[D66] Terugkijken: OMT dreigde uiteen te vallen door politieke druk VWS (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #517, addendum)
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Sat Jan 23 12:50:23 CET 2021
Bron: Volkskrant
Datum: 23 januari 2021
Auteur: Willem Feenstra
URL:
https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2021/een-jaar-in-het-voetspoor-van-vijf-omt-leden-over-politieke-druk-bedreigingen-en-onderlinge-spanning~v420752/
Reconstructie:
Over politieke druk, bedreigingen en onderlinge spanning
--------------------------------------------------------
Een jaar in het voetspoor van vijf OMT-leden
De adviezen van het OMT over de bestrijding van corona hadden een enorme
impact, maar hoe ze tot stand kwamen was niet bekend. Willem Feenstra
volgde een jaar lang vijf leden. Zij vertellen over de politieke en
maatschappelijke druk, bedreigingen en verhitte onderlinge discussies.
Microbioloog Jan Kluytmans wandelt wel vaker door het Mastbos bij Breda
om zijn hoofd leeg te maken, maar op vrijdagochtend 16 oktober heeft hij
aan een paar uur niet genoeg. Sinds het begin van de coronacrisis is
zijn leven drastisch veranderd. En nu staat alles op z'n kop.
Kluytmans is aangedaan. Vanwege zijn rol in het Outbreak Management Team
(OMT), waarbinnen de spanning de laatste tijd oploopt. Vanwege de tweede
golf, die ze tot zijn frustratie niet hebben kunnen voorkomen. Vanwege
de bedreigingen, die steeds dichterbij komen.
Het voelt, zegt hij, alsof de veiligheid van zijn gezin op het spel
staat. Mede daarom trekt hij zich voorlopig terug uit de media.
Op zijn verzoek spreken we vandaag niet af in het ziekenhuis, maar hier
in het bos. Buiten kan hij beter reflecteren, afstand nemen van de
crisis. Hier kan hij vertellen wat hem echt dwarszit.
Net als andere OMT-leden maakt hij zich namelijk grote zorgen. De
wetenschappers dreigen te verworden tot een speelbal van het kabinet. Ze
hebben het gevoel dat adviezen worden beinvloed; hun onafhankelijkheid
staat op het spel. Mede daardoor kwam de 'gedeeltelijke lockdown', die
premier Rutte een paar dagen eerder aankondigde, te laat. Hoe hebben ze
dit kunnen laten gebeuren?
Als er niet snel iets verandert, zegt hij, stopt hij als OMT-lid. En hij
is niet de enige.
Krachtenveld
De Volkskrant volgde het afgelopen jaar vijf leden van het OMT, dat een
cruciale rol heeft in de bestrijding van het coronavirus. Niet meer in
de luwte van labs en ziekenhuizen stonden de wetenschappers ineens volop
in de schijnwerpers. Wat zij bespraken en adviseerden, had een enorme
impact.
Nooit eerder waren zij zo belangrijk en kwetsbaar tegelijk. Het is een
historisch moment; een ultieme test of ze bestand zijn tegen de last die
op hun schouders drukt. Een worsteling met de buitenwereld, met elkaar
en met zichzelf. Want hoe blijf je overeind in het enorme krachtenveld
tussen politiek en maatschappij?
Jan Kluytmans, de microbioloog die veel onheil op voorhand zag aankomen.
Diederik Gommers, de intensivist die zich bleef verzetten tegen
politieke druk. Anja Schreijer, de GGD-arts die de waarschuwingen wel
van de daken wilde schreeuwen maar vastliep in het politieke systeem.
Alex Friedrich, de microbioloog die de knuppel in het hoenderhok gooide
om mensen wakker te schudden. En Marion Koopmans, de onvermoeibare
viroloog die alles bij elkaar hield.
Plots werden ze veelgevraagde gasten aan talkshowtafels en verguisd door
virusontkenners.
Een verzoek van de Volkskrant om een tijd lang bij de besloten
OMT-bijeenkomsten te zijn, werd door het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in het voorjaar afgewezen.
Wetenschappers, vond het instituut, moeten vrijuit kunnen discussieren
over ongemakkelijke onderwerpen. Ze moeten extreme standpunten kunnen
innemen. Notulen blijven binnenskamers. De vertrouwelijkheid mag niet
worden verbroken.
Als alternatief sprak de krant regelmatig met de vijf leden. Vaak
urenlang, in hun ziekenhuizen, kantoorgebouwen of de buitenlucht. Soms
korter, via de telefoon. Ze praatten op voorwaarde dat er pas na een
jaar over zou worden gepubliceerd. Hun hoop was dat het land tegen die
tijd in rustiger vaarwater zou zijn gekomen.
Nu, een jaar na de eerste OMT-bijeenkomst over het coronavirus, zit het
land in de zwaarste lockdown tot nu toe en is dit verhaal compleet noch
afgelopen. Het is een tussenstand, de reconstructie van een aantal
cruciale momenten. En een poging licht te werpen op de vergadering die
we niet zien maar die wel veel bepaalt.
Alertheid
Tussen de bamboeplanten in de hal van het Erasmus MC haalt Marion
Koopmans haar handen door haar grijze lokken. De afgelopen maanden is er
zo veel gebeurd dat ze in haar geheugen moet graven naar het moment
waarop het voor haar begon.
Waarschijnlijk, zegt ze, is dat op 31 december 2019. Dan hoort ze dat er
in de Chinese miljoenenstad Wuhan een aantal mensen in het ziekenhuis
ligt met een mysterieuze longontsteking. 'Is this the one?', vraagt ze
meteen aan een contact bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Koopmans' werkzame leven draait om virussen. Als hoogleraar virologie
aan het Erasmus MC in Rotterdam heeft ze internationaal een enorme
reputatie opgebouwd. Al jaren waarschuwt ze voor de wereldwijde uitbraak
van een onbekend virus dat veel kan verwoesten.
Als lid van het Emergency Team van de WHO zit Koopmans dicht bij het
vuur. Ze schuift ook geregeld aan bij het Outbreak Management Team. De
dan nog relatief onbekende groep wetenschappers adviseert het kabinet in
wisselende samenstelling over (dreigende) uitbraken van infectieziekten.
In november 2019 kwamen ze voor het laatst bijeen om te spreken over
lassakoorts.
Mede op aandringen van Koopmans wordt er op 24 januari een nieuwe
OMT-bijeenkomst belegd, onder leiding van RIVM-directeur Jaap van
Dissel. De sfeer is er allesbehalve alarmistisch. In een zaaltje van het
hoofdkantoor van het RIVM in Bilthoven geeft ze een presentatie over de
Chinese situatie. Ze pleit voor alertheid. 'We moeten ervan uitgaan dat
dit virus ook in Nederland komt, hebben we toen allemaal gezegd.'
