot het handboek van de
protestgeneratie. Een van de activisten die diep door hem beïnvloed
wordt is de zwarte filosoof en feminist Angela Davis. Hij gaf ons de
filosofie, schrijft ze in 2019 over haar oude universiteitsdocent, om de
strijd voor ‘zwarte bevrijding, vrede en genderrechtvaardigheid’ te
verdiepen, en was een inspiratie in ‘de onbevreesde manier’ waarop hij
protestbewegingen ondersteunde.
Het is niet redelijk en logisch om deze wereld te accepteren zoals hij
is, liet Marcuse zien. Het kan anders, beter, er is een andere wereld
denkbaar
Zelfs al was Marcuse het lang niet altijd eens met de methoden van die
bewegingen en was de revolutie een stuk verder weg dan ze zelf dachten,
ze brachten wel ‘broodnodige frisse lucht’ in een verstikkende status quo.
In /De eendimensionale mens/ analyseert Marcuse hoe het technologisch
productieapparaat zijn ideologie middels politiek, media, kunst en
wetenschap oplegt. Maar minstens zo belangrijk is dat hij impliciet het
proletariaat herdefinieert. Niet langer is het de arbeidersklasse die de
revolutie kan (en zal) ontketenen, zij wordt uitgebreid naar wat we
tegenwoordig het precariaat noemen: armlastige studenten, flexwerkers,
werklozen en iedereen die op een andere manier afwijkt van de norm.
Want, schrijft Marcuse: ‘Hun oppositie treft het systeem van buitenaf en
wordt daarom niet omgebogen door het systeem; het is een elementaire
kracht die zich niet aan de regels van het spel houdt en daardoor laat
zien dat het spel vals is opgezet.’ Zij bezitten de macht van De Grote
Weigering, zoals Marcuse het noemde. Een weigering tegen de wereld zoals
zij is, tegen de heersende technologische rationaliteit en de daaruit
volgende onderdrukking en uitbuiting.
Het waren de jaren zestig en heel even leek die Grote Weigering zich
inderdaad te voltrekken. In de Verenigde Staten kwam New Left op, in
Parijs braken studentenopstanden uit, in Nederland hadden we Provo.
Overal verhieven mensen hun stem om zich te verzetten tegen kapitalisme,
materialisme en consumentisme, en om een nieuwe wereld te eisen. Het
doel was niets minder dan de massa’s te bevrijden van het technologisch
productieapparaat. /‘Sous les pavés, la plage!’/was de alomtegenwoordige
leuze: onder het plaveisel het strand! Lang zou dit echter niet duren.
In feite had Marcuse het al voorspeld, want zo optimistisch was hij nu
ook weer niet. In /De eendimensionale mens/ benadrukt hij keer op keer
hoe het systeem protest onschadelijk maakt door het te coöpteren en te
reduceren tot een product. Kapitalisme verslaat tegenstand niet, maar
lijft die in. En dat gebeurde ook met de protestgeneratie.
Het bedrijfsleven boog het revolutionaire elan, bevrijding voor
iedereen, om in de zoektocht naar persoonlijke bevrijding (voor een
uitgebreide analyse van dit proces: zie de documentaire /The Century of
the Self/ van Adam Curtis). Onderscheid jezelf! Vind je ware ik. En doe
dat vooral via de producten die je koopt, je auto, je schoenen, de
cursus die je hebt gevolgd. Langzamerhand maakten de guerrillakleding en
opgeheven vuisten zo plaats voor yogaretraites en zelfexpressie. De
radicalen van weleer werden hippies. Het doel was niet langer om de
massa’s te bevrijden van een onderdrukkend systeem, voortaan moest je
jezelf bevrijden van de onderdrukking van de massa. De eigen identiteit
werd het allerbelangrijkste: wie ben ik, wat wil ik, waar sta ik voor?
En hoe wordt dat Ik erkend?
