[D66] Hoe D66 zich naar binnen keerde
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Fri Jan 29 11:13:29 CET 2021
Bron: Groene Amsterdammer #4
Datum: 27 januari 2021
Auteur: Kim van Keken
URL:
https://www.groene.nl/artikel/als-het-luide-debat-een-zacht-gefluister-wordt
Hoe een partij zich naar binnen keerde
--------------------------------------
Als het luide debat een zacht gefluister wordt
D66 wilde altijd de muur tussen machthebbers en burger doorbreken. En
was tegen dogmatisch en regentesk bestuur. Maar de partij is erg
veranderd. Vasthouden aan de macht lijkt prioriteit te hebben.
'De openheid, de transparantie.' Vol enthousiasme vertelt Ries de Langen
over zijn affiniteit met D66. 'Amateuristisch en rommelig, maar juist
daardoor ook vernieuwend en creatief.' In 1976 werd hij lid, en trots
droeg hij lidmaatschapsnummer #809. Droeg, want ruim twee jaar geleden
zegde hij 'met pijn in het hart' zijn lidmaatschap op. Hij kon niet
anders, zegt hij, omdat de landelijke en provinciale partijbestuurders
elk gesprek uit de weg gingen. 'D66 was bij uitstek een partij waar de
politici bereid waren te luisteren.' Zijn opzeggingsbrief kreeg een
standaardreactie vanuit het landelijke secretariaat. 'Na dik 42 jaar
lidmaatschap verwacht je op z'n minst een telefoontje, maar niets.'
De concrete aanleiding voor de scheiding is de manier waarop de
partijtop zijn woonplaats Haren uitleverde aan de stad Groningen. Het
villadorp met achttienduizend inwoners ging op in de grote stad. Tegen
de zin in van bewoners, driekwart van het dorp stemde tegen die
samenvoeging tijdens een burgerraadpleging in 2014. De provincie
Groningen besloot echter anders onder het mom van financiele
kwetsbaarheid en een mogelijk gebrek aan bestuurlijke slagkracht in de
toekomst. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66) zei dat
gemeentelijke herindelingen 'in principe het beste van onderop en
vrijwillig' plaatshebben. Het protesterende Haren is even uitzondering
op deze regel.
Ook de Tweede en Eerste Kamer stemden voor samenvoeging, inclusief alle
parlementariers van D66. Ze spraken voor de formaliteit wel daarvoor met
de dorpelingen, maar volgens de leden stond de uitkomst al lang vast.
'Het is coute que coute aangenomen, zonder te luisteren naar
tegengeluiden.' Met De Langen vertrokken nog zo'n veertig leden en
daarmee is ruim de helft van de ooit actieve Harense afdeling verdwenen.
'Er is geen enkele poging vanuit het landelijke bestuur gedaan om ons
erbij te houden', zegt Wil Legemaat. Ze was 32 jaar lid en ruim acht
jaar raadslid in het villadorp dat een echt D66-bolwerk was. In 2014
stemde 33 procent van de kiezers in Haren op de progressieve partij,
daarmee werd D66 veruit de grootste.
Toch vond de lokale aanhang geen gehoor bij de landelijke top toen het
over de omstreden herindeling ging. 'Tientallen brieven stuurden we,
maar een antwoord kwam er zelden', zegt Legemaat. 'D66 is bestuurlijk en
uitvoerend verworden tot datgene waartegen de partij ooit werd
opgericht! Dogmatisch, regentesk en top-down in plaats van luisteren
naar onderop', schreven de vijf raadsleden toen ze eind 2018 hun
lidmaatschap opzegden.
Een woordvoerder van de D66 zegt in een reactie dat het landelijk
bestuur naar Haren is afgereisd om te praten over de gemeentelijke
herindeling. Het is echter niet aan dat bestuur om besluiten te nemen,
zegt hij ook. 'Wij zien het niet als onze taak om politieke standpunten
op te leggen aan leden of volksvertegenwoordigers. Niet aan de
landelijke fractie, noch aan regionale of lokale vertegenwoordigers.' De
vraag waarom niemand even belde naar de opzeggers (die vaak decennia lid
waren) blijft onbeantwoord.