Na de bijeenkomst nemen de OMT-leden zoenend en handenschuddend
afscheid.
De ernst van de situatie daalt bij de meeste deskundigen ook begin
februari nog niet in. 'Achteraf', zegt microbioloog Jan Kluytmans in een
vergaderkamer in ziekenhuis Amphia in Breda, 'is dat de maand waarin het
verschil gemaakt had kunnen worden'.
Kluytmans ruikt als een van de eersten in Nederland onraad. Op 10
februari vreest hij een tekort aan beschermende middelen en bestelt hij
mondmaskers en handschoenen voor zichzelf. Dan kan hij zijn kwetsbare
moeder blijven bezoeken als het virus Nederland bereikt.
Het RIVM maakt zich dan nog niet al te druk. Op 27 februari, meer dan
een maand na het eerste OMT-beraad over corona, schrijft het een tweede
vergadering uit. 'We hadden het toen over een denkbeeldige casus',
vertelt Koopmans. 'Stel dat er een coronapatient zou opduiken in
Deventer. Moet dan de hele stad op slot?'
Later zal blijken dat er dan al honderden besmettingen in Nederland zijn
en dat tijdens carnaval duizenden erbij zijn gekomen.
Heilig verklaard
Door een reeks onrustbarende ontwikkelingen krijgen de OMT-leden in
maart stuk voor stuk een knoop in hun maag. Kluytmans, Koopmans en
Friedrich realiseren zich dat het virus zich razendsnel en ongemerkt
heeft verspreid. Schreijer merkt dat de GGD-systemen niet op de grote
aantallen zijn berekend. Gommers ziet dat ziekenhuizen worstelen met de
nieuwe ziekte, die bij veel patienten ernstiger uitpakt dan verwacht.
Friedrich, Kluytmans en Schreijer raken in die maand ook zelf besmet.
Vooral Friedrich en Schreijer zullen de gevolgen nog lang voelen.
In de vijf OMT-vergaderingen in maart komen de signalen allemaal samen.
Onder de wetenschappers ontstaat een onrustige, soms paniekerige
stemming - net als in de rest van het land. Hoeveel doden gaan er
vallen? Wat kunnen ze doen om dit te stoppen?
Het kabinet weet zich geen raad en leunt volledig op de wetenschappers.
Tijdens zijn toespraak vanuit het Torentje op 16 maart zegt premier Mark
Rutte dat de OMT-adviezen 'vanaf het begin leidend zijn geweest voor
alle maatregelen die tot nu toe in Nederland zijn getroffen'.
'Ik kreeg er een ongemakkelijk gevoel bij', zegt Kluytmans in april in
een werkkamer van Amphia in Breda, een van de ziekenhuizen waar de
meeste coronapatienten liggen. 'Omdat je daarmee verantwoordelijk wordt
gemaakt voor politiek beleid. Politiek en wetenschap moet je juist
gescheiden houden.'
Officieel is de rolverdeling in deze crisis als volgt: het OMT adviseert
welke maatregelen kunnen worden genomen om het virus terug te dringen.
Dat advies gaat eerst naar bestuurders en topambtenaren in het
'bestuurlijk afstemmingsoverleg' (BAO), die bekijken of de adviezen
praktisch uitvoerbaar zijn. Daarna besluiten politici welke maatregelen
worden genomen.
Die volgorde is belangrijk: het voorkomt dat wetenschappers over het
politieke beleid gaan en dat politici selectief kunnen shoppen in
wetenschappelijk advies.
Ruttes uitspraken zijn gevaarlijk, vinden veel OMT-leden. Kluytmans en
Koopmans spreken hun zorgen over de schijn van rolvermenging uit
tegenover voorzitter Jaap van Dissel. Ze vinden dat Rutte duidelijk moet
maken dat niet zij het beleid bepalen, maar de politici zelf. Nadat Van
Dissel hun zorgen heeft doorgegeven, past Rutte zijn toon enigszins aan.
Het is opmerkelijk hoe eensgezind de stemming onder de meeste
wetenschappers is in die eerste echte crisismaand: iedereen doet z'n
stinkende best, meer kun je niet doen. Kritiek leveren kan achteraf, als
de eerste besmettingsgolf voorbij is.
Microbioloog Alex Friedrich van het UMCG in Groningen breekt als een van
de eersten met die status quo. In de media laat hij weten dat de
noordelijke provincies 'zich hebben losgekoppeld van het landelijk
beleid'. Zijn adagium: testen, testen, testen. Om zicht te houden op het
virus. Om brandhaarden in zorginstellingen te kunnen uittrappen.
Friedrich zit in het bestuur van de Europese vereniging voor
microbiologen en heeft veel contacten over de grens. Als
'regiovertegenwoordiger' van het noorden is hij eenmalig uitgenodigd bij
het OMT, eind februari. Verder staat hij in maart buiten de adviesgroep.
Dat zorgt er ook voor dat hij 'onafhankelijker kan blijven redeneren',
zegt hij in een vergaderzaaltje van het UMCG.
Wie in ieder geval moeten worden getest, zegt hij in maart in de
landelijke media, zijn zorgmedewerkers. Omdat zij dicht bij patienten
komen, zijn ze 'potentiele stroomversnellers' van de epidemie. Iedere
medewerker met klachten - ook van buiten het ziekenhuis - kan zich in
Groningen laten testen. Daarmee gaat hij rechtstreeks in tegen het OMT,
dat adviseert 'terughoudend te zijn met het testen van personeel'
vanwege 'tekorten bij de labs'.
Ineens krijgt Friedrich landelijke bekendheid. De schaarste bij labs,
waar het OMT over spreekt? Hij heeft veel labs zelf gebeld, zegt hij.
Het klopt dat ze met hun voorraden geen maanden vooruit kunnen, maar wel
weken. Dat is bij de start van een pandemie meer dan genoeg om de eerste
golf te remmen en tijd te winnen tot de zomer.
OMT-leden en politici reageren aangebrand. 'Ieder voor zich is niet de
manier waarop je een crisis te lijf gaat', sneert minister Hugo de
Jonge.
Friedrich, nu: 'Als je ziet dat beleid je patienten schaadt, moet je
ervan afwijken.'
Dat ook sommige wetenschappers uit het OMT als door een wesp gestoken
reageren, is merkwaardig. Doorgaans worden andere meningen in de
wetenschap juist aangemoedigd. 'Maar nu werd het OMT door de politiek
gebruikt als hitteschild', zegt Friedrich. 'Ze waren bijna heilig
verklaard. Eerder ingenomen standpunten werden verdedigd, in plaats van
nieuwe te verwelkomen.'
