[D66] ChatGPT
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Fri Dec 16 09:59:52 CET 2022
(Naast dat er sprake is van een 'waanzin van de economische rede', de
instrumentele rede, de goddelijke rede, is er nu ook sprake van een
'waanzin van de techno-artificiële en robotische rede'. Kortweg, de
crisis van de rede veroorzaakt door het logoscentrisme, een term van
Derrida. / R.O.)
--
Ik heb die ChatGPT zojuist de vraag gesteld:
"Explain divine reason, instrumental reason and artificial reason"
ChatGPT:
Divine reason refers to the idea that a deity or higher power possesses
reason or understanding. This concept is often linked to the belief in a
divine being or beings who are thought to have superior knowledge and
understanding of the world and the universe.
Instrumental reason, on the other hand, refers to the use of reason as a
means to an end. It involves using logical and analytical thinking to
solve problems and achieve specific goals. This type of reason is often
associated with practical, everyday decision-making and problem-solving.
Artificial reason, also known as artificial intelligence (AI), refers to
the use of computer algorithms and systems to perform tasks that would
normally require human-like reasoning and decision-making. AI systems
are designed to analyze data, recognize patterns, and make decisions
based on that analysis, in a way that is similar to how humans use their
reasoning abilities. However, unlike humans, AI systems do not have the
ability to think or feel in the same way that humans do, and their
decision-making is based purely on the data and algorithms that are
programmed into them.
Kortweg ChatGPT biedt nog geen nieuwe filosofische inzichten.
Trouw 16/12:
Bedreigt kunstmatige intelligentie ons godsbeeld?
Theologisch elftal
In het Theologisch elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee
theologen. Vandaag: Kan kunstmatige intelligentie antwoord geven op
theologische vragen?
SJOERD MULDER
'In het begin was het Woord', zegt de Bijbel in Johannes 1. Alles wat er
is, is volgens het christendom tot stand gekomen door het woord van God.
Daarmee is het woord en de rede altijd beschouwd als iets van goddelijke
oorsprong. De mens, als rationeel wezen, deelt daarmee dan ook in een
uniek en haast bovennatuurlijk vermogen.
Nu is er ChatGPT, een programma dat verhalen kan vertellen en antwoord
kan geven op complexe vragen, in goedlopende volzinnen. Wat betekent
zulke kunstmatige intelligentie theologisch gesproken? Moeten we zeggen
dat ChatGPT ook deel heeft aan de goddelijke rede? En is dat dan
bedreigend voor de mens?
Het is in deze rubriek gebruikelijk om die vraag voor te leggen aan twee
theologen, maar voor deze keer stellen we de vraag eerst ook aan het
programma zelf, via de website chat.openai.com. 'Het is moeilijk om te
zeggen in hoeverre ChatGPT deel heeft aan de goddelijke rede volgens de
christelijke theologie', luidt het antwoord van ChatGPT. 'Aangezien
ChatGPT is gebaseerd op gegevens en algoritmes, in plaats van op een
bovennatuurlijke wijsheid of inspiratie, lijkt het erop dat het in
beperkte mate deel heeft aan de goddelijke rede. Aan de andere kant kan
ChatGPT in staat zijn om te communiceren en antwoorden te geven op
vragen op een manier die lijkt op menselijke intelligentie, wat
suggereert dat het misschien wel degelijk een beperkte vorm van de
goddelijke rede bezit.'
Alain Verheij, theoloog en schrijver, moet lachen als ik deze tekst
voorlees. "Het is indrukwekkend wat kunstmatige intelligentie allemaal
kan. Tegelijkertijd blijft het natuurlijk heel clichématig. Het
reproduceert op basis van een vaststaand sjabloon een nieuwe tekst. Heel
knap, maar niet echt creatief."
"In het citaat van Johannes 1 wordt gesproken over het 'Woord', 'logos'
staat er in het Grieks. Maar ik zou toch bestrijden dat daar
rationaliteit of iets dergelijks mee wordt bedoeld. Het is een vertaling
van het joodse begrip 'chochma', 'wijsheid'. Wijsheid heeft te maken met
nuances zien, met het aanvoelen van een situatie, maar ook met het maken
van iets nieuws, het zien van een weg die eerder nog niet gezien werd.
Precies dat nieuwe en verrassende is volgens de Bijbel van goddelijke
oorsprong. Maar dat is iets dat kunstmatige intelligentie nooit kan. Dat
blijft zich altijd baseren op wat hij eerst aan input heeft gekregen."
Arnold Huijgen, hoogleraar dogmatiek aan de Protestantse Theologische
Universiteit (PThU): "Ik zou niet zeggen dat onze menselijke rede direct
een afgeleide is van de goddelijke rede. God is niet een soort
supercomputer waar wij dan ook een beetje inzicht van kunnen aftappen.
Dat 'Woord' dat er volgens Johannes in het begin was, verwijst niet naar
een algemene goddelijke rede. Het verwijst heel direct terug naar het
scheppingsverhaal uit het begin van de Bijbel, waar God de wereld schept
door te spreken. En daarmee benadrukt het dat God een schepper is, die
al scheppend in relatie treedt tot de mensen."
"Anders gezegd: Wij staan niet met God in verband vanwege onze
redelijkheid, maar vanwege zijn spreken dat een relatie met ons legt.
