[D66] [JD: 132] Een reconstructie van de val van Srebrenica; Het demasqué van Dutchbat | NRC 1995

R.O. juggoto at gmail.com
Sun Jul 4 05:24:35 CEST 2021


------------------------------------------------------------------------

<http://retro.nrc.nl/W2/inhoud.html>


Affaire Srebrenica <http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Srebrenica/inhoud.html>

Nieuws <http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Srebrenica/nieuws.html>

Chronologische reconstructie
<http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Srebrenica/tijd.html>

Commissie Bakker <http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Srebrenica/commissie.html>

Achtergrond <http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Srebrenica/achtergrond.html>

Opinie <http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Srebrenica/opinie.html>

Links <http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Srebrenica/links.html>

	Een reconstructie van de val van Srebrenica; Het demasqué van Dutchbat

De Nederlandse VN-soldaten van Dutchbat zijn veilig terug. Hebben zij
echt al het mogelijke gedaan om de val van Srebrenica te voorkomen en de
bevolking te beschermen, zoals minister Voorhoeve zegt? De aanwijzingen
groeien dat er onder hun neus massamoord is gepleegd. De laatste dagen
van Srebrenica: over een ongelukkig Nederlands salvo op
moslim-strijders, de wilde rit naar de basis en de honderden lijken in
de berm.

*Harm van den Berg en Frank Westerman *

Telkens als het bos beweegt ratelen de mitrailleurs. Met een gerinkel
van koper op asfalt rollen de hulzen naar de kant van de weg. “Geef je
over!” roepen de soldaten tegen de struiken. Hun gezichten staan net zo
gespannen als hun kalasjnikovs.

Onder in beeld van deze nimmer vertoonde videofragmenten verschijnen
datum en tijd: 13 juli, 16 uur 12. Srebrenica is 48 uur eerder gevallen.
Zo'n tienduizend moslims proberen door de bergen te ontkomen naar het
zestig kilometer verderop gelegen Tuzla. Maar in het dal van de Jadar
bij het gehucht Konjevic Polje wacht hen een hinderlaag van Serviërs met
bijthonden en pistolen in de aanslag.

Twee jongens, leunend op elkaars schouder, zien geen uitweg meer en
geven zich over. 'Die kant op' gebaren de geweerlopen. Zwijgend stappen
ze over een in trainingsjack gehuld lijk en verdwijnen uit beeld. De
cameraman vraagt aan een bejaarde man of hij bang is. Wat zal hij
zeggen? Zijn ogen schieten over de verspreid in het gras liggende plunje
- tassen, schoenen, foto's - van moslims die in dezelfde val zijn
gelopen. “Wie zou er niet bang zijn als-ie in mijn schoenen stond?” zegt
hij als de bewakers hem bij z'n ellebogen afvoeren.

Servische soldaten, behangen met een sjerp van patronen, spelen met een
pistool. Klik-klak, magazijn eruit, magazijn erin. Ze richten op iets of
iemand, en net als je als kijker je billen samenknijpt in afwachting van
de knal, zwenkt de camera naar een menigte van honderden halfblote
mannen op een voetbalveldje. “In totaal hebben onze strijdkrachten
tweeduizend moslims afgemaakt', zegt Zoran Petrovic in Belgrado, die de
band heeft geschoten als promotiefilm voor het winnende leger. “Hier op
deze plek zo'n vijfhonderd.”

Twee dagen later is de weg langs de Jadar versperd door een kipauto met
daarop een stapel lichamen. Een bus met zeventien gegijzelde
Dutchbatters - op weg naar huis - moet wachten. Ynse Schellens uit
Leeuwarden ziet hoe twee of drie lijken (“paars en opgeblazen”) met een
shovel in de laadbak worden gekiept. Door de deur waait de geur van
ontbinding naar binnen. Sergeant Warner Ceelen ontwaart “stapels
burgerkleren” een tractor-met-aanhangwagen waarop “zes of acht lijken”.
Een man met handschoenen aan verzamelt tassen, schoenen en foto's. Een
van de soldaten stoot Ceelen aan: “Zie je daar die lijken op dat
bospad?” Als de bus zich weer in beweging zet zien de peacekeepers nog
veel meer lichamen in slordige rijen langs de weg. “Een paar honderd”,
schat Schellens. “Het leek of ze klaar lagen om opgeruimd te worden.”