Het is een van de ergste dingen die je als wetenschapper kan overkomen,
zegt Friedrich. 'Dat ze tegen je zeggen: omdat jij een ander standpunt
hebt, ben je niet solidair.'
Tot zijn verbazing krijgt Friedrich opeens weer een uitnodiging voor het
OMT-beraad van 6 april. Willen ze zijn kritische geluid in het publieke
debat doen verstommen door hem binnenboord te halen? Of hebben ze echt
behoefte aan zijn expertise? Hij besluit in te gaan op de uitnodiging.
'Ik vond het beleid op cruciale punten niet goed', zegt hij. 'Ik wilde
proberen dat van binnenuit te beinvloeden.'
Een ding spreekt hij met zichzelf af: hij gaat niet achter adviezen
staan waarmee hij het als wetenschapper oneens is. 'Dat is voor mij een
dikke rode streep.'
Felle discussies
Er is veel kritiek op de 'intelligente lockdown' in Nederland, die
volgens sommige buitenlandse deskundigen te slap is. In verpleeghuizen
is het sterftecijfer ten opzichte van andere landen relatief hoog. Maar
eind april blijkt de Nederlandse strategie toch ook te werken. Het
aantal ziekenhuisopnamen daalt. Het OMT adviseert voorzichtige
versoepelingen. De ergste crisis lijkt voorbij.
In de bestuursvleugel van ziekenhuis Amphia heeft Kluytmans toch een
diepe groef op zijn voorhoofd. Hij is bevreesd. 'Het is voor ons niet
meer zo moeilijk om te adviseren hoe je de besmettingen kunt
terugdringen', zegt hij. Lastiger is de periode die nu aanbreekt; een
balanceeract tussen versoepelen van restricties en controleren van het
virus.
Hoe zorg je ervoor dat mensen in de vakantieperiode gedisciplineerd
blijven? Hoe voorkom je een tweede besmettingsgolf tijdens de herfst? En
wat als die toch komt, gaan mensen dan weer zo goed meewerken?
'Om eerlijk te zijn', zegt hij zacht, alsof hij niet wil dat anderen het
horen, 'denk ik van niet.' 'Want hoe lang houden mensen deze soms
moeilijk te begrijpen maatregelen vol? Ik ben werkelijk huiverig dat er
een soort volksopstand ontstaat, en dan staan wij als OMT-leden wel erg
in de schijnwerpers.'
Hoewel de buitenwereld er weinig van mee krijgt, wordt er in het
voorjaar binnen het adviesorgaan soms op felle toon gediscussieerd. Over
een aantal onderwerpen worden de wetenschappers het maar niet eens.
Hebben mondmaskers wel of geen nut? Dragen mensen zonder klachten bij
aan de verspreiding van het virus? En hoe zit dat met kinderen?
Nu Friedrich in de club is opgenomen, laat hij tijdens de vergaderingen
van zich horen ook. Hij heeft het gevoel dat Nederland 'in de verkeerde
film zit'. Wat in het buitenland allang als waarheid wordt aangenomen,
staat hier tot de zomer doorlopend ter discussie. Ja, meent hij, mensen
zonder klachten verspreiden het virus. Ja, ook kinderen tussen 10 en 18
jaar oud doen volop mee. Ja, het verplichten van mondmaskers is nodig.
'Doe je dat niet, dan is het alsof je zegt: iedereen is zelf
verantwoordelijk voor het onderhoud van een meter dijk.'
Wat hij vreesde, gebeurt. Hij komt in gewetensnood. Hij is het niet eens
met de OMT-adviezen over bijvoorbeeld de rol van besmette mensen zonder
symptomen. Er wordt volgens hem niet genoeg rekening gehouden met
besmettelijkheid voorafgaand aan de eerste ziektedag. Het liefst zou hij
het van de daken schreeuwen, zoals hij in maart deed over het testen,
maar, zo wordt hem snel duidelijk, 'dat is niet de bedoeling'.
Hij legt zijn twijfels voor aan buitenlandse collega's. 'Toen schrok
ik', zegt hij later. 'Daar mochten OMT-leden hun eigen standpunt
publiekelijk wel uitleggen, ook al ging dat in tegen het officiele
OMT-advies. Hier kreeg ik reacties van OMT-leden waaruit bleek dat dat
niet werd gewaardeerd; het zou ondermijnend zijn voor het OMT-beleid.
Het werd heftig, het werd persoonlijk. Dat raakte me enorm.'
'Drie tot vier keer' overweegt Friedrich in het voorjaar om uit het OMT
te stappen. Voorzitter Van Dissel overtuigt hem er uiteindelijk van dat
zijn afwijkende geluid toch welkom is. En zijn
verantwoordelijkheidsgevoel houdt hem tegen.
Zo blijft hij trouw aanschuiven bij de OMT-overleggen, die verlopen
volgens een vast stramien. Vanuit huis of soms hun werkplek loggen de
leden - intussen zijn het er zo'n veertig - op maandagochtend in bij de
beveiligde videovergadering.
Na een paar formaliteiten volgen er presentaties, van het RIVM of
OMT-leden, over de laatste wetenschappelijke inzichten. Jacco Wallinga,
rekenmeester bij het RIVM, licht de ontwikkeling van de
besmettingscijfers toe. Vervolgens worden de agendapunten behandeld.
Meestal zijn de OMT-adviezen al uitgebreid voorbereid door het RIVM.
Onder de OMT-leden is alom waardering voor de manier waarop Van Dissel
de vergaderingen leidt. Iedereen krijgt de kans zijn zegje te doen. Als
het te langdradig wordt, kapt de voorzitter het vakkundig af. Per advies
geeft Van Dissel een mondelinge samenvatting. 'Is dit een goede weergave
van onze conclusie?', vraagt hij dan. Soms wordt er geprotesteerd en
moet hij herformuleren. Uiteindelijk komt het altijd tot een compromis.
Buitenspel
Op het terras naast de ingang van de Amsterdamse dierentuin Artis is van
het virus weinig te zien. Het is zomervakantie, Nederlanders trekken
weer eropuit alsof er niks aan de hand is. Surrealistisch, constateert
GGD-arts Anja Schreijer droogjes.
De Kamer is met reces en ook de meeste OMT-leden vieren vakantie, soms
zitten er in de zomermaanden drie weken tussen overleggen. Het is nu aan
de de veiligheidsregio's en de burgemeesters om te zorgen dat het virus
niet opnieuw oplaait.
