[D66] [JD: 111] Het naakte leven en het vaccin

R.O. juggoto at gmail.com
Sun Jun 13 09:21:59 CEST 2021


<https://www.basgeerts.nl/>


  Het naakte leven en het vaccin


      *door Giorgio Agamben*

//vertaling van ///La /nuda/ vita e il vaccino
<https://www.quodlibet.it/giorgio-agamben-la-nuda-vita-e-il-vaccino>//
(16 april 2021)/

Meerdere keren heb ik in mijn vorige bijdragen het beeld van het naakte
leven opgeroepen. In feite lijkt het mij dat de epidemie onomstotelijk
aantoont dat de mensheid nergens meer in gelooft behalve in het naakte
bestaan ​​dat tegen elke prijs als zodanig in stand moet worden
gehouden. De christelijke religie met haar werken van liefde en
barmhartigheid en met haar geloof, tot het martelaarschap aan toe, de
politieke ideologie met haar onvoorwaardelijke solidariteit, zelfs
vertrouwen in werk en geld lijken op de tweede plaats te komen zodra het
naakte leven wordt bedreigd, zij het in de vorm van een risico waarvan
de statistische betekenis vaag en opzettelijk onbepaald is.

Het is tijd om de betekenis en oorsprong van dit concept te
verduidelijken. Hiervoor is het noodzakelijk te vermelden dat de mens
niet iets is dat voor eens en altijd kan worden gedefinieerd. Het is
eerder de plaats van een onophoudelijk geactualiseerde historische
bepaling, die steeds weer de grens vastlegt die mens van dier scheidt,
wat menselijk is in de mens en wat niet menselijk is, in hem en buiten
hem. Toen Linnaeus zocht naar een specifieke eigenschap voor zijn
classificaties op basis waarvan de mens van primaten was te
onderscheiden, moest hij bekennen dat hij die niet kende en uiteindelijk
naast de generieke benaming ‘homo’ alleen het oude filosofische gezegde
plaatste: ‘nosce te ipsum’ – ‘ken u zelve’. Dit is de betekenis van de
term ‘sapiens’ die Linnaeus zou toevoegen in de tiende editie van zijn
‘Systema naturae’*: de mens is het dier dat zichzelf als mens moet
kennen om mens te zijn en daarom de mens moet onderscheiden – bepalen –
van dat wat hij niet is.

Het middel aan de hand waarvan dit onderscheid historisch wordt gemaakt,
kan een antropologisch mechanisme worden genoemd. Dit mechanisme
functioneert door het dierenleven van de mens uit te sluiten en, door
deze uitsluiting, de mens voort te brengen. Maar om dit mechanisme te
laten functioneren, moet de uitsluiting ook een insluiting zijn, moet er
tussen de twee polen – het dier en de mens – een verbinding zijn en een
ontkoppeling die beide verdeelt en bij elkaar brengt. Deze verbinding is
het naakte leven, dat wil zeggen, een leven dat niet echt dierlijk of
echt menselijk is, maar waarin steeds opnieuw bepaald wordt wat
menselijk en wat niet-menselijk is. Deze ontkoppeling, die
noodzakelijkerwijs in de mens plaatsvindt en die het biologische van het
sociale leven in hem scheidt, is abstract en fictief, maar dan zodanig
abstract dat zij steeds weer werkelijkheid wordt door zich te belichamen
in concreet en politiek specifiek historische figuren: de slaaf, de
barbaar, en – in de klassieke oudheid – de ‘homo sacer’, die door
iedereen gedood kan worden zonder dat er een misdaad wordt begaan; de
‘enfant-sauvage’, het wolf-kind of ‘homo alalus’ als de ontbrekende
schakel tussen aap en mens tussen de Verlichting en de negentiende eeuw;
de burger in de uitzonderingstoestand, de Jood in het concentratiekamp,
de comateuze patiënt in de reanimatiekamer en het lichaam bestemd voor
het doneren van organen in de twintigste eeuw.

Wat is het beeld van het naakte leven waar het vandaag de dag om draait
bij het beheer van de pandemie? Het is niet zozeer de patiënt die wordt
geïsoleerd en behandeld alsof er in de geschiedenis van de geneeskunde
nog nooit iemand ziek is geweest; het is eerder de geïnfecteerde of –
zoals gedefinieerd met een tegenstrijdige formulering – de
asymptomatische patiënt, dat wil zeggen iets wat elk mens in principe
is, ook al weet hij dat zelf niet. Het gaat niet zozeer om gezondheid,
maar eerder om een ​​leven dat noch gezond noch ziek is, dat als
zodanig, als potentieel pathogeen, van zijn vrijheden kan worden beroofd
en aan allerlei verboden en controles kan worden onderworpen. Vrijwel
alle mensen zijn in die zin asymptomatische patiënten. De enige
identiteit van dit leven, dat fluctueert tussen ziekte en gezondheid, is
dat je de ontvanger bent van wattenstaaf en vaccin, die, als het doopsel
van een nieuwe religie, het omgekeerde beeld zijn van wat eens
burgerschap werd genoemd. Het doopsel is niet langer voor altijd, maar
noodzakelijkerwijs voorlopig en hernieuwbaar, omdat de nieuwe burger,
die altijd een certificaat moet kunnen tonen, niet langer
onvervreemdbare en onbeslisbare rechten heeft, maar alleen
verplichtingen kent die onophoudelijk moeten worden bepaald en
geactualiseerd.

16 april 2021
Giorgio Agamben

* Carl Linnaeus – ‘Systema naturae per regna tria naturae : secundum
classes, ordines, genera, species, cum characteribus, differentiis,
synonymis, locis’ (10e druk, Lars Salvi, Stockholm 1758)

-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20210613/c47714fa/attachment-0001.html>


More information about the D66 mailing list