Alle politieke verenigingen kennen botsingen van belangen tussen
landelijke kopstukken en lokale partijtijgers. Haren was ook voor het
CDA een zware dobber. Toch ligt deze botsing bij D66 gevoeliger dan bij
de andere partijen, en niet alleen omdat het villadorp in het noorden
een grote vrijzinnige aanhang had. Nee, de pijn zit vooral in de dichte
luiken van het gestaalde partijkader in Den Haag. Dat een partij als D66
niet thuis geeft, een partij waar de charismatische oprichter Hans van
Mierlo liefdevol sprak over 'een stille revolutie die kanalen graaft van
de burgers en hun frustraties naar de centra van de macht', dat deze
open partij niets meer van zich laat horen, dat doet zeer.
En lang niet alleen in Haren. Zo zegde ook raadslid Bert Terlouw uit
Raalte afgelopen zomer zijn D66-lidmaatschap met pijn in het hart op. De
verpleegkundige kon het niet meer aanzien hoe zijn partij omging met de
zorg - en in coronatijd tegen meer loon en waardering stemde voor het
zorgpersoneel. Het smeulde al langer: het gerommel met het referendum en
het geloof in de marktwerking in de zorg zag hij met lede ogen aan.
Hij ging niet over een nacht ijs. Hij kon en kan immers prima overweg
met het regionale en lokale bestuur. Hij richtte in 2009 nota bene zelf
de afdeling Raalte op en in 2017 stond hij - 'op eigen kracht' - op de
kandidatenlijst voor de Tweede-Kamerverkiezingen. 'Ik koos ooit voor D66
vanwege de openheid, het vertrouwen hebben in de mensen. Maar veel is al
in Den Haag beklonken, veel is al uitgewerkt tot in detail. Ik heb lang
gedacht dat ik van de partij af dreef, maar ineens besefte ik: nee, de
partij drijft van mij af.'
D66 is ook veranderd. Voorstanders spreken van de broodnodige
professionalisering van de partij, critici zien eerder een partij die
koste wat het kost vasthoudt aan de macht, en daardoor uit angst de
lijnen wel heel erg kort houdt. Hoe je er ook naar kijkt, in 2006
transformeerde de partij intern en dat is de laatste jaren vervolmaakt.
Na een rampzalige deelname aan het kabinet-Balkende II werd de partij
electoraal bijna van de kaart geveegd. Ze stond een tijd op nul zetels
in de peilingen, maar wist tijdens de parlementsverkiezingen van
november 2006 onder aanvoering van Alexander Pechtold toch nog drie
zetels binnen te slepen. D66 had de politieke dood in de ogen gekeken,
en daarom kreeg de nieuwe lijsttrekker van de partijcoryfeeen alle
ruimte.
Al in het vroege voorjaar van dat verkiezings-jaar - toen Pechtold het
besluit moest nemen om zich te kandideren - werden de plannen gesmeed,
beschreef Vrij Nederland in 2014 in het artikel 'Hoe D66 een bedrijf
werd'. Dat gebeurde tijdens een besloten bijeenkomst in het Haagse
herenhuis van Carla Pauw, die in de jaren daarvoor partijleiders als Van
Mierlo, Jan Terlouw en Els Borst adviseerde. Ook aanwezig waren
oud-partijvoorzitter en senator Gerard Schouw (die later Tweede-Kamerlid
werd), wethouder Ingrid van Engelshoven (later partijvoorzitter,
Kamerlid en nu minister), bestuurslid Gerben Jan Gerbrandy (later
europarlementarier) en Frans van Drimmelen. Laatstgenoemde is partner
van het zeer invloedrijke lobbykantoor Droge & Van Drimmelen. Hij was
van 1999 tot 2004 penningmeester van D66 en wilde toen ook al de
organisatie herstructureren - hij liep echter te hoop op de
Kamerfractie.