Schreijer weegt haar woorden zorgvuldig. Als medewerker van de GGD is ze
naast arts ook ambtenaar, en valt daardoor onder het Amsterdamse
stadhuis. Ze zou graag vrijuit willen spreken, maar is voorzichtig,
omdat haar woorden bestuurders in de problemen kunnen brengen.
Sinds begin april, toen ze voorzitter werd van het Landelijk Overleg
Infectieziektebestrijding, is ze een vast lid van het OMT. De discussies
worden dan vooral gevoerd door virologen, microbiologen en artsen uit de
ziekenhuizen. Schreijer brengt de dagelijkse praktijk vanuit de
maatschappij in: hoe mensen omgaan met het virus en de maatregelen.
Het zijn de maanden waarin Nederland de pandemie te lijf gaat per
veiligheidsregio. Zo kan er sneller worden ingegrepen als het virus
ergens oplaait, is het idee. Burgemeesters kunnen in hun regio
evenementen verbieden, groepsgrootten bepalen en zelfs horeca en winkels
sluiten.
Als in juli de besmettingen in Rotterdam en Amsterdam weer toenemen,
blijkt al snel dat die strategie niet werkt. Vanuit Amsterdam ziet
Schreijer het fout gaan. Net als de andere GGD's adviseert zij de
veiligheidsregio's maatregelen te nemen, maar ze vindt geen luisterend
oor. 'Op een gegeven moment denk je dan: waar kan ik mijn adviezen nog
kwijt?'
Er is een 'poldermoeras' ontstaan, concludeert ze. Veiligheidsregio's
vergaderen met elkaar, burgemeesters vergaderen met elkaar, GGD's
vergaderen met veiligheidsregio's, GGD's vergaderen met burgemeesters.
GGD-artsen vergaderen met elkaar en met het RIVM.
'Het wordt een beetje handjeklap', zegt Schreijer aan het eind van de
zomer in een cafe in haar woonplaats Utrecht. 'Ik wil wel mondkapjes, ik
niet. Ik wil een avondklok, ik niet. Ik wil maatregelen tegen studenten,
ik heb in m'n stad nauwelijks studenten. Ik heb tegen het RIVM gezegd
dat we terug moesten naar de landelijke aansturing.'
De GGD Amsterdam gaat ondertussen zelf met 'risicogroepen' in gesprek.
Studentenverenigingen bijvoorbeeld, die hun introducties moeten
aanpassen. 'Als je dan twee weken na zo'n gesprek hoort dat bij een
studentenvereniging een spel werd gespeeld', zegt Schreijer, 'waarbij
studenten een lepeltje moesten doorgeven en er allemaal aan moesten
likken, dan weet je dat het de verkeerde kant opgaat.'
Op donderdag 6 augustus geven premier Rutte en minister De Jonge een
persconferentie over het toegenomen aantal besmettingen. 'We dreigen de
winst te verspelen die we met elkaar in de afgelopen maanden hebben
geboekt', zegt Rutte. Zorgelijk, vindt ook De Jonge, al is de situatie
volgens hem anders dan in het voorjaar. Dankzij het bron- en
contactonderzoek 'kunnen we vuurtjes snel uittrappen', zegt hij.
Nog geen 24 uur later maken de GGD's van Rotterdam en Amsterdam bekend
dat ze datzelfde bron- en contactonderzoek gaan afschalen. Er zijn
simpelweg te veel besmettingen, het is niet meer bij te benen. Het komt
voor De Jonge als een complete verrassing. Hij voelt zich door de GGD's
in zijn hemd gezet, en ontsteekt op het ministerie in woede.
Ongeduld
Het OMT blijft in de zomer op de achtergrond, maar onderling
discussieren de leden wel over een belangrijke vraag: is hun blik niet
te nauw? Zou het OMT niet moeten bestaan uit sociologen,
gedragswetenschappers en economen?
Ze hebben in het voorjaar in hun omgeving gezien hoe destructief
adviezen kunnen uitpakken. Kinderen die soms in onprettige
omstandigheden thuis kwamen te zitten. Ondernemers, die de wanhoop nabij
zijn. De cijfers van huiselijk geweld die blijven oplopen. Kunnen zij
die belangen wel genoeg meewegen?
Het is Jaap van Dissel die een einde maakt aan die discussie. Het OMT,
zegt hij, moet zich buigen over het virus, over testen, over een
exitstrategie. Nu al is soms nauwelijks consensus te vinden. Laat staan
als er ook nog economen aan tafel zitten. We zitten er om de kwaal te
bestrijden, niet voor de bijwerkingen, is de conclusie. 'Ik denk', zegt
Kluytmans later, 'dat hij daar wel gelijk in had.'
Aan de andere kant is er ook steeds luidere kritiek. Uit de samenleving,
vanuit bijvoorbeeld actiegroep Viruswaanzin, die zich verzet tegen de
maatregelen. Maar ook van experts, die zich later zullen verenigen in
het Red Team. Zij pleiten in juli juist voor strengere maatregelen dan
het OMT adviseert.
In de gesprekken met OMT-leden blijkt het Red Team steeds een gevoelig
onderwerp. Sommige wetenschappers hekelen de aanvallende toon richting
het OMT. Ze zeggen het niet letterlijk, maar ergens zijn ze jaloers op
de onafhankelijke positie van het Red Team.
Zelf zitten ze steeds meer in een keurslijf. Neem bijvoorbeeld de agenda
voor de vergadering, die ontvangen ze samen met onderliggende stukken
pas zondagavond. Daarmee is de voorbereidingstijd voor de bijeenkomst
van maandagochtend extreem kort. Doordat de planning bovendien is
dichtgetimmerd, kunnen ze zelden agendapunten toevoegen. Het leidt tot
steeds meer irritatie binnen de groep wetenschappers.
De originele agenda, die door het RIVM is opgesteld, drukt zwaar op de
inhoud van het OMT-overleg. Maar hoe onafhankelijk komt die tot stand?
Wordt die mede bepaald door de politici in het Catshuis, die
zondagmiddag bijeenkomen? Moeten bepaalde maatregelen worden vermeden
omdat het kabinet er nog niet aan toe is?
Een paar keer spreken prominente OMT-leden in de vergadering hun
frustraties uit over de gang van zaken, vertellen ze later. In
september, als de besmettingen al flink oplopen maar er nog geen harde
maatregelen worden geadviseerd, neemt Marion Koopmans aan het eind van
de vergadering het woord. 'Dit gaat niet goed', zegt ze geirriteerd. 'Nu
hebben we het belangrijkste nog niet eens besproken.'
Want ja, waarom is een lockdown bij de OMT-vergadering niet ter tafel
gekomen, het instrument dat in het voorjaar zo succesvol was?