De getuigenissen van de Nederlanders en de Servische videobeelden
blijken schakels in de bewijsvoering voor moord op de gevangenen. Daags
na het passeren van de Dutchbatters maakt een Amerikaanse
spionagesatelliet opnamen van vers graafwerk en sporen van een shovel in
de weilanden langs de Jadar. Madeleine Albright, de Amerikaanse
VN-ambassadeur, presenteert dit materiaal als “foto's van massagraven
met de lichamen van ongeveer zeshonderd mannen die eerder op een
voetbalveld bij Konjevic Polje waren samengedreven”. De eerste
buitenlandse journalist die het omgewoelde veld betreedt, stuit op het
scheenbeen van een mens.

Tadeusz Mazowiecki, de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten, kon
de verantwoordelijkheid voor de 'barbarij' die op de overrompeling van
het beschermde gebied volgde, niet aan. Hij gaf zijn opdracht terug. In
zijn laatste rapport sprak hij van 'aanwijzingen voor massa-executies'.
Minister Joris Voorhoeve van Defensie (die wel invloed heeft op, maar
geen zeggenschap over het 'Dutch battalion') wijst echter elke
verantwoordelijkheid voor de deportatie van en moord op de bevolking van
Srebrenica van de hand: niet hij, maar Ratko Mladic, de
Bosnisch-Servische legerleider, is de oorlogsmisdadiger! Stellig en
zonder voorbehoud schrijft hij op 27 juli aan de Kamer: “Dutchbat heeft
al het mogelijke gedaan om de val van de enclave te voorkomen en de
bevolking te beschermen.”

Force majeure

Is dat wel zo? Zeker, een tandeloze strijdmacht kan geen tegenstand
bieden. Ook was er sprake van overmacht. Maar heeft de VN-legertop in
Zagreb, waar ook Nederlandse officieren deel van uitmaken, de
blauwhelmen in Srebrenica niet eigenhandig in een positie van force
majeure gemanoeuvreerd? Waarom zijn de tekenen van een op handen zijnde
aanval genegeerd? Op welke gronden is tot vier maal toe het verzoek tot
NAVO-luchtsteun afgewezen? En: bestond er op bevelsniveau in Zagreb
eigenlijk wel de wil om de enclave te behouden?

_Landmachtgeneraal Hans Couzy zei na terugkeer van Dutchbat: “De
vluchtelingen zijn in algemene zin op correcte wijze afgevoerd.” Hoe kun
je 25.000 bejaarden, vrouwen en kinderen 'correct' verdrijven uit een
door de VN beschermd toevluchtsoord? Waarop baseerde hij zijn uitspraak
dat de Nederlandse militairen 'vrijwel geen oorlogsmisdaden' hadden
gezien, dat wil zeggen één standrechtelijke executie en negen of tien
gefotografeerde lijken met kogelgaten in de rug? Waarom zweeg Couzy over
kipauto's, shovels of honderden lichamen langs de weg? De bevelhebber
der landstrijdkrachten kondigde het bestaan aan van mogelijk belastend
fotomateriaal en een door Dutchbat gemaakte videoband van de ontmoeting
tussen overste Karremans en de Bosnisch-Servische geweldenaar Mladic.
Het filmpje zou bij het ontwikkelen zijn verprutst en de video is op
last van Couzy gewist. Wat stond er op die band? _

De val van de safe haven Srebrenica is wellicht de pijnlijkste
gebeurtenis uit de Nederlandse krijgsgeschiedenis sinds de 'politionele
acties' van 1947-'49. Zowat alles wat mis kon gaan, ging mis.
Besluiteloosheid aan de top leidde tot moord aan de basis.

Brigade-generaal Ton Kolsteren, de hoogste Nederlandse officier in
Zagreb, legt de schuld van het falen van de vredesmacht deels bij de
moslims. “Ze hebben de boel zelf zitten verknallen”, zegt hij. “Met hun
nachtelijke uitvallen buiten de enclave hebben ze de Serviërs een excuus
gegeven om Srebrenica op te rollen. De moslims hebben niet eens de
moeite gedaan om hun land te verdedigen.” Maar was het niet aan de VN om
de safe haven te beveiligen? Waarom beklagen de VN-bevelhebbers zich
over een tekort aan vechtlust van een bevolking die zij geacht werden te
ontwapenen en te beschermen?