Maar tijdens de bijeenkomst bij Pauw thuis werd opnieuw een plan
bedacht. Pechtold, die van 2002 tot 2005 partijvoorzitter was, wilde
niet alleen inhoudelijk van koers veranderen, hij stelde daar als
'bikkelharde eis' dat de organisatie op de schop ging. Zo geschiedde. Er
kwam een huisstijl, een scoutingcommissie, de talentenklas (die Route66
heet), een wethouderspool, een permanente campagnecommissie en
programmacommissies (landelijk en lokaal) en een businessclub (waar
leden voor 366 euro per jaar 'direct en eerlijk' toegang krijgen tot
landelijke politici en adviseurs). Van Engelshoven werd partijvoorzitter
en ging brandjes blussen bij lokale afdelingen. Ook regelde zij dat de
lijsttrekker meer te zeggen kreeg over de kandi-datenlijst.
In Vrij Nederland bezongen partijprominenten het succes van de
professionalisering. 'We hebben te lang geleefd in de nadagen van de
jaren zestig en zeventig, toen ieders mening evenveel waard was', zei
senator en consultant Joris Backer. Hij was eerder topman bij Shell en
leidde van 2008 tot 2014 het wetenschappelijke bureau van D66, de Mr.
Hans van Mierlo Stichting. 'Nu geven we veel meer aandacht aan de mening
van de experts.' Tegelijkertijd was hij van 2005 tot 2010 voorzitter van
de permanente programmacommissie en schreef hij mee aan de
verkiezingsprogramma's.
'Je kunt wel volhouden dat alle meningen gelijkwaardig zijn, maar dat is
niet zo', zei Marty Smits. Hij was destijds partner bij de Boston
Consulting Group en vicevoorzitter (van 2008 tot 2016) van het
D66-bestuur. 'De meritocratie heeft aan belang gewonnen.' Smits was
destijds voorzitter van de commissie die de verkiezingsprogramma's
schrijft. 'Wat we nu meemaken is de volwassenwording van D66.'
Ook nu blikt Smits aan de telefoon trots terug. Hij ziet sinds 2007 een
rechte lijn omhoog. 'Geen hapsnap, maar al jaren heeft D66 een
consistent sociaal-liberaal verhaal met duidelijk geformuleerde doelen.'
Hij wil resultaten zien, en die ziet hij dankzij die
professionalisering. 'Kijk hoe D66, samen met de ChristenUnie, alle
klimaatmaatregelen in dit regeerakkoord heeft gekregen! Vergeet niet dat
er in de verkiezingsprogramma's van de VVD en het CDA niets stond over
klimaatverandering.'
En de partij is ook aanzienlijk populairder geworden. Vanaf 2009 won ze
er verkiezing na verkiezing zetels bij. Dat kwam zeker door de energie
van Pechtold (en zijn anti-Wilders-retoriek en hervormingsagenda), maar
ook - zeggen de mensen achter de schermen - door de strakkere
organisatie. De partij groeide van tienduizend leden in 2008 naar bijna
29.000 in 2018. Pechtold, en de interne partijcultuur die hij creeerde,
maakte mogelijk wat in 2006 nog onmogelijk werd geacht. D66, ooit op
sterven na dood, beleefde hoogtepunt na hoogtepunt.
'Weinigen zullen behoefte hebben om het tegen de klippen op veroverde
optimisme van de laatste jaren te verstieren', schreef Thijs Kleinpaste
in september 2016 in De Groene naar aanleiding van het vijftigjarige
bestaan van de partij. 'Enthousiast beleden conformisme is ook bij D66
de eerste stap op weg naar een zetel.' Toch waren er ook zorgen, hoorde
de auteur: 'Of, zoals een Amsterdams lid van de gemeenteraad zich deze
zomer na afloop van een politiek cafe liet ontvallen: 'We hebben weer
nieuwe ideeen nodig, want met Pechtold zitten we intellectueel een
beetje in een dal.'