Dit is hoe het werkt, schrijft Marcuse in /De eendimensionale mens,/
zelfs het spirituele en metafysische wordt gecoöpteerd. ‘We zien vrij
veel dingen als “Deze week gemeenschapsmis”, “Eén uur voor God”, “Zen”,
existentialisme, de levenswijze der beatjeugd enz. Maar deze manieren om
te protesteren en te transcenderen staan niet meer in tegenstelling tot
de status quo en zijn niet meer negatief. Ze zijn eerder het ceremoniële
deel van het praktische behaviorisme, de onschadelijke ontkenning ervan,
en worden door de status quo snel opgenomen als deel van zijn gezonde
voeding.’
Denk vooral ook aan de manieren waarop yoga en mindfulness tegenwoordig
worden ingezet om een burn-out te voorkomen of de zwarte vierkantjes op
Instagram die een protest tegen racisme moeten vormen.
Bevinden de hippies zich tegenwoordig op rechts? De polen lijken in elk
geval te zijn omgedraaid.
In de jaren zestig heerste vooral aan de linkerkant van het politieke
spectrum het wantrouwen tegen de gevestigde orde. Dit was de hoek waar
waarheid als een constructie gold (ook-maar-een-mening), hier bloeide de
/counterculture,/ klonk de oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid,
wilde men eigen mediakanalen oprichten, bouwde men eigen communes.
Vrijheid was het toverwoord, en die bevond zich buiten de burgerlijke
massa. Tegenwoordig daarentegen zijn het Donald Trump en Thierry Baudet
die hun eigen mediakanalen opzetten. Roepen zij op tot burgerlijke
ongehoorzaamheid. Plaatsen hun aanhangers citaten van Martin Luther King
op sociale media, /‘one has a moral responsibility to disobey unjust
laws’,/ zijn zij het die niets of niemand meer vertrouwen en dromen zíj
van hun eigen communes; een Forumland bijvoorbeeld, of dorpjes opgekocht
in Portugal die ze ‘Freedom Ville’ dopen, zoals horecaondernemer en
antivaxxer Nadia Duinker in het kerstnummer van /De Groene/ vertelde
<https://www.groene.nl/artikel/moe-van-de-strijd>.
Vrijheid als leuze, als vaandel waaronder de strijd wordt gevoerd, is
geconfisceerd door rechts. En dat is des te frustrerender omdat hun
(uiterst elitaire) voormannen meestal bij uitstek pro-kapitalistisch
zijn, racistische en fascistische sentimenten voeden, autoritaire
regimes steunen en een beleid voorstaan dat de lagere of precaire
klassen op geen enkele manier zal verheffen. Hun vrijheid is niet voor
de massa, niet voor jou, tenzij je in staat bent te verhuizen naar Portugal.
Hetzelfde geldt voor complotdenkers, niet voor niets is er een grote
overlap met (zelfverklaarde) vrijheidsstrijders. Hun theorieën gaan
altijd over controle, de controle over lichaam en geest, de manieren
waarop we gestuurd worden, en onze vrijheden ingeperkt. Marcuse en de
Frankfurter Schule waren daar ook al mee bezig, maar complotdenkers
maken de controle letterlijk. In hun theorieën is er altijd een
boosdoener die achter de schermen aan de touwtjes trekt. Een Bill Gates,
George Soros of babybloed drinkende Hillary Clinton bijvoorbeeld. En
toch valt die gedachtegang te begrijpen.
In het technologisch productieapparaat, aldus Marcuse, is overheersing
omgezet in bestuur. Er is geen tirannieke baas of opzichter meer, de
ooit zo tastbare oorsprong der uitbuiting is verdwenen ‘achter het
rookgordijn der objectieve rationaliteit.’ De machine wordt draaiend
gehouden door technici, wetenschappers, planners en managers die zich
met hun onderzoeken, apps en managementcursussen voegen naar de status
quo waarin rationaliteit in dienst staat van productiviteit. Het gevolg
daarvan, aldus Marcuse, is dat de woede over dit leven, over deze
wereld, over de vijf minuten die je oma in een verzorgingstehuis krijgt,
zich nergens meer op kan richten. ‘Haat en frustratie worden van hun
speciale doelwit beroofd.’ Er is niemand meer om de schuld te geven,
geen fabrieksopzichter, geen Scrooge, zelfs geen politicus, aangezien de
politiek zelf, eigenhandig, een groot deel van haar macht uit handen
heeft gegeven. Door privatisering, door een heilig vertrouwen in ‘de
markt’, door bijvoorbeeld internationale wetgeving door te voeren die
het voor multinationals mogelijk maakt om overheden voor een tribunaal
aan te klagen als ze vinden dat nationaal beleid hun winsten bedreigt
(het zogenaamde ‘Investor-state dispute settlement’).