De 7500 blauwhelmen die de VN wilde inzetten in de zes veilige gebieden,
waar Srebrenica er een van is, zijn nooit geleverd. Nederland voelde
zich moreel verplicht een bijdrage te leveren omdat het in
internationale fora gespierde taal had laten horen. De luchtmobiele
brigade (wendbaar, professioneel, hèt antwoord op het einde van de Koude
Oorlog) kwam in aanmerking, maar het leger lag dwars. De generaals waren
bang hun nieuwe helikopters mis te lopen (die moesten nog besteld
worden) als mocht blijken dat de eenheid ook overweg kon met alleen
'pantser'. Landmachtgeneraal Couzy vroeg zich af welk land zijn leger
nou in godsnaam opsluit in een enclave en waarschuwde de Kamer hardop
voor 'de gevolgen'. Maar zijn argumenten maakten geen schijn van kans:
de publieke Bosnië-verontwaardiging was juist naar een nieuw hoogtepunt
gestuwd.

In de winter van 1992-'93 hadden de Serviërs geprobeerd de moslimenclave
uit te hongeren. Ze walsten over de dorpen Cerska, Konjevic Polje en
Nova Kasaba en dreven de bevolking voor zich uit, naar Srebrenica. De
Amerikanen dropten voedsel uit de lucht, met als gevolg dat de
verdediging wegviel: de moslimstrijders verlieten hun loopgraven op zoek
naar Meals Ready to Eat. “Ik had mannen genoeg, maar ik kon ze niet te
eten geven”, zei hun commandant Naser Oric. Eerder had hij op zoek naar
voedsel dorpen uitgemoord en gebrandschat, nu waren de rollen omgedraaid.

Tegenwerking

Tussenkomst van de VN-generaal Philippe Morillon voorkwam dat Srebrenica
bezweek. Op 8 maart 1993 klom hij op het dak van het postkantoor en
kondigde aan dat hij bij de vluchtelingenmassa zou blijven totdat er een
bataljon blauwhelmen was gestationeerd. Er kwam een bestand: Oric en
zijn mannen zouden hun wapens inleveren bij de VN-militairen, Mladic zou
Srebrenica niet innemen. De Veiligheidsraad riep de enclave (samen met
nog vijf plekken) uit tot 'veilig gebied' en sanctioneerde met resolutie
836 van juni 1993 'alle benodigde middelen, inclusief het gebruik van
geweld' om beschietingen of gewapende invallen af te slaan. Uiteindelijk
hebben de inspanningen van het Canadese Canbat en later Dutchbat de val
van Srebrenica slechts met twee jaar vertraagd - maar aan eventuele
beperkingen in het mandaat heeft dat niet gelegen.

Dutchbat stuitte al bij het begin op grote tegenwerking. De verkenners
en kwartiermakers werden bij Yellow Bridge, de toegangspoort tot de
enclave, door de Serviërs als kleine kinderen naar huis gestuurd. Pas
nadat Nederland als concessie aan Mladic het 25 millimeter boordkanon
had vervangen door de lichtere 'punt 50' mitrailleur, ging de slagboom
open.

Srebrenica is een langgerekt dorp van chalet-achtige huizen en een
enkele moskee. In vredestijd telde het vijfduizend inwoners, maar nu
bivakkeerden er 45.000 vluchtelingen op Rode Kruis-dekens in
klaslokalen, garages, op veranda's, overal. Elk besef van tijd was uit
de enclave geslopen. Wie niet wandelde, sneed poppetjes uit elzehout die
voor een of twee Marlboro's aan de VN-militairen werden verkocht.
Ontsnappen uit Srebrenica kon je alleen in huiskamerbioscoop Asterix die
door een houten schoepenrad in de beek van stroom werd voorzien.

De Nederlanders voelden zich gettobewakers; hun observatieposten in de
bergen waren de wachttorens. “We zijn hier niet om de moslims te helpen
zoals velen denken”, zei sergeant Gert Gurgjes in de Legerkoerier. “Het
is onze taak de BiH (de moslimstrijders) binnen de pocket te houden
zodat er geen incidenten worden uitgelokt.”