De laatste jaren is de glans er wel wat vanaf gegaan. Sinds 2018 verloor
D66 achtereenvolgens zetels bij de gemeenteraadsverkiezingen, de
Europese verkiezingen en de provinciale verkiezingen. En ook het aantal
leden daalt, eind 2020 stond de teller op bijna 25.000, blijkt uit de
laatste cijfers van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke
Partijen van de Rijksuniversiteit Groningen. D66 is nog wel ietsje
groter dan de VVD wat ledenaantallen betreft, maar de groei lijkt eruit.
Tegelijkertijd lijkt de onvrede te smeulen. Vooral over de interne
cultuur met 'stevige campagnes en meer strakheid in politiek handelen',
zoals oud-Kamerlid Boris van der Ham eind vorig jaar schreef in het
politiek-wetenschappelijke tijdschrift Idee. D66 was 'een boerenpartij
voor intellectuelen', 'met een aversie tegen de macht en ideologische
scherpslijperij'. Het leidde tot een partij die door al het goede
amateurisme nog geen deuk in een pakje boter kon slaan.
De professionalisering onder aanvoering van Pechtold was noodzakelijk.
Maar: 'Zoals bij alle veranderingen slaat de pendule ook weleens door.
Anders dan de sferische D66 van ooit stond de partij afgelopen jaren op
het Binnenhof vooral bekend als ultiem geslepen, op het
machiavellistische af.' Het kan, aldus Van der Ham, wat evenwichtiger.
Dat het her en der wat schuurt binnen de partij werd duidelijk op het
112ste congres op 18 november 2020. Niet tijdens de - voor de media
bedoelde - speech van Sigrid Kaag waarin ze beloofde 'het vuur uit haar
sneakers te lopen' om ongelijkheid te bestrijden, wel tijdens de
kleinere Zoom-sessies. Daarin bespraken zo'n honderd leden al 's morgens
vroeg zware thema's zoals de toekomst van de politieke partij.
Simon Otjes, politicoloog bij de Universiteit Leiden, had wel een
bemoedigende boodschap voor de bezorgde leden over het veelbesproken
versplinterde politieke landschap. 'Er zijn altijd mensen geweest die
ontevreden waren, die hebben nu een stem gekregen', zei hij. 'We moeten
trots zijn op ons Nederlandse kiesstelsel, dat steeds ook nieuwe
geluiden vertegenwoordigt.' In 1988 ging tachtig procent van de stemmen
nog naar het CDA, de VVD of de PVDA. Dat fletse machtsblok wilde D66
doorbreken - en die missie is, wil Otjes maar zeggen, gelukt. Want die
partijen trokken bij de laatste verkiezingen in 2017 zo'n dertig procent
van de stemmen. 'Kiezers zijn echt gaan kiezen', aldus Otjes. 'Dus moet
je jezelf als partij steeds weer laten zien.' Het is een algemene trend,
licht hij later telefonisch toe, dat partijen professioneler worden. 'De
besluitvorming komt vaker uit de campagneteams en minder vanuit de
vereniging.'
Dat wringt bij een politieke partij die zich erop voorstaat een open en
bruisende ideeenpartij te zijn. Belangrijke zaken over de koers worden
in een te kleine kring besproken, vinden de critici. Bij het afgelopen
congres dienden leden meerdere voorstellen in om de leden meer te
betrekken. 'Het campagneteam en de campagneleider nemen nu beslissingen
over de kernboodschap waarop leden vooraf geen of weinig invloed
hebben', staat er in een motie die 'ontraden' werd door het landelijk
bestuur.