Maar de woede en frustratie over dit leven moeten ergens heen. En,
schrijft Marcuse: ‘Onder de repressieve omstandigheden waarin mensen
denken en leven, kan het denken – iedere denkwijze die zich niet beperkt
tot een pragmatische oriëntatie binnen de status quo – alleen maar
reageren op de feiten door “erachter te kijken”.’ Wie los wil breken van
de technologische rationaliteit, van de statistieken en spreadsheets van
technici en managers, kan niet anders dan vanuit het licht de schaduw in
stappen. En voor zo iemand wordt alles mogelijk.
Complotdenkers denken dat achter het rookgordijn een poppenspeler staat,
een dader, een boef die ons stuurt. Je zou het de neoliberale uitleg van
onderdrukking kunnen noemen: centraal staat immers de opvatting dat het
leven is wat je er zelf van maakt, of in dit geval wat de /evildoer/
ervan maakt, en dat hij zijn plannen precies zo uitgevoerd kan krijgen
als hij had bedacht. Maar uiteindelijk maakt deze redenering de
werkingen van ideologie alleen maar onzichtbaarder.
Demonstrant tegen corona maatregelen, Amsterdam, 3 oktober 2021 © Jet
Budelman / De Beeldunie
Er heeft zich een counterrevolutie voltrokken, schreef Marcuse in 1972
in /Counterrevolution and Revolt/. Eind jaren zestig sloeg het
technologisch productieapparaat terug. Via de al eerder genoemde verkoop
van ‘private rebellie’. Maar ook door middel van grof geweld. Wereldwijd
worden studentenopstanden tegen imperiale regimes met harde hand
neergeslagen. In landen als Indochina, Indonesië, Pakistan en Soedan
worden bloedbaden aangericht onder alles wat communistisch heet te zijn.
Zwarte ‘radicalen’ als Malcolm X, Martin Luther King en Fred Hampton
worden vermoord.
Het doet Marcuse inzien dat er een nieuwe manier van verzet nodig is.
Hij wordt praktischer. Een van de dingen waar hij in /Counterrevolution
and Revolt/ daarom voor pleit is een ‘lange mars door de instituties’.
Links, zo meent hij, moet het systeem van binnenuit veranderen, door het
spel juist mee te spelen.
In de theorieën van complotdenkers is er altijd een boosdoener die
achter de schermen aan de touwtjes trekt. Bill Gates of babybloed
drinkende Hillary Clinton bijvoorbeeld
En misschien, zou je terugkijkend kunnen concluderen, is dat wel gelukt.
Heeft links zich inderdaad cruciale posities toegeëigend binnen het
systeem. Alleen lijkt ze daarbij haar oorspronkelijke doel te zijn
vergeten: de bevrijding van de massa’s.
Complotdenkers hebben zelden tot nooit gelijk over de manieren waarop
het individu onderdrukt wordt (microchips, chemtrails, 5G of
reptielmensen) en het is daarom maar al te makkelijk om ze weg te zetten
als irrationeel, gek of gewoon kwaadaardig. Maar ondertussen zijn er
genoeg uiterst weldenkende mensen die zich om dezelfde dingen zorgen maken.