Achteraf snapt Kluytmans het ook niet. 'Als je mij en een aantal andere
OMT-leden vraagt: wanneer hadden jullie het idee dat er een lockdown
moest komen, dan was het al begin september. En toch hebben we het er
niet doorheen gekregen. Dat hebben we niet goed gedaan. Hoe dat komt? Ik
weet het nog steeds niet precies, maar in die vergaderingen zit wel een
dynamiek die het moeilijk maakt.'
'Het RIVM heeft een zware rol', zegt Kluytmans. 'Het stuurt het proces
en de inhoud in belangrijke mate.' Deels is dat logisch, zegt de
microbioloog, omdat de instantie veel kennis in huis heeft. 'Maar als
zij een advies voorbereiden zonder onze input, hebben ze wel een heel
grote stempel gedrukt. In een vergadering ga je dan niet over radicaal
andere dingen praten.'
Bij de OMT-vergadering begin september pleit Koopmans voor wekelijkse
bijeenkomsten, een ander gevoelig punt. Want ook al willen de OMT-leden
bij elkaar komen om sneller in te springen op de ontwikkeling van het
virus, dat kan alleen als het RIVM als formele organisator een
vergadering uitroept. In september, de maand waarin het virus de opmars
naar de tweede golf beleeft, gebeurt dat slechts twee keer.
Het steekt de OMT-leden. Een gevoel dat wordt versterkt door de opkomst
van het Red Team, de onafhankelijke expertgroep die steeds
nadrukkelijker aanwezig is en inmiddels ook door politici is omarmd. Zij
kunnen wel adviseren wanneer ze maar willen. Over de onderwerpen die ze
zelf kiezen. En daardoor soms adequater reageren op de opkomst van het
virus.
Koopmans' ongeduld is voelbaar, maar toch overheerst bij haar een ander
gevoel. Ze is ongerust over de felle kritiek op Van Dissel, uit de
maatschappij en de media. 'Ik heb het gevoel dat barbertje moet hangen',
zegt ze. 'Als er iets vervelends gebeurt, kom ik wel weer aan de bak,
dat is het probleem niet, maar er is nu zo'n vies klimaat. Ik wil daar
niet willens en wetens aan meewerken.'
Ventileren
Op maandag 28 september barst de bom. Het OMT-beraad van die ochtend is
op Van Dissels verzoek last minute met een uur vervroegd. Als iedereen
is ingelogd, begint hij met een mededeling: hij heeft haast, hij moet
snel door naar het kabinet.
Na de zomer is bij een aantal OMT-leden het ongemak gegroeid over Van
Dissels aanwezigheid in het Catshuis. Ze merken dat hij steeds meer
moeite heeft rollen van elkaar te scheiden. Hij is voorzitter van de
onafhankelijke groep wetenschappers die ongemakkelijke adviezen moet
kunnen geven, maar hij is ook vaste deelnemer aan de zondagse
Catshuisoverleggen, waar het kabinet de te varen koers al uitzet.
'Eigenlijk is dat niet goed', zegt Diederik Gommers, intensivist in het
Erasmus MC, in zijn werkkamer naast de intensive care. 'Het is daar erg
ouwe-jongens-krentenbrood. Je denkt echt: ik ben een van jullie. Dat is
onvermijdelijk.' Hij heeft zelf ervaren hoe je onafhankelijkheid in het
Catshuis langzaam verdwijnt, toen hij er in het voorjaar regelmatig
kwam. 'Ik merk dat ik het fijn vind dat ik nu meer afstand heb. Volgens
mij ben ik altijd eerlijk geweest, maar nu kan ik onafhankelijker en
vrijer spreken.'
Die maandag eind september blijkt er tot ontzetting van een aantal
OMT-leden al een pakket maatregelen te zijn dat zondag in het Catshuis
is besproken. Het is door het kabinet bedacht, in overleg met Van
Dissel, zodat het snel kan worden gecommuniceerd naar de betrokken
partijen en de buitenwereld.
Op dat moment wordt het voor sommige OMT-leden pas echt duidelijk dat er
iets helemaal fout zit. Voor hun gevoel kunnen zij die dag niet anders
dan tekenen bij het kruisje. Het Catshuisberaad, de verwevenheid van Van
Dissel met het kabinet, de sterke sturing vanuit het RIVM: het zorgt
ervoor dat het OMT praktisch buitenspel staat.
Sommige OMT-leden zijn zo boos dat ze hun woede anoniem ventileren
tegenover de Volkskrant. De volgende dag staat het in de krant met de
kop: 'Deel OMT wilde strengere maatregelen en voelt zich buitenspel
gezet door de politiek'.
Het is een cruciaal moment in het bestaan van het OMT. De regels
schrijven voor dat de inhoud van OMT-beraden binnenskamers blijft. Alles
moet bespreekbaar zijn, zonder dat leden zich inhouden.
De anonieme OMT-leden breken niet letterlijk met die code - wat er
precies is besproken laten ze in het midden - maar voor andere OMT-leden
voelt het wel zo; ze zijn woedend. 'Dit is een dolk in de rug van Jaap',
zegt een van de wetenschappers bij een volgende vergadering.
'Op dat moment voelde het even alsof het toch niet veilig was in het
OMT', zegt Schreijer. 'Ik begrijp waarom mensen het deden, het zal ook
vast een effect hebben gehad, maar ik vond het onverstandig. En
schadelijk voor de reputatie van het OMT.'
Het is rond die tijd dat Marion Koopmans vreest dat de boel 'in elkaar
gaat klappen'. 'Er werd door een paar mensen gezegd: ik stap op. Ik heb
vooral het gevoel gehad: jongens, dat zou heel slecht zijn.'
Ook Friedrich, die niet tot de anonieme leden behoorde, ziet het als een
reele mogelijkheid dat het OMT uiteenvalt. 'Ik zou dat niet erg vinden',
zegt hij. 'Misschien is dit een kans voor een andere organisatie van het
OMT. Laat ons hiervan een club maken met echte onafhankelijkheid en
gezonde afstand tot de politiek.'
Schreijer vreest niet zozeer het uiteenvallen van het adviesorgaan, maar
wel dat de rol van de wetenschappers verder vervaagt. Er is volgens haar
paniek in Den Haag. 'Er werd geshopt in wetenschappelijk advies. Ik was
bang dat de crisisstructuur zou omvallen.'
Toenemende druk vanuit de maatschappij, toenemende tijdsdruk, toenemende
vermoeidheid: het draagt er allemaal aan bij dat de irritaties binnen
het OMT oplopen. Dat de vergaderingen online zijn, wreekt zich
bovendien. 'Als we fysiek bij elkaar hadden kunnen komen, was dit
misschien niet gebeurd', zegt Koopmans. 'Maar via zo'n scherm kun je de
stemming niet peilen.'