Maar niet alleen die kleine kring steekt. D66 is inhoudelijk steeds meer
gaan leunen op het advies van planbureaus en ministeries. Onder
Pechtold, zo klinkt het, is deskundigheid een ideologie op zichzelf
geworden. D66, ooit opgericht om de boel op te schudden, is een
machtspartij geworden die, fluisteren enkele leden, de rol in het midden
van het CDA heeft overgenomen. Een al te fel debat binnen de partij
wordt als snel vanwege de permanente campagne-stand gezien als
schadelijk.
Het oud-lid Legemaat uit Haren kreeg niet het idee dat de partij zat te
wachten op betrokken leden. 'Ja, zo rond campagnetijd kregen we vanuit
Den Haag de opdracht positief te twitteren.' De kloof is zichtbaar op
congressen, zegt ze. 'Daar zit een klein groepje vooraan zelfgenoegzaam
in de eigen bubbel. Er is geen oog meer voor de mensen daarbuiten. Ze
snappen niet dat ze niet meer zetels halen: want hun boodschap is toch
voor iedereen geweldig?'
En het zijn niet alleen de ouderen die dit zeggen met een weemoedig
gevoel over de anarchistische beginjaren. Op het zomercongres in 2019
hield voorzitter Dennis van Driel van de Jonge Democraten een vlammend
betoog voor meer discussie binnen de partij. Hij haalde een van de
laatste tv-optredens van wijlen Van Mierlo aan (Pauw & Witteman, 2010).
'Hij sprak over de dodelijke omhelzing waarin de uitvoerende en
wetgevende macht verkeerde, deze omhelzing is naar mijn idee alleen maar
verstikkender geworden.' En: 'D66 was de anti-establishmentpartij van
Nederland.' Juist nu de partij regeert ziet hij de kans: 'Blaas de boel
op, breek het systeem open, maak het transparant.'
Zijn speech kreeg een daverend applaus. De jonge democraat verwoordde
perfect het knagende gevoel dat meer leden hadden. Ja, in een coalitie
moet je inleveren. Maar is het in de prullenbak gooien van het
referendum niet al te enthousiast omarmd door de D66-minister van
Binnenlandse Zaken? Moest de fractie niet meer afstand nemen van de door
Rutte zo gewenste afschaffing van de dividendbelasting? En waarom werd
er niet meteen een stokje voor de rekenrente op de studieschuld
gestoken? 'Is D66 banger voor banken dan voor studenten?'
Vlak na het congres zegde Van Driel zijn lidmaatschap op. In een
interview met Demo, het magazine van de Jonge Democraten, zei hij: 'Ik
denk dat heel veel dingen met de mantel der liefde worden bedekt, alles
moet maar positief zijn en de discussie wordt gezien als iets
negatiefs.' Hem werd door de partijtop 'heel veel persoonlijk kwalijk
genomen'. Zo kreeg hij na een kritische tweet ('een dolkstoot in de rug
van de partij') binnen zeven minuten het verwijt 'de partij te schaden'.
Ook vlak voor het congres kreeg hij een reprimande. 'De partijtop belde
mij 's ochtends om 6.15 om te zeggen dat het een 'kutspeech was' en dat
het de partij 'onherroepelijk ging schaden'.'
Beeldvorming is leidend geworden bij D66. Wichard de Wolf, van 2013 tot
2015 lid van het landelijke bestuur, schreef in 2017 in een ingezonden
stuk in de NRC: 'De waan van de dag en de volgende peilingen zijn
bepalend. Wat minder telt, is de mening van de leden, om het maar een
eufemistisch uit te drukken.' Drie jaar, en twee leiders (Rob Jetten, nu
Sigrid Kaag) verder ziet hij niet veel verbeteringen in die interne
cultuur. 'Kaag is een uitstekende keuze, maar het duurt nog wel een paar
jaar voordat ze weet hoe de hazen ook binnen de partij lopen. Nu is die
partij echt te veel top-down.'