De moslims waren de gijzelaars van de Serviërs; Dutchbat was de
gijzelaar van beiden. Om de enclave in te komen moesten de VN-soldaten
diep door het stof voor de Serviërs, terwijl de moslims hun
'levensverzekering' niet zouden laten vertrekken. Een patstelling dus,
die alleen met een Servische genadeklap kon worden doorbroken, hetgeen
vroeg of laat zou gebeuren.

Het ging goed zolang de Serviërs hun handen vol hadden langs andere
fronten in Bosnië. Tijdens een bezoek aan Srebrenica in september 1994
drong het tot minister Voorhoeve door dat de enclave 'onverdedigbaar'
was. Kort na de komst van Dutchbat 3 in januari begonnen de Serviërs de
strop rond de enclave aan te halen. De bevoorrading van Dutchbat werd
geblokkeerd. Om diesel uit te sparen werkten de Nederlanders soms met
muilezels in plaats van jeeps en op 5 mei aten ze hun laatste verse
voedsel. Een groep van 190 verlofgangers mocht er wel uit, maar er niet
meer in. Door medevacs, evacuaties op medische, vaak psychische gronden,
dunden de Bravo- en Charlie-compagnie nog verder uit, waardoor het
aantal soldaten van 650 tot onder de 400 zakte. Niemand die de plannen
van Mladic doorzag. “We waren maar met een ding bezig: naar huis”, zegt
korporaal Hans Berkers in zijn vakantiehuisje aan de Maas.

De tekenen van een nakend offensief werden steeds duidelijker. Enkele
moslims hadden hun oude gewoonte van hit-and-run weer opgepakt en
maakten de omgeving onveilig. Op 26 juni overvielen ze het Servische
dorp Visnjica, stalen koeien en leegden een EHBO-kistje. De officiële
persvoorlichter van de Bosnische Serviërs gaf een statement: “Omdat
Unprofor de moslims niet heeft ontwapend, zullen wij de enclave
binnengaan en het werk van de blauwhelmen overnemen. We zullen
Srebrenica demilitariseren.”

Ook deze aankondiging van Mladic' woordvoerder werd genegeerd. “Ze
roepen zoveel, die Serviërs”, zegt een hoge Nederlandse inlichtingenman
die ten tijde van de Srebrenica-crisis met de VN-legertop in Zagreb
vergaderde. “Wij hadden geen ogen en geen oortjes in het gebied en
wisten dus niet of er troepen werden samengetrokken.” En de Nederlandse
F-16 fotoverkenners dan? “Die hebben we niet gevraagd. We wilden de
situatie niet compliceren door de Navo te hulp te roepen.”

Afmarcheren

De eigenlijke aanval begon op 3 juli met de inslag van 130 projectielen
in de enclave. Toch had Hans Berkers op woensdag 5 juli met zijn
aanstaande vrouw Sheila gebeld en nog gezegd “tot maandag”. De missie
van Dutchbat liep op het eind, maar omdat het minister Voorhoeve de
grootste moeite had gekost om aflossing te vinden (op de valreep werd
dat de Oekraïne) was de afreis verschoven naar half juli. Maar Mladic
liet de eenheid uit Kiev er niet in. Om hem mild te stemmen en om toch
vooral weg te wezen uit Srebrenica, stelde Den Haag voor om de
Nederlanders te laten afmarcheren voordat de Oekraïeners waren
gearriveerd. Door op dat aanbod in te gaan hadden de Serviërs de enclave
dus ook zonder het obstakel van een protection force kunnen innemen.

Terwijl Hans Berkers in de bunker de tennismatch tussen Eltingh en
Agassi volgt, blijft het granaten regenen. OP (observatiepost) Foxtrot
krijgt twee voltreffers in de muur van zandzakken. Overste Karremans
vraagt Navo-luchtsteun aan, maar zijn verzoek haalt Zagreb niet. Het
wordt al op de lagere niveaus (kolonel Brantz in Tuzla en generaal Smith
in Sarajevo) afgewezen. Als de uitkijktoren van Foxtrot op zaterdag zijn
dak verliest, bestelt Karremans opnieuw vliegtuigen, maar krijgt ze niet.