Achteraf, zeggen de OMT-leden die anoniem naar buiten traden, hadden ze
het gewoon onder hun naam moeten doen. Desalniettemin hebben ze er geen
spijt van. 'Het was nodig', zegt Kluytmans, een van hen. Hun kritiek
hadden ze eerder al intern geuit, zonder resultaat. 'Ik zou het niet
nogmaals zo doen, maar het heeft wel iets in werking gezet.'
Bij de daaropvolgende vergadering biedt Van Dissel zijn excuses aan voor
de gang van zaken. Daarmee is het echte probleem niet opgelost: de
verwevenheid tussen het kabinet en voorzitter Van Dissel en de daaruit
voortkomende politieke sturing.
Tegengestelde conclusies
De kritiek in de samenleving zwelt begin oktober aan, het verzet tegen
de coronamaatregelen neemt toe. Sympathisanten van actiegroep
Viruswaanzin duiken steeds vaker op. Bij teststraten van de GGD worden
bezoekers gefotografeerd door intimiderende demonstranten.
Ziekenhuispersoneel krijgt geregeld te maken met agressie.
Binnen het OMT zijn de spanningen allesbehalve verdwenen. De mondkapjes
zijn niet alleen meer een splijtzwam in de samenleving, ook binnen het
adviesorgaan leidt het onderwerp tot steeds verhittere discussies.
Overal ter wereld adviseren deskundigen het gebruik ervan te
verplichten. In Nederland niet.
Een van de belangrijkste aanjagers van de discussie is nota bene de
voorzitter van het OMT zelf. Zowel in OMT-vergaderingen als in
interviews spreekt Jaap van Dissel zich uit tegen het gebruik van
mondkapjes, die volgens hem niet of nauwelijks effect hebben. Als er
onderzoeken verschijnen die stellen dat het wel zin heeft, schudt Van
Dissel een publicatie met tegengestelde conclusies uit zijn mouw.
Er zijn dagen dat Diederik Gommers er helemaal gek van wordt, er zijn
ook dagen dat hij moet lachen. 'Weet je wat het mooie is?', zegt hij.
'Ze hebben het bij het RIVM vaak over evidence, dat is dan heel
belangrijk. Voor die mondkapjes was zogenaamd geen evidence. Dus, zegt
Jaap, kunnen we het gebruik ook niet adviseren. Maar de grap is: voor
die anderhalve meter was ook geen evidence - het had net zo goed 70
centimeter kunnen zijn - maar dat adviseren we wel. En als er dan
evidence opduikt voor de mondkapjes, zeggen ze: ja, maar dan houden
mensen geen anderhalve meter afstand meer.'
Toch hoopt de frustratie over de kwestie zich langzamerhand op.
OMT-leden merken dat de conclusies die ze gezamenlijk trekken over
mondkapjes soms net anders in de geschreven adviezen terechtkomen.
Adviezen die, door tijdgebrek, naar het kabinet gaan zonder dat iedereen
ze heeft kunnen nalezen.
Aan het eind van de zomer redigeert Kluytmans als voorlaatste het advies
over mondkapjes. 'Toen moest er nog een persoon overheen, dat was Jaap.
Bij mondkapjes was het punt: we weten het gewoon niet. Zo was het ook
verwoord in het stuk dat ik doorgaf. In het uiteindelijke stuk was het
wetenschappelijke deel weliswaar intact gebleven, maar was het advies zo
verwoord dat het negatiever overkwam.'
Friedrich, al vanaf het voorjaar voorstander van de mondkapjes, eist dat
hij de adviesteksten over mondkapjes mag zien voordat ze naar het
kabinet gaan.
Kluytmans: 'Mensen hebben wel gezegd: Jaap, laat jouw persoonlijke
mening niet te leidend zijn bij zo'n advies. Je komt alleen te staan in
deze discussie, maar dat zit denk ik niet in hem. Als hij zich op basis
van beschikbare kennis een mening heeft gevormd, laat hij die niet
makkelijk los.'
Het wordt hem vergeven, omdat iedereen ziet dat hij in een onmogelijke
positie zit. Met een been in het Catshuis, met het ander in het OMT. Nog
een wonder, vinden ze, hoe hij dat weet vol te houden.
Hoe moeilijk het is om de rollen te scheiden, blijkt soms uit kleine
dingen. Voorafgaand aan de OMT-bijeenkomst van 12 oktober heeft Rutte
aan Van Dissel laten weten dat het kabinet de scholen echt niet wil
sluiten, vanwege alle problematiek die daar weer uit voortkomt. Het
kabinet wil dat aan het OMT 'meegeven', zodat er bij het opstellen van
het advies rekening mee wordt gehouden.
Van Dissel organiseert een pre-OMT waarin hij de kwestie ter sprake
brengt. Via hun schermen luisteren Koopmans, Kluytmans, microbioloog
Menno de Jong en een aantal RIVM'ers naar de voorzitter. Hij geeft
Ruttes boodschap door: de scholen worden niet gesloten.
Hoewel iedereen de redenering van de premier begrijpt - de
leerachterstanden en schrijnende thuissituaties van het voorjaar wil
niemand - gaat hier wederom iets fundamenteel fout in de volgorde,
voelen de OMT-leden. Zij zien dat de besmettingscijfers op scholen
toenemen. Door Ruttes boodschap voelen ze zich niet meer vrij om
sluiting van de scholing te adviseren, als ze dat nodig zouden achten.
Bij het pre-OMT grijpt Kluytmans in. 'Luister Jaap', zegt hij tegen Van
Dissel, 'ik begrijp dat jij erbij zit in het Catshuis, maar je moet nu
toch echt even een stap terug doen. Je zit nu hier, niet daar.'
'Wij zagen dat scholieren van 17 en 18 jaar volop meededen bij de
verspreiding van het virus', zegt Kluytmans nu. 'Wij vonden dat je bij
die scholen wat moest veranderen. Als je ze open wilt laten, moet er
afstand worden gehouden en worden lesgegeven in kleinere groepen. Dat
moet je niet aan de scholen zelf laten. In de vertaalslag naar het
kabinet is dat niet goed meegekomen.'
Uit het tachtigste OMT-advies: 'Er wordt wel een stijgend aantal
infecties gezien onder jongeren en jongvolwassenen. Echter, gezien het
grote belang van onderwijs voor het welzijn, de ontwikkeling en de
gezondheid van kinderen en jongeren, is het OMT van mening dat het
voortgezet onderwijs open kan blijven op de wijze waarop dit nu
georganiseerd is.'