Kaag wordt in de campagne neergezet als de ideale buitenstaander, de
ultieme verbinder die wars is van het politieke spel. Waar inhoudelijk
van onderop weinig mogelijk is, heeft haar persoon wel een eigen
'grassroots-campagne' (overgewaaid uit de Verenigde Staten). Door
allerlei fans (#TeamKaag) is gebouwd aan een beweging die haar de eerste
minister-president moet maken. De campagne is niet zozeer op D66, als
wel op Kaag gericht - en dat is opmerkelijk voor een partij die zegt
prat op inhoud te gaan in een land waar geen premier maar een partij
wordt gekozen.
Bij het landelijk partijbureau houden ze graag de mythe in stand dat
Team Kaag spontaan is geboren, van onderop ontsproten. Bedoeld voor
iedereen (dus uit alle partijen) die een vrouw in het Torentje wil. D66
doet alsof de partij er nauwelijks mee te maken heeft, maar financiert
de campagne wel. Bovendien komen de leuzen op de site ('nationalisme is
een valse belofte', 'never gonna give EU up') overeen met het
verkiezingsprogramma. En een medewerker van het landelijke campagneteam
kijkt mee om te voorkomen dat '(online-)activiteiten gelijktijdig worden
gepland', aldus een woordvoerder. Inhoudelijk bemoeit hij zich nergens
mee, wordt bezworen.
Maar het echte Team Kaag laat niets aan het toeval over. Ze is op een
rijdende trein gestapt waar ze zelf weinig grote accenten kan zetten.
Het verkiezingsprogramma (205 pagina's dik) lag er al en haar
campagneteam stond al klaar. 'Ze wordt omringd door alexandrianen, zoals
wij de vertrouwelingen van Pechtold noemen', zegt De Wolf. Dat zijn
geslepen adviseurs. Voorlichters zijn machtiger dan sommige Kamerleden
die straffe trainingen ondergaan. 'Och, dan zie ik soms mensen op tv die
ik goed ken en dan denk ik: 'Jee, wat ben jij geprept.' Geef Kamerleden
de ruimte en laat ze ook hun eigen ding doen.'
Na het afscheidscongres van Pechtold (in oktober 2018) sprak
oud-parlementarier Van der Ham in Met het oog op morgen over 'een
spinmachine'. 'Als ik nu soms naar de fractie kijk, dan denk ik: kijk
eens wat minder naar House of Cards en wat meer naar Sesamstraat.'
Kaags team is ook het team van Pechtold. Althans, de helft daarvan, zegt
de woordvoerder. Toch zijn alleen maar oude bekenden te zien in de
documentaire Sigrid Kaag: Van Beiroet tot het Binnenhof. 'Jij bent toch
die frisse buitenstaander', zegt campagneleider Sjoerd Sjoerdsma die ook
in 2017 campagneleider was. 'Wij hebben de reflexen hoe je zo'n campagne
moet doen.' Ze zitten in de woonkamer van Kaag waar ook Carla Pauw ('een
vriendin') present is. Zij was ook adviseur van Van Mierlo, Terlouw,
Borst en Pechtold. In het fragment komt ook een voorlichter binnen die
jarenlang als schaduw van Pechtold gold.
Frans van Drimmelen, de oud-campagneleider van Pechtold, komt niet in de
documentaire voor, maar geldt ook zeker als adviseur. Of gold. De
informele adviseur raakte half december in opspraak wegens een
#MeToo-kwestie. Een anonieme klokkenluider zou een partijgenoot in 2016
hebben geintimideerd en gestalkt. De partijtop wist dit en ook Kaag was,
erkende ze, geinformeerd over 'de casus'. Maar pas toen de
#MeToo-kwestie in de media bekend werd, liet ze een onderzoek instellen.
'Ik ben enorm geschrokken van dit bericht. Ik leid een partij waar we
respectvol met elkaar omgaan en die voor iedereen een veilige
werkomgeving en politieke vereniging moet zijn.'