De Serviërs geven de bemanning van de OP vijf minuten om te vertrekken.
Hun YPR (pantserrupsvoertuig) rijdt de kronkelweg af en stuit op een
barrière van moslimstrijders, die vol gas omver wordt gereden. Een van
de moslims gooit een handgranaat, waarvan de scherven soldaat Raviv van
Renssen raken. Korporaal Berkers ziet die middag vanuit de
fitness-ruimte op het kamp Potocari hoe zijn kameraad wordt
binnengebracht. “Zijn dood maakte onze haat tegen de moslims nog
groter”, zegt hij. “Vanaf dat moment wilden we helemaal niets meer voor
ze doen.”

Haat? Binnen Dutchbat blijkt diepe ergernis te leven over de
'onbetrouwbare en ongedisciplineerde moslims'. “Lastpakken”, noemt
generaal Kolsteren ze. “Een ongeregelde bende”, zegt luitenant-kolonel
Karremans. “Moslimvrouwen hebben geen tanden”, weet sergeant Ceelen. Bij
de thuiskomst van Dutchbat ontdekte landmachtgeneraal Couzy tot zijn
schrik dat binnen het bataljon “van hoog tot laag een euforische
stemming heerst dat de Serviërs de good guys zijn”. Heeft die stemming
de prestaties van Dutchbat beïnvloed?

Gijzelaars

Na het verjagen van de bemanning van Foxtrot ondervonden de Serviërs bij
het 'neutraliseren' van OP's geen tegenwerking meer, sterker nog, de
Nederlanders waren opgelucht dat ze als gevangenen werden afgevoerd.
Sergeant Warner Ceelen stak z'n hand op naar een groepje van twintig
Serviërs die zijn OP Kilo benaderden. “Kom maar”, gebaarde hij. “De
strijd was toch al verloren.” Te gast bij de Serviërs in Milici mocht
hij tien minuten bellen. “Ik wist niet wat me overkwam. Gewoonlijk stond
defensie ons vijf minuten per maand toe”, zegt Ceelen, die niet
tegenstribbelde toen de Serviërs hem als tolk gebruikten bij de inname
van nog twee OP's.

Karremans kreeg de indruk dat Mladic “een spelletje Pac-Man” met hem
speelde door de ene na de andere OP uit te schakelen. Maar nog wilde
force commander Bernard Janvier, die het bevel voert over de
vredestroepen in ex-Joegoslavië, niet geloven dat de Serviërs zouden
doordrukken. Zondag studeerde hij in Zagreb op de derde roep van
Dutchbat om hulp van de Navo. Janvier en zijn adviseurs meenden echter
dat de Serviërs “in de zuidoostpunt van de enclave bleven hangen”. In de
bunker onder het ministerie van defensie in Den Haag hield Voorhoeve
rekening met “het zwartste scenario”, te weten de verplettering van
Srebrenica. Toch sprak kolonel Dedden van de crisisstaf sussende
woorden: de Serviërs leken genoegen te nemen met de controle over een
weggetje naar een bauxietmijn.

Janvier hield luchtaanvallen af, maar besloot die avond wel tot het
instellen van een blocking position, een barricade van YPR's. Mladic
kreeg van hem te horen: tot hier toe en niet verder. “We waren erop uit
om de Serviërs vast te laten lopen op de blocking position, zodat ze op
de Nederlanders zouden vuren”, zegt een VN-officier die bij Janvier aan
tafel zat. “Dan pas konden we luchtsteun geven. De veiligheid van de
mannen hebben we niet meegewogen. Geen moment. Filosoferen over
'aanvaardbare risico's' hebben we niet gedaan, dat is een politieke term
waarvan ik niet weet wat het is.”

Hans Berkers werd aangewezen als chauffeur op een van de zes YPR's. Hij
kreeg een Fac'er mee, een forward air controller die piloten over de
radio naar hun doel gidst. Op maandagochtend moesten de YPR's opzichtige
posities innemen in het zuiden van de enclave. Berkers laat foto's zien
van een vakantie-achtig uitzicht over het dal beneden. “Kijk, hier ben
ik koffie aan het zetten op een primus”, zegt hij. “Dit is enkele
minuten voordat we beschoten werden.”