Bedreigingen
De bedreigingen worden tijdens de herfst een steeds groter probleem. Bij
het huis van Van Dissel zijn 'serieuze incidenten' geweest. Meerdere
OMT-leden krijgen thuis intimiderende post. Dat voelt anders dan een
mailtje, indirect zeggen de afzenders: ik weet waar je woont.
OMT-leden doen aangifte bij de politie. Het is zelfs zo erg, dat
Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)
Pieter-Jaap Aalbersberg gesprekken met OMT-leden voert om ze voor te
lichten over de dreiging.
In het periodieke dreigingsbeeld van de NCTV heeft Aalbersberg al
gewaarschuwd voor 'een radicale onderstroom met soms extremistische
gedragingen' die door corona is versneld. Hij adviseert de
wetenschappers 'uit de publiciteit te blijven' en 'niet te praten over
de bedreigingen'. Het gevaar, zegt hij, zit vooral bij 'geradicaliseerde
eenlingen', buiten het zicht van de veiligheidsdiensten.
Voor sommige OMT-leden wordt de situatie steeds grimmiger. En ook binnen
het OMT blijven er spanningen. Kluytmans, Gommers en Friedrich maken
zich grote zorgen. Zo langzamerhand, concluderen zij, kun je het
OMT-advies niet meer onafhankelijk noemen. Via Van Dissel heeft Rutte
het adviesorgaan aan een touwtje, vinden ze.
Intern hebben ze hun kritiek meermaals geventileerd. Van Dissel zegt het
te begrijpen. Maar vooralsnog is er niets veranderd. Moeten ze naar
buiten treden met hun zorgen, in een ultieme poging de onafhankelijkheid
van het OMT veilig te stellen? Moeten ze opstappen?
Wake-upcall
Wat zijn de gevolgen als je als OMT-lid op een dag zegt: ik doe niet
meer mee? Zou dat een wake-upcall zijn voor de rest? Of zou er een
crisis-in-een-crisis ontstaan, zou het OMT uiteenvallen, waardoor het
land verder moet zonder adviesorgaan?
Met die vragen worstelen Kluytmans, Gommers, Friedrich en 'nog een paar
OMT-leden'. 'De gevolgen kan ik niet goed overzien', zegt Kluytmans in
oktober telefonisch. 'Er zou weleens een vervelende dynamiek kunnen
ontstaan. Ik kan niet zomaar zeggen: ik stop ermee, zonder opgaaf van
redenen. Dat roept te veel vragen op.'
Een andere mogelijkheid is om met een paar OMT-leden naar buiten te
treden via de media, en zo het kabinet te dwingen zijn greep op het OMT
te verslappen. In die eerste weken van oktober wordt die optie serieus
besproken.
Maar net als de beslissing moet vallen, kondigt Van Dissel aan dat de
OMT-vergadering voortaan niet meer op maandag is - een dag na het
Catshuisberaad - maar op de vrijdag ervoor. Zo kunnen de politici geen
'instructies' meer meegeven.
Het lijkt een futiele ingreep, maar het verandert veel. Telefonisch laat
Kluytmans eind november weten dat 'de kou voor een groot deel uit de
lucht is'. 'We zitten nu veel beter in onze rol. Er is geen tijdsdruk
meer en geen beinvloeding vanuit het Catshuis.'
'Cruciaal', noemt Schreijer de beslissing. 'Tot dat moment kun je je
afvragen hoe onafhankelijk wij waren. Nu weet Jaap de urgentie weer over
te brengen in het Catshuis.'
Volgens Gommers is niet alleen de volgorde veranderd, maar ook de
houding van voorzitter Van Dissel. 'Hij luistert beter naar signalen uit
het OMT. Eerder kwamen we er bij hem gewoon niet doorheen, dan had hij
zich in het Catshuis al uitgesproken en kon hij eigenlijk niet meer
terug. Nu neemt hij onze kleuring juist mee naar het kabinet.
Koopmans vertrouwde in de oude situatie 'op de scherpte van Jaap', maar
is tevreden over de ingreep. 'Jaap was potentieel kwetsbaar, hij had de
schijn tegen. Je moet stevig in je schoenen staan als je zo dicht bij de
politiek zit. Tegelijkertijd waren er wel korte lijntjes. Ik kan me
moeilijk voorstellen dat Jaap zich laat sturen.'
Het is bijna een jaar na het eerste OMT-beraad, en nu is de situatie
volgens Kluytmans eindelijk 'zoals het zou moeten zijn'.
Struikelen om op te groeien
Nederland zit inmiddels in de strengste lockdown tot nu toe. Het
vaccineren komt maar niet op gang. Het vertrouwen van de bevolking in
het coronabeleid is op een dieptepunt: nog maar 45 procent van de mensen
gelooft erin. En nu is er ook nog een avondklok.
Het rustige vaarwater waarop de OMT-leden hoopten als dit verhaal zou
worden gepubliceerd, is woeliger dan ooit. Het kabinet is gevallen over
de toeslagenaffaire. Meer nog dan voorheen zal er naar de wetenschappers
worden gekeken. En dat terwijl een deel van de bevolking steeds
militanter wordt.
Toch willen ze kritisch terugkijken op hun eigen functioneren, zich
kwetsbaar opstellen. Juist nu het in Den Haag gaat het over de
'Rutte-doctrine' - de neiging om relevante discussies en documenten
onder de pet te houden - willen zij open zijn.
Welk gevoel blijft hangen bij de OMT-leden? Wat hadden ze anders kunnen
doen? Wat heeft dit jaar ze opgeleverd? En wat heeft het ze gekost?
Om eerlijk te zijn, zeggen ze allemaal, hadden ze geen idee waar ze aan
begonnen. Er lagen draaiboeken, er lag een crisisstructuur, ze zaten
bomvol kennis op hun gebied, maar dit virus was anders dan ze zich ooit
hadden kunnen voorstellen.
Kluytmans, die afgelopen voorjaar al veel onheil voorspelde, zegt dat ze
het allemaal 'zwaar hebben onderschat'; de impact van het virus, hoe
zwaar je woorden als OMT-lid wegen. Het heeft de microbioloog
'overweldigd'. 'We zijn in een positie gekomen die veel risico's met
zich meebrengt. Je woorden krijgen gevolgen die je niet wil. Daardoor
moet ik nu voorzichtiger manoeuvreren.' Hij noemt dat 'jammer'.
Hij is kritisch geweest op het OMT, maar hij vindt ook: je kunt niet
opgroeien zonder te struikelen. Hij wil benadrukken dat hij, ondanks de
kritiek, vooral bewondering heeft voor Van Dissel. Door de
crisisstructuur zit de OMT-voorzitter in een 'bijna onmogelijke rol'.