De resultaten van het onderzoek, uitgevoerd door bureau BING, worden
binnenkort verwacht. Het zal ook gaan over wat er precies met de melding
is gedaan in de top. Bekend is dat zowel Pechtold als senator Thom de
Graaf (de huidige vicevoorzitter van de Raad van State) ook op de hoogte
was. Van Drimmelen ziet het onderzoek, zo liet hij weten, met vertrouwen
tegemoet.
Van Drimmelen is niet zomaar een lid, hij is invloedrijk en loopt al
sinds 1999 mee in de partij waar hij allerlei functies bekleedde. De
vertrouweling van de partijtop scoutte via de talentencommissie tot 2018
talenten. Het is de vraag hoe een lobbyist zo een invloedrijke positie
kon bemachtigen binnen de partij. Hijzelf zei in 2016 bij Cafe
Weltschmerz dat hij 'eerder politicus was dan lobbyist' en dat dit geldt
bij meer medewerkers op zijn kantoor. 'Soms kunnen ze verschillende
rollen aannemen. Dat heeft ermee te maken dat er bij die mensen politiek
in hun lijf zit.' Op zijn kantoor werken vooral politici uit
(potentiele) regeringspartijen. Naast drie VVD'ers, twee CDA'ers en een
PVDA'er, maar liefst acht medewerkers met een D66-achtergrond. Dat zijn
lokale campagneleiders, maar ook oud-beleidsmedewerkers van Kamerleden
en zelfs (oud-)kandidaat-Kamerleden. Ingrid van Engelshoven (de huidige
minister van Onderwijs) was partner bij Droge & Van Drimmelen. Ze was
toen ook partijvoorzitter.
Het doel van lobby is politieke besluiten te beinvloeden namens klanten.
Hoe dichter de lobbyist bij de parlementarier kan komen, hoe beter.
Onduidelijk is hoe D66 in de afgelopen jaren heeft voorkomen dat
lobbybelangen door partijbelangen zijn gaan lopen en vice versa. Zo gaf
Van Drimmelen in 2019 een masterclass lobbyen ('hoe werkt lobbyen
eigenlijk?') aan D66'ers in de lokale politiek met een kantoormedewerker
die in 2018 campagnemedewerker was van de partij.
Zijn lobbykantoor 'helpt' volgens de eigen site 'bij het navigeren door
het Nederlandse poldermodel', stippelt de 'beste lobby-strategie' uit
voor verzekeraar Achmea en regelt dat de brancheorganisatie voor
intermediairs en brokers wordt 'gepositioneerd' als 'herkenbare en
betrouwbare' gesprekspartner. 'Dit heeft onder meer geresulteerd in
deelname aan verschillende bijeenkomsten van de Tweede Kamer en
relevante ministeries.' Volgens de woordvoerder van D66 heeft 'ieder lid
natuurlijk een bepaalde achtergrond die meeweegt in de persoonlijke
opvattingen, maar invloed van bedrijven staan we nooit en op geen enkele
manier toe'. Hoe daar dan op wordt toegezien blijft onduidelijk.
'Wij hechten aan het grondwettelijke recht (art. 19) op een vrije
arbeidskeuze', aldus de woordvoerder. 'Bij contacten van Kamerleden en
medewerkers met lobbyisten wordt geen onderscheid gemaakt tussen wie wel
of niet voor D66 heeft gewerkt. Informatie wordt op dezelfde manier
behandeld en gewogen.'
Wichard de Wolf noemt de invloed die Van Drimmelen had op de partij
'ongelukkig'. 'Zijn rol is uitgespeeld, maar laat het ook een les zijn.'
De luiken moeten open wat hem betreft. Persoonlijke agenda's ('kom ik
ook nog een keer op de lijst') moeten weg. 'De vereniging moet het
geluid van de leden kunnen vertegenwoordigen. Zonder last van de
fracties. Wij hebben 25.000 leden die goed gebekt zijn, goed opgeleid en
echt wel wat kunnen. Praat met hen.'