Neem bijvoorbeeld The Great Reset, een van de kroonjuwelen in het
complotdenken. Dit is een toekomstscenario van het World Economic Forum,
en de titel van het boek van wef-voorman Klaus Schwab voor een
hervorming van de wereldeconomie waarmee volgens complotdenkers een
linkse agenda wordt uitgerold van ontvolking, onteigening /(’You’ll own
nothing and be happy’)/ en gedwongen toediening van coronavaccins om
ouderen alvast uit de weg te ruimen. De interpretatie van complotdenkers
is vaak zo fantasierijk, schiet zo alle kanten op, dat veel mensen
inmiddels ten onrechte denken dat die Great Reset helemaal niet bestaat.
Op de website van Instituut Clingendael legt Bob de Wit, hoogleraar aan
Nyenrode, echter goed uit wat het plan van het wef dan wél behelst. Wij
bevinden ons in een overgangsfase, schrijft hij, in de manier waarop
economische waarde wordt gecreëerd. In de top van de grootste
ondernemingen staan geen industriële bedrijven meer, maar
digitechbedrijven (zoals Google en Apple), beleggers en banken, en
farmaceuten. Deze bedrijven zijn inmiddels zo groot dat het in feite
/corporate states/ zijn. The Great Reset pleit voor een
stakeholderkapitalisme waarin de partijendemocratie op nationaal niveau
plaats moet maken voor een samenleving op wereldschaal, waarin
supranationale organisaties als VN en who samen met corporate states de
regie krijgen.
Tijdens de coronacrisis, schrijft De Wit, profiteerden corporate states
al van de maatregelen ‘door een verkoopexplosie van vaccins en testen,
omzetrecords bij digitale-technologiebedrijven en hoge rendementen van
mondiale investeerders en beleggers.’ Gewone burgers, en de nationale
democratieën die hun belangen moeten dienen, hebben onder de Great Reset
echter weinig te winnen, sluit De Wit af.
Of anders gezegd: zeker vanuit linkse hoek zou je wel wat meer aandacht
voor de plannen van het wef mogen verwachten.
Hetzelfde geldt voor de invoering van een technostaat, zoals
complotdenkers het noemen: een /surveillance society/ waarin wij
allemaal getagd en gelabeld zijn en overal een QR-code voor nodig is.
Wie wel eens een column van Maxim Februari leest, toch bepaald geen
wappie, weet echter dat die angst niet ongegrond is. De lobby achter de
schermen van onder meer digitechbedrijven om een digitaal paspoort en
toegangssysteem te ontwikkelen is gigantisch.
Er zijn genoeg vraagtekens te zetten, genoeg twijfels te uiten en elk
wantrouwen tegen de farmaceutische industrie, met haar lange
geschiedenis van corruptie, fraude en misleiding van het publiek over de
veiligheid van medicijnen (of over de verslavende effecten ervan, zie
bijvoorbeeld de documentaire /The Crime of the Century)/ lijkt mij meer
dan gezond, zeker nu de winsten zo onvoorstelbaar groot zijn.
Maar in plaats daarvan ontpoppen mensen zich aan de linkerkant van het
politieke spectrum steeds meer tot hoeder van de status quo. Ze roemen
hun eigen redelijkheid, kloppen zichzelf op de borst voor hun geloof in
cijfers en dé feiten. Tijdens de coronacrisis steunden ze
hartstochtelijk dictaten die in besloten ruimtes met onverkozen
commissies waren uitgedacht en vervolgens werden afgekondigd op
persconferenties, zonder dat daar een politiek of maatschappelijk debat
aan vooraf was gegaan. Zonder dat zo’n debat überhaupt mogelijk was
omdat het kabinet intrinsieke waarden (als in: wat vind je belangrijk?)
volledig instrumentaliseerde naar een technologische rationaliteit van
R-waardes of het aantal vrije ic-bedden.
Zogenaamd kapitalismekritische columnisten die doorgaans graag orakelen
over solidariteit bleken geen enkele moeite te hebben om ongewenste
elementen overboord te duwen (meedoen en anders hoepel je maar op).
Ongevaccineerden werden weggezet als tuig, als een infectiehaard, de
columnisten maakten zich hard voor 2G en een vaccinatieplicht. Ze
meenden dat je geen zorg verdient als je niet de juiste, want gezonde,
keuze maakt. Ze presenteerden het zetten van een prik als moreel
wapenfeit, een uiting van burgerplicht. Ze offerden maar al te makkelijk
individuele rechten en vrijheden op aan het belang van de massa.