De eerste granaat ontplofte vlak onder de rand van het bergweggetje. “De
Serviërs schoten met brisant”, zegt Berkers, die met zijn YPR in paniek
dekking zocht bij een beboste bergwand. Om vier uur 's middags kreeg hij
de eerste Serviërs in het vizier, zo'n tweehonderd man geflankeerd door
twee tanks. 'Onder pantser' (vrijwel gesloten) keerden de YPR's van de
blocking position 's avonds terug naar Srebrenica, waar vrouwen met
tassen aan de ene en een sleep kinderen aan de andere hand al aan het
rennen waren. Op het VN-hoofdkwartier in Zagreb begon men in te zien
'dat de boel stonk', al hield Janvier er nog altijd rekening mee dat
Mladic niet uit was op de hele enclave. Op tafel lag het vierde verzoek
van Karremans om luchtsteun, maar de bevelhebber bleek onvermurwbaar.
“Als u uw geloofwaardigheid niet wilt verliezen, moet u tot actie over
gaan”, adviseerde de Nederlandse VN-kolonel Harm de Jonge vergeefs.

Niet bekend

In Tuzla zat kolonel Brantz met aan ieder oor een telefoon, rechts
Voorhoeve en links Karremans. “Wij hadden niet het hele spel kaarten in
handen”, zou hij later in een interview zeggen. “We dachten dat
luchtsteun onze troef zou zijn, maar die was ons niet gegeven.” De
bemanning van de pantservoertuigen was er niet rouwig om dat de
luchtaanvallen niet doorgingen. “Wij waren bang”, zegt Berkers. Zo bang
zelfs dat de bemanning van de YPR naast hem in het wilde weg begon te
schieten op een kluitje mannen dat tegen een helling opklauterde. De
korporaal zag ze vallen en riep: “Stop! Dat zijn moslims.” Het was een
vergissing, de boordschutter dacht dat de Serviërs eraan kwamen.

De blocking position is in Nederland gepresenteerd als het bewijs dat
Dutchbat “al het mogelijk heeft gedaan om de val van Srebrenica te
voorkomen”. Onze jongens hadden niet over zich heen laten lopen, nee, ze
hadden een aanval van de Serviërs afgeslagen. “Perfect werk”, meent De
Jonge. Dat er per ongeluk op moslims is geschoten, is hem niet bekend.
De TOW-raketten, het zwaarste geschut waarover Karremans beschikte,
waren kundig door de Serviërs onklaar gemaakt door bij de enclavegrens
essentiële onderdelen te confisqueren. Maar waarom zijn de draagbare
anti-tankwapens niet gebruikt?

“Ben je gek zeg”, zegt Berkers, “als je zo'n ding afschiet dan pakken
die Serviërs je genadeloos terug.” Legerpsychologen vernamen later bij
de debriefing dat VN-soldaten tijdens de val van Srebrenica hun
testament hadden opgemaakt.

Hoppa

Dinsdag 11 juli waren de straten van Srebrenica bij het ochtendgloren
verlaten. De stad en de YPR's lagen zo zwaar onder vuur dat generaal
Janvier zich rond het middaguur gedwongen zag de hulp van de Navo in te
roepen. Onder protest (“Zouden we dat nou wel doen, luit?”) reed Berkers
zijn YPR weer de berg op om van daaruit de F-16's te kunnen begeleiden.
De Fac'er, 'Windmill 02', stalde z'n luchtfoto's uit en informeerde over
de radio naar de aanvliegroute van de Nederlandse pilote 'Alpha'. “Zie
je daar die haarspeldbocht?” vroeg hij. “Alles ten zuiden van de track
die je net vloog is hostile.” Op de weg in het dal beneden reden
Servische T-54 tanks. “Going in for hot”, zei Alpha en wierp de eerste
van twee bommen af. Berkers en zijn kameraden juichten. “Hoppa, dat is
er eentje minder. Die tank vloog anderhalve meter de lucht in.”