Ook het kopje 'interne democratie' kon wel wat serieuzer genomen worden,
zegt Flip Hoedemaeker, raadslid van D66. Als actiegroep Opfrissing
diende hij op een congres in 2018 met honderden leden 'een motie van
treurnis' in over de gang van zaken rond de afschaffing van het
referendum. Dat werd wel heel makkelijk weggegooid, vonden de leden. De
motie redde het niet, maar werd op democratische wijze weggestemd. 'D66
is echt nog wel democratischer dan de meeste partijen.' En daar hoort,
zegt hij, 'gekrakeel' bij. 'Dat maakt de boel levendig en dat kan echt
wel bij de partij.'
Politieke partijen 'zijn de belangrijkste schakel tussen mensen en de
instituties van de overheid', speechte directeur Coen Brummer van de Mr.
Hans van Mierlo Stichting in november op het congres. 'Als partijen dat
niet doen, laten we de visies op de toekomst van Nederland over aan het
operationele denken van planbureaus en ministeries. Vaak slim - zelden
gedreven door waarden.' Hij riep op 'aanjagers te zijn van de kwaliteit
en intensiteit van het democratische gesprek. Binnen onze partij, maar
zeker ook daarbuiten. Want als het luide debat in partijen een zacht
gefluister wordt, ligt het gevaar op de loer van een technocratisch
landsbestuur.'
Rudi Nieuwenhoven is lid van het eerste uur, maar leunt allerminst
achterover. Hij ziet bij de partij juist wel veel ruimte voor debat en
nam het initiatief tot 'de open partij', trommelde 45 actieve leden op
en diende een motie in die met 95 procent werd aangenomen op het laatste
congres. Hij leest een beroemd citaat op van Van Mierlo uit 1968 over de
politieke partijen die in crisis waren. 'Als je die crisis in een paar
woorden wilt samenvatten, dan is het dat de machthebbers in de
samenleving steeds meer macht krijgen, en dat er een steeds hogere en
steeds ondoordringbaarder muur groeit tussen de machthebbers aan de ene
kant en de gewone mensen aan de andere kant.'
Het inspireert Nieuwenhoven (oud-personeelsdirecteur bij KPN en
oud-directeur sociale zaken bij werkgeversorganisatie VNO-NCW) tot
'kanalen graven naar het centrum van de macht'. Waar hij tien jaar
geleden meehielp met de partij te professionaliseren ('dat was absoluut
noodzakelijk') wil hij nu verder bouwen aan een open beweging waar
iedereen zich welkom voelt.
Dat betekent meer uit de eigen bubbel komen, meer zichtbaar zijn lokaal
en meer contact zoeken met verenigingen en het maatschappelijk
middenveld. 'We willen afrekenen met het idee dat we losgezongen zijn
van de burger.' De Wassenaarse partijcoryfee heeft zijn partner in crime
gevonden in Jieskje Hollander die in Friesland woont en regiodirecteur
bij vervoerder Arriva is. Zij ziet town hall meetings voor zich, waar
iedereen over politiek kan praten. Ze zegt dat de Tweede-Kamerleden de
gezichten van de partij zijn, daar is alles op gericht. Maar D66 is
zoveel meer. 'We willen laten zien dat we breed in de samenleving
aanwezig zijn, los van het formele circuit in Den Haag.'
Nog steeds maakt D66 zich sterk voor het doorbreken van de muur tussen
machthebbers en burger, zegt de partijwoordvoerder. 'Dat gaat met
stapjes, en met vallen en opstaan. Niet in de laatste plaats omdat
politieke steun bij partijen zoals VVD, CDA en PVDA vaak ontbrak.'
--------
(c) 2021 De Groene Amsterdammer
More information about the D66
mailing list