'Toch is hij koersvast gebleven', zegt Kluytmans. 'Zelf had ik dat niet
gekund.'
Dat Alex Friedrich nog steeds in het OMT zit, is een klein wonder. Met
wisselend succes probeerde hij 'pragmatisme en kennis uit andere landen'
in te brengen. Een benadering puur op basis van studies, die veel
OMT-leden volgens hem voorstaan, staat oplossingen in crisistijd in de
weg.
Dat het OMT onafhankelijk adviseert, berust volgens hem op een
misverstand. 'Zolang het OMT door het RIVM wordt voorgezeten, kan het
nauwelijks echt ongemakkelijke adviezen geven. Als we onafhankelijk
waren, zouden er vaker andere geluiden te horen zijn. Dan zou veel
zichtbaarder worden wat de wetenschap echt weet. En wat nog niet.'
De OMT-discussies noemt hij 'vooruitstrevend'. Wat er uiteindelijk op
papier komt, 'is dan soms teleurstellend'. 'Ik ga de afgelopen periode
nog vele jaren met mij meedragen. Omdat ik in deze crisis voor het eerst
in mijn leven heb ervaren dat je als wetenschapper niet altijd vrij bent
je mening te uiten.'
In oktober dacht Diederik Gommers nog dat het OMT 'z'n langste tijd had
gehad', inmiddels gelooft hij er weer in. 'We hadden vaak het gevoel dat
we te laat waren, geen verschil konden maken', zegt hij. Inmiddels kan
het OMT er volgens hem 'doorheen breken'. 'Bij de OMT-vergadering van 8
januari was het RIVM niet echt bezorgd over de besmettingscijfers, maar
hebben we dat toch weten te draaien.'
Langetermijnplan
De zomer, waarin de landelijke aansturing werd losgelaten, is volgens
Anja Schreijer 'een gigantische fout' geweest. 'Dat de hete aardappel
door politici werd doorgeschoven, heeft me gefrustreerd. Als GGD-arts
kwam ik eigenlijk alleen te staan.'
Ze dringt al maanden aan op een langetermijnplan. In november heeft ze
tijdens een digitale heisessie van het OMT een aantal scenario's
gepresenteerd, waaronder een die inmiddels is uitgekomen: een
virusmutant. 'Maar daarna zijn we teruggegaan naar de reactieve stand,
waarbij we reageren op vragen van VWS in plaats van vooruit te denken.
We moeten echt een visie ontwikkelen over hoe we uit deze situatie
komen.'
Marion Koopmans wil dat ook. Het heeft volgens haar ontbroken aan een
moment van bezinning 'doordat de trein maar bleef voortdenderen'. 'Dat
je twee dagen bij elkaar gaat zitten en kijkt: wat staat ons nog te
wachten, wat is onze strategie?' Dat had volgens haar in de zomer
gemoeten, en nu eigenlijk weer. 'Want echt, het kan nog zo ongelooflijk
fout gaan de komende tijd.'
De belangrijkste les, zegt Koopmans, is de 'totale alomvattendheid' van
een pandemie. 'Socially disruptive', staat in alle scenario's. 'Wat dat
betekent, ervaren we nu.' Een van die gevolgen is de druk die ontstaat
op de groep wetenschappers die het kabinet adviseert. De spanningen
binnen het OMT en de bijna-breuk zijn daarvan mede het gevolg, denkt ze.
Onvermoeibaar zijn de OMT-leden de crisis te lijf gegaan. In hun labs en
ziekenhuizen, bij de GGD, in het OMT, in het publieke debat. Begin deze
maand wonnen Koopmans en Gommers de Machiavelliprijs, vanwege hun
'niet-aflatende inzet om de wetenschap over het coronavirus toegankelijk
te maken voor een breed publiek'.
Koopmans is inmiddels afgereisd naar China om met een team van de WHO de
oorsprong van het virus te vinden. Als dat al lukt, zullen er nieuwe
vragen opdoemen, zoals iedere dag het afgelopen jaar. Haar belangrijkste
inzicht: 'The more we know, the less we know.'
Met medewerking van Natalie Righton.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Kader: Reactie van geinterviewden
De OMT-leden die meegewerkt hebben aan dit artikel willen hun waardering
uitspreken ten aanzien van het RIVM dat zij zijn gevraagd om mee te
werken aan deze inkijk in het OMT. Hierbij worden de dilemma's
weergegeven die we in de loop van het jaar als individuele OMT-leden
hebben ondervonden. Deze vorm van zelfreflectie in het publieke domein
is belangrijk in onze democratische rechtstaat en is niet altijd
vanzelfsprekend.
We hechten er wel aan om te benadrukken dat het artikel een aantal
moeilijke situaties op een feitelijk correcte manier weergeeft, maar dat
dit veelal onze persoonlijke dilemma's zijn en dat dit niet het algemene
beeld is van het functioneren van het OMT zoals wij dat in de loop van
het jaar hebben beleefd. De problemen die we ervaren hebben, zoals
beschreven in het artikel, zijn ook steeds gebruikt om aanpassingen door
te voeren waardoor we steeds beter 'in de wedstrijd zitten'. Wij hebben
dan ook het volste vertrouwen dat het OMT op de huidige manier een
belangrijke en constructieve bijdrage levert aan het bestrijden van deze
crisis.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Kader: Reactie RIVM
'Het OMT bestaat sinds 1995, als onafhankelijke adviescommissie voor de
overheid. De onafhankelijke positie zorgt voor een scheiding van
wetenschappelijk advies en bestuurlijke besluitvorming bij de
infectieziektebestrijding.
In de afgelopen 25 jaar is de werkwijze van het OMT steeds
geactualiseerd als er lessen getrokken werden na
infectieziektenuitbraken. Na de SARS-uitbraak in 2003 is besloten het
OMT een wettelijke verankering te geven in de bestrijdingsketen van
infectieziekten in Nederland.
'De omvang van de COVID-19-uitbraak is groot en niet te vergelijken met
recente uitbraken. Er wordt bij deze crisis veel en vaak een beroep
gedaan op het OMT. Het RIVM en het OMT leren dagelijks van deze crisis
en verbeteren continu wat beter moet en kan. Soms met het iets
ogenschijnlijk simpels zoals het verplaatsen van de OMT-vergaderingen
van de maandag naar de vrijdag die effectief bleek, maar ook een
scherpere definitie over welke vragen het OMT wel en niet zou moeten
beantwoorden. Verder hebben we nu al onze aandacht nodig voor het onder
controle krijgen van het virus binnen de bestaande structuur zoals
vastgelegd in de Wet Publieke Gezondheid.'
--------
(c) 2021 DPG Media B.V.
More information about the D66
mailing list