Terug op de basis Villafranca in Italië was er champagne, maar de
stemming was bedrukt. Weliswaar was de Nederlandse luchtmacht voor het
eerst in voormalig Joegoslavië in actie gekomen, het was allemaal te
laat en te weinig. Commandant Jouke Eikelboom van het
Leeuwarden-squadron in Villafranca zei openlijk dat de val van
Srebrenica met een grootscheeps bombardement in een vroeger stadium
voorkomen had kunnen worden. Nu haastte minister Voorhoeve zich om de
volgende 'wave' Amerikaanse A-10 toestellen af te bestellen, omdat
Mladic zijn Dutchbat-gijzelaars dreigde te doden.

Direct na de luchtaanval viel het doek voor Srebrenica. Karremans gaf
opdracht de compound van de Bravo-compagnie in de stad te ontruimen.
Samen met tienduizenden burgers sloeg Dutchbat op de vlucht naar het
hoofdkwartier in Potocari. De YPR's hebben de aftocht niet gedekt, maar
wel geholpen bij de evacuatie van het ziekenhuis. Op de opgeklapte
boeggolfkeerplaat (YPR's kunnen ook varen) vervoerde Berkers een gewonde
op een brancard, die aan een geïmproviseerd infuus hing. Er liepen
duizenden vluchtenden in paniek op de weg. “Ik herinner me dat ik iemand
aanreed. Hij viel. Het was net of je over een steen reed. In de spiegel
zag ik hem liggen. Je denkt: het is godverdomme ook jullie eigen schuld.
Jullie hebben Raviv vermoord!”

Speenvarken

De meeste VN-soldaten, inclusief overste Karremans, lieten zich
imponeren door Mladic. Die bracht een auto met vers brood, koffie en
sigaretten mee en aaide moslimkindertjes over hun bol. Hij ontbood
Karremans in een hotel in Bratunac, hief het glas en liet ter plekke een
speenvarken slachten, een staaltje van geforceerde gastvrijheid. “Daar
moet je tegen kunnen”, zei Mladic. De generaal decreteerde dat de
moslims binnen 48 uur in bussen en op vrachtauto's gedumpt moesten
worden in het niemandsland in midden-Bosnië, dat ze te voet mochten
oversteken. De mannen (voornamelijk bejaarden en gewonden; de weerbaren
waren de bergen ingevlucht) zouden eerst 'voor verhoor' worden meegenomen.

Op de video van Zoran Petrovic, gemaakt op donderdag 13 juli, is te zien
hoe een stroom oudjes met sporttassen en rugzakken wordt gescheiden in
mannen en vrouwen. “He, jij daar. Linksaf!” zegt een Serviër tegen een
man die naar een bus voor vrouwen loopt. “What's going on?” vraagt de
Servische cameraman. “You know what's going on”, zegt een Nederlandse
militair. Maar wat precies? “Op de plek waar de mannen heengebracht
worden is het te vol. Ze zitten boven op elkaar”, zegt een Afrikaanse
VN-waarnemer, zonder dat die plek in beeld komt. Hans Berkers ziet een
rij mannen voor 'het verhoorhuis' die een voor een naar binnen moeten.
Er liggen stapels kleren voor de deur en af en toe klinkt er een schot.
Met herdershonden kammen de Serviërs de heuvels uit. Adjudant Overveen
vindt bij een beek een rijtje van negen lijken met schotwonden. Kapitein
ter zee-arts André Schouten, die als enige met de gewonde mannen mee mag
naar Bratunac, kan tot twee keer toe op het nippertje voorkomen dat zijn
patiënten in koelen bloede worden afgemaakt. “Servische soldaten met
doorgeladen kalasjnikovs verschenen in de deuropening”, zegt hij. “Tja,
wat doe je dan. Handen omhoog en zeggen: stop! Als ik daar niet was
geweest waren de gewonden zeker afgemaakt.” Op de ochtend van Schoutens
vertrek bleken de laatste acht patiënten spoorloos te zijn verdwenen.