Dit stempelt ons mensen: onze ziel ís onze relationaliteit. En dat is
echt iets anders dan kunstmatige intelligentie.
"Overigens gaat kunstmatige intelligentie onze wereld wel veranderen,
dat zie ik zeker. Ik ben toezichthouder bij een zorginstelling, en daar
is robotisering heel actueel. Dat gaat van sensoren die de zorgverlener
een seintje geven als mensen uit bed komen, tot een robot in de hoek van
de kamer die mevrouw Jansen vertelt hoe laat het is omdat ze dat tachtig
keer per dag vraagt. Er zijn zelfs robots die dementerende ouderen de
indruk geven dat ze een persoon zijn en een soort affectieve relatie
suggereren."
Verheij: "Ik sta ook niet negatief tegenover kunstmatige intelligentie.
Het is net als met het bijbelverhaal over de toren van Babel. Een toren
is prachtig, het is een mooi monument of kan een plek geven om te wonen.
Maar de bouwers zeiden: 'We gaan een toren bouwen die de hemel bestormt,
en wij zullen als goden zijn'. Het is aan ons om te zorgen dat
kunstmatige intelligentie op een goede manier gebruikt wordt, maar we
moeten onthouden dat het een menselijk project blijft."
Huijgen: "Wij zijn vaak bang dat wij de tovenaarsleerling zijn die het
allemaal boven het hoofd groeit. Dat kunstmatige intelligentie een
volgende fase in de evolutie wordt die ons gaat overheersen. Die angst
is ook niet uit de lucht gegrepen, en we moeten hier onze theologische
en filosofische denkkracht op loslaten. Tegelijkertijd gebeurt dit in de
literatuur en de film al langer, denk aan verhalen als Frankenstein of
The Matrix. Nieuwe techniek gaat altijd gepaard met risico's én kansen."
Verheij: "Ik vind het vooral boeiend om te zien dat deze kwestie in
feite om godsbeelden draait. God is geen superintelligentie. Dat lijkt
meer op de oude heidense beelden van goden, die waren een uitvergroting
van onszelf. Thor had een grotere hamer dan wij; Aphrodite was
aantrekkelijker dan wij. Die heidense pantheons zijn wat dat betreft
zeer clichématig. Ze verstevigen dat wat er al is, de status quo. Ook
kunstmatige intelligentie heeft het in zich om daaraan bij te dragen.
Daar moeten we ons zorgen over maken."
"In het christelijk geloof draait het niet om de vraag: wat is er? Maar
om de vraag: wat moet er komen? Wat had er moeten zijn? Juist in het
antwoord op die vraag is God te vinden, zeggen christenen. De God van de
Bijbel zegt: 'Zie, ik doe iets heel nieuws', dan wordt een maagd zwanger
en er ontstaat een droom dat de maatschappelijke orde op zijn kop gaat."
Huijgen: "En stel nou dat kunstmatige intelligentie uiteindelijk
bijvoorbeeld in staat is om toch heel creatief nieuwe, prachtige muziek
te componeren. Zó, dat ik niet zou horen dat het niet door een mens was
gemaakt. Dan zou het mij kunnen ontroeren, maar alleen zolang ik denk
dat het door een mens is gemaakt. Want een deel van de ontroering van
muziek is nu precies dat de componist zijn menselijkheid, zijn
sterfelijkheid en zijn emoties met mij deelt."
"Zoals Paul Ricoeur schreef: compassie is gebaseerd op een gedeelde
kwetsbaarheid en sterfelijkheid. Uiteindelijk is die lotsverbondenheid
cruciaal voor onze onderlinge verhouding. Het feit blijft dat wij
relationele wezens zijn en kunstmatige intelligentie niet. Een robot kan
zich niet afvragen: 'Wie ben ik eigenlijk?' Niet op de existentiële
manier waarop die vraag mensen bezighoudt."
Logos, het Woord van God
Iedereen kent wel het kerstverhaal: Jozef en Maria, Jezus in een kribbe,
de herders, de wijzen uit het Oosten. Toch is op kerstochtend de
traditionele lezing in de meeste kerken een andere, namelijk Johannes 1.
Dat is een mysterieuze lezing. Het begint zo: 'In het begin was het
Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin
bij God. Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan
van wat bestaat.'
Om deze tekst goed te begrijpen, moet je weten dat 'Woord' in het
oorspronkelijke Grieks 'logos' is. Dat was een term uit de indertijd
populaire filosofie van de Stoa, en betekende zoveel als een 'rationele
kosmische ordening'. Volgens deze filosofie was de mens en de
maatschappij op zijn best als die zich voegde in deze ordening.
Het vervolg in Johannes is in dat licht verwarrend. Er staat: 'Het Woord
is mens geworden en heeft in ons midden gewoond.'
De logos, die kosmische ordening, werd door de gemiddelde Helleense
toehoorder gezien als een onpersoonlijke kracht. Maar volgens deze tekst
is de logos mens geworden.
De kerstboodschap klonk voor Helleense oren dus zo: als je in verbinding
staat met de persoon Jezus, die kleine baby in de kribbe, hang je niet
zomaar een willekeurig goed voorbeeld aan, maar relateer je je aan de
kosmische ordening zelf. Dat is dan vanzelfsprekend een gegarandeerde
weg naar geluk en vrede op aarde.
-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20221216/180371e0/attachment-0001.html>
More information about the D66
mailing list