De overheid had het leger moeten inzetten ‘om de opstandelingen terug te
dringen onder het nationale gezag’, schreef zo’n linkse vrijdenker
onlangs volgens een klassiek rechts paradigma.
De Ander, degene die niet denkt en voelt en kijkt als jij, lijkt de
vijand te zijn geworden. Links reduceert steeds gretiger grote
sociaal-politieke kwesties tot een moreel probleem. Er wordt gedaan
alsof het aan jou, aan jou alleen, is om de juiste keuze te maken, of
het nu racisme, seksisme of vaccinaties betreft. Een juiste keuze die
linkse denkers, vanzelfsprekend, al menen te hebben gemaakt.
Het is de linkse variant van het neoliberale discours. Ook hier
weerklinkt immers de ideologie dat het leven is wat je er zelf van
maakt. Dat jij jezelf vormgeeft, ja, dat je zelfs heer en meester bent
over je eigen denken, en dat denken ook naar believen kunt veranderen,
als je maar, heel rationeel, de juiste argumenten volgt, de juiste
boeken leest, genoeg zelfonderzoek doet en jezelf zo de juiste blik
aanmeet. Maar ook dit, zou Marcuse zeggen, dat weet ik bijna zeker, is
slechts deel van de gezonde voeding van de status quo.
Wat Marcuse probeerde aan te tonen is hoezeer we worden vormgegeven door
onze omgeving, door de waarden die daarin heersen, en hoe het
technologisch productieapparaat ‘een gedrag bevordert (en zelfs vereist)
dat de krankzinnigheid ervan aanvaardt’. Kapitalisme is niet iets wat je
kunt scheiden van het dagelijks leven, zoals tegenwoordig vaak wordt
gedaan, alsof alleen sommige dingen kapitalistisch zijn, marktwerking
bijvoorbeeld, of de bedrijfsvoering van Shell, die je kunt indammen of
waaraan je je kunt onttrekken. Kapitalisme is een alomvattend systeem
dat in de haarvaten van onze cultuur zit, van wie we denken dat we zijn.
Aan de linkerkant van het politieke spectrum lijkt men verleerd te zijn
om met die brede blik naar de wereld te kijken. Maar het verlies daarvan
is groot. Dat complotdenkers geloven in een babybloed drinkende Hillary
Clinton wordt mede veroorzaakt doordat er op links geen alternatieve
analyse klinkt van de manieren waarop macht dan wél werkt. Dat vrijheid
als leuze geconfisceerd kon worden door rechts is zeker ook te wijten
aan het feit dat het voor links, in tegenstelling tot gelijkheid of
diversiteit, geen waarde van belang meer lijkt te zijn. Het werd in
ieder geval maar al te makkelijk opgegeven.
Je hoeft geen complotdenker te zijn om de technologische rationaliteit
van virologen, farmaceuten en managers vermomd als politici te
wantrouwen. Het is niet redelijk en logisch om deze wereld te accepteren
zoals hij is, liet Marcuse zien. Het kan anders, beter, er is een andere
wereld denkbaar. Een waarin niet efficiëntie en groei centraal staan,
maar de vraag wat een /goed/ leven is. Voor mens, dier en aarde.
*Marcuse zou zeggen: niet complotdenkers zijn krankzinnig, het is deze
wereld die krankzinnig is. En volgens hem was het enige waarlijk
redelijke gedrag dan ook: ‘de poging de omstandigheden teniet te doen
die de krankzinnigheid veroorzaken’.*
**
*Of zoals Menno Wigman dichtte: ‘Maak kapot wat jou kapot maakt.*’
Op 25 februari verschijnt het essay /De grote weigering/ van Marian
Donner bij Prometheus. Op 3 maart is er een boekpresentatie in De Balie.
Bestel kaarten via debalie.nl
-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20230420/db07dd4e/attachment-0001.html>
More information about the D66
mailing list