Minister Voorhoeve schetste het beeld van Dutchbat-soldaten die, hoewel
met hun rug tegen de muur, nog van alles voor mekaar kregen. In
werkelijkheid konden ze alleen maar toekijken en af en toe de hand
vasthouden van een kind of een bejaarde in een kruiwagen voortduwen. Een
naamloze VN-soldaat gaf in het Rotterdams Dagblad zijn interpretatie van
het gebeurde: “Het was net Schindler's List. De moslims zeiden ons dat
ze vermoord zouden worden. Een van hen gaf me geld, Duitse marken en een
gouden ketting. Ik gaf het terug, want ik kon niets voor hem doen. Toen
stapte hij naar een Servische soldaat die het wel aannam, maar hem
vervolgens in het gezicht spuugde en hem een klap met zijn geweerkolf
gaf. Ik dacht nog: man, nou heb je niets meer. Hij werd net zo goed
afgevoerd naar het voetbalstadion van Bratunac. En daar... ik word niet
geacht het te weten. Maar je weet dat ze allemaal zijn vermoord.”

Bratunac heeft een ommuurd voetbalveld dat in de volksmond 'het stadion'
heet. Ooggetuigen hebben gezien hoe gevangen moslimmannen daar met de
handen op de rug gebonden constant moesten gaan zitten en weer staan,
bij wijze van straf.In Belgrado vertelt Braca Grubacic, een
onafhankelijke journalist, dat hij op donderdag 13 juli honderden mannen
heeft gezien in de lokalen van de school 'Vuk Karadzic'. “Wat gaat er
met ze gebeuren?” had hij gevraagd. “Dat is niet voor de pers”,
antwoordde een van de bewakers. Robert Block citeerde in The Independent
een Servische vrouw die van haar zwager in Bratunac, een soldaat, had
gehoord dat er op het schoolplein 1600 moslims waren vermoord.

Blaaskapel

Twee dagen na de val van Srebrenica had minister Voorhoeve verklaard dat
Dutchbat, als de kapitein van een zinkend schip, de enclave als laatste
zou verlaten. Maar waarom is er niet met het vertrek gewacht tot het
Rode Kruis toegang had tot de afgevoerde mannen? “Dat was de afspraak”,
zegt een Westerse diplomaat in Belgrado. “De ene internationale
presentie mocht niet wegvallen voordat de andere ter plekke was.” De
Nederlandse ambassadestaf had 'z'n vingers blauw geschreven' met
oproepen aan Den Haag om het vertrek van Dutchbat uit te stellen zolang
de Toyota's van het Rode Kruis nog vast stonden bij de wegversperringen.
Maar langer wachten werd 'politiek onhaalbaar' geacht. Den Haag wilde de
Serviërs 309 'potentiële gijzelaars' uit handen nemen voordat er op de
Bosnië-conferentie in Londen dreigdende taal zou klinken. Dat lukte. In
Zagreb was een blaaskapel, er waren schouderklopjes van de kroonprins,
en er was een persconferentie waarop Karremans zijn bewondering uitsprak
voor generaal Mladic, die Dutchbat 'knap had uitgemanoeuvreerd'.

Toen het Rode Kruis op 26 juli eindelijk toegang kreeg tot de
gevangenkampen trof het 164 mannen uit Srebrenica aan. “Verdacht
weinig”, merkt de diplomaat op. “De pogingen van Dutchbat om te redden
wat er te redden viel hebben niets uitgehaald.” VN-generaal Ton
Kolsteren, per telefoon uit Zagreb, maakt een andere balans op: “Het
volk dat opgesloten zat in die enclave is, hoewel enigszins geschonden,
aangekomen op een plek in Bosnië waar het veel beter verzorgd kan
worden. Het is niet zonder kleerscheuren gebeurd. Relatief veel mannen
hebben Tuzla bereikt.”

Vierduizend mannen zijn “waarschijnlijk moedwillig gedood”, bericht
Amnesty International. Dutchbat-militairen hebben veel meer gezien van
de vermoedelijke genocide op de bevolking van Srebrenica dan tot nu toe
bekend is gemaakt. “Het ergste was de stank”, zegt Ynse Schellens uit
Leeuwarden, die in de bus naar huis een paar honderd lijken aan zich
voorbij zag trekken. “Alleen daardoor wist je zeker dat het geen film was

*Terug naar overzicht*
<http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Srebrenica/achtergrond.html>

	NRC Webpagina's
26 augustus 1995

-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20210704/d4ba8a88/attachment-0001.html>


More information about the D66 mailing list